Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 491-493
  • Gezindheid, zin

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gezindheid, zin
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ’NIEUW GEMAAKT IN DE KRACHT DIE UW DENKEN AANDRIJFT’
  • DE ’WET VAN HET VERSTAND’
  • LIEFHEBBEN MET HET VERSTAND
  • CHRISTELIJKE EENSGEZINDHEID
  • DE ZIN VAN GOD EN VAN CHRISTUS
  • AFSTOMPING OF VERDORVENHEID VAN GEEST
  • HET VERSTAND GEZOND MAKEN OF OPENEN
  • Geest (II)
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • De geest hervormd houden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1952
  • Wees gezond van verstand — Het einde is nabij
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Gods geest en Woord — Goddelijke voorzieningen ten leven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1967
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 491-493

GEZINDHEID, ZIN.

In sommige vertalingen van de christelijke Griekse Geschriften is dit de weergave van verscheidene verwante Griekse woorden waardoor de eigenschappen van de geest of het verstand tot uitdrukking worden gebracht, zoals denkvermogen, waarnemingsvermogen, intelligentie, rede, gedachte, geestestoestand en geestesgesteldheid. Hoewel in diverse vertalingen soms „gezindheid” of „zin” wordt gebruikt, bezigen andere vertalingen in dezelfde gevallen de bovenstaande beschrijvende en specifieke uitdrukkingen.

’NIEUW GEMAAKT IN DE KRACHT DIE UW DENKEN AANDRIJFT’

De geest of overheersende gezindheid van de onvolmaakte mens neigt hem van nature tot een verkeerde denkwijze. De bijbel noemt deze neiging de „vleselijke gezindheid” (Kol. 2:18). Christenen worden eraan herinnerd dat zij vroeger vijanden van God waren omdat zij hun geest of hun zinnen gericht hadden op de werken die goddeloos waren. — Kol. 1:21.

De geest van de „fysieke” (letterlijk: „ziel-lijke”) mens, in tegenstelling tot de „geestelijke” mens, neigt in de richting van materialistische dingen. De kracht die zijn denken aandrijft, is in hem gevormd door datgene wat hem is geleerd en wat hij heeft ondervonden. Wanneer hij met een kwestie wordt geconfronteerd, stuwt of neigt deze kracht zijn denken in een materialistische richting. Vandaar het gebod aan christenen om ’nieuw gemaakt te worden in de kracht [geest] die hun denken aandrijft’ (Ef. 4:23). Door een studie van Gods Woord der waarheid en door de werking van Gods geest kan deze aandrijvende kracht veranderd worden, zodat de geestesgesteldheid in een juiste richting neigt. Wanneer de persoon dan met een kwestie wordt geconfronteerd, zal zijn denken door deze kracht in een juiste geestelijke koers worden gestuwd. — 1 Kor. 2:13, 15.

Louter kennis of intelligentie is dus niet voldoende om Gods gunst te ontvangen. Deze dingen op zich zullen iemands geest niet hervormen zodat deze hem in de richting van Gods wil stuwt (Rom. 12:2). Jehovah zegt: „Ik zal de wijsheid van de wijzen doen vergaan en de intelligentie van de intellectuelen negeren” (1 Kor. 1:19). Zonder de hulp van Gods geest is het absoluut onmogelijk om werkelijk begrip (Spr. 4:5-7; 1 Kor. 2:11), wijsheid en gezond verstand te krijgen (Ef. 1:8, 9). Bij dit proces moeten zowel het verstand als het hart betrokken zijn, wil men een rijpe dienstknecht van God worden.

DE ’WET VAN HET VERSTAND’

De apostel Paulus noemt datgene wat de werking van deze vernieuwde geest of dit vernieuwde verstand dirigeert, de wet van het verstand. Ze bestuurt de nieuwe geest of het nieuwe verstand overeenkomstig de „wet van God”, en het nieuwe verstand schept behagen in deze wet. Maar de „wet der zonde” die in het gevallen vlees werkzaam is, strijdt tegen de ’wet van het verstand’, zodat een christen constant innerlijke conflicten heeft. Kan hij de overwinning behalen? Ja, „God zij gedankt door bemiddeling van Jezus Christus, onze Heer!” Gods onverdiende goedheid voorziet op basis van Christus’ loskoopoffer in vergeving voor de zonden van het vlees en verschaft bovendien de hulp van heilige geest. Een christen bevindt zich in een andere situatie dan iemand die geen christen is, zoals Paulus het samenvat: „Zo ben ikzelf dan met mijn verstand een slaaf van Gods wet, maar met mijn vlees van de wet der zonde.” — Rom. 7:21-25; 8:5-11; Gal. 5:16, 17.

LIEFHEBBEN MET HET VERSTAND

Jehovah voorzei dat er een nieuw verbond gesloten zou worden en dat onder dit verbond de heilige geest werkzaam zou zijn om zijn wetten in het verstand en het hart van zijn volk te schrijven (Hebr. 8:10; 10:16). Op deze wijze zijn zij in staat datgene te vervullen waaraan de gehele Wet en de Profeten hing, namelijk: ’Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand, en uw naaste als uzelf’ (Matth. 22:37-40; Luk. 10:27, 28). Men moet liefde betonen met geheel zijn hart (dat voornamelijk verband houdt met motivatie en genegenheid), geheel zijn ziel (zijn leven en gehele wezen) en geheel zijn verstand. Deze laatste zinsnede houdt in dat Gods dienstknechten niet alleen moeten liefhebben met gevoelens, emoties en kracht, maar dat zij ook hun hersenen of hun geest moeten inspannen om kennis in zich op te nemen van God en Christus (Joh. 17:3), geestelijke dingen moeten begrijpen (Mark. 12:33; Ef. 3:18) en hun verstand moeten gebruiken om God en zijn voornemens te dienen en een aandeel te hebben aan het bekendmaken van het goede nieuws. Zij krijgen de raad om ’hun geest gericht te houden op de dingen die boven zijn’ (Kol. 3:2), ’hun geest te versterken tot activiteit’ en ’hun zinnen volledig bij elkaar te houden’ (1 Petr. 1:13). De apostel Petrus zag er de belangrijkheid van in ’hun vermogen om helder te denken op te wekken’ opdat het geleerde in hun geest zou blijven (2 Petr. 3:1, 2). Zij moesten ’de tegenwoordigheid van de dag van Jehovah goed in gedachte houden’. — 2 Petr. 3:11, 12.

Toen Paulus over de wonderbaarlijke gaven van de geest sprak, waarvan men zich in de vroege christelijke gemeente bediende, beklemtoonde hij de noodzaak om daarbij het verstand te gebruiken. Hij zei dat als hij in een taal zou bidden die hij niet kon vertalen, zijn geest onvruchtbaar zou zijn. En als hij op dezelfde wijze zou lofzingen, hoe zou dit de luisteraar die de taal niet verstond, dan baten? Daarom zei hij dat hij liever vijf woorden met zijn verstand sprak, om anderen te onderrichten, dan tienduizend woorden in een taal. Vervolgens spoorde hij zijn broeders ertoe aan volwassen te worden in verstandelijke vermogens. — 1 Kor. 14:13-20.

CHRISTELIJKE EENSGEZINDHEID

Jehovah’s dienstknechten wordt geboden „nauw verenigd [te zijn] in dezelfde geest en in dezelfde gedachtengang” (1 Kor. 1:10; Fil. 2:2; 1 Petr. 3:8). Dit betekent natuurlijk verenigd te zijn wat de belangen van de zuivere aanbidding betreft — de belangrijke dingen — niet in kwesties van persoonlijke smaak of in onbeduidende dingen die opgelost zullen worden naarmate rijpheid wordt bereikt (Rom. 14:2-6, 17). Zij moeten ’gelijkgezind zijn in de Heer’ (Fil. 4:2) door niet onderling te twisten, maar „gelijk te denken”. — 2 Kor. 13:11.

DE ZIN VAN GOD EN VAN CHRISTUS

Christenen moeten zich ervoor inspannen God beter te leren kennen in de mate waarin hij zijn denkwijze omtrent aangelegenheden openbaart (Rom. 11:33, 34). En zij moeten de geestesgesteldheid van gehoorzaamheid en nederigheid van Jezus Christus bezitten; dan zullen zij „de zin van Christus” hebben (1 Kor. 2:15, 16). Paulus moedigt zijn medechristenen ertoe aan de dingen die achter hen liggen, te vergeten en zich uit te strekken naar de dingen die vóór hen liggen (Fil. 3:13-15). Petrus geeft eveneens de raad: „Daar Christus dan in het vlees heeft geleden, zo wapent ook gij u met dezelfde gezindheid.” — 1 Petr. 4:1.

AFSTOMPING OF VERDORVENHEID VAN GEEST

Degenen die nog vasthielden aan de Wet nadat God deze door bemiddeling van Jezus had tenietgedaan, waren net als de Israëlieten bij de berg Sinaï, die hun hart niet volledig op Jehovah hadden gericht, afgestompt wat hun geestelijke waarnemingsvermogen betreft (2 Kor. 3:13, 14). Zij zagen niet in dat Jezus Degene was naar wie de Wet vooruitwees (Kol. 2:17). Met betrekking tot mensen die het verwerpelijk achtten een nauwkeurige kennis van God te hebben, maar die het geschapene aanbaden, wordt gezegd dat „God hen aan een verwerpelijke geestestoestand [heeft] overgegeven”; zij zijn verduisterd in hun verstand, aangezien zij allerlei dingen doen die nutteloos zijn en niet betamen (Rom. 1:28; Ef. 4:17, 18). Mensen die verdorven van geest waren, weerstonden zelfs in Mozes’ dagen de waarheid, en later bestreden zulke mensen het ware christendom, waarbij sommigen er zelfs aanspraak op maakten christenen te zijn, maar terzelfder tijd scheuring en verdeeldheid in gemeenten teweeg trachtten te brengen (2 Tim. 3:8; Fil. 3:18, 19; 1 Tim. 6:4, 5). Aangezien zowel hun geest als hun geweten verontreinigd zijn, is voor hen niets rein; daarom voeren zij zinloze gesprekken in een poging de geest van ware christenen te misleiden door te trachten hen in dienstbaarheid te brengen aan denkbeelden van mensen (Tit. 1:10-16). Om die reden is het voor alle christenen, en vooral voor degenen die een verantwoordelijke positie bekleden, van essentieel belang om gezond van verstand te zijn. — Rom. 12:3; 1 Tim. 3:2; Tit. 2:6; 1 Petr. 4:7.

Het is de „god van dit samenstel van dingen”, de Duivel, die de geest van ongelovigen verblindt voor de verlichting van het goede nieuws omtrent de Christus (2 Kor. 4:4). Het gevaar bestaat daarom dat deze aartsvijand van God door zijn listigheid christenen zou kunnen verleiden, zodat hun geest verdorven zou worden en zou afwijken „van de oprechtheid en de eerbaarheid die de Christus toekomen” (2 Kor. 11:3). Het is derhalve noodzakelijk dat christenen eensgezind en redelijk zijn, en dat zij aanhouden in gebed, opdat de vrede van God, „die alle gedachte te boven gaat”, hun geestelijke vermogens kan behoeden door bemiddeling van Christus Jezus. — Fil. 4:2, 5-7.

HET VERSTAND GEZOND MAKEN OF OPENEN

Jezus gaf een door demonen bezeten man zijn gezonde verstand terug, waaruit blijkt dat hij de macht hiertoe bezit zelfs wanneer personen door demonen krankzinnig zijn gemaakt (Mark. 5:15; Luk. 8:35). Hij kan ook het verstand van degenen die geloof hebben, openen zodat zij de betekenis van de Schrift begrijpen (Luk. 24:45). En personen die verlegen zijn of zich inferieur voelen in verstandelijke vermogens, kunnen troost putten uit de woorden van de apostel Johannes: „Wij weten echter dat de Zoon van God is gekomen, en hij heeft ons het verstandelijke vermogen gegeven om de kennis van de waarachtige [Jehovah God] te verwerven.” — 1 Joh. 5:20.

Paulus toonde de gemeente in Korinthe aan dat hij gezond van verstand was toen hij sprak om hen op te bouwen, maar dat het in hun ogen scheen alsof hij ’buiten zijn verstand’ (of ’buiten zichzelf’) was toen hij zich beroemde op zijn geloofsbrieven als apostel, iets wat een christen normaal gesproken niet zou doen. Maar hij verklaart dat hij hiertoe gedwongen was teneinde hen terug te brengen tot God en hen ervoor te behoeden afgetrokken te worden. De reden hiervoor was namelijk dat zij naar valse apostelen hadden opgezien en zich in de verkeerde richting lieten leiden. — 2 Kor. 5:13; 11:16-21; 12:11, 12, 19-21; 13:10.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen