Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 562-563
  • Har-Magedon

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Har-Magedon
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Har–Magedon
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • In Har–mágedon aan de zegevierende zijde staan
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 562-563

HAR–MAGEDON

(Har–Ma̱gedon) [Grieks: Har Maʹge·don; Hebreeuws: Har Meghid·dōnʹ, „berg van Megiddo”; „berg van samenkomst”; „berg van verzameling van troepen”].

De uitdrukking, die in de bijbel slechts eenmaal (in het boek Openbaring [Apocalyps]) voorkomt, wordt in enkele vertalingen met „Armaged(d)on” weergegeven (Openb. 16:16, SV; PB; Voorhoeve). Deze naam wordt rechtstreeks in verband gebracht met „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige”. — Openb. 16:14.

Een letterlijke „berg van Megiddo” schijnt er vóór of in de dagen van de apostel Johannes, die het visioen optekende, noch binnen noch buiten de grenzen van het Beloofde Land te hebben bestaan. Derhalve is de betekenis die eraan wordt toegekend, wellicht tot op zekere hoogte gelegen in de definitie van de naam („berg van verzameling van troepen”), hoewel Har–Magedon zijn betekenis ook ontleent aan de gebeurtenissen die zich rond de oude stad Megiddo afspeelden.

De stad Megiddo lag enkele kilometers ten Z.O. van de berg Karmel. Ze overzag de vlakte van Esdrelon en beheerste de belangrijkste handelsroutes en militaire wegen die van het N. naar het Z. en van het O. naar het W. liepen. Jozua was de eerste die deze Kanaänitische stad veroverde (Joz. 12:7, 8, 21). Niet ver daarvandaan werd later Jabins leger onder bevel van Sisera vernietigd. Jehovah bediende zich daar van bepaalde natuurkrachten om het Israëlitische leger onder aanvoering van Barak steun te verlenen. Het verslag zegt: „Daarop daalde Barak met tienduizend man achter zich aan de berg Tabor af. Toen bracht Jehovah Sisera met al zijn strijdwagens en het hele kamp door de scherpte van het zwaard in verwarring vóór Barak.” — Recht. 4:14-16; 5:19-22.

Volgens de wereldlijke geschiedenis was het gebied rondom Megiddo wegens zijn strategische ligging ook het toneel van grote veldslagen tussen andere natiën. M. R. Vincent schrijft in zijn werk Word Studies in the New Testament (1957, Deel II, blz. 542) dat ’joden, heidenen, Saracenen, kruisvaarders, Egyptenaren, Perzen, Druzen, Turken en Arabieren allen hun tenten in de vlakte van Esdrelon hebben opgeslagen’.

Het verslag in de Openbaring beschrijft hoe de gecombineerde strijdkrachten van de koningen der aarde worden vergaderd „tot de plaats [Grieks: een vorm van toʹpos] die in het Hebreeuws Har–Magedon wordt genoemd” (Openb. 16:16). In de bijbel kan toʹpos betrekking hebben op een letterlijke plaats (Matth. 14:13, 15, 35), op een gelegenheid of „kans” die iemand heeft (Hand. 25:16), of op een figuurlijk gebied, een toestand of een situatie (Openb. 12:6, 14). De „plaats” waarheen de gecombineerde strijdkrachten der aarde optrekken, moet met het oog op de context in laatstgenoemde betekenis worden opgevat.

De „oorlog van de grote dag van God de Almachtige” te Har–Magedon was geen gebeurtenis die tot het verleden behoorde, maar wordt in de Openbaring beschreven als iets dat ten tijde dat Johannes het visioen ontving, nog in de toekomst lag. Er wordt getoond dat de koningen tot Har–Magedon worden vergaderd als gevolg van het uitgieten van de zesde van de zeven schalen, die de „laatste” plagen bevatten waardoor de toorn van God tot een einde wordt gebracht (Openb. 15:1; 16:1, 12). Dat de oorlog te Har–Magedon verder nauw met Christus’ tegenwoordigheid verweven is, blijkt ook uit de tussen vers 14 en 16 van Openbaring 16 geschoven waarschuwing dat Christus als een dief komt.

Het wereldomvattende aspect van de oorlog wordt in de context beklemtoond, aangezien de tegenstanders van Jehovah worden aangeduid als „de koningen van de gehele bewoonde aarde”, die door de „door demonen geïnspireerde uitingen” worden gemobiliseerd. — Openb. 16:14.

Iets verder in de Openbaring zegt Johannes: „En ik zag het wilde beest en de koningen der aarde en hun legers vergaderd om de oorlog te voeren tegen degene die op het paard zat en tegen zijn leger” (Openb. 19:19). Dit hoofdstuk identificeert de op een wit paard gezeten aanvoerder van de hemelse legers als iemand die „Getrouw en Waarachtig” en „Het Woord van God” wordt genoemd (Openb. 19:11-13). Derhalve is Jezus Christus, „Het Woord”, de bevelhebber van Gods hemelse legers (Joh. 1:1; Openb. 3:14). Een verder bewijs dat Christus de hemelse strijdkrachten aanvoert, zijn de woorden: „Dezen [de aardse strijdkrachten] zullen strijden tegen het Lam [Jezus Christus (Joh. 1:29)], maar het Lam zal hen overwinnen, omdat hij Heer der heren en Koning der koningen is. Ook de geroepenen en uitverkorenen en getrouwen met hem zullen dit doen.” — Openb. 17:13, 14.

Zoals het visioen in Openbaring hoofdstuk 19 onthult, wordt Jezus Christus, „Het Woord van God”, in deze oorlog alleen door hemelse legers ondersteund, hetgeen te kennen geeft dat geen van Jehovah’s christelijke dienstknechten op aarde ook maar enig aandeel aan de strijd zal hebben. Dit strookt met de verklaring van de apostel Paulus in 2 Korinthiërs 10:3, 4 dat hij en zijn metgezellen geen vleselijke wapens gebruikten. (Vergelijk 2 Kronieken 20:15, 17, 22, 23; Psalm 2:4-9.) De vogels die in het midden van de hemel vliegen, zullen zich aan de lijken van de neergevelden vergasten. — Openb. 19:11-21.

Har–Magedon is derhalve niet slechts een strijd tussen mensen, niet slechts een „wereldoorlog”, maar een oorlog waaraan Gods onzichtbare legers zullen deelnemen. Deze oorlog is onafwendbaar en zal plaatsvinden op een tijd die is bepaald door Jehovah God, die „doet naar zijn eigen wil onder het heerleger van de hemel en de bewoners der aarde”. — Dan. 4:35; zie ook Mattheüs 24:36.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen