ZOUTDAL.
Een dal waarin de Israëlieten de Edomieten tweemaal hebben verslagen (2 Sam. 8:13; 2 Kon. 14:7). De precieze ligging ervan is niet bekend, maar geleerden zeggen over het algemeen dat een van de volgende twee plaatsen daarvoor in aanmerking komt: de eerste bevindt zich in de buurt van Berseba en de tweede ten Z. van de Zoutzee.
Ten O. van Berseba ligt in de Negeb een dal waarvan de Arabische naam (Wadi el-Milh) Zoutdal betekent. Men kan zich goed voorstellen dat dit de plaats was waar de uit het N. komende Judeeërs met de uit het Z.O. komende Edomieten slaags raakten. Maar sommige geleerden, die de voorkeur geven aan een plaats in het gebied van Edom, identificeren het bijbelse Zoutdal met een vlakte ten Z.Z.W. van de Zoutzee. Tegenwoordig is het laagland ten Z. van de Zoutzee nogal moerassig en beslist geen plaats die men zou kiezen om een veldslag te leveren. Maar aangezien het niveau van de Zoutzee gestegen is, kan de bodem van de vlakte in de tijd dat de veldslagen plaatsvonden, vaster geweest zijn, of de gevechten kunnen begonnen zijn in een gedeelte van het dal waar de grond niet moerassig was. Na het tweede conflict werden 10.000 Edomieten van een steile rots naar beneden geworpen zodat zij stierven, maar er wordt niet gezegd waar die rots zich bevond. — 2 Kron. 25:11, 12.
In de eerste veldslag sloegen David en Joab (terwijl Abisaï kennelijk op zijn minst een deel van de troepen aanvoerde) 18.000 Edomieten in het Zoutdal neer (2 Sam. 8:13; 1 Kon. 11:15; 1 Kron. 18:12; Ps. 60, opschrift). Later viel koning Amazia (858–829 v.G.T) de Edomieten aan en sloeg in hetzelfde dal 10.000 van hen neer, gevolgd door de terechtstelling van 10.000 gevangengenomen Edomieten en de inneming van de Edomitische vesting Sela (Petra). — 2 Kon. 14:7; 2 Kron. 25:11, 12.