Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1677-1678
  • Wijnstok

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Wijnstok
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HET PLANTEN EN VERZORGEN
  • FIGUURLIJK GEBRUIK
  • PROFETISCH GEBRUIK
  • Wijnstok
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • „Draag zorg voor deze wijnstok”!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • De soort van vruchten waardoor God wordt verheerlijkt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
  • De wijnstok die met zijn wijn God en mensen verblijdt
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1979
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1677-1678

WIJNSTOK.

Een plant (Vitis vinifera) met lange, dunne, zich windende stengels die over de grond kruipen of met behulp van ranken omhoogklimmen. Het Hebreeuwse woord geʹfen heeft over het algemeen betrekking op de „wijnstok des wijns” (Num. 6:4; Recht. 13:14), maar bij uitzondering ook op de „wilde wingerd”, die wilde pompoenen voortbracht. — 2 Kon. 4:39.

De geschiedenis van de wijnbouw begint met de verklaring: „Noach . . . ging een wijngaard planten” (Gen. 9:20). Melchizedek, de koning van Salem, bracht „brood en wijn” mee voor Abraham, wat bewijst dat men in Kanaän al vóór 1933 v.G.T. druiven verbouwde (Gen. 14:18). Egyptische inscripties uit het tweede millennium v.G.T. vertonen afbeeldingen van het druivenplukken en het treden van de wijnpers; de farao’s hadden indertijd officiële schenkers (Gen. 40:9-13, 20-23). De Egyptische wijnbouw kreeg echter een harde slag toen Jehovah ’hun wijnstok doodde’ door een hagelplaag. — Ps. 78:47; 105:33.

De verspieders die het Beloofde Land binnengingen, „een land van . . . wijnstokken en vijgen en granaatappels”, brachten uit het stroomdal Eskol een druiventros mee die zo groot was dat hij aan een draagstok tussen twee mannen gedragen moest worden (Deut. 8:8; Num. 13:20, 23, 26). Druiventrossen uit die streek wegen naar men zegt gewoonlijk zo’n 4,5-5,5 kg. Er wordt bericht dat één tros bijna 12 kg en een andere ruim 20 kg woog.

Behalve het stroomdal Eskol worden er in de bijbel nog andere wijngebieden genoemd, namelijk En-Gedi aan de Dode Zee (Hoogl. 1:14), Sichem (Recht. 9:26, 27), Silo (Recht. 21:20, 21) en aan de overzijde van de Jordaan: Sibma, Hesbon en Eleale. — Jes. 16:7-10; Jer. 48:32.

HET PLANTEN EN VERZORGEN

Wijngaarden werden vaak tegen heuvelhellingen aangelegd. Men omgaf ze gewoonlijk met een omheining of een muur (Num. 22:24; Spr. 24:30, 31) en bouwde er een hut of een wachttoren in (Jes. 1:8; 5:2) om de wijngaarden te beschermen tegen dieven en tegen dieren zoals vossen en everzwijnen (Ps. 80:8, 13; Hoogl. 2:15). Volgens de Mozaïsche wet mocht een voorbijganger druiven eten tot hij genoeg had, maar hij mocht niets in een vergaarbak meenemen, want dat zou diefstal zijn. — Deut. 23:24.

Bij elke wijngaard werd een kuip uitgegraven voor een wijnpers. Dat was praktisch, want gewoonlijk werd het grootste gedeelte van de oogst getreden om er wijn van te maken (Jes. 5:2; Mark. 12:1; zie WIJN EN STERKE DRANK). Natuurlijk werden er grote hoeveelheden vers geplukte druiven gegeten, en een deel werd in de zon tot rozijnen gedroogd. — 1 Sam. 25:18; 30:12; 2 Sam. 16:1; 1 Kron. 12:40.

In de oudheid legde men op verschillende manieren wijngaarden aan. Soms werden de wijnstokken systematisch in ongeveer 2,5 m of meer uit elkaar staande rijen in goed voorbewerkte grond geplant. Volgens de Mozaïsche wet mochten er in een wijngaard geen andere gewassen gezaaid worden, maar men mocht er wel bomen zoals de vijgeboom planten (Deut. 22:9; Luk. 13:6, 7). Soms liet men de ranken op de grond langs een helling naar beneden groeien, waarbij alleen de trossen met behulp van gevorkte stokken omhoog werden gehouden, maar vaker werden de ranken over een houten latwerk of over steenhopen geleid. De uitdrukking ’ieder zit onder zijn eigen wijnstok en onder zijn eigen vijgeboom’ werd spreekwoordelijk voor vrede en zekerheid. — 1 Kon. 4:25; 2 Kon. 18:31; Jes. 36:16; Micha 4:4; Zach. 3:10.

Een wijnstok moet gesnoeid worden, wil hij goede druiven voortbrengen. Jezus zei: „Elke rank . . . die geen vrucht draagt, neemt hij weg, en elke rank die wel vrucht draagt, reinigt hij [door ze te snoeien], opdat ze meer vrucht mag dragen” (Joh. 15:2). Wanneer vruchtdragende ranken worden gesnoeid en niet-produktieve ranken worden afgesneden, kan de plant al zijn kracht gebruiken om kwalitatief betere vruchten voort te brengen. In bijbelse landen begon het snoeien in het voorjaar, ongeveer in maart, en werd zo nodig in april en mei herhaald. — 2 Kron. 26:10; Jes. 18:5; Luk. 13:7.

Een produktieve wijnstok die goed wordt verzorgd en op juiste wijze wordt gesnoeid, kan een fenomenale leeftijd en grootte bereiken. In Jericho moet er bijvoorbeeld een wijnstok zijn geweest van meer dan 300 jaar oud en met een stamdoorsnede van zo’n 45 cm. Soms bereikten deze oude wijnstokken een hoogte van meer dan 9 m en waren echte „bomen”. Maar ondanks het feit dat de wijnstok tot de bomen van het woud gerekend kan worden, is het hout van de wijnstok niet geschikt voor het maken van „een paal . . . om er wat werk mee te doen” of „een pin . . . om er enigerlei gebruiksvoorwerp aan te hangen”, want het is te zacht en niet recht genoeg om als timmerhout gebruikt te worden. Ja, het hout van de wijnstok diende als een toepasselijke illustratie van de ontrouwe inwoners van Jeruzalem, die alleen goed waren als brandstof voor het vuur, wat volgens Jezus de uiteindelijke bestemming van onproduktieve wijnstokken is. — Ezech. 15:2-7; Joh. 15:6.

De wijnoogst was een tijd van gezang en vreugde voor de druivenplukkers en de treders van de wijnpersen (Recht. 9:27; Jes. 16:10; Jer. 25:30; zie WIJNPERS). Het was ook een vreugdevolle tijd voor de armen en de inwonende vreemdelingen in het land, want zij mochten na de normale oogst een nalezing in de wijngaard houden (Lev. 19:10; Deut. 24:21). Het tegenovergestelde was ook waar — wanneer de wijnstokken verwelkt waren of geen druiven voortbrachten, of wanneer de wijngaarden woeste, met doornstruiken overwoekerde, verlaten plaatsen werden, waren dit rampspoedige en zeer zorgelijke tijden. — Jes. 24:7; 32:10, 12, 13; Jer. 8:13.

Op grond van de sabbatwetten mochten de wijngaarden elk zevende jaar, alsook tijdens het jubeljaar, niet worden bewerkt, de wijnstokken niet worden gesnoeid en de druiven niet worden geoogst (Lev. 25:3-5, 11). Maar tijdens die jaren mochten alle mensen (eigenaars, slaven, vreemdelingen en armen), en ook de dieren, naar hartelust eten van wat vanzelf groeide. — Ex. 23:10, 11; Lev. 25:1-12.

FIGUURLIJK GEBRUIK

Alles wat met de wijnstok verband hield, was zo bekend — de bewerking, de produktiviteit, de wijnoogst en de nalezing — dat de bijbelschrijvers er veelvuldig naar verwezen. Wijngaarden die een overvloed aan vruchten opleverden, waren een bewijs van Jehovah’s zegen (Lev. 26:5; Hag. 2:19; Zach. 8:12; Mal. 3:11; Ps. 128:3); wijnstokken die geen vruchten voortbrachten, waren een uiting van zijn misnoegen (Deut. 28:39). Israël was als druiven in de wildernis, maar werd als een verwilderde wijnstok (Hos. 9:10; 10:1), als een uitheemse wijnstok die wilde druiven voortbracht (Jes. 5:4; Jer. 2:21). Een spreekwoord dat in de tijd van Jeremia en Ezechiël in omloop was, had betrekking op het feit dat onrijpe druiven, doordat ze zuur zijn, de tanden slee maken. — Jer. 31:29, 30; Ezech. 18:2.

Toen Jezus het Avondmaal des Heren instelde, gebruikte hij wijn, het „produkt van de wijnstok”, als een symbool van zijn „bloed van het verbond”. Op die laatste avond van zijn aardse leven sprak hij ook over zichzelf als „de ware wijnstok” en noemde hij zijn Vader „de wijngaardenier”. Zijn discipelen vergeleek hij met „de ranken”, die ofwel gesnoeid zouden worden om meer vrucht te dragen, of volledig afgesneden zouden worden. — Matth. 26:27-29; Mark. 14:24, 25; Luk. 22:18; Joh. 15:1-10.

PROFETISCH GEBRUIK

De zegen die Jakob over Juda uitsprak, had een profetische betekenis: „Zijn volwassen ezel aan een wijnstok [geʹfen] bindend en de afstammeling van zijn eigen ezelin aan een uitgelezen wijnstok [so·re·qahʹ], zal hij zijn kleding stellig in wijn wassen en zijn kleed in druivebloed. Donkerrood zijn zijn ogen van wijn” (Gen. 49:8-12). Het Hebreeuwse woord so·re·qahʹ duidt op een rode wijnstok die de beste of meest uitgelezen vruchten voortbracht (Jes. 5:2; Jer. 2:21). Enkele dagen voordat het opschrift „De koning der joden” boven Jezus Christus, die uit de stam Juda was, aan de martelpaal werd bevestigd (Mark. 15:26), reed hij op een veulen, het jong van een ezelin, Jeruzalem binnen en werd aldus aan de stad voorgesteld als haar koning (Matth. 21:1-9; Zach. 9:9). Hoewel Jezus het veulen van de ezelin niet vastbond aan een letterlijke wijnstok, verbond hij wel zijn aanspraken als koning aan een symbolische, geestelijke wijnstok, namelijk Gods koninkrijk. — Vergelijk Mattheüs 21:41-43; Johannes 15:1-5.

Jakobs profetie had behalve deze grotere betekenis ook een letterlijke vervulling, namelijk in het erfdeel dat de stam Juda in het Beloofde Land kreeg. Hiertoe behoorde het met vruchtbare valleien doorkruiste bergland, de hooggelegen ’vruchtbare heuvelhellingen’ waarop wijngaarden terrasvormig waren aangelegd. — Jes. 5:1.

In het boek Openbaring wordt over „de oogst van de aarde” gesproken, en vervolgens hoort men een engel het gebod geven: „Zamel de trossen van de wijnstok der aarde in, want zijn druiven zijn rijp geworden.” Daarop werd „de wijnstok der aarde” afgeoogst en „in de grote wijnpers van de toorn van God” geslingerd. Deze wijnstok verschilt van de „ware wijnstok”, die vruchten tot Gods heerlijkheid voortbrengt. De „wijnstok der aarde” brengt kennelijk schadelijke vruchten voort, want hij wordt op Gods bevel vernietigd. — Openb. 14:18, 19.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen