Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1647
  • Weidegronden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Weidegronden
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Weidegronden
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Heilige bijdrage
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Heilige bijdrage
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Menselijk geluk onder een goddelijke regering
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1647

WEIDEGRONDEN.

Rondom elk van de 48 levietensteden die over Israël verspreid lagen, werden weidegronden („weiden”, GNB; „voorsteden”, Lu) toegewezen. In tegenstelling tot de huizen in de steden, die verkocht konden worden en onder de jubeljaarregeling vielen, mochten weidegronden nooit verkocht worden. — Num. 35:2-5; Lev. 25:32-34; Joz. 21:41, 42.

Het gebied van de weidegronden moest „zich van de stadsmuur af naar buiten tot duizend el [ca. 445 m] in het rond uitstrekken”. Maar het volgende vers voegt eraan toe: „Gij moet buiten de stad aan de oostzijde tweeduizend el meten”, en zo verder in alle vier de windrichtingen (Num. 35:4, 5). Er zijn talloze suggesties gedaan om deze twee getallen met elkaar in overeenstemming te brengen. Sommige commentators zijn van mening dat de maten betekenen dat de weidegrond werd bepaald door vanaf elk van de vier zijden van de stad, dus naar het O., het W., het N. en het Z., 1000 el af te meten. Wat de 2000 el aan elke zijde betreft menen zij dat de uitdrukking „buiten de stad” betekent dat deze 2000 el niet vanaf de stadsmuren naar buiten werden gemeten, maar dat de maat elk van de vier zijden van het weidegebied aangaf, en wel langs de buitenrand gemeten. Indien dit zo is, dan zou dit betekenen dat de ruimte die door „de stad in het midden” werd ingenomen, niet bij de 2000 el was inbegrepen. Zoals in de onderstaande schematische voorstelling wordt aangegeven, kunnen de twee afmetingen op deze wijze met elkaar in overeenstemming worden gebracht.

Kleinveekudden speelden in het leven van veel Israëlieten een belangrijke rol, hetgeen weidegronden noodzakelijk maakte om schapen en geiten te laten grazen (2 Sam. 7:8; 1 Kron. 4:39-41). Een tekort aan weiden voor de kudden had gebrek tot gevolg (Gen. 47:3, 4). Was er daarentegen rijkelijk grasland voorhanden, dan droeg dit bij tot een tijd van overvloed en vrede (Jes. 30:23; Ps. 65:12, 13; 23:2). Bovendien waren verlaten weidegronden een teken van volkomen troosteloosheid (Jes. 27:10), terwijl opnieuw gebruikte weidegronden erop duidden dat men weer vrede en Gods gunst genoot (Jes. 65:10; Jer. 23:3; 33:12; 50:19; Micha 2:12). Zoals een liefdevolle herder zijn schapen naar weidegronden leidde waar ze veilig waren en overvloed hadden, zo leidt Jehovah God zijn volk en zorgt hij voor degenen die hem dienen. — Ps. 79:13; 95:7; 100:3; Ezech. 34:31.

[Diagram op blz. 1647]

(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)

1,000 el . .1,000 el

. .

. .

. .

1,000 el 800 el 1,000 el

STAD

. .

. .

. .

. .

1000 el – 800 el [afmeting van stad] = 2000 el

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen