Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 487-488
  • Geweten

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Geweten
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • EEN GOED GEWETEN
  • CONSIDERATIE MET HET GEWETEN VAN ANDEREN
  • EEN SLECHT GEWETEN
  • Geweten
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Het verzoek om een goed geweten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1962
  • Hoe bewaar je een goed geweten?
    Blijf in Gods liefde
  • Hebt u een geoefend geweten?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2005
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 487-488

GEWETEN

[Grieks: sun·ei·deʹsis; sun = met; oiʹda = ik weet: een medeweten (met zichzelf), het getuigenis dat het geweten van iemands eigen gedrag aflegt].

De apostel Paulus beschrijft de werking van zijn geweten als volgt: „Mijn geweten legt met mij getuigenis af in heilige geest.” — Rom. 9:1.

Het geweten is inherent aan de mens, aangezien het door God tot een deel van hem is gemaakt. Het is een innerlijk bewustzijn van goed en kwaad, waardoor men verontschuldigd of aangeklaagd wordt. Het geweten oordeelt dus. Het kan ook geoefend worden door de gedachten en daden, de overtuigingen en beginselen die door studie en ervaring in iemands geest zijn geplant. Op grond hiervan trekt het een vergelijking met de handelwijze die men volgt of die men overweegt. Wanneer vervolgens de handelwijze met de beginselen in conflict komt, geeft het geweten een waarschuwing, tenzij het door het voortdurend negeren van zijn waarschuwingen „dichtgeschroeid” is of ongevoelig is geworden. Het geweten kan een morele veiligheidsvoorziening zijn, doordat het ons een gevoel van welbehagen geeft wanneer wij het goede doen of ons pijn bezorgt wanneer wij verkeerd handelen.

Reeds vanaf het begin bezit de mens een geweten. Het trad bij Adam en Eva aan het licht zodra zij Gods wet overtraden en zich vervolgens verborgen (Gen. 3:7). In Romeinen 2:14, 15 lezen wij: „Want telkens wanneer mensen der natiën, die geen wet hebben, van nature de dingen der wet doen, zijn deze mensen, al hebben zij geen wet, zichzelf tot wet. Zij zijn juist degenen die tonen dat de inhoud van de wet in hun hart staat geschreven, terwijl hun geweten met hen getuigenis aflegt en hun WD2.78,eigen gedachten onderling hen beschuldigen of zelfs WD2.81,LL,verontschuldigen.” Hieruit blijkt dat het geweten zelfs bij niet-christenen geenszins is uitgewist. Dit komt doordat alle mensen van Adam en Eva afstammen, en wel via de geslachtslijn van Noach, die een inherent geweten bezat. Vele wetten van de natiën zijn in overeenstemming met het geweten van een christen, ook al zijn zulke natiën en hun wetgevers misschien helemaal niet door het christendom beïnvloed. Zij hebben zich bij de uitvaardiging van de wetten gewoon door hun geweten laten leiden. Alle mensen beschikken over een geweten, en juist daaraan appelleert een christen door zijn levenswandel en zijn predikingsactiviteit. — 2 Kor. 4:2.

Het geweten moet onderricht zijn; anders kan het iemand misleiden. Het is een onveilige gids wanneer het niet in de juiste maatstaven, overeenkomstig de waarheid, geoefend is. De ontwikkeling ervan kan nadelig beïnvloed worden door het milieu, gebruiken, de vorm van aanbidding en gewoonten. Het zou dan de dingen op grond van deze verkeerde maatstaven of waardebepalingen als goed of verkeerd beoordelen. Een voorbeeld hiervan staat in Johannes 16:2, waar Jezus voorzei dat de mensen zelfs Gods dienstknechten zouden doden in de mening God daarmee een dienst te bewijzen. In feite trad Saulus (de latere apostel Paulus) met moorddadige bedoelingen tegen Christus’ discipelen op, terwijl hij dacht dat hij voor God ijverde (Hand. 9:1; Gal. 1:13-16). De joden vervielen in een ernstige fout doordat zij zich er tengevolge van een gebrekkige kennis van Gods Woord toe lieten verleiden tegen God te strijden (Rom. 10:2, 3; Hos. 4:1-3; Hand. 5:39, 40). Alleen een op juiste wijze door Gods Woord geoefend geweten kan de dingen in het leven correct beoordelen en volledig rechtzetten (2 Tim. 3:16; Hebr. 4:12). Wij moeten een stabiele, juiste maatstaf hebben: Gods maatstaf.

EEN GOED GEWETEN

Wie tot Jehovah nadert, moet een gereinigd geweten hebben (Hebr. 10:22). Hij moet voortdurend zijn best doen om in alle dingen een eerlijk geweten te behouden (Hebr. 13:18). Toen Paulus verklaarde: „Ik [oefen] mijzelf voortdurend om een bewustzijn te bezitten dat ik geen overtreding tegen God en de mensen bega” (Hand. 24:14, 16), bedoelde hij dat hij zijn levensweg voortdurend bijstuurde en naar Gods Woord en de leringen van Christus richtte, want in de grond der zaak was immers God en niet zijn eigen geweten zijn uiteindelijke rechter (1 Kor. 4:4). Een door de bijbel geoefend geweten volgen, kan ertoe leiden dat men wordt vervolgd, maar Petrus geeft de vertroostende raad: „Want indien iemand het, om het geweten tegenover God, uithoudt onder bedroevende dingen en onrechtvaardig lijdt, is dit iets wat aangenaam is” (1 Petr. 2:19). Een christen moet ondanks tegenstand ’een goed geweten behouden’. — 1 Petr. 3:16.

De Wet met haar dierlijke slachtoffers kon een persoon met betrekking tot zijn geweten niet tot volmaaktheid brengen, zodat hij zich vrij van schuld zou kunnen voelen. Alleen degenen die geloof hebben, kunnen door de aanwending van Christus’ losprijs hun geweten reinigen (Hebr. 9:9, 14). Petrus geeft te kennen dat degenen die redding ontvangen, dit goede, reine, zuivere geweten moeten bezitten; zij krijgen dit echter niet doordat zij op grond van hun eigen krachtsinspanningen de vuiligheid van het vlees wegdoen, maar doordat zij God erom vragen. — 1 Petr. 3:21.

CONSIDERATIE MET HET GEWETEN VAN ANDEREN

Aangezien het geweten volledig en nauwgezet in Gods Woord geoefend moet zijn om iets op juiste wijze te kunnen beoordelen, kan een ongeoefend geweten zwak zijn. Dat wil zeggen, het kan gemakkelijk gekwetst worden of de desbetreffende persoon kan aanstoot nemen aan de daden of woorden van anderen, zelfs wanneer er geen sprake is van een overtreding. Als voorbeeld haalde Paulus de kwestie van eten en drinken en het onderhouden van bepaalde dagen aan (Rom. 14:1-23; 1 Kor. 8:1-13). De christen die kennis en een geoefend geweten bezit, wordt geboden om iemand met een zwak geweten consideratie te betonen en hem welwillend te bejegenen; hij dient geen volledig gebruik van zijn vrijheid te maken, noch op al zijn persoonlijke „rechten” te staan door altijd maar te doen waar hij zelf zin in heeft (Rom. 15:1). Want wie het zwakke geweten van een medechristen kwetst, „zondigt . . . tegen Christus”, zegt de bijbel (1 Kor. 8:12). Anderzijds laat Paulus doorschemeren dat alhoewel hij niets wilde doen waaraan de zwakke broeder aanstoot zou kunnen nemen — wat hem ertoe zou brengen Paulus te oordelen — de zwakke van zijn kant insgelijks consideratie met zijn broeder behoorde te hebben en tot rijpheid moest voortgaan door meer kennis te verwerven en zich te oefenen, zodat zijn geweten niet zo gemakkelijk aanstoot zou nemen, waardoor hij anderen verkeerd zou beoordelen. — 1 Kor. 10:29, 30; Rom. 14:10.

EEN SLECHT GEWETEN

Een geweten kan zo misbruikt zijn dat het niet langer rein is en ook niet gevoelig genoeg om waarschuwingen te geven en een veilige gids te zijn (Tit. 1:15). Het gedrag van een mens wordt dan veeleer bepaald door de angst om ontdekt en gestraft te worden, dan door een goed geweten (Rom. 13:5). Dat Paulus over een geweten spreekt dat gebrandmerkt is, laat de vergelijking toe met verschroeid vlees, dat met littekenweefsel bedekt is en geen zenuwuiteinden meer heeft en daardoor gevoelloos is (1 Tim. 4:2). Personen met een dergelijk geweten kunnen geen gevoel voor goed en kwaad hebben. Zij hebben geen waardering voor de vrijheid die God hun schenkt, komen in opstand en worden slaven van een slecht geweten. Iemands geweten kan gemakkelijk worden verontreinigd. In Handelingen 23:1 wordt getoond wat het doel van een christen dient te zijn: „Broeders, ik heb mij tot op deze dag met een volmaakt zuiver geweten voor God gedragen.”

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen