ZAND.
Jehovah God heeft in zijn grote wijsheid „het zand tot grens voor de zee . . . gesteld, een voor onbepaalde tijd durend voorschrift dat ze niet kan overschrijden” (Jer. 5:22). In tegenstelling tot massieve rots geeft zand mee en dempt aldus het geweld van de branding. De kracht van de woeste golven wordt verdeeld en gespreid, zodat de zee in bedwang wordt gehouden.
Telkens weer wordt het „zand der zee” in de bijbel gebruikt om ontelbaarheid of een zeer grote hoeveelheid aan te duiden (Gen. 22:17; 32:12; 41:49; Joz. 11:4; Ps. 78:27; 139:17, 18; Jer. 15:8; Hebr. 11:12). Maar niet in alle gevallen is het aantal waar het om gaat astronomisch groot. Voor de toeschouwer echter is het aantal betrokken personen of dingen zo groot dat het niet kan worden vastgesteld. Een deel van de Filistijnse troepen die in de dagen van koning Saul tegen Israël optrokken, wordt bijvoorbeeld omschreven als „voetvolk zo talrijk als de zandkorrels die aan de zeeoever zijn” (1 Sam. 13:5). Het aantal van degenen die door Satan na zijn vrijlating uit de afgrond worden misleid, was, zoals het door Johannes in een visioen werd gezien, „als het zand der zee”, d.w.z. het aantal was voor Johannes groot genoeg om niet te kunnen vaststellen hoevelen er waren misleid. — Openb. 20:8.
Om aan te geven hoe groot zijn kwelling was, verklaarde de getrouwe Job: „Die is . . . zwaarder nog dan het zand der zeeën” (Job 6:3). Slechts 1 m3 nat zand weegt gemiddeld ongeveer 1900 kg. Hoewel een lading zand een zware vracht is, vormt de ergernis over een dwaas een nog zwaardere last voor degene die ze moet dragen. Hierop wordt in Spreuken 27:3 gezinspeeld: „De zwaarte van een steen en een vracht zand — maar de ergernis veroorzaakt door een dwaas, is zwaarder dan die beide.”