Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 561-562
  • Hardlopers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hardlopers
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ILLUSTRATIEF GEBRUIK
  • Hardlopers
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Houd vol tot de finish
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2020
  • ’Loop zo’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
  • Houd het oog gericht op de prijs
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 561-562

HARDLOPERS.

Snelle koeriers te voet of dienaren van een vooraanstaand persoon die voor zijn wagen uit liepen. Het woord is een vertaling van het tegenwoordig deelwoord van het Hebreeuwse werkwoord roets, „lopen” of „hardlopen”. Het wordt in sommige vertalingen weergegeven met „soldaten”, „wachten” en „trawanten” (begeleiders, lijfwacht).

De term kan betrekking hebben op elke snelle boodschapper of snelvoetige persoon, zoals bijvoorbeeld Asaël, de broer van Joab, en Ahimaäz, de zoon van Zadok (2 Sam. 2:18; 18:19, 23, 27). Elia rende bij één gelegenheid ongeveer 40 km van de Karmel naar Jizreël voor koning Achabs wagen uit. Hij was hiertoe in staat omdat ’de hand van Jehovah op Elia bleek te zijn’. — 1 Kon. 18:46.

Degenen wier beroep het was hard te lopen, waren snelvoetige mannen die waren uitgekozen om voor de wagen van de koning uit te lopen. Toen Absalom en later ook Adonia een samenzwering op touw zetten om het koningschap te bemachtigen, lieten zij 50 hardlopers voor hun wagen uit lopen om hun snode plan prestige en waardigheid te verlenen (2 Sam. 15:1; 1 Kon. 1:5). Hardlopers fungeerden als de persoonlijke garde van de koning, ongeveer overeenkomend met een lijfwacht in deze tijd (1 Sam. 22:17; 2 Kon. 10:25). Zij dienden als wachten aan de ingang van het huis van de koning en vergezelden de koning van zijn huis naar de tempel (1 Kon. 14:27, 28; 2 Kon. 11:6-8, 11; 2 Kron. 12:10). Als koeriers brachten zij boodschappen van de koning over (2 Kron. 30:6). In de dagen van de Perzische koning Ahasveros werden koeriers te voet blijkbaar vervangen door mannen die op snelle postpaarden reden. — Esth. 3:13, 15; 8:10, 14.

ILLUSTRATIEF GEBRUIK

In de christelijke Griekse Geschriften wordt slechts een enkele maal melding gemaakt van hard of snel lopen louter uit haast (Matth. 28:8; Mark. 9:15, 25; 10:17, OB; Joh. 20:2). De apostel Paulus gebruikt hardlopen echter als illustratie. Hij schreef aan de gemeente in Korinthe: „Weet gij niet dat de hardlopers in een wedloop allen hardlopen, maar dat slechts één de prijs ontvangt? Loopt zo dat gij hem moogt behalen. Bovendien oefent iedereen die aan een wedstrijd deelneemt, zelfbeheersing in alle dingen. Nu doen zij het natuurlijk om een vergankelijke kroon te verkrijgen, maar wij een onvergankelijke. Daarom is de wijze waarop ik hardloop, niet onzeker; de wijze waarop ik mijn slagen richt, is dusdanig dat ik niet in de lucht sla; maar ik beuk mijn lichaam en leid het als een slaaf, om niet, na tot anderen te hebben gepredikt, zelf op een of andere wijze afgekeurd te worden.” — 1 Kor. 9:24-27.

Deelnemers aan de Griekse spelen werden aan een intensieve training en een strenge discipline onderworpen; er werd nauwgezet op hun eetgewoonten en gedrag gelet. De scheidsrechters hielden strikt de hand aan de regels van de wedloop. Wanneer iemand als eerste aankwam maar de regels had overtreden, had hij tevergeefs gelopen, zoals de apostel het uitdrukte: „Bovendien wordt iemand, ook als hij kampt in de spelen, niet gekroond indien hij niet volgens de regels heeft gekampt” (2 Tim. 2:5). Hardlopers hielden het oog gericht op de prijs, die bij de finish lag. Paulus „liep” op deze doelbewuste manier en zette zich er met hart en ziel voor in (Gal. 2:2; Fil. 2:16; 3:14). Tegen het einde van zijn leven kon hij zeggen: „Ik heb de voortreffelijke strijd gestreden, ik heb de loopbaan tot het einde gelopen, ik heb het geloof bewaard. Van nu af is voor mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid.” — 2 Tim. 4:7, 8.

Toen Paulus besprak hoe God handelde in verband met het uitkiezen van degenen die geestelijk Israël vormen, legde hij uit dat Israël naar het vlees zich op hun vleselijke verwantschap met Abraham verliet (Rom. 9:6, 7, 30-32). Zij dachten dat zij de uitverkorenen waren, en zij ’liepen hard’, d.w.z. zij streefden rechtvaardigheid na, maar op de verkeerde manier. Daar zij hun rechtvaardigheid door hun eigen werken trachtten te bevestigen, onderwierpen zij zich niet aan de rechtvaardigheid van God (Rom. 10:1-3). Paulus laat zien hoe God gerechtvaardigd blijkt te zijn door vleselijk Israël als natie te verwerpen en een geestelijk Israël te vormen. Daarmee werpt de apostel licht op zijn verklaring: „Het [hangt] dus niet af van degene die wenst, noch van degene die hardloopt, maar van God, die barmhartig is.” — Rom. 9:15, 16.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen