Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 583-584
  • Hebron

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hebron
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hebron
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Kirjath-Arba
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Machpela
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Machpela
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 583-584

HEBRON

(He̱bron) [gemeenschap, verbond].

Een oude, in het bergland van Juda gelegen stad die zeven jaar eerder werd gebouwd dan Zoan in Egypte (Num. 13:22). Hebron ligt ongeveer 30 km ten Z.Z.W. van Jeruzalem en zo’n 910 m boven de zeespiegel. Ze onderscheidt zich doordat ze een van de oudste nog bewoonde plaatsen van het Midden-Oosten is. Waarschijnlijk werd de voormalige naam van Hebron, „Kirjath-Arba” (stad van Arba), van zijn Enakitische stichter Arba afgeleid (Gen. 23:2; Joz. 14:15). De stad en de omliggende heuvels zijn reeds van oudsher bekend om hun wijngaarden, granaatappels, vijgen, olijven, abrikozen, appels en noten. Hebron is rijk aan waterbronnen en is derhalve kilometers ver door groen omgeven.

De patriarchen Abraham, Isaäk en Jakob woonden een tijdlang als inwonende vreemdelingen in Hebron (Gen. 13:18; 35:27; 37:13, 14). Sara stierf aldaar en werd in een grot in het nabijgelegen Machpela begraven. Deze grot, die Abraham samen met het omliggende land van de Hethiet Efron kocht, werd een familiebegraafplaats, waar Abraham, Isaäk, Rebekka, Lea en Jakob eveneens werden begraven. — Gen. 23:2-20; 49:29-33; 50:13.

Toen Mozes de 12 verspieders naar het Beloofde Land uitzond, woonden de op reuzen gelijkende nakomelingen van Enak in Hebron (Num. 13:22, 28, 33). Ongeveer 40 jaar later sloot Hoham, de koning van Hebron, zich bij vier andere koningen aan om strijd te voeren tegen Gibeon, een stad die vrede met Jozua had gesloten. De Israëlieten gaven gehoor aan Gibeons dringende verzoek om hulp en versloegen met Jehovah’s ondersteuning de legers van de vijf koningen die tegen Gibeon ten strijde waren getrokken. Naderhand werden deze vijf koningen, die zich in een grot verscholen hadden, ter dood gebracht en hun lijken tot de avond aan palen gehangen. — Joz. 10:1-27.

Toen Israël zijn veroveringsveldtocht in het Z. van Kanaän voortzette, werden de inwoners van Hebron, met inbegrip van hun koning (klaarblijkelijk Hohams opvolger), aan de vernietiging prijsgegeven (Joz. 10:36, 37). De Israëlieten onder Jozua braken weliswaar de macht van de Kanaänieten, maar naar het schijnt bezetten zij het land niet onmiddellijk met garnizoenen om de door hen veroverde gebieden in bezit te houden. Terwijl Israël elders oorlog voerde, vestigden de Enakieten zich klaarblijkelijk weer in Hebron, zodat Kaleb (of de zonen van Juda onder aanvoering van Kaleb) de stad enige tijd later op hen moest heroveren (Joz. 11:21-23; 14:12-15; 15:13, 14; Recht. 1:10). Hoewel Hebron aanvankelijk aan Kaleb uit de stam Juda was toegewezen, werd er later als toevluchtsstad de status van heiligheid aan verleend en diende ze ook als priesterstad. „Het akkerland van de stad” en haar nederzettingen waren echter het erfelijke bezit van Kaleb. — Joz. 14:13, 14; 20:7; 21:9-13.

Ongeveer vier eeuwen later zalfden de mannen van Juda David in Hebron tot koning. Vandaar regeerde hij zeven en een half jaar en werd ondertussen de vader van zes zonen, Amnon, Kileab (Daniël), Absalom, Adonia, Sefatja en Jithream. — 2 Sam. 2:1-4, 11; 3:2-5; 1 Kron. 3:1-4.

Jaren later keerde Davids zoon Absalom naar Hebron terug en begon zich daar wederrechtelijk het koningschap van zijn vader toe te eigenen, maar zonder succes (2 Sam. 15:7-10). Waarschijnlijk koos Absalom Hebron als uitgangspunt om de troon te bemachtigen omdat deze stad als voormalige hoofdstad van Juda uit historisch oogpunt belangrijk was en ook omdat het zijn geboortestad was. Later werd Hebron door Davids kleinzoon, koning Rehabeam, herbouwd (2 Kron. 11:5-10). Nadat Juda door de Babyloniërs was ontvolkt en de joodse ballingen waren teruggekeerd, vestigden sommige gerepatrieerde joden zich in Hebron (Kirjath-Arba). — Neh. 11:25.

[Illustratie op blz. 584]

Zo ziet Hebron er thans uit. Het grote gebouw boven in het midden is een moskee, die gebouwd werd op de plaats waar zich de grot van Machpela, de begraafplaats van Abraham, bevonden zou hebben

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen