Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 520
  • Gomer (I)

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gomer (I)
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Gomer (I)
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Lo-Ruchama
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Lo-Ruchama
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Lo-Ammi
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 520

GOMER (I)

(Go̱mer) [voleinding].

1. Kleinzoon van Noach en de eerstgenoemde zoon van Jafeth; hij werd na de Vloed geboren (Gen. 10:1, 2; 1 Kron. 1:4, 5). Hij en zijn zonen, Askenaz, Rifath en Togarma, behoorden tot „de families van de zonen van Noach naar hun familieafstamming”, en van hen uit hebben de natiën zich na de Vloed over de aarde verspreid. — Gen. 10:3, 32.

De van Gomer afstammende natie wordt in de geschiedenis in verband gebracht met de oude Cimmeriërs, een Arisch geslacht dat in de Assyrische inscripties Gimirrai wordt genoemd en zich in het gebied ten N. van de Zwarte Zee vestigde. Klaarblijkelijk ontleent de Krim (een schiereiland in de zuidelijke Oekraïne, dat zich tot in het noordelijke deel van de Zwarte Zee uitstrekt) haar naam aan dit volk, dat eigenlijk een nomadenvolk was. In de 8ste eeuw v.G.T., tijdens de regering van de Assyrische koning Sargon, trok het over de Kaukasus (een bergstreek tussen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee) en viel de koninkrijken Oerartoe (Ararat) en Tabal (Tubal) aan.

In Ezechiëls profetie betreffende de aanval die „Gog van het land Magog” op het weer bijeengebrachte volk van Jehovah zal doen (het boek werd klaarblijkelijk tegen 591 v.G.T. voltooid), worden „Gomer en al zijn krijgsbenden” samen met „Togarma, uit de meest afgelegen streken van het noorden, en al zijn krijgsbenden” onder Gogs strijdkrachten genoemd. — Ezech. 38:2-8.

2. De dochter van Diblaïm, die op last van Jehovah de vrouw van de profeet Hosea werd (Hos. 1:2, 3). Gomer baarde daarna drie kinderen, wier betekenisvolle namen door God werden gebruikt om te voorzeggen welke rampspoed Israël zou treffen als gevolg van haar geestelijke overspel in de vorm van afgoderij. In het verslag over de geboorte van het eerste kind, een zoon genaamd Jizreël, wordt gezegd dat Gomer „hem [Hosea] . . . een zoon baarde”. In verband met de geboorte van de volgende twee kinderen wordt er echter niets van gezegd dat de profeet de vader was. Derhalve gaat men ervan uit dat zij waarschijnlijk onwettig waren (1:3-9). Hoofdstuk 3 vers 1 tot 3 beschrijft klaarblijkelijk hoe Gomer na een overspelige handelwijze weer aan de profeet gaat toebehoren, en wel doordat hij haar als een slavin koopt. Op deze wijze wordt geïllustreerd dat Israël, toen het berouw had, weer door God werd aanvaard.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen