INDIA
[Hebreeuws: Hodʹdoe; vergelijk Sanskriet Sindhoe, wat „zee, grote rivier” betekent en derhalve kennelijk in de eerste plaats naar de rivier de Indus verwijst].
Men weet niet precies welk gebied in de bijbel als „India” wordt aangeduid (Esth. 8:9). Over het algemeen nemen geleerden aan dat het gaat om het stroomgebied van de Indus en zijn zijrivieren, d.w.z. Punjab en wellicht ook Sind. Het getuigenis van de historicus Herodotus (III, 88, 94; IV, 44) geeft te kennen dat „India” voor het eerst tijdens de regering van Darius Hystaspis (ca. 522–486 v.G.T.) een deel van het Perzische Rijk werd. In de tijd van Ahasveros (van wie men aanneemt dat hij Xerxes I, de zoon van Darius Hystaspis, was) vormde India nog steeds de oostgrens van het rijk (Esth. 1:1). Op inscripties van Xerxes I wordt India eveneens als een deel van zijn rijk genoemd.
Uit archeologische vondsten blijkt dat er eeuwen vóór de tijd van de Perzen een hoogontwikkelde beschaving in de Indusvallei bestond. De oudste plaatsen daar wijzen op stadsplanning en sanitaire voorzieningen. De straten waren zorgvuldig aangelegd zodat ze blokken vormden, en een afvoersysteem leidde van de huizen naar een met bakstenen bekleed riool. De steden hadden bovendien grote openbare badhuizen.
De Indusvallei werd waarschijnlijk kort na de spraakverwarring van de bouwers van Babel bewoond. Wanneer men de oude beschaving van de Indusvallei vergelijkt met die van Mesopotamië, ontdekt men zelfs overeenkomsten, onder andere in bouwwerken die doen denken aan de terrasvormige zigurrats van Mesopotamië, in sculpturen van mensen met de maskerachtige gelaatstrekken die kenmerkend zijn voor de sculpturen van het oude Mesopotamië, en in beeldschrifttekens die een gelijkenis vertonen met vroege Mesopotamische schrifttekens. De Assyrioloog Samuel N. Kramer neemt aan dat mensen die uit Mesopotamië waren gevlucht toen de Soemeriërs de heerschappij over dit gebied overnamen, zich in de Indusvallei vestigden.