Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 538-539
  • Haar

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Haar
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HEBREEËN
  • CHRISTENEN
  • FIGUURLIJK GEBRUIK
  • DIEREHAAR
  • Haar
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Zorg goed voor uw haar
    Ontwaakt! 1973
  • Maakt u zich zorgen over uw haar?
    Ontwaakt! 2002
  • Kijk eens naar uw haar
    Ontwaakt! 2001
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 538-539

HAAR.

Zoals de geschiedenis onthult, hebben mannen en vrouwen hun haar over het algemeen beschouwd als een sieraad, waardoor hun aantrekkelijkheid werd vergroot, en in veel gevallen als een teken van jeugdigheid en kracht. Het haar werd derhalve zeer goed verzorgd.

HEBREEËN

Bij Hebreeuwse mannen bestond vanouds het gebruik de baard te laten groeien, maar die werd goed verzorgd. Het hoofdhaar hielden zij op een middelmatige lengte. Absalom bijvoorbeeld knipte zijn weelderig groeiende haar eens per jaar en dan woog het (ongetwijfeld verzwaard door het gebruik van olie of zalven) 200 sikkelen of ongeveer 2 kg (2 Sam. 14:25, 26). Volgens Gods wet mochten de Israëlitische mannen ’hun zijlokken niet rondom kort afknippen’, noch het „uiteinde” van hun baard vernietigen. Dit was geen verbod op het bijknippen van het haar of de baard, maar het diende klaarblijkelijk om het navolgen van heidense gebruiken te voorkomen (Lev. 19:27; Jer. 9:25, 26; 25:23; 49:32). Het verwaarlozen van het haar of de baard, door ze klaarblijkelijk niet te knippen en onverzorgd te laten, was een teken van rouw (2 Sam. 19:24). Bij monde van de profeet Ezechiël gebood God dat de priesters het haar van hun hoofd moesten knippen, maar niet scheren, en dat zij het haar niet los mochten dragen wanneer zij in de tempel dienst verrichtten. — Ezech. 44:15, 20.

Hebreeuwse vrouwen verzorgden hun haar als een teken van schoonheid (Hoogl. 7:5), en zij droegen het lang (Joh. 11:2). Wanneer een vrouw haar haar afknipte, was dit een teken van rouw of droefheid (Jes. 3:24). Wanneer een Israëlitische soldaat een maagdelijke vrouw uit een vijandelijke stad gevangen had genomen en met haar wilde trouwen, moest zij eerst haar haar afknippen en haar nagels verzorgen en een volle maand rouw bedrijven om haar ouders, die bij het innemen van de stad waren gedood. — Deut. 21:10-13; 20:10-14.

CHRISTENEN

De apostelen Petrus en Paulus moesten christelijke vrouwen vermanen niet te veel aandacht aan kapsels en versiering te schenken, zoals destijds de gewoonte was. Zij moesten in plaats daarvan hun aandacht erop richten zich met de onverderfelijke tooi van een stille en zachtaardige geest te sieren. — 1 Petr. 3:3, 4; 1 Tim. 2:9, 10.

De apostel Paulus vestigde ook de aandacht op wat de situatie en de heersende gewoonte was onder degenen aan wie hij schreef, en liet uitkomen dat het voor een man natuurlijk was korter haar te hebben dan een vrouw. Voor een vrouw was het een schande kortgeknipt haar te hebben of kaalgeschoren te zijn. God had de vrouw haar lange haar gegeven „in plaats van een hoofdbedekking”, maar, zo betoogde Paulus, een vrouw kon deze natuurlijke hoofdbedekking, die haar tot heerlijkheid strekte, niet aanvoeren als verontschuldiging om geen hoofdbedekking als „teken van gezag” te dragen wanneer zij in de christelijke gemeente bad of profeteerde. Door dit te beseffen en onder zulke omstandigheden een hoofdbedekking te dragen, erkent een christelijke vrouw het theocratische gezagsbeginsel en geeft zij blijk van christelijke onderworpenheid. Op die manier verheerlijkt zij niet alleen haar echtgenoot als haar hoofd, maar ook Jehovah God als Hoofd over allen. — 1 Kor. 11:3-16.

FIGUURLIJK GEBRUIK

Job sneed zijn hoofdhaar af als symbool van de troosteloze toestand waarin hij verkeerde toen hij van zijn kinderen en zijn bezittingen beroofd was. — Job 1:20.

Ezechiël werd geboden zijn hoofdhaar en zijn baard af te snijden, het haar in drie delen te verdelen en zich ervan te ontdoen op manieren die profetisch veraanschouwelijkten welke benauwenissen de inwoners van de stad Jeruzalem zouden overkomen wanneer Gods oordelen aan haar werden voltrokken (Ezech. 5:1-13). Smart en droefheid werden ook wel gesymboliseerd door het uittrekken of het afsnijden van het haar (Ezra 9:3; Jer. 7:29; 48:37; Micha 1:16). Wilde men iemand te schande maken, smadelijk bejegenen of van verachting jegens hem blijk geven, dan kon dit tot uitdrukking worden gebracht door hem de hoofd- of baardharen uit te trekken. — Neh. 13:25; Jes. 50:6.

Het aantal hoofdharen van een mens (naar verluidt gemiddeld zo’n 120.000) werd gebruikt als symbool van grote aantallen of ontelbaarheid (Ps. 40:12; 69:4). Wegens de fijnheid van het haar werd het ook als symbool van nauwkeurigheid gebruikt (Recht. 20:16). De woorden ’Geen haar van uw hoofd zal vergaan (of: ter aarde vallen)’, vormen een garantie voor absolute bescherming en volledige veiligheid (Luk. 21:18; 1 Sam. 14:45; 2 Sam. 14:11; 1 Kon. 1:52; Hand. 27:34). Een soortgelijke betekenis lag opgesloten in de woorden die Jezus Christus tot zijn discipelen sprak en waaruit Gods zorg voor hen bleek: „Zelfs de haren van uw hoofd zijn alle geteld.” — Matth. 10:30; Luk. 12:7.

Grijs haar verdiende achting (Spr. 16:31; 20:29) en werd soms als synoniem voor bejaardheid en wijsheid gebruikt (Job 15:9, 10). In een visioen dat Daniël had, werd Jehovah zinnebeeldig voorgesteld als de „Oude van Dagen” met wit haar „als zuivere wol” (Dan. 7:9). De apostel Johannes zag Jezus Christus in een visioen afgebeeld met wit haar dat „als witte wol” was. — Openb. 1:1, 14, 17, 18.

DIEREHAAR

Geitehaar gebruikte men voor het vervaardigen van stoffen (Ex. 26:7). Johannes de Doper droeg een kleed van kameelhaar (Matth. 3:4; Mark. 1:6). Zo’n kleed was het ambtsgewaad van een profeet (2 Kon. 1:8; vergelijk Genesis 25:25). De vellen die Rebekka op Jakobs handen en hals legde om Esau’s behaardheid na te bootsen, waren vermoedelijk vellen van de oosterse angorageit, waarvan het haar door de Romeinen als vervanging voor mensenhaar werd gebruikt. — Gen. 27:16.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen