Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1545
  • Vasten

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vasten
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE VIER JAARLIJKSE VASTENDAGEN VAN DE JODEN
  • CHRISTELIJKE RAAD OVER VASTEN
  • Vasten
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Vasten — Brengt het u nader tot God?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
  • De Bergrede — „Als gij vast, wrijf dan uw hoofd met olie in”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1978
  • Is vasten een vereiste van God?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1996
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1545

VASTEN.

Een juist gemotiveerd vasten was een uitdrukking van godvruchtige droefheid en berouw over begane zonden (1 Sam. 7:6; Joël 2:12-15; Jona 3:5). Vasten was ook gepast wanneer men in groot gevaar verkeerde, dringend Gods leiding nodig had, beproevingen onderging en aan verzoekingen blootstond, of wanneer men studeerde, mediteerde of zich op Gods voornemens wilde concentreren (2 Kron. 20:3; Ezra 8:21; Esth. 4:3, 16; Matth. 4:1, 2). Jezus vastte 40 dagen, net als Mozes en Elia, die beiden samen met Jezus bij zijn transfiguratie in een visioen verschenen. — Matth. 17:1-9; Ex. 34:28; Deut. 9:9; 1 Kon. 19:7, 8.

Hoewel de term „vasten” in de Mozaïsche wet niet voorkomt, werd in verband met de Verzoendag het volgende gebod gegeven: „Gij moet uw ziel in droefheid buigen” (Lev. 16:29-31; 23:27; Num. 29:7). Volgens de algemene opvatting duidt dit op vasten, en deze zienswijze wordt door Jesaja 58:3, 5 en Psalm 35:13 ondersteund.

Wil het vasten God welgevallig zijn, dan moet het gepaard gaan met een correctie van begane zonden. Bij monde van zijn profeet Jesaja liet Jehovah bekendmaken wat hij onder echt vasten verstaat door te zeggen: „Is dit niet het vasten dat ik verkies? De boeien der goddeloosheid los te maken, de banden van het jukhout te ontbinden, en de verbrijzelden vrij heen te zenden, en dat gij elk jukhout in tweeën zoudt breken? Is het niet, uw brood aan de hongerige uitdelen, en dat gij de gekwelde, dakloze mensen in uw huis zoudt brengen? Dat gij, ingeval gij een naakte ziet, hem moet bedekken, en dat gij u voor uw eigen vlees niet zoudt verbergen?” — Jes. 58:6, 7.

DE VIER JAARLIJKSE VASTENDAGEN VAN DE JODEN

De joden stelden veel vastendagen in, en een tijdlang hadden zij vier jaarlijkse vastendagen, klaarblijkelijk ter herdenking van de rampspoedige gebeurtenissen die met de belegering en de verwoesting van Jeruzalem in de 7de eeuw v.G.T. verband hielden (Zach. 8:19), te weten: (1) De „vasten van de vierde maand”, waarop men waarschijnlijk herdacht dat de Babyloniërs op 9 Tammuz in 607 v.G.T. een bres in de muren van Jeruzalem sloegen (2 Kon. 25:2-4; Jer. 52:5-7). (2) In de maand Ab, de vijfde joodse maand, werd de tempel verwoest, en klaarblijkelijk moest de „vasten van de vijfde maand” aan deze gebeurtenis herinneren (2 Kon. 25:8, 9; Jer. 52:12, 13). (3) De „vasten van de zevende maand” werd waarschijnlijk gehouden om de dood van Gedalja of de volledige woestligging van het land na de moord op Gedalja te gedenken, toen de overgebleven joden uit vrees voor de Babyloniërs naar Egypte afdaalden (2 Kon. 25:22-26). (4) De „vasten van de tiende maand” kan verband hebben gehouden met het droevige bericht van Jeruzalems val dat de zich reeds in Babylonische gevangenschap bevindende joden in die maand ontvingen. (Vergelijk Ezechiël 33:21.) Het kan echter ook zijn dat men het begin van Nebukadnezars succesvolle belegering van Jeruzalem op de 10de Tebeth (na de ballingschap de naam van de tiende maand van de godsdienstige kalender) in 609 v.G.T. herdacht. — 2 Kon. 25:1; Jer. 39:1; 52:4.

CHRISTELIJKE RAAD OVER VASTEN

Toen Jezus op aarde was, gaf hij zijn discipelen de volgende instructie: „Wanneer gij vast, zet dan niet langer een bedrukt gezicht zoals de huichelaars, want zij vertrekken hun gezicht opdat het de mensen mag toeschijnen dat zij vasten. Voorwaar, ik zeg u: Zij hebben hun beloning reeds ten volle. Maar gij, wanneer gij vast, wrijf dan uw hoofd met olie in en was uw gezicht, opdat het niet de mensen mag toeschijnen dat gij vast, maar uw Vader, die in het verborgene is; dan zal uw Vader, die in het verborgene toeziet, het u vergelden” (Matth. 6:16-18). Hij zinspeelde hier op het onoprechte vasten van de Farizeeën, iets waarnaar hij bij een andere gelegenheid in een illustratie verwees (Luk. 18:9-14). Bij de Farizeeën was het de gewoonte om tweemaal per week, op de tweede en op de vijfde dag, te vasten. — Luk. 18:12.

Sommigen hebben Mattheüs 9:15 als een vastengebod voor christenen opgevat. In werkelijkheid voorzei Jezus alleen maar wat er na zijn dood zou gebeuren. Toen hij zich nog bij zijn discipelen op aarde bevond, was het niet juist dat zij vastten. Toen hij echter stierf, rouwden en vastten zij. Na zijn opstanding, en vooral na de uitstorting van de heilige geest, hadden zij geen reden meer om als teken van rouw te vasten (Mark. 2:18-20; Luk. 5:33-35). Christenen waren beslist niet verplicht op de herdenkingsdag van de dood van de Heer te vasten, want toen de apostel Paulus misbruiken corrigeerde die in verband met de jaarlijkse viering van het Avondmaal des Heren waren binnengeslopen, zei hij: „Gij hebt toch zeker wel huizen om te eten en te drinken? . . . Daarom, mijn broeders, wanneer gij samenkomt om het [Avondmaal des Heren] te eten, wacht op elkaar. Als iemand honger heeft, laat hij thuis eten, opdat gij niet tot een oordeel samenkomt.” — 1 Kor. 11:22, 33, 34.

Hoewel vasten geen religieus vereiste is, hebben de vroege christenen bij bepaalde gelegenheden gevast. Toen Barnabas en Paulus met een speciale zendingsopdracht naar Klein-Azië werden gezonden, deed men dit onder vasten en bidden. Ook werd er ’onder vasten’ gebeden wanneer in een nieuwe gemeente ouderlingen werden aangesteld (Hand. 13:2, 3; 14:23). Derhalve wordt christenen noch geboden noch verboden te vasten. — Rom. 14:5, 6.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen