MAMRE
(Ma̱mre) [sterkte, levenskracht].
Een plaats die gewoonlijk wordt vereenzelvigd met Ramet el-Chalil, dat ongeveer 2,5 km ten N. van Hebron ligt. Sommigen denken echter, op grond van Genesis 23:17, dat Mamre verder naar het W. lag. Het was de plaats waar Abraham hoofdzakelijk verblijf hield en waar ook Isaäk, op zijn minst een tijdlang, heeft gewoond. In de nabijgelegen grot van Machpela werden Abraham en Isaäk, hun vrouwen alsook Jakob en Lea uiteindelijk begraven (Gen. 13:18; 35:27; 49:29-33; 50:13). Talrijke bronnen voorzien het gebied van water. In Abrahams tijd bevond zich in Mamre een groepje grote bomen, en hier bouwde Abraham een altaar voor Jehovah (Gen. 13:18). Onder een van die bomen onthaalde hij de engelen die hem voorafgaande aan de verwoesting van Sodom en Gomorra een bezoek brachten (Gen. 18:1-8), en hier beloofde Jehovah hem ook een zoon, die Sara hem zou baren (Gen. 18:9-19). Vanaf een plek in de buurt van Mamre kon Abraham helemaal tot Sodom neerkijken en er de dikke rook als gevolg van de vurige verwoesting van die streek zien opstijgen. — Gen. 19:27-29.