Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w54 15/11 blz. 339-340
  • De hoop van een nieuwe aarde

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De hoop van een nieuwe aarde
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1954
  • Vergelijkbare artikelen
  • Aarde
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • Zal de mensheid zichzelf en de aarde vernietigen?
    Ontwaakt! 1981
  • „Dit goede nieuws van het koninkrijk”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Wat de duizendjarige regering tot stand zal brengen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehova’s koninkrijk 1951
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1954
w54 15/11 blz. 339-340

De hoop van een nieuwe aarde

ZOU u niet graag een betere wereld zien? Een wereld die vrij is van de hebzucht, de corruptie en het lijden waardoor de tegenwoordige wereld wordt gekenmerkt? Zou het geen ware vertroosting brengen een werkelijke basis te hebben op grond waarvan men op zulk een betere wereld kan hopen? Dit zou stellig het geval zijn.

Er is een deugdelijke basis op grond waarvan men kan hopen een betere wereld te zien omdat er een God in de hemel is, waarvan de gehele natuur getuigt. En uit zijn Woord, de Bijbel, vernemen wij dat hij een liefderijke, rechtvaardige, alziende en almachtige God is. Daar dit zo is, kunnen wij er stellig op vertrouwen dat hij nota neemt van de tegenwoordige toestanden en er daarom in rechtvaardige verontwaardiging een einde aan zal maken, zoals hij ongeveer vijf en twintig eeuwen geleden heeft voorzegd: ’Wacht op Mij, luidt het woord van Jehovah, ten dage dat Ik zal opstaan tot den buit; want mijn vonnis is, volken te vergaderen, koninkrijken te verzamelen, over hen mijn gramschap uit te gieten, heel mijn brandenden toorn, want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden’ (Zef. 3:8, NBG). Die gebeurtenis wordt ergens anders in de Bijbel beschreven als Armageddon.

Maar misschien zult u vragen: Wat voor goed zal dat doen wanneer God bij het uitwissen van de slechte toestanden op de aarde tegelijkertijd de aarde zelf vernietigt door haar met vuur te verteren en tot een sintel te laten verbranden? Laten wij echter niet haastig zulk een voorbarige conclusie trekken, want in Gods Woord wordt zowel figuurlijke als letterlijke taal gebruikt.

Dat wij niet moeten denken dat de letterlijke aarde door vuur verteerd zal worden, blijkt uit vele andere verzekeringen die God ons heeft gegeven. Bijvoorbeeld in Jesaja 45:18, waar wij lezen: ’Want alzo zegt Jehovah, Die de hemelen geschapen heeft, die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen, dat zij ledig zijn zou, maar heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou; Ik ben Jehovah, en niemand meer.’ Wanneer God de aarde heeft geschapen opdat ze bewoond zou worden, moet ze blijven bestaan, niet waar? Gods geïnspireerde Bericht vermeldt het volgende, waardoor uitdrukkelijk de waarborg wordt gegeven dat deze aardbol blijft bestaan: „Het ene geslacht gaat, en het andere geslacht komt; maar de aarde staat in der eeuwigheid.” — Pred. 1:4.

Welnu, het gezonde verstand alleen al dient ons te vertellen dat dit Gods voornemen moet zijn met betrekking tot de aarde, die, voor zover de mens bekend is, van alle planeten de enige planeet is waarop leven in stand gehouden kan worden. Zulk een prachtige aardbol, met haar hemelhoge, met sneeuw bedekte bergtoppen, haar groene dalen, haar kronkelende rivieren en kalme meren, haar machtige oceanen en glorierijke zonsondergangen, haar statige bomen en haar eindeloze en kleurrijke verscheidenheid van bloemen en andere plantengroei, haar wisselende jaargetijden, het wonder van de regenboog, om nog maar niets te zeggen over de vele, vele soorten van vogels en zeedieren, haar vele soorten van beesten des velds, zowel wilde beesten als huisdieren! Zou een alwijze en almachtige God dit alles vernietigen om de eenvoudige reden dat velen van hen die zorg dragen voor de aarde, niet beseffen hoe goed God is en hun medemensen zelfs misgunnen dat zij zich in datgene verheugen wat zij zelf zo zeer wensen?

Is het niet veel redelijker de gevolgtrekking te maken dat God slechts degenen van de aarde zou verwijderen die haar met hun zelfzucht en goddeloosheid verontreinigen, zodat hij zijn voornemen met betrekking tot de aarde zou kunnen verwezenlijken, welk voornemen er in bestaat de aarde met rechtvaardige schepselen gevuld te hebben, die hem aanbidden en hun naasten liefhebben zoals zichzelf? Natuurlijk. Welke huisbaas zou zijn huis afbranden om de eenvoudige reden dat de huurders die het huis bewonen, er niet goed zorg voor hebben gedragen? Zou hij niet veeleer de ongewenste huurders er uit zetten en het huis aan anderen verhuren van wie hij alle reden had te geloven dat zij gewenste huurders zouden blijken te zijn? Welnu, dat is precies wat God ons vertelt dat hij zal doen: „Nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede.” — Ps. 37:10, 11.

Ja, herinnert u zich het Bijbelse bericht over de goddeloze dagen vóór de vloed? Vernietigde God destijds de aarde zelf wegens de goddeloosheid van de mens? O neen, hij verwijderde slechts hen die op goddeloze wijze de aarde verdierven, en hij deed dit door middel van een wereldomvattende vloed, terwijl hij degenen die God liefhadden, alsmede liefde voor rechtvaardigheid en hun medemensen hadden, tezamen met vertegenwoordigers van de verscheidene soorten van de lagere dieren, van die catastrophe bevrijdde en een gereinigde aarde deed betreden. De Zondvloed vernietigde de aarde niet, de aarde werd er slechts door gezuiverd van haar ongewenste bewoners. Zo is het eveneens met de snel naderende catastrophe van Armageddon; de goddeloze bewoners van de aarde zullen worden vernietigd, maar de aarde zal blijven bestaan.

Wat een wonderbaarlijke plaats zal deze aardbol dan zijn! Betreffende die tijd heeft God beloofd: „Ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde; en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden, en zullen in het hart niet opkomen” (Jes. 65:17). De nieuwe hemelen hebben geen betrekking op nieuwe melkwegen met sterren maar er worden veeleer nieuwe onzichtbare regeerders mee bedoeld die de tegenwoordige onzichtbare regeerders, namelijk, de Duivel en zijn demonen, zullen vervangen, evenals met de nieuwe aarde geen nieuwe planeet wordt bedoeld maar een nieuw samenstel van dingen op deze aarde, een Nieuwe-Wereld-maatschappij, die reeds wordt gevormd.

Met betrekking tot de toestanden welke op die nieuwe aarde zullen heersen, zegt Gods profeet vervolgens: ’Zij zullen huizen bouwen en bewonen, en zij zullen wijngaarden planten, en derzelver vrucht eten. Zij zullen niet tevergeefs arbeiden, noch baren ter verstoring; want zij zijn het zaad der gezegenden van Jehovah, en hun nakomelingen met hen. De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg, zegt Jehovah’ (Jes. 65:21, 23, 25). Gods Woord bevat vele soortgelijke profetische verzekeringen.

Indien wij aan de vernietiging van deze oude wereld willen ontkomen en de gereinigde nieuwe aarde willen binnengaan, waarin rechtvaardigheid zal wonen, moeten wij thans acht slaan op het profetische bevel dat God in Zefanja 2:3 heeft gegeven: ’Zoekt Jehovah, alle gij zachtmoedigen des lands, die Zijn recht werken! Zoekt gerechtigheid, zoekt zachtmoedigheid, misschien zult gij verborgen worden in den dag van den toorn van Jehovah.’

Dat daarom allen die oprecht van hart zijn en jegens God van goede wil zijn en die een betere wereld verlangen te zien, hoop krijgen, want de profetieën in de Bijbel tonen aan dat de nieuwe aarde niet alleen een zekerheid is maar zeer nabij is. God kan niet liegen en hij is te rechtvaardig en liefderijk om verwachtingen in ons op te wekken enkel en alleen ten einde ons teleur te stellen door zijn beloften niet na te komen, zoals dit door de politici wordt gedaan. Hij zegt: „Ik heb het gesproken, ik zal het ook doen geschieden; ik heb het mij voorgenomen, ik zal het ook doen.” — Jes. 46:11, AS.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen