Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1114
  • Naomi

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Naomi
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Naomi
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Ruth en Naomi
    Mijn boek met bijbelverhalen
  • Aanvaard volledig de uitdaging van Jehovah’s dienst
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1972
  • Ruth en Naomi
    Leer van de verhalen uit de Bijbel
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1114

NAOMI

(Nao̱mi) [mijn aangenaamheid].

De schoonmoeder van Ruth alsook een voorouder van David en van Jezus Christus. — Matth. 1:5.

Naomi was de vrouw van Elimelech, een Efrathiet uit Bethlehem in Juda in de dagen van de rechters. Tijdens een zware hongersnood trokken zij en haar man alsook hun twee zonen, Machlon en Chiljon, naar Moab. Daar stierf Elimelech. De zonen trouwden toen met Moabitische vrouwen, Orpa en Ruth, maar ongeveer tien jaar later stierven deze zonen zonder kinderen na te laten. — Ruth 1:1-5.

Naomi, die haar man en haar zonen verloren had, besloot naar Juda terug te keren. Haar twee schoondochters, die weduwe waren geworden, vergezelden haar aanvankelijk, maar Naomi raadde hun aan terug te keren en in hun eigen land te trouwen, want Naomi zelf was „te oud geworden om nog aan een man te gaan behoren” en kon hun geen zonen geven met wie zij zouden kunnen trouwen. Orpa keerde terug, maar Ruth bleef bij Naomi, omdat zij liefde koesterde voor Naomi en haar God Jehovah. — Ruth 1:6-17.

Bij hun aankomst in Bethlehem zei Naomi tot de vrouwen die haar begroetten: „Noemt mij niet Naomi [mijn aangenaamheid]. Noemt mij Mara [bitter], want de Almachtige heeft het mij zeer bitter gemaakt” (Ruth 1:18-21). Daar het de tijd van de gerstoogst was, ging Ruth liefdevol aren lezen om voor Naomi en haarzelf te zorgen en kwam toen bij toeval op het veld van Boaz terecht (2:1-18). Toen zij aan Naomi vertelde op wiens veld zij werkte, herkende Naomi Jehovah’s hand in de aangelegenheid, aangezien Boaz een nauwe bloedverwant van Elimelech en derhalve een van de lossers was. Zij moedigde Ruth aan dit onder de aandacht van Boaz te brengen (2:19–3:18). Boaz reageerde prompt en volgde de gebruikelijke wettelijke procedure door Elimelechs bezit van Naomi te lossen of terug te kopen. In overeenstemming met de wet van het leviraats- of zwagerhuwelijk werd Ruth toen, in Naomi’s plaats, de echtgenote van Boaz. Toen hun een zoon werd geboren, gaven de buurvrouwen hem de naam Obed en zeiden: „Aan Naomi is een zoon geboren.” Aldus werd Obed de wettelijke erfgenaam van het Judese huis van Elimelech. — Ruth 4:1-22.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen