Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w53 15/5 blz. 153-159
  • Rechtschapenheid leidt tot leven

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Rechtschapenheid leidt tot leven
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HET FALEN DER GEESTELIJKEN
  • ZIJ DIE GEEN COMPROMIS AANGAAN
  • GODDELIJKE HULP EN BEVRIJDING
  • Handhaaf uw persoonlijke rechtschapenheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Waarom moeten we rechtschapen blijven?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • Zul je rechtschapen blijven?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • Waarom de strijd om rechtschapenheid te handhaven?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
w53 15/5 blz. 153-159

Rechtschapenheid leidt tot leven

1. Hoe was Jezus het grootste voorbeeld van rechtschapenheid?

HIER komen wij aan het grootste aller voorbeelden — de man die zijn rechtschapenheid jegens God onder de zwaarste beproevingen handhaafde. God schonk hem een heilige vertrouwenspositie en verwachtte dat hij zijn rechtschapenheid ten aanzien van die vertrouwenspositie zou bewaren. Hij moest een werk doen. Hij moest naar de aarde komen om de zuivere aanbidding te herstellen en het fundament voor de nieuwe wereld van rechtvaardigheid te leggen. Jezus was een voorbeeldig mens, die een leven van toewijding aan God leidde en zijn rechtschapenheid handhaafde, ofschoon hij door Satan op de proef werd gesteld ver boven wat een mens normaal zou verduren. Jezus hield altijd aan Gods Woord vast en leefde in overeenstemming met zijn wetten. In tijden van verzoeking haalde hij gedeelten aan uit Gods Woord, hetwelk de veelvermogendste kracht ten goede was die er op aarde bestond. Ofschoon Satan, die alle natiën dezer wereld beheerst, Jezus de heerlijkheid van al deze natiën aanbood, hield Jezus de juiste zijde van de strijdvraag hoog, zeggende: „Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: ’Jehovah uw God moet gij aanbidden, en voor hem alleen moet gij heilige dienst verrichten.’” — Matth. 4:10, NW.

2. Wat heeft Jezus tot stand gebracht door het leven van rechtschapenheid dat hij op aarde leidde?

2 Jezus stelde valse aanbidders aan de kaak, zij die overleveringen van mensen invoerden en ze boven Gods Woord stelden (Matth. 15:7-9). Hij onderwees de mensen hoe zij God moesten aanbidden en toonde hun persoonlijk aan hoe zij rechtschapenheid moesten handhaven. Door hem werd de superieure wet van liefde voor God en de naaste, een rechtvaardig vereiste voor hen die leven in de nieuwe wereld zouden verwerven, op duidelijke wijze uiteengezet. Jezus leidde zijn volgelingen op tot ware dienaren van God, mensen die de waarheid van Gods Woord zouden prediken. Het zou uren kosten om alle dingen te vertellen die hij ter ere van Jehovah’s naam deed, maar gij kunt op een andere keer de evangelieberichten lezen en al deze dingen te weten komen. Hij onderging vele beproevingen. Ten slotte werd hij vals beschuldigd van opruiing en op vernederende wijze ter dood gebracht, maar zelfs hierin hield hij Gods oppermacht hoog. Hiervoor wekte God hem op en schonk hem onsterfelijkheid. Hij verkreeg leven door zijn rechtschapenheid te bewaren. Door middel van zijn rantsoenoffer voorzag hij voor anderen die aan rechtschapenheid zouden vasthouden, in de weg tot het verkrijgen van leven. Wat hij deed, was in werkelijkheid een nederlaag voor de uitdager, Satan. Hij was er niet in geslaagd de Koning der nieuwe wereld ongeschikt voor het koningschap te maken. — Joh. 19:12, 15; Fil. 2:5-11, NW.

3. Hoe en waarom volgden de apostelen het voorbeeld van Jezus na?

3 Hij werd door anderen nagevolgd. De Christenen die na hem kwamen, de apostelen bijvoorbeeld, bewaarden ook hun rechtschapenheid. Jezus had hun aangetoond dat zij zijn voetstappen moesten drukken en precies zo moesten doen als hij indien zij leven wilden verwerven, en daarom hielden zij vast aan de zuivere aanbidding van God. Zij boden weerstand aan alle vormen van immoraliteit en behielden hun deugdzaamheid. Zij hielden zich aan Gods Woord der waarheid. Zij verbreidden het goede nieuws en bouwden de aanbidding van God in zuiverheid op. Ten gevolge hiervan werden zij in gevangenissen gesloten, gesmaad en geslagen en stierven zij de marteldood. Het was geen gemakkelijke levenswijze. Satan wilde hun rechtschapenheid verbreken en alle aanbidding van God vernietigen, maar deze mannen volhardden op smetteloze wijze en door instructies achter te laten die anderen konden opvolgen, zorgden zij er voor dat de zuivere aanbidding kon worden voortgezet. — Hand. 8:1, 4; 2 Tim. 4:2; 1 Petr. 4:3, 4.

4. Welke levenswijze leidden de andere eerste Christenen?

4 De eerste Christenen die na hen kwamen, werden ook op hun rechtschapenheid beproefd. Maar zij volhardden op onberispelijke wijze. Zij trokken overal heen, terwijl zij van Gods oppermacht vertelden en de zuivere aanbidding uitbreidden zoals God had bevolen. In die dagen was het onder de mensen van het Romeinse rijk populair om Diana en Venus te aanbidden — sexe-aanbidding. En dan waren er de dronkaards, de aanbidders van Bacchus. De mensen van Rome aanbaden hem. Paulus gaf in Romeinen 1:24-31 een beschrijving van de toestanden zoals die in Rome heersten. Die toestanden maakten het voor de eerste Christenen onmogelijk betrokken te worden in de een of andere soort van intergeloof-beweging. Er is slechts één zuivere aanbidding, en zij hielden aan die zuivere aanbidding vast omdat zij de hoogste vorm van aanbidding hadden die er was, de aanbidding van Jehovah God. Omdat zij zich rein bewaarden en Jehovah God trouw waren, werden zij zwaar vervolgd.

5. (a) Onder welke omstandigheden bewaarden de eerste Christenen hun rechtschapenheid? (b) Wat was de werkelijke reden voor hun vervolging?

5 in het Boek van Martelaren (Engels) dat door Dr. John Fox werd geschreven, geeft deze auteur er een commentaar over waarom de vervolging der eerste Christenen zo hevig was. Hij zegt dat de Romeinen er voor bekendstonden geen mensen te vervolgen vanwege hun religie, maar toch werd nagenoeg aan het begin van de verbreiding van het Christendom vervolging ingezet en deze was zeer meedogenloos. Verwijzende naar Dr. Mosheim zegt hij dat dit geschiedde wegens de houding die de Christenen aan de dag legden. Zij wilden geen deel hebben aan de religiën van het keizerrijk, de aanbidding van voorouders of de aanbidding van de keizer. Maar zij bewaarden zich daar vrij van en spraken vrijuit tegen de ongerijmdheden van de heidense aanbidding terwijl zij aantoonden hoe de zuivere aanbidding van Jehovah God superieur was aan dat grote conglomeraat van aanbidding dat in het Romeinse rijk bestond. Sommige keizers dachten er eerst over het Christendom te adopteren als een deel van hun privé-religiën — zij hadden er vele — maar toen zij bemerkten dat het Christendom op zichzelf stond, superieur was, en geen deel aan de andere religiën wilde hebben, keerden zij zich er al gauw van af en begonnen te vervolgen. Dr. Fox zegt dat dit de reden was waarom de vervolging werd ingesteld. Maar een nauwkeurig onderzoek van de Bijbel toont aan dat de vervolging ontstond omdat de god van deze wereld, Satan, trachtte de zuivere aanbidding van de Almachtige God uit te roeien en zij die de zuivere aanbidding beoefenden, vormden zijn mikpunt. Alle andere vormen van aanbidding werden getolereerd. Satan gebruikte zijn handlangers op aarde, de heersers van die tijd, om te trachten de rechtschapenheid van Gods dienstknechten in die tijd te verbreken. Maar Gods dienstknechten konden geen compromis aangaan. Terwijl zij hun kennis van de waarheid van Gods Woord gebruikten, hielden zij de oppermacht van Jehovah God hoog, zelfs tot in de dood.

6. Waarom werden waarachtige Christenen die na de val van het Romeinse keizerrijk leefden, op hun rechtschapenheid beproefd?

6 Gedurende het gehele tijdperk der Middeleeuwen, ja, zelfs tot op deze twintigste eeuw, zijn rechtvaardige en rechtschapen mensen die hebben getracht aan de zuivere aanbidding van God vast te houden, vervolgd en gesmaad. Zoals de Romeinen de vroege Christenen beschimpten omdat zij aan de leringen van Christus en de Bijbelse geschriften vasthielden en zij geen tempels, beelden, slachtoffers voor afgoden, priesterlijke orden en soortgelijke heidense dingen hadden, zo hebben de machtige religieuze leiders sedert de tijd van de oprichting van de Rooms-Katholieke Kerken door alle eeuwen heen ware Christenen vervolgd omdat zij zich nauwgezet aan de Bijbel en de zuivere aanbidding hebben gehouden.

7. Waarom moet er in de twintigste eeuw vervolging van Christenen worden verwacht?

7 Kunnen wij, nu wij de twintigste eeuw hebben bereikt, iets anders verwachten? En kunnen wij verwachten dat de mensen beschaafder zullen zijn, zoals men dat noemt, en dat zij zich van vervolging zullen onthouden en een beter leven zullen beginnen te leiden wegens de verlichting die in de wereld is gekomen? Houd in gedachten dat wij ons nog steeds onder Satans samenstel van dingen bevinden. In werkelijkheid dienen wij thans nog ergere dingen te verwachten. Waarom? Omdat Gods Woord dat zegt. Wij naderen het hoogtepunt dat in de Bijbel ’de strijd van Armageddon’ wordt genoemd. In deze strijd zal de strijdvraag van de oppermacht worden beslecht. Openbaring 12 vertelt dat er oorlog begon in de hemel, en deze profetie vindt sedert 1914 haar vervulling. Er werd voor de aarde en voor de zee een tijd van wee voorzegd want de Duivel is tot u gekomen, en heeft grote toorn (NW), wetend dat hij nog maar een korte tijd heeft te leven. Hierdoor wordt aangetoond dat God een grens heeft gesteld aan de tijd van Satans bestaan en dat hij niet zal toelaten dat Satan gedurende een onbeperkte tijd zijn gang gaat en de rechtschapenheid van alle mensen elke dag van hun leven op aarde beproeft; maar de tijd voor de voltrekking van Gods rechtvaardige oordelen is aangebroken. Alle natiën en alle enkelingen worden nu door Gods Koning geoordeeld. — Matth. 8:29; 2 Petr. 2:3, 4; Openb. 20:1-3; Matth. 25:31-33.

8. Wat is er de oorzaak van dat de gewelddadigheid en misdadigheid der wereld toenemen?

8 Aangezien Satan weet dat zijn tijd kort is, tracht hij de mensheid te overheersen en tracht hij allen er toe te brengen hem te aanbidden, waardoor hij hen ongeschikt maakt voor het verwerven van eeuwig leven. Indien hij niet kan regeren, wil hij vernielen. Hier is de zetel van de oorzaak voor ’s werelds toenemende gewelddadigheid en misdadigheid. Hierdoor wordt aangetoond waarom de moraal en de maatstaven van de mensen op zo’n verschrikkelijke wijze slechter worden. Daarom worden er wetten verkracht, heerst er onderdrukking, breken de mensen hun woord en overeenkomsten, geschieden er zoveel moorden en is er zoveel oorlog. Daarom vat de meerderheid der mensen Gods Woord niet ernstig op; zij worden door de strikken van Satan tot andere dingen gebracht. — 2 Tim. 3:1-7.

9. Hoe kunnen wij weten wie er verantwoordelijk is voor de beproeving van rechtschapenheid, en hoe kunnen wij in deze tijd van beslissende beproeving de overwinning behalen?

9 De laatste beproeving van rechtschapenheid is aan de gang. De vragen zijn: Wie zal er in oprechtheid en rechtschapenheid leven? Wie zal deze aanvallen van de Duivel in deze laatste dagen, nu hij de mensheid te gronde tracht te richten, weerstaan? Wie zal deze wereldcrisis overleven? Hoe kunnen wij standhouden tegen Satans samenstel van dingen en de goddeloze druk weerstaan waaronder hij ons tracht te doen bezwijken? De sleutel tot overwinning ligt in Gods Woord en in het herkennen van de oorsprong van onze beproevingen. Satan is er verantwoordelijk voor. Nimmer dienen wij ook maar één minuut te denken dat de Almachtige God verantwoordelijk is voor het lijden dat wij of één van de andere menselijke schepselen die zich tegenwoordig op aarde bevinden, moet ondergaan. De Bijbel laat ons voorbeelden zien van hen die getrouw waren en van sommigen die ontrouw waren. De Bijbel toont aan hoe mannen en vrouwen in het verleden weerstand boden aan aanvallen die door Satan en zijn goddeloze organisatie op hen werden gedaan en hoe Jehovah hen hielp staande te blijven. Door deze voorbeelden kunnen wij zien hoe ook wij rechtschapenheid jegens God kunnen handhaven en, indien wij eeuwig leven willen verwerven, moeten wij rechtschapenheid jegens God handhaven. — Hebr. 12:1-3.

10. Jegens wie moeten wij thans rechtschapenheid handhaven, en wat dient onze houding te zijn?

10 Wij moeten er op rekenen dat Jehovah ons hulp zal verlenen. Wij moeten in gebed naar hem opzien. David, iemand die voor God rechtschapenheid handhaafde, schreef in Psalm 26:9-11 (NBG; KJ) zijn gebed tot de grote Jehovah, de Levengever, neer: „Raap mijn ziel niet weg met de zondaars, noch mijn leven met hen die bloed vergieten, aan wier handen misdaad kleeft, en wier rechterhand vol is van geschenken. Ik echter wandel in onschuld [rechtschapenheid] — verlos mij en wees mij genadig.” Het oordeel rust in Jehovah’s handen; wij moeten onze rechtschapenheid jegens hem handhaven. Wij geven toe dat het goed is als wij mensen zijn die rechtschapenheid handhaven jegens werkgevers, huwelijkspartners of vrienden, maar deze daden alleen zijn niet voldoende om ons leven te brengen. Dat wat door de mensen van de wereld gewoonlijk „een goed leven leiden” wordt genoemd, kan geen eeuwig leven brengen. Wij moeten verder gaan dan dat. Wij moeten onze rechtschapenheid jegens Jehovah God handhaven en in zijn Zoon geloven. Dit moet worden gedaan omdat wij rechtvaardigheid liefhebben, omdat wij datgene willen doen wat juist is. Rechtschapenheid handhaven of ons met een schijn van rechtschapenheid bekleden vanwege trots of wegens hetgeen de buren zullen denken, zal stellig niet Gods goedkeuring voor ons verwerven. Wij moeten God en zijn juiste beginselen liefhebben. Door hem te behagen, kunnen wij eeuwig leven verwerven.

11. Moet de meerderheid worden gevolgd omdat zij het bij het juiste eind zullen hebben?

11 De weg die door de meerderheid der mensen wordt gevolgd, is niet de weg die tot leven leidt. Jezus heeft dit duidelijk gemaakt. De weg die tot het leven leidt, wordt bewandeld door Gods Woord der waarheid te volgen. Jezus heeft gezegd, zoals in Mattheüs 7:13, 14 (NW) staat opgetekend: „Gaat in door de enge poort; want breed en wijd is de weg die op de vernietiging uitloopt, en velen zijn er die daardoor ingaan; maar eng is de poort en nauw de weg die op het leven uitloopt, en weinigen zijn er die hem vinden.”

12. Hoe kunnen wij de weg die tot leven leidt, vinden? Moeten wij ons bij een kerk aansluiten?

12 Het is dus geen gemakkelijke taak. Maar wij kunnen haar volbrengen indien wij eerst vernemen wat Gods Woord zegt, ons er van op de hoogte stellen wat er in dat boek staat, te weten komen welke weg wij moeten inslaan en dan er naar streven deze weg te bewandelen. Wij moeten er naar streven waarachtige Christenen te zijn in elke betekenis van het woord. Betekent dit dat wij ons bij een kerkorganisatie in de Christenheid moeten aansluiten? Stelt u zelf nu eens de vraag: Heeft Christus Jezus, die ons een voorbeeld heeft gesteld en ons heeft gezegd zijn voorbeeld na te volgen ten einde leven te verwerven, zich bij enige kerkorganisatie in zijn tijd aangesloten? Neen, God eist niet van ons dat wij dit doen, maar hij eist van ons dat wij hem aanbidden en dat wij het goede nieuws van het Koninkrijk prediken, dat wij Christenen zijn, het voorbeeld navolgen dat Jezus heeft gesteld en een leven leiden van onveranderlijke toewijding aan Jehovah God; dat wij God loven en zijn oppermacht respecteren en alle pogingen weerstaan die er op zijn gericht ons van welvoeglijkheid af te keren en ons er mede te doen ophouden in geloof te volharden. Wij hebben de Bijbel waardoor ons de juiste weg wordt aangetoond. Het is stellig niet nodig dat iemand een lid van een kerk wordt ten einde eeuwig leven te verwerven. — Joh. 3:16-18; 17:3.

HET FALEN DER GEESTELIJKEN

13. Welke algemene toestanden heersen thans onder de leiders der Christenheid?

13 Religieuze leiders geven toe dat zij er niet in zijn geslaagd de mensen van Amerika te „kerstenen”, zoals zij dat noemen, en nergens in de wereld hebben zij het er beter af gebracht. Over de gehele wereld is het kerkbezoek laag, hoewel de bevolking toeneemt. De mensen verliezen het vertrouwen in de geestelijken. Waarom? zult gij vragen. De schuld ligt bij de geestelijken zelf. De religie beweert God te vertegenwoordigen. Dan dienen de geestelijken op het gebied van rechtschapenheid een juist voorbeeld te stellen. Zij dienen de zuivere aanbidding van God te onderwijzen. Christus is hun voorbeeld evengoed als hij ons voorbeeld is. Te allen tijde dient er een consequente boodschap te zijn, een boodschap die in overeenstemming is met de Bijbel, Gods Woord. Op dit punt is Christus wederom ons voorbeeld en hij is ook hun voorbeeld. Hij predikte consequent in overeenstemming met Gods Woord en hij hield de waarheid er van te allen tijde hoog. Maar wat hebben de geestelijken gedaan? Wat wordt er omtrent hen vermeld? Als klasse hebben zij hun rechtschapenheid jegens een heilige vertrouwenspositie verbroken. Indien zij Gods dienaren beweren te zijn, dan dienen zij datgene te prediken wat Gods Woord zegt, dienen zij hem te gehoorzamen (Rom. 6:16). Maar wat leren zij?

14, 15. Hoe hebben de geestelijken door hun leringen getoond dat zij hun rechtschapenheid jegens Jehovah niet hebben bewaard?

14 Zij leren vele leerstellingen die tegengesteld zijn aan de Bijbelse waarheid. Zij vertellen de mensen over een plaats van eeuwige pijniging in een vurige hel, en, gij kunt het geloven of niet, dat wordt niet in de Bijbel geleerd. Sommigen van hen leren het vagevuur, een heidense opvatting waarvan in de Bijbel zelfs geen gewag wordt gemaakt. Zij trachten mensen er toe te brengen in een drieëenheid van drie gelijke goden in één te geloven, maar de Bijbel zegt dat Jehovah oppermachtig is en dat Christus Jezus niet zijn gelijke maar zijn Zoon is. Zij gebruiken beelden evenals de heidenen. Zij hebben het goddelijke recht van heersers in de natiën verkondigd, wat zou betekenen dat zelfs dictators tegenwoordig Gods goedkeuring zouden hebben en door God zouden zijn aangesteld. Er is in deze tegenwoordige tijden een erkende stroming en de geestelijken bevorderen deze, daar zij de mensen leren dat er in het geheel geen Duivel is. Zij zeggen dat de Duivel zelfs niet eens bestaat, dat het ouderwets is in de Duivel te geloven. Over dit punt geeft de Encyclopaedia Britannica (negende uitgave), deel 7, bladzijde 138, het commentaar dat indien er inderdaad nog in de Duivel wordt geloofd dit geloof „in ieder deel van de Christelijke kerk met een zeer twijfelachtig vertrouwen wordt gehandhaafd”. En de Encyclopedia Americana (uitgave 1942), deel 9, bladzijde 38, rapporteert: „De hedendaagse neiging is de persoonlijke Duivel te beschouwen als een onderdeel van de mythologie van vroegere tijden.” De religieuze leiders der Christenheid zijn verantwoordelijk voor dit verlies van geloof in datgene wat de Bijbel ontwijfelbaar leert.

15 Velen van de geestelijken hebben geen geloof in het rantsoenoffer van Christus Jezus. Velen leren dat de aarde zal worden verbrand en dat alle leven dat zich er op bevindt, zal worden vernietigd. Enkelen van hen leren zelfs evolutie, niet de schepping, welke in de Bijbel wordt geleerd. Hun boodschap is een boodschap van verwarring en onderlinge onenigheid. De verklaring die op 29 mei 1952 door de bisschop van Bradford (Brittannië) werd gedaan, is een klassieke verklaring waardoor wordt aangetoond hoe zij tegenover de leringen van Gods Woord staan. De Press & Journal, Aberdeen, Schotland, berichtte op 30 mei 1952: „’Wij hebben de opvatting van de hel verworpen en wij hebben het geloof in de hemel verloren, behalve als een gewenste maar waarschijnlijk denkbeeldige betere buurt,’ zo verklaarde de Bisschop van Bradford gisteren op een conferentie van een diocees.” Dit wordt gezegd door niemand minder dan een bisschop van de Kerk van Engeland.

16. Welke houding ten aanzien van religie wordt, naar thans wordt gerapporteerd, in Brittannië aan de dag gelegd? Waarom?

16 Zoals na het lezen van de verklaring van de bisschop van Bradford kan worden verwacht, zien wij dat de Kerk van Engeland er slecht aan toe is. In het Londense weekblad Everybody’s (van 17 mei 1952) stond een artikel genaamd „Is de Kerk van Engeland stervende?” en hierin werd commentaar gegeven op haar toestand. Zij maken gewag van de hachelijke toestand waarin alle kerken in Brittannië verkeren en tonen aan dat slechts ongeveer tien procent van de mensen in Brittannië op enige wijze aan een kerk zijn verbonden. Zij noemen apathie en onverschilligheid en verwijzen naar een op grond van een onderzoek opgesteld verslag dat door Rowntree en Lavers werd gepubliceerd en getiteld is „De Engelse levenswijze en vrije tijd”, waaruit het volgende wordt aangehaald: „Wij hebben zulk een alom verbreide afkeer aangetroffen van de bedienaren van de religie, der Anglicaanse en Vrije Kerken, dat dit alleen als anti-clericalisme kan worden beschreven.” Daarna gaat het artikel verder en haalt de opvattingen van de aartsbisschop van York aan over de oorzaken van de achteruitgang in kerkbezoek. Hij schrijft dit toe aan vernietigende kritiek door vooraanstaande schrijvers die de Bijbel niet geloven, plus psychoanalyse. Er zijn surrogaat-goden, zo zegt hij, de goden van mammon, of geld, en het trachten te verkrijgen van rijkdom; democratie, waardoor de mensen tot god worden gemaakt; en totalitarisme, waardoor de staat als god wordt opgeworpen. Hij zegt ook dat oorlog een reden is. De schrijver, de Heer Joad, critiseert de analyse van de aartsbisschop van York en zegt:

„Ik geloof dat het getuigenis van de Kerk in oorlogstijd krachtiger heeft bijgedragen tot de achteruitgang van haar reputatie in de geest van gewone mensen dan de Aartsbisschop toegeeft. Wanneer de oorlog komt, smelten de verscheidene nationale Kerken samen met de oorlogvoerende natiën. Kansels worden veranderd in amateur-wervingsbureau’s en Bisschoppen zegenen de wapens. Deze dingen worden gedaan in de naam van de Vredevorst, die gewelddadigheid verwierp en zijn volgelingen gebood elkander lief te hebben . . .

Nu kan dit alles misschien natuurlijk genoeg zijn, . . . maar wanneer de gevechtswoede voorbij gaat en de natie weer vredig is, kan de Kerk niet verwachten dat de mensen haar prediking van religie, een vredesreligie, aannemen met al de ernst die de kerk zou wensen.

. . . wat heeft religie de mensen aan te bieden dat de Staat niet heeft aan te bieden?”

17, 18. Toon aan hoe sommige Amerikaanse geestelijken gebrek aan rechtschapenheid jegens Jehovah hebben tentoongespreid.

17 In Amerika doen geestelijken openbare uitspraken zoals de verklaring die door de Hulpbisschop Joseph F. Flannelly, bestuurder van de St. Patricks kathedraal, omtrent de strijd in Korea werd afgelegd: „Ongetwijfeld hebben onze zonden ons deze nieuwe kastijding doen toekomen” (New York Times, 24 juli 1950). Aldus pogen zij aan te tonen dat God zulke oorlogen teweegbrengt. Indien Bisschop Flannelly het bij het juiste eind heeft, moeten de mensen de Communisten beschouwen als werktuigen in Gods handen.

18 Een paar weken later wordt van deze zelfde kansel af precies het tegenovergestelde verkondigd. De oorlog wordt niet meer bejammerd als een van God afkomstige kastijding, maar er wordt verkondigd dat hij een van hem afkomstige zegen is. Uit de New York Times van 11 september 1950 halen wij aan: „Aan treurende ouders wier zonen zijn ingelijfd of wederom zijn opgeroepen voor krijgsdienst werd gisteren in de St. Patricks kathedraal gezegd dat de dood in de strijd een onderdeel was van Gods plan voor het bevolken van ’het koninkrijk der hemelen,’ ’Het is iets waaraan niet altijd wordt gedacht,’ zo vervolgde hij [Msgr. W. T. Green], ’maar de voornaamste verantwoordelijkheid die op Christelijke ouders rust, is alles te doen wat in hun vermogen ligt om hun kinderen aan God terug te geven, op welke tijd en plaats en onder welke omstandigheden hij hen ook verkiest te roepen, zodat zij ware burgers van het eeuwige koninkrijk der hemelen kunnen worden.’” Indien oorlog een onderdeel van Gods plan voor het bevolken van het koninkrijk der hemelen is waarom dan vrede te hebben, Gods plan te dwarsbomen en de hemel onbevolkt te laten? In de Bijbel staat geen enkele verklaring welke met die van Green in overeenstemming is; de oorlog van Korea is geen van God afkomstige zegen noch een onderdeel van Gods plan voor het bevolken van het koninkrijk der hemelen. Dit soort van prediking geeft de Almachtige God de schuld van boosheden die door de tegenstander, Satan, over de wereld worden gebracht, en er wordt een volslagen gebrek van rechtschapenheid jegens God door aangetoond.

19. Welke handelingen en houding van de geestelijken in het algemeen zullen hen er ongeschikt voor maken Gods gunst te verwerven?

19 In een poging de meerderheid der mensen vast te houden en hen tevreden te houden, trachten de geestelijken een ieder te behagen, de regeringen, de generaals, de zakenlieden, de arbeiders — iedereen. Zij prediken alles wat hun op een bepaalde tijd gelegen komt, ongeacht wat de Bijbel zegt. Maar door dat te doen, zullen zij bij God nimmer in de gunst komen. Noch zullen zij in de gunst komen bij oprechte Christelijke mannen en vrouwen. Ja, wij zien dat de geestelijken een integrerend deel van de wereld zijn geworden. De georganiseerde religiën der Christenheid van tegenwoordig zijn zozeer een deel van deze wereld, die onder Satan staat, geworden, dat zij niet de vastberadenheid noch het vermogen hebben zich tot de scherpomlijnde wegen der zuivere aanbidding te keren die in de Bijbel worden geleerd. Zij maken zich zorgen wanneer zij zich onder druk van de politici en de publieke opinie bevinden. Zij geven geen blijk van volledig vertrouwen op God. Indien zij er op stoffelijk gebied bij kunnen winnen, schijnen zij bereid te zijn om met iedereen een compromis te sluiten. Beschouw het bericht van de Katholieke, Lutherse en Orthodoxe kerken van Oost-Europa. Zij houden niet stevig stand tegen het goddeloze communisme. Wanneer zij hiertoe worden geprest zullen zij er mede instemmen overeenkomstig het communistische programma te handelen, ja zelfs het communisme op hun kansels prediken. En zij zullen overeenkomsten tekenen met de Communisten samen te werken. Indien zij dit niet deden, zo denken zij, zouden hun kerken worden gesloten, en dat zou ook best het geval kunnen zijn. Op 17 augustus 1952 gaf het Departement van Buitenlandse Zaken te Washington een studie uit van de taktiek waardoor Communistische regeringen „de jeugd vangen en kerken aan de staat ketenen in hun actie alle religie te doden”. „’Dit doel is gedeeltelijk bereikt in Roemenië, Albanië en Hongarije,’ zo zegt de publicatie. ’In Tsjecho Slowakije zijn in deze richting enige vorderingen gemaakt. In Polen is de regering niet zo succesvol geweest . . .’

Wanneer kerkorganisaties onder staatstoezicht worden gesteld, zo zegt de studie, ’worden van staatswege of door organisaties die door de staat zijn goedgekeurd, aanstellingen tot kerkelijke posten, van de hoogste tot de laagste, gedaan.’

’Alleen de priesters die hebben bewezen dat zij loyaal of vriendschappelijk jegens het communisme zijn, hebben enige kans te worden uitgekozen. De stof voor preken en lezingen wordt vaak door de staat verschaft, en ook de andere werkzaamheden met betrekking tot de parochianen worden door de staat geregeld.’” — Boston Post, 18 augustus 1952.

ZIJ DIE GEEN COMPROMIS AANGAAN

20. Welke andere handelwijze wordt in het handhaven van rechtschapenheid door ware dienaren van God gevolgd?

20 Hoe anders zijn ware Christelijke bedienaren van het evangelie. Het werk van Jehovah’s getuigen is in Oost-Europa in alle Communistische landen verboden. Zij zullen zich niet buigen voor de heerschappij van dictators en zij zullen niet het communisme prediken als de hoop voor de mensen. Zij houden vast aan de reine aanbidding van God. Politici kunnen het werk van Jehovah’s getuigen verbieden en zij kunnen zeggen dat gij God niet kunt dienen en dat gij uw rechtschapenheid jegens hem niet kunt handhaven, maar Jehovah’s getuigen staan pal, in het geheel niet verschrikt, en zij zullen er nu noch op enige tijd in de toekomst mede ophouden het koninkrijk van de Almachtige God als de hoop der wereld te prediken tenzij God hen er mede doet ophouden. De wil van dictators kan niet boven de wil van Jehovah God worden gesteld. Wanneer dictators de ware Christelijke organisatie trachten te bezoedelen, zullen Gods dienaren hieraan volledig weerstand bieden en zij zullen er mede voortgaan de waarheid uit de Bijbel te prediken, zelfs al moeten zij dit ondergronds doen. Dit betekent een strijd voor gerechtigheid, en wij verwachten deze strijd thans, nu de grote strijdvraag van wereldbeheersing moet worden opgelost. De rechtschapenheid van iedere Christen wordt grondig op de proef gesteld. — Openb. 14:6-12.

21. Hoe is het mogelijk dat Jehovah’s getuigen zulk een krachtig standpunt voor rechtvaardigheid innemen?

21 Gij vraagt u misschien af: Hoe is het mogelijk dat Jehovah’s getuigen zulk een standpunt innemen? Het is alleen mogelijk door een nauwkeurige kennis van de waarheid te bezitten, een krachtig geloof in Jehovah God te hebben en met de hulp die de Almachtige God, Jehovah, schenkt aan degenen die op hem vertrouwen en hem dienen. Sommige mensen van de wereld, die de grote strijdvraag niet beseffen, zullen trachten gronden aan te voeren om in tijden van spanning met berekening te werk te gaan, zeggende dat God u zal verontschuldigen omdat het zulke moeilijke tijden zijn. Maar waar is een schriftuurplaats ter ondersteuning van een dergelijke bewering? Heeft Christus met betrekking tot Gods beginselen een compromis gesloten wanneer er een beproeving kwam? Hebben zijn apostelen of de getrouwe mensen die vóór Christus leefden zoiets gedaan? Het antwoord is Neen. Ware Christenen volgen in deze tijd dezelfde handelwijze van rechtschapenheid als Christus. Zij hebben het leven lief en zij trachten loyaal te zijn jegens de Levengever.

22. Kunnen wij eeuwig leven verwerven indien wij een compromis sluiten? Wat moeten wij doen?

22 Christus Jezus stond in deze strijd voor rechtschapenheid een gezichtspunt voor waarbij het oog op de toekomst is gericht, niet een kortzichtig compromis in het belang van zelfzuchtig gewin of bevrijding in een tijd van beproeving. „Indien dan uw hand of uw voet u doet struikelen, snij hem af en gooi hem van u weg; het is beter dat gij verminkt of lam het leven binnentreedt dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur te worden gegooid. Ook indien uw oog u doet struikelen, ruk het uit en gooi het van u weg; het is beter dat gij met één oog het leven binnentreedt dan met twee ogen in de vurige Gehenna te worden geworpen” (Matth. 18:8-10, NW). Jezus illustreerde hier hoe het beter is enig materieel verlies te lijden, ook al is het zo kostbaar als een oog of een hand was voor de mensen die hij toesprak, dan rechtschapenheid te verliezen. Dit is de tijd waarin wij de dingen naar hun juiste waarde dienen te schatten. Dit is de tijd waarin wij God de eerste plaats in ons leven dienen toe te kennen. Wij moeten niet zwichten voor pogingen van welke aard ook die er op zijn gericht ons van onze rechtschapenheid af te keren, hetzij door sluwe aanbiedingen van rijkdom door middel van het schenden van de ethiek of door het toepassen van wrede pijnlijke vervolging.

23. Hoe kunnen wij in deze ontaarde wereld een actieve invloed ten goede zijn?

23 Jehovah’s getuigen strijden tegenwoordig vol vertrouwen onder hun Leider en Gebieder, Christus Jezus, en zij houden vast aan hun rechtschapenheid. Maar terwijl zij dit doen, worden zij geen mensen die volledig in zichzelf zijn gekeerd en evenmin gaan zij een kluizenaarsleven in een klooster leiden. Nu of nooit moet de mensen van goede wil worden gezegd zich naar de Almachtige God en zijn koninkrijk onder Christus te keren, rechtvaardigheid te zoeken en er naar te streven leven te verwerven. Dit is er de tijd voor een actieve invloed ten goede te zijn in deze ontaarde wereld. Door onze rechtschapenheid te bewaren; kunnen wij anderen laten zien dat het mogelijk is; wij moedigen hen aan ook met Gods dienst een aanvang te maken. Door onze getrouwheid aan God, doordat wij het goede nieuws prediken en door Gods oppermacht hoog te houden, kunnen wij andere mensen helpen eeuwig leven te verwerven. Millioenen mensen der Christenheid zien tegenwoordig uit naar rechtvaardigheid. Velen die zich in de kerkorganisaties bevinden, zoeken tegenwoordig naar een hoop, een weg. Wij kunnen hen helpen. Wij moeten hen helpen. Wij moeten in deze tijd van het einde Gods zijde van de strijdvraag hooghouden. — Rom. 10:13-15.

GODDELIJKE HULP EN BEVRIJDING

24. Welke verzekering hebben wij van Jehovah waardoor wij worden geholpen onder een beproeving rechtschapenheid te handhaven?

24 In alle delen van de wereld ziet men dat Jehovah’s getuigen onder zware beproevingen rechtschapenheid handhaven. Gods Woord geeft de verzekering dat het voor Christenen mogelijk is weerstand te bieden aan alle beproevingen en verzoekingen die over ons komen, want er staat in 1 Korinthe 10:13 (NW) geschreven: „Geen verzoeking is u overvallen behalve die mensen gemeen is. Maar God is getrouw en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt verdragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen opdat gij de verzoeking kunt verduren.” God kent degenen die hem toebehoren, en hij laat hen nooit in de steek. Ofschoon wij zien dat de organisaties der religie falen en de wereldtoestanden zich van kwaad tot erger ontwikkelen — wij dienen dit te verwachten omdat Gods Woord dit alles heeft voorzegd — hebben zij die in God geloven, geen reden de hoop op te geven. Houd in gedachten dat Jehovah oppermachtig en almachtig is. Zijn openlijk verklaarde voornemen is, Satan te vernietigen, zijn gehele goddeloze organisatie en allen die goddeloze praktijken op de aarde hebben gebracht, te verwijderen. De goddelozen schijnen thans als nimmer tevoren te bloeien, en Gods onfeilbare Woord zegt: ’Wanneer de goddelozen uitspruiten als het groene kruid en alle bedrijvers van ongerechtigheid bloeien — zij zullen voor immer verdelgd worden. Maar Gij, o Jehovah, zetelt in den hoge voor eeuwig.’ — Ps. 92:8; 9, NBG; AS.

25. Hoe zal Gods rechtvaardige Koninkrijksheerschappij alle mensen die rechtvaardigheid liefhebben en rechtschapenheid handhaven, zegeningen brengen?

25 Dat betekent voor iedereen die op aarde leeft, het einde van alle moeilijkheden, want zij die die tijd van vernietiging overleven, zullen onder Gods koninkrijk leven en de vele zegeningen er van genieten. Jezus heeft ons geleerd om die tijd te bidden. Hij zeide ons om Gods koninkrijk te bidden, want dan zal Gods wil op aarde worden gedaan. Daar zal dan geen plaats zijn voor kwade praktijken, gewelddaad en onzekerheid of zorg. Er zal dan geen haat meer zijn, geen onoprechtheid of ineenstorting van de moraal. Die dingen zullen nooit meer in de gedachte opkomen (Openb. 21:1-5). Dat zal een rechtvaardige heerschappij zijn, Gods heerschappij. Die theocratische regering zal een getuigenis zijn van Jehovah’s oppermacht, zijn goedgunstigheid, liefde en reinheid. Onder die heerschappij zullen de getrouwen die zich in hun graven bevinden, die als rechtschapen mensen zijn gestorven, tot het leven worden teruggebracht. Zij die nu dus rechtschapenheid handhaven — ook al zouden zij tengevolge daarvan sterven — hebben de verzekering dat zij in eeuwig geluk zullen leven. En velen zullen de strijd van Armageddon in dit geslacht overleven en de nieuwe wereld van werkelijke vreugde, rechtvaardigheid en eeuwig leven binnentreden. — Joh. 5:29.

26. Wat dienen wij thans te doen?

26 In deze tijd zien wij dat er een grote beloning is voor het handhaven van rechtschapenheid. Neem dus uw standpunt naast Jehovah’s getuigen in. Bestudeer Gods Woord en vermijd, terwijl gij het gehoorzaamt, de afvalligheid van de Christenheid. Stem in met het loven van God. Draagt u geheel en al, volledig, volkomen en zonder voorbehoud aan Jehovah op en zwicht om geen enkele reden voor de beproevingen die u omringen, Geloof in het onfeilbare Woord van God en volg het na. Het zegt: De „rechtschapenheid der oprechten leidt hen, maar de verkeerde zin der trouwelozen is hun ten verderve.” „Tot deze loopbaan [wordt gij] geroepen, omdat zelfs Christus voor u heeft geleden, waardoor hij u een model heeft nagelaten, opdat gij nauwkeurig in zijn voetstappen zoudt volgen. Hij heeft geen zonde begaan, noch werd er misleiding in zijn mond gevonden. Wanneer hij werd gesmaad, ging hij er niet toe over terug te smaden. Wanneer hij leed, ging hij er niet toe over te dreigen, maar bleef zich toevertrouwen aan hem die rechtvaardig oordeelt.” „Weest niet bevreesd voor de dingen die gij moet lijden. Ziet! de Duivel zal voortgaan enigen van u in de gevangenis te werpen opdat gij volledig op de proef zult worden gesteld, en opdat gij tien dagen verdrukking zult hebben. Bewijst dat gij getrouw zijt, ook al bestaat het gevaar te sterven, en ik zal u de kroon des levens geven” (Spr. 11:3, NBG; 1 Petr. 2:21-23; Openb. 2:10, NW). Rechtschapenheid leidt tot leven!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen