Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1409
  • Simeï

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Simeï
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Simeï
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Benaja
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • David
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Het hoofd bieden aan een uitbarsting van toorn
    Ontwaakt! 1979
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1409

SIMEÏ

(Simeï) [Jehovah heeft gehoord].

Een Benjaminiet uit het dorp Bahurim. Simeï, de zoon van Gera, uit een familie van het huis van koning Saul, koesterde nadat Saul gestorven was en het koningschap van zijn huis weggenomen was, jarenlang een wrok jegens David. Simeï kreeg de gelegenheid om zijn lang bedwongen toorn te koelen toen David met zijn gevolg wegens Absaloms opstand uit Jeruzalem vluchtte. Even ten O. van de Olijfberg liep Simeï met hen op en gooide stenen en stof naar hen en vervloekte David. Abisaï vroeg David of hij Simeï mocht doden, maar David stond dit niet toe, in de hoop dat Jehovah Simeï’s vervloeking misschien in een zegen zou veranderen. — 2 Sam. 16:5-13.

Bij Davids terugkeer, toen de situatie was veranderd, waren Simeï en 1000 andere Benjaminieten de eersten die hem tegemoet kwamen, en Simeï viel voor de koning neer en bracht berouw wegens zijn zonden tot uitdrukking. Weer wilde Abisaï hem doden, maar ook nu stond David dit niet toe en deze keer zwoer hij dat hij Simeï niet ter dood zou brengen (2 Sam. 19:15-23). Vóór zijn dood zei David echter tot Salomo „zijn [Simeï’s] grijze haren met bloed in Sjeool [te] doen neerdalen”. — 1 Kon. 2:8, 9.

Aan het begin van zijn regering liet Salomo Simeï roepen en gebood hem naar Jeruzalem te verhuizen en in de stad te blijven. Zou hij ooit de stad verlaten, dan zou hij ter dood worden gebracht. Simeï stemde met deze voorwaarden in, maar drie jaar later verliet hij de stad om twee van zijn slaven terug te halen die naar Gath waren gevlucht. Toen Salomo dit vernam, riep hij Simeï ter verantwoording voor het verbreken van zijn eed aan Jehovah en gaf Benaja het bevel hem ter dood te brengen. — 1 Kon. 2:36-46.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen