ZIV
De naam van de tweede maanmaand van de godsdienstige kalender van de Israëlieten, maar de achtste van de burgerlijke kalender (1 Kon. 6:1, 37). Ze komt overeen met april/mei. In een commentaar op 1 Koningen 6:1 wordt in de Soncino Books of the Bible (Het gedeelte Eén en Twee Koningen, blz. 39) over de maand Ziv het volgende gezegd: „Thans bekend als Ijjar, de tweede maand na Nisan. Ze werd Ziv (schittering, pracht) genoemd omdat ze in de tijd van het jaar valt waarin de aarde ’schittert’ door bloesems en bloemen.” De naam „Ijjar” komt voor in de joodse talmoed en in andere na-exilische werken.
De 14de dag van Ziv bood de Israëlieten een tweede gelegenheid om het Pascha te vieren ingeval zij dat door afwezigheid of ceremoniële onreinheid niet op 14 Nisan hadden kunnen doen. — Num. 9:9-13; 2 Kron. 30:2, 3.
In de maand Ziv begon Salomo met de bouw van de tempel, en bijna 500 jaar later maakte Zerubbabel in dezelfde maand een begin met het werk aan de herbouw van de tempel. — 1 Kon. 6:1; Ezra 3:8.