Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 952-953
  • Lamp

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Lamp
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • JEHOVAH — EEN LAMP EN LICHTBRON
  • JEZUS CHRISTUS
  • KONINGEN UIT DE GESLACHTSLIJN VAN DAVID
  • GODS WOORD
  • JOHANNES DE DOPER
  • GODS DIENSTKNECHTEN
  • ANDERE FIGUURLIJKE BETEKENISSEN
  • HET OOG
  • EEN ECHTGENOTE
  • DE ADEM VAN DE MENS
  • Lamp
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Olielamp uit de eerste eeuw
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Wat kunnen christenen voor de samenleving doen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2012
  • Laat je leiden door Gods Woord
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 952-953

LAMP.

Een vat dat gebruikt wordt om kunstlicht te produceren. Het heeft een pit voor brandbare vloeistoffen zoals olie, en deze pit zuigt de vloeistof door de capillaire werking op en voedt de vlam. Pitten werden van vlas (Jes. 42:3; 43:17; Matth. 25:1-4), afgeschilde biezen of hennep vervaardigd. In de oudheid werd gewoonlijk olijfolie als brandstof voor lampen gebruikt (Ex. 27:20), maar ook terebintolie.

Meestal werden huislampen van aardewerk vervaardigd, hoewel in Palestina ook bronzen lampen zijn gevonden. Kanaänitische lampen hadden in het algemeen de vorm van een schoteltje met een ronde bodem en een verticale rand. De rand was aan één zijde een ietsje ingeknepen, en daar bevond zich dan de pit. Soms was de rand aan vier hoeken ingeknepen, zodat er plaats was voor vier pitten. Er zijn zelfs lampen met zeven tuiten ontdekt.

De lampen die men gewoonlijk in huizen en andere gebouwen gebruikte, werden vaak in een nis in de muur of op een plank aan een muur of pilaar gezet, of ze hingen aan een koord aan het plafond. Soms werden ze op een lemen, houten of metalen standaard geplaatst. Met behulp van zulke lampestandaarden kon het hele vertrek verlicht worden (2 Kon. 4:10; Matth. 5:15; Mark. 4:21). Bij opgravingen in Megiddo zijn bronzen lampen gevonden met een afzonderlijke drievoet waarop ze geplaatst konden worden. Bepaalde Israëlitische aarden lampen hadden een voetstuk.

JEHOVAH — EEN LAMP EN LICHTBRON

Jehovah is de hoogste Bron van licht en van leiding. Nadat David uit de hand van zijn vijanden en uit de hand van Saul was bevrijd, zei hij: „Gij zijt mijn lamp, o Jehovah, en Jehovah is het die mijn duisternis verlicht” (2 Sam. 22:29). In de Psalmen wordt een enigszins ander beeld gebruikt: „Gijzelf zult mijn lamp ontsteken, o Jehovah.” Hier wordt Jehovah afgebeeld als degene die de lamp ontstak welke David bij zich had om zijn weg te verlichten. — Ps. 18:28.

JEZUS CHRISTUS

In het hemelse Nieuwe Jeruzalem, dat de apostel Johannes in een visioen zag, ’zal geen nacht bestaan’, maar de stad wordt niet door licht van de zon en de maan beschenen doch rechtstreeks door de heerlijkheid van Jehovah God, net zoals de lichtwolk die de Hebreeën „Sjekina” noemden, het Allerheiligste van de tabernakel en van de tempel in de oudheid verlichtte (Lev. 16:2; vergelijk Numeri 9:15, 16). En haar „lamp” is het Lam, Jezus Christus. Deze „stad” zal met haar geestelijke licht de natiën, de bewoners van de „nieuwe aarde”, beschijnen en aldus hun weg verlichten. — Openb. 21:22-25.

KONINGEN UIT DE GESLACHTSLIJN VAN DAVID

Jehovah God zette koning David op de troon van Israël en David bleek onder Gods leiding een wijs bestuurder en leider van de natie te zijn. Hij werd derhalve „de lamp van Israël” genoemd (2 Sam. 21:17). In het Koninkrijksverbond dat Jehovah met David sloot, beloofde hij: „Uw troon zal er een worden die tot onbepaalde tijd stevig bevestigd is” (2 Sam. 7:11-16). Dientengevolge was de dynastie van David of de lijn van regeerders uit het huis van David via zijn zoon Salomo een „lamp” voor Israël. — 1 Kon. 11:36; 15:4; 2 Kon. 8:19; 2 Kron. 21:7.

Toen koning Zedekia onttroond en als gevangene naar Babylon gevoerd werd, waar hij zou sterven, leek het alsof de „lamp” was uitgeblust. Jehovah had zijn verbond echter niet verzaakt. Hij liet de troon alleen maar onbezet „totdat hij komt die het wettelijke recht heeft” (Ezech. 21:27). Jezus Christus, de Messias, de „zoon van David”, was de eeuwige erfgenaam van die troon. Op deze wijze zal de „lamp” van David nooit uitgaan. Jezus is dus degene die het Koninkrijk voor altijd bezit, een eeuwige lamp. — Matth. 1:1; Luk. 1:32.

GODS WOORD

Aangezien de mens „niet van brood alleen” moet leven, doch „van elke uitspraak die uit Jehovah’s mond voortkomt” (Matth. 4:4), zijn Jehovah’s geboden als een lamp, die de weg van Gods dienstknecht in de duisternis van deze wereld verlichten. De psalmist verklaarde: „Uw woord is een lamp voor mijn voet, en een licht op mijn pad” (Ps. 119:105). Koning Salomo zei: „Want het gebod is een lamp, en een licht is de wet, en de terechtwijzingen van streng onderricht zijn de weg des levens.” — Spr. 6:23.

De apostel Petrus had gezien hoe veel profetieën omtrent Jezus Christus vervuld werden, en hij was er persoonlijk bij geweest toen Jezus op de berg een transfiguratie onderging. Met het oog op dit alles kon Petrus zeggen: „Dientengevolge is het profetische woord voor ons des te vaster gemaakt, en gij doet goed er acht op te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en er een dagster opgaat, in uw hart” (2 Petr. 1:19). Christenen werden derhalve aangemoedigd in hun hart aandacht te schenken aan de profetie. Petrus zette uiteen dat wij datgene wat de profetie zegt, niet alleen in onze geest maar ook in ons hart moeten opnemen; dan zou ze ons op de veilige weg leiden, „totdat de dag aanbreekt en er een dagster opgaat”.

JOHANNES DE DOPER

In het jaar 29 G.T. trad Johannes, de zoon van de priester Zacharias, in de openbaarheid en verkondigde: „Hebt berouw, want het koninkrijk der hemelen is nabij gekomen” (Matth. 3:1, 2; Luk. 1:5, 13). Israël had opgehouden de Wet te gehoorzamen en Johannes werd uitgezonden om berouw te prediken en de aandacht te vestigen op het Lam Gods. Hij kwam „ten einde getuigenis af te leggen omtrent het licht”, Jezus Christus (Joh. 1:6, 7). Hij wist velen der zonen van Israël tot Jehovah, hun God, terug te brengen (Luk. 1:16). Derhalve zei Jezus over Johannes: „Die man was een brandende en schijnende lamp.” — Joh. 5:35.

GODS DIENSTKNECHTEN

Jezus was een lamp en een licht, en hij zei tot degenen die beleden Gods dienstknechten te zijn: „Gij zijt het licht der wereld. Een stad die op een berg ligt, kan niet verborgen worden. Wanneer men een lamp aansteekt, zet men die ook niet onder de korenmaat, maar op de lampestandaard, en ze schijnt op allen in het huis. Laat evenzo uw licht voor de mensen schijnen, opdat zij uw voortreffelijke werken mogen zien en uw Vader, die in de hemelen is, heerlijkheid geven” (Matth. 5:14-16). Dienstknechten van God dienen zich ervan bewust te zijn waarom hun het licht werd gegeven en te beseffen dat het volkomen dwaas, ja, rampspoedig voor hen zou zijn het niet als een lamp te laten schijnen.

ANDERE FIGUURLIJKE BETEKENISSEN

Een lamp geldt als symbool van iets wat men nodig heeft om zijn weg te verlichten. Met gebruikmaking van deze symboliek worden in een spreuk de rechtvaardigen en de goddelozen tegenover elkaar gesteld: „Het is het licht van de rechtvaardigen dat zich zal verheugen; maar de lamp van de goddelozen — die zal worden uitgeblust” (Spr. 13:9). Het licht van de rechtvaardige wordt steeds helderder, doch hoe helder de lamp van de goddeloze ook lijkt te schijnen en hoe voorspoedig zijn weg als gevolg daarvan moge schijnen, God zal erop toezien dat hij in duisternis eindigt, waar zijn voet beslist zal struikelen. Dit zal de afloop zijn voor iemand die kwaad over zijn vader en zijn moeder afsmeekt. — Spr. 20:20.

Dat iemands ’lamp wordt uitgeblust’, betekent ook dat er voor hem geen toekomst is. Een andere spreuk zegt: „Er zal geen toekomst blijken te zijn voor al wie slecht is; de lamp der goddelozen, die zal uitgeblust worden.” — Spr. 24:20.

Toen Bildad erop zinspeelde dat Job een heimelijk kwaad verborg, zei hij over de goddelozen: „Zelfs een licht zal stellig donker worden in zijn tent, en zijn eigen lamp daarin zal worden uitgeblust.” Wat verderop in zijn argumentatie voegt Bildad eraan toe: „Hij zal geen nakomelingschap en geen nakroost hebben onder zijn volk.” Gezien het feit dat van Davids zoon Salomo werd gezegd dat hij een lamp was die God aan David had gegeven, kan het uitdoven van de lamp van een persoon de gedachte overbrengen dat hij geen nakomelingen zal hebben die zijn erfdeel kunnen overnemen. — Job 18:6, 19.

HET OOG

Het oog is in figuurlijke zin een „lamp”. Jezus zei: „De lamp van het lichaam is het oog. Wanneer dan uw oog zuiver [oprecht; in één richting; scherp ingesteld; edelmoedig] is, zal uw hele lichaam licht zijn; maar wanneer uw oog boos is, zal uw hele lichaam duister zijn” (Matth. 6:22, 23, NW, Stud., vtn.). Het oog is met een lamp te vergelijken omdat het lichaam zich met behulp daarvan kan voortbewegen zonder te struikelen of ergens tegenaan te lopen. Jezus dacht daarbij natuurlijk aan de ’ogen van het hart’ (Ef. 1:18), zoals uit zijn woorden in de context blijkt.

EEN ECHTGENOTE

Lampen werden soms de hele dag brandende gehouden, zodat men gemakkelijk vuur kon ontsteken. Soms brandden ze ook de hele nacht. In Spreuken 31:18 wordt over een goede echtgenote gezegd: „Haar lamp gaat ’s nachts niet uit.” Dit kan in figuurlijke zin bedoeld zijn en betekenen dat zij ’s avonds vlijtig werkt en reeds vóór het ochtendgloren weer opstaat om verder te werken. — Vergelijk Spreuken 31:15.

DE ADEM VAN DE MENS

Volgens Spreuken 20:27 is „de adem van de aardse mens . . . de lamp van Jehovah, die zorgvuldig alle binnenste delen van de buik doorzoekt”. Datgene wat iemand ’uitademt’ of waaraan hij ’lucht geeft’, hetzij goede of slechte uitlatingen, openbaart of werpt licht op zijn persoonlijkheid of innerlijke wezen. — Vergelijk Handelingen 9:1.

[Illustratie op blz. 952]

Een oude lamp uit Tell en-Nasbe, van boven en van opzij gezien

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen