Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 416
  • Fout(en), gevit

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Fout(en), gevit
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • REACTIE OP DE FOUTEN VAN ANDEREN
  • GEVIT
  • Fout(en)
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Zult u ’een gebrek aan de kaak stellen’?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1980
  • Ruzie
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Hoed u ervoor ruchtbaarheid te geven aan een fout
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 416

FOUT(EN), GEVIT.

Een fout is een verzuim, tekortkoming, gebrek, dwaling, onvolkomenheid; het woord kan betekenen dat men in gebreke blijft het juiste te doen; ook, de verantwoordelijkheid voor het in gebreke blijven of voor kwaaddoen.

REACTIE OP DE FOUTEN VAN ANDEREN

De bijbel geeft ons de raad: „Blijft elkaar verdragen en elkaar vrijelijk vergeven als de een tegen de ander een reden tot klagen heeft” (Kol. 3:13). Indien al onze fouten ons aangerekend zouden worden, zouden wij allen schuldig bevonden worden. Veel fouten kunnen over het hoofd worden gezien; een christen dient er beslist niet op uit te zijn de fouten van zijn broeders openbaar te maken. De Schrift zegt over een goddeloos persoon: „Gij zit neer en spreekt tegen uw eigen broeder, ten nadele van de zoon van uw moeder stelt gij een gebrek aan de kaak.” — Ps. 50:16, 20.

Jezus Christus gaf zijn discipelen echter richtlijnen wat zij moesten doen als er werkelijk een zonde werd begaan. Als eerste stap beval hij het volgende aan: „Wanneer . . . uw broeder een zonde begaat, ga zijn fout dan blootleggen tussen u en hem alleen. Indien hij naar u luistert, hebt gij uw broeder gewonnen.” Vervolgens zette Jezus uiteen welke stappen er gedaan moeten worden indien deze eerste poging mislukt. — Matth. 18:15-17; zie ook Galaten 6:1.

GEVIT

„Gevit” duidt gewoonlijk op kleingeestige of ongerechtvaardigde kritiek. In de bijbel heeft „gevit” een soortgelijke betekenis als „murmureren” of „klagen”.

Vitzucht of de neiging naar fouten te zoeken, kan personen ertoe brengen zich aan laakbare handelingen schuldig te maken. Toen David op onrechtvaardige wijze door koning Saul en anderen die zijn dood zochten, werd vervolgd, bad hij vol vertrouwen tot Jehovah: „Gij zult mij ontkoming verschaffen van het gevit van het volk” (Ps. 18:43). Gevit is ontmoedigend en afbrekend. De Israëlieten hadden Egypte nauwelijks verlaten of zij murmureerden tegen Jehovah, doordat zij kritiek uitoefenden op het leiderschap waarin hij door bemiddeling van zijn dienstknechten Mozes en Aäron had voorzien (Ex. 16:2, 7). Hun geklaag ontmoedigde Mozes later zozeer dat hij vroeg of hij mocht sterven (Num. 11:13-15). Murmureren is voor de murmureerder een dodelijk gevaar. Jehovah beschouwde datgene wat de murmureerders over Mozes zeiden, in feite als opstandig geklaag tegen zijn eigen goddelijke leiding (Num. 14:26-30). Velen verloren als gevolg van hun gevit het leven.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen