Vooruitzien naar hetgeen werkelijk leven is
HET is verbazingwekkend wat een prachtige dag voor iemand kan doen. En wij hebben ook zo vele mooie dagen in een jaar. Het is echter jammer dat wij er niet meer van kunnen genieten. Misschien konden wij het wel wanneer de toestanden in de wereld en het leven zelf even vredig en prachtig waren als sommige van onze dagen. Kunt u zich voorstellen dat de mensen zich nu binnenkort in zulk een leven hier op aarde zullen verheugen? Merk op wat de Bijbel in Psalm 72:1-8 zegt:
„O God! geef den Koning Uw rechten, en Uw gerechtigheid den zoon des Konings. Zo zal hij Uw volk richten met gerechtigheid, en Uw ellendigen met recht. De bergen zullen den volke vrede dragen, ook de heuvelen, met gerechtigheid. Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen. Zij zullen U vrezen, zolang de zon en maan zullen zijn, van geslacht tot geslacht. Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen, die de aarde bevochtigen. In zijn dagen zal de rechtvaardige bloeien, en de veelheid van vrede, totdat de maan niet meer zij. En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.”
Het zal een glorierijke gelegenheid zijn gedurende die tijd te leven; dan te leven, zal ongetwijfeld mooier zijn dan de beste dagen. En wat die dagen mooi zal maken, is, dat God zelf bij zijn volk zal zijn, dat wil zeggen, vertegenwoordigend, en hij zal dingen voor hen doen. Wij lezen dit in Openbaring 21:3-5, volgens de Nieuwe-Wereldvertaling (Engels): „’Zie! de tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volk zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw noch geschreeuw noch pijn zal meer zijn. De vorige dingen zijn voorbijgegaan.’ En degene die op de troon was gezeten, zeide: ’Zie! ik maak alle dingen nieuw.’ Ook zegt hij: ’Schrijf, want deze woorden zijn betrouwbaar en waarachtig.’”
Tegenwoordig is het moeilijk dat wij ons een voorstelling maken van een wereld zonder tranen, dood, rouw of pijn. Maar onder het koninkrijk Gods zal er een einde worden gemaakt aan al dit kwaad en Gods machtige daden zullen maken dat de mensen hem willen loven en hem tot de einden der aarde willen verheerlijken. David zeide dit in Psalm 145:1, 3, 4, 10-13, 15, 16 (NBG):
’Ik zal U verhogen, mijn God, Gij Koning, ik zal uw naam prijzen voor altoos en immer. Jehovah is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk. Geslacht aan geslacht zal uw werken roemen, zij zullen uw machtige daden verkondigen. Al uw werken zullen U loven, Jehovah, uw gunstgenoten zullen U prijzen; zij zullen van de heerlijkheid van uw koningschap spreken en van uw mogendheid gewagen, om den mensenkinderen zijn machtige daden te verkondigen en de luisterrijke heerlijkheid van zijn koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle eeuwen, uw heerschappij is over alle geslachten. Aller ogen wachten op U, en Gij geeft hun te zijner tijd hun spijze; Gij doet uw hand open en verzadigt met welbehagen al wat leeft.’
Wij hebben zulk een God nodig die al onze verlangens kan bevredigen. Wij hebben zulk een regering nodig welke de mensheid met duurzame vrede kan zegenen. Daarom spoorde Jezus zijn volgelingen er toe aan om de komst van het koninkrijk te bidden en te vragen of Jehovah’s wil op aarde evenals in de hemel geschiede.
Maar waarvoor wij voornamelijk belangstelling hebben, is: Wanneer zullen al deze goede dingen komen? Zullen wij ze kunnen zien? Zullen ze in onze tijd komen? De profeet Daniël beantwoordt deze vragen voor ons, zeggende in Daniël 2:44: „Doch in de dagen van die koningen [de koningen en heersers van onze tijd] zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.” In dit vers toont God ons dus dat het zijn voornemen is alle koninkrijken van deze wereld te verwijderen en deze koninkrijken te vervangen door zijn koninkrijk onder leiding van zijn Zoon, Jezus Christus. Nadat God deze aardse koninkrijken heeft verwijderd, zal de mensheid vrede genieten, want de regeerder van Gods koninkrijk is de Vredevorst. Zoals Jesaja onder woorden bracht: „Want een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; en de regering zal op zijn schouder zijn; en zijn naam zal worden genoemd: Wonderlijk, Raadgever, De Machtige God, De Eeuwige Vader, De Vredevorst. Aan de uitbreiding van zijn regering en van de vrede zal geen einde zijn.” — Jes. 9:6, 7, KJ; vs. 5, 6, Statenvert.
Wij kunnen thans zien dat wij voor de poorten van die Nieuwe-Wereldregering staan — een regering onder de Allerhoogste God Jehovah, welke zal worden bestuurd door zijn regerende Koning, Christus Jezus. Het is gebiedend noodzakelijk, dat alle mensen over dat koninkrijk vernemen, zijn machtige daden leren kennen en te weten komen wat het voor de mensheid zal doen, opdat zij gedurende deze moeilijke tijden in hoop mogen leven, tot eer van God en de vervulling van zijn Woord.
De mensen zijn er niet in geslaagd vrede te brengen en de mensheid te leren hoe zij werkelijk moeten leven. God zal niet falen. Maak deze Koninkrijksbeloften tot een deel van u zelf door ze te geloven en door op God te vertrouwen, dat hij ze zal doen geschieden. In dat Koninkrijk zullen allen die geloof in Hem oefenen, ten volle leren genieten en leven smaken dat werkelijk leven is!