Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1303-1304
  • Rechtsgebied

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Rechtsgebied
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Rechtsgebied
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • District
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Magistraten
    Verklarende woordenlijst
  • Gabbai
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1303-1304

RECHTSGEBIED.

Een bestuursgebied dat onder een centrale regering staat (Esth. 1:16; 2:3, 18). De bijbel maakt melding van rechtsgebieden in verband met Israël, Babylon en Medo-Perzië (1 Kon. 20:14-19; Esth. 1:1-3; Dan. 3:1, 3, 30). De profeet Daniël werd aangesteld tot heerser over heel het rechtsgebied Babylon, dat misschien het voornaamste rechtsgebied was en waar ook de stad Babylon in lag (Dan. 2:48). Zijn drie Hebreeuwse metgezellen, Sadrach, Mesach en Abednego, werden eveneens in bestuursfuncties in dit district aangesteld (Dan. 2:49; 3:12). Elam schijnt een ander rechtsgebied van Babylon geweest te zijn (Dan. 8:2). Misschien worden de gerepatrieerde joodse bannelingen „de zonen van het rechtsgebied” genoemd omdat zij in het rechtsgebied Babylon hadden gewoond (Ezra 2:1; Neh. 7:6). Het kan echter ook zijn dat deze aanduiding een zinspeling is op het feit dat zij bewoners van het Medo-Perzische rechtsgebied Juda waren. — Neh. 1:3.

Ten minste tijdens de regering van Ahasveros (Xerxes I) bestond het Medo-Perzische Rijk uit 127 rechtsgebieden, die zich van India tot Ethiopië uitstrekten. Overal in dit reusachtige rijk woonden joden (Esth. 1:1; 3:8; 4:3; 8:17; 9:2, 30). Het land Juda, dat zijn eigen stadhouder en enkele lagere bestuursfunctionarissen had, vormde zelf een van de 127 rechtsgebieden (Neh. 1:3; 11:3). Het schijnt echter dat Juda tot een nog groter bestuursgebied behoorde dat onder een hogere regeringsfunctionaris stond. Blijkbaar legde deze functionaris zwaarwichtige klachten met betrekking tot de gebieden die onder hem ressorteerden, aan de koning voor en wachtte dan op de door hem verleende bevoegdheid om te handelen. Ook konden lagere functionarissen vragen of er een onderzoek ingesteld kon worden naar de activiteiten in een bepaald rechtsgebied (Ezra 4:8-23; 5:3-17). Wanneer rechtsgebieden toestemming van de koning hadden verkregen, konden ze uit de koninklijke schatkist geld krijgen, en de koninklijke verordeningen werden door bemiddeling van koeriers naar de verscheidene delen van het rijk gezonden (Ezra 6:6-12; Esth. 1:22; 3:12-15; 8:10-14). Derhalve waren alle bewoners van de rechtsgebieden op de hoogte van de wetten en verordeningen van de centrale regering. — Vergelijk Esther 4:11.

Het in verscheidene natiën uit de oudheid bestaande stelsel van rechtsgebieden verzwaarde vaak het lot van de onderworpen volken. Dit feit wordt door de wijze schrijver van het boek Prediker erkend: „Indien gij enige onderdrukking van de onbemiddelde en het gewelddadig wegnemen van recht en van rechtvaardigheid ziet in een rechtsgebied, verbaas u niet over de aangelegenheid, want iemand die hoger is dan de hoge waakt, en er zijn er die hoog boven hen zijn” (Pred. 5:8). Het was niet verwonderlijk dat de geringe onderdrukt werd wanneer de lagere bestuursfunctionarissen onder toezicht stonden van hogere functionarissen, van wie de meesten ten koste van hun onderdanen hun eigen voordeel zochten.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen