Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1465-1466
  • Synagoge

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Synagoge
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • PROGRAMMA VAN DE EREDIENST
  • PAULUS’ PREDIKINGSACTIVITEITEN
  • OVEREENKOMSTEN MET DE CHRISTELIJKE GEMEENTE
  • Synagoge
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • De synagoge — Waar Jezus en zijn discipelen predikten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2010
  • Wist je dit?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2019
  • Synagoge
    Verklarende woordenlijst
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1465-1466

SYNAGOGE

[Grieks: su·na·goʹge, bijeenbrengen].

In de Septuaginta-vertaling van de bijbel worden de twee woorden ek·kleʹsi·a, wat vergadering of gemeente betekent, en su·na·goʹge door elkaar gebruikt. Het woord „synagoge” kreeg uiteindelijk de betekenis van de plaats of het gebouw waar de vergadering werd gehouden. Het verloor zijn oorspronkelijke betekenis echter niet geheel, want de Grote Synagoge was geen groot gebouw maar een vergadering van vermaarde geleerden, aan wie de vaststelling van de canon van de Hebreeuwse Geschriften voor de Palestijnse joden werd toegeschreven. Naar men zegt is deze instelling begonnen in de dagen van Ezra of van Nehemia en is ze blijven bestaan tot de tijd van het Grote Sanhedrin, omstreeks de 3de eeuw v.G.T. In Openbaring 2:9; 3:9 heeft „synagoge” betrekking op een vergadering onder leiding van Satan. Ook lezen wij over de „Synagoge der Vrijgelatenen” (Hand. 6:9; zie VRIJGELATENE, VRIJE). Jakobus gebruikt het woord in de betekenis van een christelijke bijeenkomst of openbare vergadering. — Jak. 2:2.

Het is niet bekend wanneer precies de synagogen werden ingesteld, maar naar het schijnt is dat gebeurd tijdens de 70-jarige Babylonische ballingschap, toen er geen tempel bestond, of kort na de terugkeer uit ballingschap, nadat de priester Ezra zo krachtig de noodzaak van kennis van de Wet had beklemtoond. In de dagen van Jezus Christus’ aardse bediening had elke stad van enige omvang in Palestina haar eigen synagoge, en de grotere steden bezaten er meer dan een. Jeruzalem telde er vele. Er wordt in de Schrift zelfs melding gemaakt van een synagoge die door een Romeinse legeroverste voor de joden was gebouwd. — Luk. 7:2, 5, 9.

In de synagoge was een ark of kast waarin de schriftrollen bewaard werden. De lezenaar van de spreker bevond zich aan de voorkant, en ter weerszijden daarvan waren de door de schriftgeleerden en Farizeeën zozeer begeerde zitplaatsen. Deze voorste zitplaatsen waren naar het gehoor toegekeerd en werden ingenomen door de presiderende dienaren van de synagoge en eventuele voorname gasten. Het grootste gedeelte van de dienst werd echter vanuit het midden van de synagoge geleid, daar dit het voor iedereen gemakkelijk maakte om eraan deel te nemen en tevens allen het konden horen. Langs drie wanden stonden banken voor de toehoorders, met een afzonderlijke afdeling voor vrouwen. — Matth. 23:6.

PROGRAMMA VAN DE EREDIENST

De synagoge diende als een plaats voor onderwijs, niet om er te offeren. Offers werden uitsluitend in de tempel gebracht. De diensten in de synagoge schijnen uit lofprijzingen, gebeden, het reciteren en voorlezen uit de Schrift, uitlegging en vermaning of prediking bestaan te hebben. De lofprijzingen stoelden op de Psalmen. Hoewel gebeden in zekere mate wel aan de Schrift werden ontleend, werden ze na verloop van tijd uitgesponnen en kregen een ritualistisch karakter, en dikwijls werden ze slechts voor de uiterlijke schijn opgezegd. — Mark. 12:40; Luk. 20:47.

Het belangrijkste onderdeel van de eredienst in de synagoge was de voorlezing en de uitlegging van de thora. De voorlezing uit de Schrift bestond uit drie gedeelten. Eerst werd het sjema gereciteerd, dat als de joodse geloofsbelijdenis gold. De naam is ontleend aan het eerste woord van de eerste schriftplaats die werd gebruikt: „Luister [Sje·ma‛ʹ], o Israël: Jehovah, onze God, is één Jehovah” (Deut. 6:4). Vervolgens kwam de voorlezing uit de thora of Pentateuch, de Wet, die in veel synagogen zo was ingedeeld dat ze in de loop van een jaar geheel behandeld kon worden. Wegens de nadruk die op het voorlezen van de thora werd gelegd, kon de discipel Jakobus terecht tot de leden van het besturende lichaam te Jeruzalem zeggen: „Want van oudsher heeft Mozes in stad na stad mensen gehad die hem prediken, omdat hij elke sabbat in de synagogen wordt voorgelezen” (Hand. 15:21). Hierna volgde een voorlezing van uittreksels uit de profeten, bekend als de haftaroth, elk met zijn uitlegging. Toen Jezus de synagoge van zijn woonplaats Nazareth binnenging, werd hem een van de boekrollen aangereikt die de voor te lezen haftaroth bevatten, waarna hij er, zoals de gewoonte was, een uitlegging van gaf. — Luk. 4:17-21.

Na het voorlezen van de thora en de haftaroth, gepaard aan de uitlegging daarvan, kwam de prediking of de vermaning, hetgeen geschiedde vanaf de voorkant van de synagoge, terwijl het voorafgaande onderwijs vanuit het midden van de synagoge was gegeven. Wij lezen dat Jezus in de synagogen van heel Galilea onderwees en predikte. Insgelijks tekent Lukas op dat Paulus en Barnabas „na de voorlezing van de Wet en van de Profeten” werden uitgenodigd om te spreken, d.w.z. te prediken. — Matth. 4:23; Hand. 13:15, 16.

PAULUS’ PREDIKINGSACTIVITEITEN

Na Pinksteren in 33 G.T. en de oprichting van de christelijke gemeente predikten de apostelen, en in het bijzonder Paulus, veelvuldig in de synagogen. Als Paulus in een stad kwam, begaf hij zich gewoonlijk eerst naar de synagoge en predikte daar, waardoor hij eerst de joden de gelegenheid gaf het goede nieuws van het Koninkrijk te horen, en daarna ging hij naar de heidenen. In sommige gevallen besteedde hij er heel wat tijd aan om gedurende verscheidene sabbatten in de synagoge te prediken. In Efeze onderwees hij drie maanden lang in de synagoge, en toen daar tegenstand de kop opstak, zonderde hij de discipelen die geloofden af en maakte ongeveer twee jaar gebruik van de aula van de school van Tyrannus. — Hand. 13:14; 17:1, 2, 10, 17; 18:4, 19; 19:8-10.

OVEREENKOMSTEN MET DE CHRISTELIJKE GEMEENTE

Het was voor de eerste joodse christenen niet moeilijk ordelijke, onderwijzende bijbelstudiebijeenkomsten te houden, want het grondpatroon hadden zij in de synagogen waarmee zij vertrouwd waren. Wij vinden veel overeenkomsten. In de joodse synagoge was, evenals in de christelijke gemeente, geen afzonderlijke priesterschap en ook geen geestelijke die vrijwel alleen aan het woord was. In de synagoge stond het iedere vrome jood vrij een aandeel aan het voorlezen en uitleggen te hebben. In de christelijke gemeente moesten allen een openbare bekendmaking doen en elkaar tot liefde en voortreffelijke werken aansporen, maar dit moest op ordelijke wijze geschieden (Hebr. 10:23-25). In de joodse synagoge onderwezen de vrouwen niet en oefenden zij geen autoriteit over mannen uit; in de christelijke vergadering deden zij dat evenmin. Hoofdstuk 14 van Eén Korinthiërs bevat instructies voor de bijeenkomsten van de christelijke gemeente, en die instructies blijken zeer veel overeenkomst te vertonen met die voor de gang van zaken in de synagoge. — 1 Kor. 14:31-35; 1 Tim. 2:11, 12.

Synagogen hadden presiderende dienaren en opzieners, net als de vroeg-christelijke gemeenten (Mark. 5:22; Luk. 13:14; Hand. 20:28; Rom. 12:8). Synagogen hadden dienaren of assistenten, en de christenen hadden die bij hun vorm van aanbidding eveneens. Er was iemand die de „gezondene” of „boodschapper” van de synagoge werd genoemd. Hoewel er in het historische verslag van de vroeg-christelijke gemeente geen tegenhanger van te vinden is, komt een soortgelijke aanduiding, namelijk „engel”, voor in de boodschappen die Jezus Christus aan de zeven gemeenten in Klein-Azië zond. — Luk. 4:20; 1 Tim. 3:8-10; Openb. 2:1, 8, 12, 18; 3:1, 7, 14.

Tot de overige aspecten waarin de synagoge als voorloper van de christelijke vergaderingen diende, behoren de volgende: De plaatselijke synagogen erkenden de autoriteit van het Sanhedrin te Jeruzalem, evenals de christelijke gemeenten de autoriteit van het besturende lichaam te Jeruzalem erkenden, zoals zo duidelijk blijkt uit Handelingen hoofdstuk 15. In geen van beide werden collectes gehouden, en toch was er in beide gevallen een voorziening getroffen voor vrijwillige bijdragen voor de vergadering, haar dienaren en de armen. — 2 Kor. 9:1-5.

Beide deden ook dienst als plaats waar recht werd gesproken. De synagoge was de plaats waar alle kleinere kwesties die de joden betroffen, werden gehoord en afgehandeld; en zo betoogt ook de apostel Paulus dat christenen de rijpe mannen in de gemeente moeten laten rechtspreken als er kwesties rijzen in plaats van naar wereldse rechtbanken te gaan om daar hun meningsverschillen te beslechten. Hoewel de synagogeregeling lijfstraffen in de vorm van stokslagen kende, bleef in de christelijke gemeente het bestraffen beperkt tot strenge terechtwijzing (1 Kor. 6:1-3). Evenals in de synagoge was in de christelijke gemeente de strengste maatregel die genomen kon worden tegen iemand die beleed een christen te zijn, hem uit te werpen, uit de christelijke gemeente te sluiten of te verwijderen. — 1 Kor. 5:1-8, 11-13; zie UITSLUITING UIT DE GEMEENSCHAP.

Jezus voorzei dat zijn volgelingen in de synagogen gegeseld zouden worden (Matth. 10:17; 23:34; Mark. 13:9), en dat zij uit de synagoge geworpen, d.w.z. uitgesloten zouden worden (Joh. 16:2). Sommige van de regeerders onder de joden geloofden in Jezus, maar uit vrees uit de joodse gemeente te worden geworpen, beleden zij hem niet (Joh. 12:42). Omdat een man die door Jezus van aangeboren blindheid was genezen, getuigenis ten gunste van hem aflegde, werd hij door de joden uitgeworpen. — Joh. 9:1, 34.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen