Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 1730-1731
  • Zippora

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Zippora
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Zippora
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 1730-1731

ZIPPORA

(Zippora) [zwaluw].

De vrouw van Mozes. Zippora leerde Mozes bij een bron kennen, toen zij en haar zes zusters de kleinveekudden van hun vader aan het drenken waren. Toen er zekere herders op het toneel verschenen die de meisjes zoals gewoonlijk probeerden te verjagen, sprong Mozes de meisjes bij en drenkte zelf het kleinvee. Wegens deze vriendelijke daad werd hij uitgenodigd bij Zippora thuis te komen, en uiteindelijk gaf haar vader Jethro, een priester, haar aan Mozes ten huwelijk (Ex. 2:16-21). Zippora schonk Mozes twee zonen, Gersom en Eliëzer. — Ex. 2:22; 18:3, 4.

Toen Jehovah Mozes naar Egypte terugstuurde, gingen Zippora en haar twee zonen met hem mee. Onderweg deed zich een kritieke situatie voor, waarover het nogal onduidelijke verslag zegt: „Nu geschiedde het onderweg, in het nachtverblijf, dat Jehovah [LXX: „Jehovah’s engel”] hem voorts tegemoet trad en naar een manier bleef zoeken om hem ter dood te brengen. Ten slotte nam Zippora een vuursteen en sneed de voorhuid van haar zoon af en liet die zijn voeten aanraken en zei: ’Het is omdat gij een bloedbruidegom voor mij zijt.’ Dientengevolge liet hij hem met rust. Het was toen dat zij zei: ’Een bloedbruidegom’, wegens de besnijdenis.” — Ex. 4:24-26.

Geleerden hebben allerlei interpretaties voor deze passage geopperd. Men zou bijvoorbeeld kunnen redeneren dat het leven van het kind in gevaar was wegens hetgeen de besnijdeniswet in Genesis 17:14 zegt; dat Zippora, en niet Mozes, het kind besneed om te tonen dat zij alle verzet dat zij als Midianitische wellicht tegen de besnijdenis had gehad, opgaf; dat zij de voorhuid aan de voeten van de engel die het leven van het kind bedreigde, neerwierp om te demonstreren dat zij zich naar Jehovah’s wet voegde; dat Zippora zich tot Jehovah richtte via de engel die hem vertegenwoordigde, toen zij uitriep: „Gij [zijt] een bloedbruidegom voor mij”, en dat zij dat deed om te laten zien dat zij haar positie als die van een echtgenote in het verbond der besnijdenis, waarin Jehovah de positie van echtgenoot innam, aanvaardde. — Zie Jeremia 31:32.

Maar hoe logisch dergelijke redeneringen ook mogen schijnen, er is geen enkele manier om zulke vragen aan de hand van de Schrift met zekerheid op te lossen. Het blijft een feit dat de eigenlijke betekenis van het oude Hebreeuws in deze passage door het taaleigen van bijna 3500 jaar geleden in duisternis gehuld is.

Blijkbaar zocht Zippora later haar ouders weer op, want na de uittocht uit Egypte gingen Zippora en haar twee zonen met Jethro mee terug naar Mozes in de legerplaats in de wildernis (Ex. 18:1-6). Zippora’s onverwachte aanwezigheid schijnt Mozes’ zuster Mirjam tot jaloezie geprikkeld te hebben, en zij greep (samen met Aäron) Zippora’s Kuschitische achtergrond aan als voorwendsel om over Mozes te klagen (Num. 12:1). Hieruit kan niet worden afgeleid dat Zippora gestorven was en Mozes met een Ethiopische vrouw hertrouwd was, zoals vaak wordt beweerd, want hoewel „Kuschitisch” gewoonlijk betrekking heeft op Ethiopiërs kunnen er ook Arabieren onder begrepen worden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen