Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1007-1009
  • Lukas, het goede nieuws volgens

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Lukas, het goede nieuws volgens
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WANNEER EN DOOR WIE GESCHREVEN
  • PUNTEN DIE ALLEEN IN LUKAS’ VERSLAG VOORKOMEN
  • AUTHENTICITEIT
  • OVERZICHT VAN DE INHOUD
  • Lukas, Het goede nieuws volgens
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Bijbelboek nummer 42 — Lukas
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Overzicht van Lukas
    Nieuwewereldvertaling van de Bijbel (studie-uitgave)
  • Mattheüs, het goede nieuws volgens
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1007-1009

LUKAS, HET GOEDE NIEUWS VOLGENS.

Een verslag dat in de eerste plaats de gebeurtenissen in verband met Jezus’ aardse bediening verhaalt. Het werd opgetekend om een nauwkeurig bericht in logische volgorde te verschaffen teneinde de zekerheid van wat Theofilus mondeling geleerd was, te bevestigen (Luk. 1:3, 4). Aangezien dit verslag in de bijbelcanon is opgenomen, kan worden aangenomen dat het de bedoeling was dat ook vele anderen, zowel joden als niet-joden, er profijt van zouden trekken. Hoewel soms een rangschikking naar onderwerp op de voorgrond schijnt te treden, is dit evangelie over het algemeen in chronologische volgorde opgesteld.

WANNEER EN DOOR WIE GESCHREVEN

Hoewel de geneesheer Lukas (Kol. 4:14) in dit verslag niet met name wordt genoemd, wordt algemeen erkend dat hij de schrijver is. Ter staving hiervan beschikken wij over geschreven bewijsmateriaal dat uit de 2de eeuw G.T. stamt, want in de Canon van Muratori (ca. 170 G.T.) wordt dit evangelie aan Lukas toegeschreven. Uit bepaalde kenmerken van dit evangelie kan eveneens de conclusie getrokken worden dat de schrijver een ontwikkeld arts geweest moet zijn. De daarin gebruikte woordenschat is uitgebreider dan die van de andere drie evangeliën bij elkaar. De beschrijvingen van door Jezus genezen kwalen zijn hier en daar specifieker dan in de andere verslagen. — Vergelijk Mattheüs 8:14; Markus 1:30; Lukas 4:38; Mattheüs 8:2; Markus 1:40; Lukas 5:12.

Lukas heeft zijn evangelie klaarblijkelijk voltooid voordat hij het boek Handelingen schreef (Hand. 1:1, 2). Aangezien hij de apostel Paulus aan het einde van diens derde zendingsreis naar Jeruzalem had vergezeld (Hand. 21:15-17), moet hij in een goede positie hebben verkeerd om in het land zelf waar de Zoon van God werkzaam was geweest, de met Jezus Christus verband houdende dingen nauwkeurig na te gaan. Na Paulus’ arrestatie in Jeruzalem en tijdens Paulus’ latere gevangenschap in Cesarea moet Lukas vele gelegenheden hebben gehad om ooggetuigen te interviewen en geschreven verslagen te raadplegen. Het is dus redelijk de conclusie te trekken dat het evangelie te eniger tijd gedurende Paulus’ ongeveer twee jaar durende hechtenis in Cesarea (ca. 56–58 G.T.), aldaar geschreven werd. — Hand. 21:30-33; 23:26-35; 24:27.

PUNTEN DIE ALLEEN IN LUKAS’ VERSLAG VOORKOMEN

Zoals ook het geval is met de drie andere evangeliën, verschaft het verslag van Lukas overvloedig veel bewijsmateriaal dat Jezus inderdaad de Christus, de Zoon van God, is. Het onthult dat Jezus een man van gebed was, iemand die zich volledig op zijn hemelse Vader verliet (Luk. 3:21; 6:12-16; 11:1; 23:46). Het bevat talrijke aanvullende bijzonderheden die, wanneer ze naast de drie andere evangeliën worden gelegd, een vollediger beeld verschaffen van de gebeurtenissen die met Christus Jezus verband houden. Over vrijwel de gehele inhoud van hoofdstuk 1 en 2 zwijgen de andere evangeliën. Ten minste zes specifieke wonderen en meer dan tweemaal zoveel illustraties komen alleen in dit boek voor. De wonderen zijn: Jezus bewerkstelligt dat enkelen van zijn discipelen een wonderbare visvangst hebben (5:1-6), hij wekt de zoon van een weduwe in Naïn uit de doden op (7:11-15), geneest een kromgebogen vrouw (13:11-13), een man die aan waterzucht lijdt (14:1-4), tien melaatsen (17:12-14) en het oor van de slaaf van de hogepriester (22:50, 51). Tot de illustraties behoren: de twee schuldenaars (7:41-47), de barmhartige Samaritaan (10:30-35), de onvruchtbare vijgeboom (13:6-9), de grote avondmaaltijd (14:16-24), het verloren geldstuk van een drachme (15:8, 9), de verloren zoon (15:11-32), de onrechtvaardige beheerder (16:1-8), de rijke man en Lazarus (16:19-31), alsook de weduwe en de onrechtvaardige rechter (18:1-8).

Het chronologische materiaal in dit evangelie vormt een hulp om vast te stellen wanneer Johannes de Doper en Jezus geboren werden en wanneer zij hun bediening ter hand namen. — Luk. 1:24-27; 2:1-7; 3:1, 2, 23; zie INSCHRIJVING.

AUTHENTICITEIT

Dat het Evangelie van Lukas authentiek is en in overeenstemming met andere bijbelboeken, blijkt uit de talrijke verwijzingen naar en de rechtstreekse aanhalingen uit de Hebreeuwse Geschriften. (Vergelijk Lukas 2:22-24; Exodus 13:2; Leviticus 12:8; Lukas 3:3-6; Jesaja 40:3-5; Lukas 7:27; Maleachi 3:1; Lukas 4:4, 8, 12; Deuteronomium 8:3; 6:13, 16; Lukas 4:18, 19; Jesaja 61:1, 2.) Ook de vervulling van Jezus’ profetie betreffende de verwoesting van Jeruzalem en zijn tempel getuigt van de authenticiteit van het boek. — Luk. 19:41-44; 21:5, 6.

OVERZICHT VAN DE INHOUD

I. Doel van het verslag (1:1-4)

II. Gebeurtenissen voorafgaand aan Jezus’ aardse bediening (1:5–3:22)

A. Geboorte van Johannes en Jezus aangekondigd (1:5-38)

B. Maria bezoekt Elisabeth (1:39-56)

C. Johannes’ geboorte en jeugdjaren (1:57-80)

D. Jezus’ geboorte en jeugdjaren als mens (2:1-52)

1. In Bethlehem geboren (2:1-7)

2. De herders bezoeken hem (2:8-20)

3. Besneden en in tempel aangeboden (2:21-40)

4. Stelt vragen aan leraren in tempel; blijft groeien in wijsheid (2:41-52)

E. Johannes’ vroege bediening en Jezus’ doop (3:1-22)

III. Jezus’ geslachtsregister (3:23-38)

IV. Jezus weerstaat de verzoekingen van de Duivel (4:1-13)

V. Jezus’ aardse bediening (4:14–23:49)

A. Vanaf de tijd dat Jezus in Galilea komt tot het uitkiezen van de 12 apostelen (4:14–6:11)

1. Onderwijst in synagogen van Galilea; verworpen in vaderstad (4:14-30)

2. Verricht genezingen en bewerkstelligt wonderbare visvangst voor Petrus (4:31–5:16)

3. Door Farizeeën en anderen over verscheidene kwesties ondervraagd (5:17–6:11)

B. Vanaf de tijd dat Jezus de 12 apostelen uitkiest tot het uitzenden van de zeventig (6:12–9:62)

1. Kiest apostelen uit na hele nacht in gebed te hebben doorgebracht (6:12-16)

2. Spreekt Bergrede uit (6:17-49)

3. Verricht genezing op afstand; wekt zoon van weduwe uit de doden op (7:1-17)

4. Ontvangt Johannes’ discipelen; verdedigt Johannes ten overstaan van de schare (7:18-35)

5. Illustraties: twee schuldenaars; zaaier (7:36–8:21)

6. Wonderen: storm bedaard; door demonen bezetene genezen; vrouw van bloedvloeiing genezen; dochtertje van Jaïrus uit de doden opgewekt (8:22-56)

7. Geeft de twaalf opdracht te prediken; 5000 gespijzigd (9:1-17)

8. Ondervraagt discipelen omtrent zijn identiteit; ondergaat transfiguratie (9:18-36)

9. Geneest door demonen bezeten jongen, die discipelen niet konden genezen; corrigeert zienswijze van discipelen over de vraag wie de grootste is en over andere aangelegenheden; nodigt anderen uit zijn volgelingen te worden, maar zij dragen allerlei verontschuldigingen aan (9:37-62)

C. Vanaf de tijd dat Jezus de zeventig uitzendt tot de tijd dat hij van Herodes’ dreigement hoort (10:1–13:30)

1. De zeventig geïnstrueerd en twee aan twee uitgezonden; keren terug met goed bericht (10:1-24)

2. Beantwoordt vragen over vereisten waaraan men moet voldoen om leven te verwerven; illustratie van de barmhartige Samaritaan (10:25-37)

3. Is bij Maria en Martha te gast; geeft Martha raad (10:38-42)

4. Leert discipelen bidden (11:1-13)

5. Ontzenuwt beschuldiging dat hij demonen uitdrijft door bemiddeling van Beëlzebub; teken van Jona (11:14-36)

6. Spreekt wee uit over religieuze tegenstanders; waarschuwt schare voor Farizeeën, mensenvrees en materialisme; bespreekt noodzaak van waakzaamheid en berouw; illustratie van onvruchtbare vijgeboom (11:37–13:9)

7. Geneest kromgebogen vrouw op sabbat; illustraties omtrent Koninkrijk en noodzaak van krachtige inspanning om gered te worden (13:10-30)

D. Vanaf de tijd van Herodes’ dreigement tot de voorbereiding voor het Pascha in 33 G.T. (13:31–22:6)

1. Verneemt dat Herodes hem wil doden; klaagt Jeruzalem aan wegens het doden van profeten (13:31-35)

2. Geneest man op sabbat van waterzucht (14:1-6)

3. Illustraties betreffende maaltijden en het berekenen van de kosten van het discipelschap; verloren schaap; verloren geldstuk; verloren zoon; onrechtvaardige beheerder; rijke man en Lazarus (14:7–16:31)

4. Onderwijst de discipelen anderen niet tot struikelen te brengen en vergevensgezind te zijn, geloof te hebben en het hun opgedragen werk te verrichten (17:1-10)

5. Geneest tien melaatsen (17:11-19)

6. Legt uit dat Koninkrijk niet met opvallende waarneembaarheid komt; illustreert de noodzaak van gebed en nederigheid en hoe moeilijk het voor een rijke is het Koninkrijk binnen te gaan; geneest blinde in de nabijheid van Jericho (17:20–18:43)

7. Gaat huis van Zacheüs binnen; illustratie van de minen (19:1-27)

8. Jezus’ zegepralende intocht in Jeruzalem en de daaraan voorafgaande voorbereidingen (19:28-46)

9. Overpriesters, schriftgeleerden en anderen smeden een komplot tegen Jezus (19:47–20:47)

a. Trekken zijn autoriteit om bepaalde dingen te doen, in twijfel (20:1-19)

b. Mislukte pogingen om Jezus in de val te laten lopen betreffende de kwestie van het betalen van belasting en de leer der opstanding (20:20-47)

10. Jezus bezoekt met zijn discipelen de tempel en voorzegt daarna de verwoesting ervan en geeft een uit vele onderdelen bestaand teken, dat tevens een bewijs vormt voor de nabijheid van het Koninkrijk (21:1-38)

11. Judas komt overeen Jezus te verraden (22:1-6)

E. Gebeurtenissen tijdens Jezus’ laatste twee dagen op aarde, tot en met zijn dood (22:7–23:49)

1. Voorbereiding voor en viering van Pascha; instelling van Avondmaal des Heren (22:7-38)

2. Jezus wordt verraden en gearresteerd (22:39-54)

3. Petrus verloochent Jezus (22:55-62)

4. Jezus wordt door het Sanhedrin verhoord, dan voor Pilatus gebracht, naar Herodes gestuurd en teruggebracht naar Pilatus, die ten slotte zwicht voor het gepeupel en Jezus overlevert om aan de paal gehangen te worden (22:63–23:31)

5. Jezus aan de paal gehangen; hij belooft de boosdoener dat deze in Paradijs zal zijn; Jezus’ dood en de daarmee gepaard gaande ongewone gebeurtenissen (23:32-49)

VI. Jezus’ begrafenis, opstanding, verschijningen na opstanding en hemelvaart (23:50–24:53)

Zie het boek „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, blz. 187-193.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen