Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w55 1/4 blz. 103-112
  • Gods liefde komt te hulp in ’s mensen crisis

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Gods liefde komt te hulp in ’s mensen crisis
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • EEN LIEFDERIJKE GOD
  • BEVRIJDING DOOR MIDDEL VAN EEN GOEDE REGERING
  • „Dit goede nieuws van het koninkrijk”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • De Koninkrijksregering in werking doen treden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1953
  • „Zie! Ik maak alles nieuw”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
  • Jehovah is de God van liefde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2015
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
w55 1/4 blz. 103-112

Gods liefde komt te hulp in ’s mensen crisis

Elke crisis is een tijd van benauwdheid en bezorgdheid. In het geval van een ziekte welke noodlottig kan blijken te zijn, slaat de dokter oplettend gade hoe de ziekte zich ontwikkelt totdat ze de crisis heeft bereikt, terwijl hij daarna uitziet naar een beslissende verandering in de symptomen ten einde aan de hand daarvan vast te stellen of er voor de persoon een stellige dood zal volgen of dat hij tot leven zal herstellen. Hij is dankbaar wanneer de uiterlijke tekenen van de ziekte van dien aard zijn dat er een herstel tot goede gezondheid mogelijk is en het kostbare leven wordt verlengd. Misschien zijt gij lichamelijk niet ziek, maar zijt gij geestelijk ziek? Hebt gij de crisis bereikt, en zijn de tekenen in uw levensloop van dien aard dat u een hopeloze en blijvende dood te wachten staat? Nu de ontwikkelingen in de geschiedenis der mensheid zo zijn als ze thans zijn, hebt gij, ja, hebben wij allen het keerpunt bereikt. Welke weg zullen wij inslaan? De boodschap van dit artikel is bedoeld om alle lezers er van te helpen met succes door de crisis heen te komen zodat zij de helderste verwachtingen kunnen koesteren in verband met een gelukkige toekomst in een betere wereld. Dit goede nieuws is door ruim 427.000 personen gehoord op meer dan 80 districtsvergaderingen, welke in de zomer en de herfst van het jaar 1954 door Jehovah’s getuigen over de gehele wereld werden gehouden.

1. Voor het bestaan waarvan kan de mens blij zijn, en waarom vooral nu?

DE MENS kan blij zijn dat er zo iets bestaat als goddelijke liefde, Gods liefde. Vooral nu is dit zo, want de mens heeft zijn crisis bereikt. Dat wil zeggen, hij bevindt zich in een kritieke tijd en gelegenheid. De wereld of het samenstel van dingen gaat haar weg en waar ze zal eindigen, is zeker. Voor de wereld zal er geen ommekeer zijn. De crisis is dus niet met betrekking tot deze wereld. De vraag is niet of de wereld beter of slechter zal worden. De mensen die onwetend zijn van Gods voornemen en van wat hij heeft voorzegd, hopen vol verlangen dat de wereld beter zal worden en zich zal herstellen, maar de personen die op de hoogte zijn van Gods voornemen en geloven wat hij heeft voorzegd, weten dat er geen hoop is dat deze wereld beter zal worden en zich zal herstellen. Haar spoedige vernietiging is zeker; haar gewelddadige dood in de ergst denkbare soort van ellende is door de Opperste Macht van het universum besloten en dit besluit kan niet worden herroepen. Alleen goddelijke liefde kan de mensheid van vernietiging redden.

2. Voor wie is het thans een crisis, en waarom, en tot het doen waarvan is het hoog tijd?

2 De crisis is met betrekking tot de mens of de mensheid. De vraag is: Welke weg zal de individuele mens gaan? In dit opzicht is het een crisis voor u, want het woord „crisis” betekent in de taal waaruit het is genomen, „oordeel” of „beslissing,” en thans is het een tijd van beslissing voor ieder individu. De gehele mensheid staat op het keerpunt. Zal ze de juiste weg inslaan? Noch de gehele mensheid noch de meerderheid der mensheid zal de juiste weg inslaan. Om deze reden kunt gij het u niet veroorloven hen te volgen, ook al kan het een moeilijke beslissing voor u betekenen. Toch hebt gij het tijdstip bereikt waarop gij moet beslissen of uw persoonlijke aangelegenheden en uw handelwijze moeten voortgaan zoals ze zijn of een verandering moeten ondergaan of moeten eindigen en gij met iets nieuws moet beginnen, iets wat een ander doel heeft en tot een ander resultaat leidt. Zowel de tijden als de omstandigheden pressen u er toe iets te doen. Daarom hebt gij een crisis bereikt. De crisistijd zal niet onbepaald lang voortduren. Hij zal eindigen met gevolgen — met wat voor soort van gevolgen voor u? Het is hoog tijd een beslissing te nemen en te handelen, indien gij het wilt vermijden daarheen te gaan waar de wereld zal eindigen.

3, 4. Waarom zijn wij, zonder er aan te kunnen ontkomen, in de crisis geraakt, en met welke crisis die lang geleden is geschied, komt ze overeen?

3 Waarom zijn wij, zonder er aan te kunnen ontkomen, in de crisis geraakt? Is dit gekomen omdat wij door de recente explosie van verschrikkelijke waterstofbommen plotseling in het „Waterstoftijdperk” zijn geslingerd, en er nu over nog ergere bommen wordt gesproken, zoals de cobaltbom en de stikstofbom? Is dit gekomen omdat volgens de uitspraken van militaire en politieke leiders atoomoorlog, welke vorm de 3de Wereldoorlog zou aannemen, de vernietiging van de beschaving betekent en het bestaan van het mensdom in gevaar brengt? Neen, want niet enkel de vrees voor die verschrikkelijke dingen op zichzelf zet de mens er toe aan de juiste beslissing te nemen.

4 De crisis bestond voordat wij in het waterstoftijdperk werden geslingerd. Wij bevinden ons in de crisis omdat wij hebben bereikt wat in Gods Woord de „tijd van het einde” wordt genoemd. Het is de „tijd van het einde” voor deze oude wereld, en hieronder zijn zowel onzichtbare als zichtbare dingen op aarde begrepen (Dan. 11:35; 12:4). Derhalve komt deze crisis overeen met een crisis die meer dan vierduizend jaar geleden is geschied in de dagen van de voorvader van het tegenwoordige menselijke geslacht, Noach, een getrouwe man die, door zijn levenswandel, „met God wandelde.” In zijn tijd kwam er een wereldcatastrophe die erger was dan het springen van ontelbare waterstofbommen. Het was een vloed welke de gehele aardbol bedekte en de beschaving van die tijd volledig wegvaagde, omdat ze ontaard en corrupt was. Het mensdom werd steeds meer verdorven door de invasie van ongehoorzame geestelijke personen uit de onzichtbare hemelen; gewelddaad vervulde de aarde; de slechtheid van de mens was groot geworden, elke neiging van de gedachten van het hart der mensen was aldoor alleen maar slecht; en op huichelachtige wijze ’riepen de mensen de naam van Jehovah aan,’ waardoor zij de naam van de ene en enige levende, waarachtige God verkleinden (Gen. 4:26, NW). Ten einde de verkeerde ideeën over de waarachtige God recht te zetten en het menselijke geslacht een rechtvaardig nieuw begin te geven, veroorzaakte Jehovah God de wereldomvattende vloed, waarvan er zelfs tot op deze dag nog bewijzen op aarde zijn. Ten einde een kern of zaad te bewaren waaruit de mensheid een nieuw begin kon hebben, gaf Jehovah God Noach de opdracht een ontzagwekkend grote ark of kist te bouwen. Hierin bewaarde Hij Noach en de zeven leden van zijn gezin en honderden exemplaren van het dierlijke leven der aarde, opdat zij, nadat de vloed voorbij was, de aarde met hun nakomelingen zouden kunnen vullen. — 1 Petr. 3:20.

5. Welk nieuw ding is toegevoegd, waardoor de situatie tegenwoordig zelfs nog slechter is dan in de oudheid?

5 Tegenwoordig, nadat Noachs afstammelingen vierduizend jaar hebben bestaan, is de situatie zelfs nog slechter. De toestanden op aarde zijn overbekend zodat het niet nodig is dat wij ze hier beschrijven. Het kan zijn dat de mensheid in het algemeen het niet weet, waardeert of gelooft, maar er is thans één nieuw ding toegevoegd en het helpt te verklaren wat de reden is voor al dit voortdurend slechter worden van de wereldtoestanden ondanks de Volkenbond de Verenigde Naties en alle andere geneesmiddelen welke de menselijke maatschappij tegenwoordig voorstelt en toepast. Het toegevoegde nieuwe is dit: De grote veroorzaker van slechtheid is nedergeworpen, tezamen met alle demonen of geestelijke personen die hij tot goddeloosheid heeft gekeerd. Al dezen zijn uit een hoge en machtige positie in de onzichtbare hemelen naar de nabijheid van onze aarde nedergeworpen, waar zij in bewaring worden gehouden om ter bestemder tijd te worden vernietigd. Dit is sedert 1914 n. Chr., het jaar waarin de 1ste Wereldoorlog begon, geschied. Ter waarschuwing van ons heeft in de hemel de volgende roep luide geklonken en hij is in de heilige Schrift opgetekend: „Weest hierom blijde, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee voor de aarde en voor de zee, want de Duivel is tot u afgekomen, en heeft grote toorn, wetend dat hij een korte tijd heeft” (Openb. 12:12, NW). Onze dag is de tijd voor zijn grote toorn, omdat de tijd totdat hij en zijn demonen volledig op non-activiteit zullen worden gesteld, zo kort is. Hij is daarom vast besloten in deze korte periode alle goddeloosheid en schade welke hij de bewoners der aarde kan toebrengen, te concentreren. Hij weet dat zijn tijd aldoor korter wordt, maar hij tracht de mensheid hiervan onwetend te houden, want hij smeedt plannen om hun vernietiging op dezelfde tijd te laten geschieden als hij zelf in de universele oorlog van Armageddon wordt verpletterd. Daarom „wee voor de aarde en voor de zee.”

6. Wegens welke politiek en welke macht van de Duivel verkeert de mensheid in gevaar dat zij allen weggevaagd zullen worden?

6 Niet deze wereld of dit samenstel van dingen, maar de mens, het menselijke geslacht, bevindt zich derhalve in de crisis. Met het oog op de verschrikkelijke dingen welke vóór hen liggen, zouden zij gemakkelijk allen weggevaagd kunnen worden. Voor zover het de Duivel of Satan betreft, indien hij in deze kwestie zijn eigen gang kon gaan, zouden zij allen tezamen net hem en zijn demonen worden weggevaagd. Zijn krankzinnige, onbezonnen politiek is: „Heers of vernietig!” Indien hij de mensheid niet kan overheersen, zal hij ze vernietigen. Hij is niet menslievend. Hij heeft geen liefde voor de mensheid. Door de macht welke hij heeft over de ontvankelijke geest van wereldse mensen, beweegt hij hen er in het geheim toe hun eigen vernietiging te beramen, niet alleen door het vervolmaken van de waterstofbom en andere dodelijke wapens van massaslachting, maar vooral door hun weigering de enige weg voor menselijke redding te aanvaarden, ongeacht of waterstofbommen al dan niet rechtstreeks op menselijke mikpunten worden geworpen. Door mensen gemaakte bommen kunnen slechts het tegenwoordige leven der mensen vernietigen, maar ’s mensen weigering het aanbod van Gods liefde voor menselijke redding te aanvaarden, heeft het verlies van eeuwig leven in geluk in een rechtvaardig nieuwe wereld tot gevolg.

7. Door wie in het bijzonder werd de vernietiging van deze wereld negentien eeuwen geleden voorzegd, en uit wiens profetie deed hij zelf een aanhaling?

7 Personen die op de juiste wijze zijn onderricht in de heilige Geschriften, „De Bijbel,” weten dat de vernietiging van deze wereld of dit samenstel van dingen negentien eeuwen geleden werd voorzegd door de grootste profeet die ooit op aarde is geweest, Jezus, de Zoon van God. Zijn vele profetieën daaromtrent bereikten een hoogtepunt toen hij zeide: „Dan zal er grote verdrukking zijn zoals niet is voorgekomen sedert het begin der wereld tot nu toe, en ook nooit weer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar wegens de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort” (Matth. 24:21, 22, NW). Eeuwen voordien had Jehovah’s profeet Daniël dit voorzegd, en Jezus deed een aanhaling uit Daniëls profetie waarin hij betreffende de „tijd van het einde” zeide: „Te dier tijd zal Michaël opstaan, die grote vorst, die voor de kinderen uws volks staat, als het zulk een tijd der benauwdheid zijn zal, als er niet geweest is, sinds dat er een volk geweest is, tot op dienzelven tijd toe; . . . En gij, Daniël! sluit deze woorden toe, en verzegel dit boek, tot den tijd van het einde; velen zullen het naspeuren, en de wetenschap zal vermenigvuldigd worden.” Als vervulling van deze profetie hebben wij een toegenomen begrip van de „tijd van het einde” en zijn betekenis. — Dan. 12:1, 4.

8. Hoe was het einde van deze wereld zelfs veel eerder voorzegd dan in die tijd?

8 Maar zelfs verder terug dan Daniël, ja, zelfs vóór de vloed van Noachs tijd, was het einde van deze wereld of dit samenstel van dingen voorzegd, bijvoorbeeld, door Henoch, nog een man die ’met God wandelde.’ In de heilige Schrift lezen wij: „Ja, de zevende man van Adam af, Henoch, heeft ook over hen geprofeteerd, toen hij zeide: ’Ziet! Jehovah is met zijn heilige myriaden gekomen, om het oordeel te voltrekken aan allen en alle goddelozen schuldig te verklaren betreffende al hun goddeloze daden die zij op een goddeloze wijze hebben bedreven, en voor al de ergerlijke dingen die goddeloze zondaren tegen hem hebben gesproken’” (Judas 14, 15, NW; Gen. 5:21-24; Hebr. 11:5, 6). Maar Jehovah God zelf was de eerste die over het einde der wereld sprak, heel vroeger in het paradijs van Eden toen de eerste man een veroordeelde handelwijze ging volgen en zijn Schepper het oordeel van lijden en dood over hem uitsprak. Daar zeide Jehovah God, terwijl hij zich richtte tot de opstandige geest, die gelijk een slang had geïntrigeerd ten einde dit alles tot stand te brengen: „Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad. Hij zal u in de kop vermorzelen en gij zult hem in de hiel vermorzelen” (Gen. 3:15, NW). Dat de grote Slang van goddeloosheid in de kop vermorzeld zal worden, betekent ook dat zijn wereld of samenstel van dingen in onze tijd door Gods geliefde Zoon, die in het bijzonder het zaad van Gods vrouw is, zal worden vernietigd. Er blijft dus geen hoop over voor deze wereld waarvan Satan de god is.

9. Hoe beantwoordt God de vraag of enigen van het menselijke geslacht de gelegenheid zullen hebben in het leven te blijven, ten einde ons geslacht in leven te houden?

9 Indien de wereld niet kan worden gered, kunnen enkelen van het geslacht der mensheid dan wel worden gered en hersteld? Dit is het punt in kwestie dat in de tegenwoordige crisis moet worden beslist. Zal de gehele mensheid tezamen met Satan de Duivel en zijn demonen bij de vernietiging van zijn wereld ten ondergaan? Hebben enigen van het menselijke geslacht de gelegenheid om in het leven te blijven, ten einde ons geslacht op deze aarde te doen voortduren? Ja! zeide Jezus, de grootste profeet van God. Ja! zegt God zelf in de volgende woorden: ’Ik heb de aarde gemaakt, en Ik heb den mens daarop geschapen; Ik ben het! Mijn handen hebben de hemelen uitgebreid, en Ik heb al hun heir bevel gegeven. Want alzo zegt Jehovah, Die de hemelen geschapen heeft, die God, Die de aarde geformeerd, en Die ze gemaakt heeft; Hij heeft ze bevestigd, Hij heeft ze niet geschapen, dat zij ledig zijn zou [tot een woestenij], maar heeft ze geformeerd, opdat men daarin wonen zou: Ik ben Jehovah, en niemand meer’ (Jes. 45:12, 18, AS). Jehovah God zal niet toelaten dat de aarde gedurende de universele oorlog van Armageddon woest gelegd zal worden zonder een menselijke bewoner.

10. Met welke woorden herinnert Petrus ons er aan dat Gods liefde overlevenden zal bewaren?

10 De geïnspireerde schrijver Petrus herinnert ons er aan dat de Almachtige God mensen levend door het einde van deze wereld of dit samenstel van dingen heen kan bewaren, zeggende: „Hij heeft zich er niet van weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar heeft Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig bewaard toen hij een vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht; Jehovah weet hoe hij mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving moet bevrijden, maar onrechtvaardige mensen voor de dag des oordeels moet bewaren opdat zij worden afgesneden. Daar al deze dingen aldus zullen worden opgelost, wat voor mensen dient gij te zijn in heilige gedragingen en daden van godvruchtige toewijding, verbeidend en goed in gedachten houdend de tegenwoordigheid van de dag Jehovah’s, waardoor de hemelen, brandend, zullen worden opgelost en de elementen, intens heet zijnde, zullen smelten. Maar er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en hierin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petr. 2:5, 9; 3:11-13, NW). Gods liefde zal overlevenden voor deze nieuwe wereld bewaren.

EEN LIEFDERIJKE GOD

11. Waarom is de uitdrukking „Gods liefde” voor de meerderheid der mensheid wellicht vreemd, maar is zijn liefde een werkelijkheid?

11 Wellicht is de uitdrukking „Gods liefde” voor de grote meerderheid der mensheid vreemd. Waarom? Omdat zij zulk een Wezen als een liefderijke God, een oppermachtige en almachtige God, die liefde heeft voor zijn levende schepselen, en in het bijzonder voor de mens, niet kennen. Het bestaan van kwaad en de toelating van toenemende goddeloosheid hebben hen verbijsterd en tot verkeerde ideeën over God geleid, dat wil zeggen, indien zij geloven dat er nog zulk een Persoon als God is. De Godonterende leerstellingen van intrigerende, zelfzuchtige religieuze leiders hebben God in verkeerde kleuren geschilderd en hebben hem afgebeeld als een liefdeloze, onrechtvaardige God, die een wreed welbehagen schept in de dood des mensen en die op wraakzuchtige wijze maatregelen treft dat de zondige mens na zijn lichamelijke dood voor eeuwig onnoemelijke folterende pijnigingen ondergaat. Tot op deze dag hebben de religieuze stelsels der Christenheid hun onchristelijke leringen van een gloeiend vagevuur en van een laaiende hel waarin menselijke zielen na de dood van het lichaam eindeloze kwelling ondergaan, niet in het openbaar verworpen. En voor hen die alleen in het bestaan van onzichtbare demonen geloven, die er snel bij zijn een persoon letsel toe te brengen wanneer zij niet worden verzoend, is het idee van een liefderijke, oppermachtige God iets waarvan zij nog nooit tevoren de vertroosting hebben gevoeld. Desondanks is Gods liefde een te bewijzen werkelijkheid.

12. Waarom is de gebrekkige toestand waarin wij ons tegenwoordig bevinden, niet aan onze Schepper te wijten, en in welk opzicht is het feit dat wij thans bestaan, een teken van zijn liefde?

12 Alles wat is geschapen, is afkomstig van deze enige levende en waarachtige God, die gelijk een rotsfundament is op wie de gehele schepping rust. De profeet Mozes bezong hem en zeide: „Ik zal de naam van Jehovah bekendmaken. Schrijf gij grootheid toe aan onze God! De Rots, volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen ongerechtigheid is; rechtvaardig en oprecht is hij. Zij hebben van hun zijde verderfelijk gehandeld; zij zijn niet zijn kinderen, bij hen zelf ligt het gebrek” (Deut. 32:3-5, NW). Indien de Schepper niet liefderijk zou zijn, zou de mensheid hier tegenwoordig niet zijn na deze duizenden jaren waarin zij verderfelijk en niet als zijn kinderen hebben gehandeld. Zesduizend jaar geleden schiep hij de eerste man en vrouw in menselijke volmaaktheid en plaatste hen in het paradijs van geneugte, een volmaakt stuk land, een hof, op aarde. Toen zij hun liefderijke Schepper ongehoorzaam werden en onder de doodstraf kwamen te staan, had Jehovah God hen onmiddellijk kunnen wegvagen, voordat zij ook maar kinderen zouden hebben. Op die wijze zou hij hebben kunnen voorkomen dat er een zondig geslacht ontstond, zoals wij tegenwoordig zijn; waar zouden wij in dit geval thans echter zijn? Het gebrek in de mensheid van tegenwoordig is niet te wijten aan een liefdeloze Schepper, maar, zoals Gods eigen geschreven Woord het mysterie voor ons verklaart, „door één man (Adam] is de zonde de wereld binnengekomen en door de zonde de dood, en de dood heeft zich aldus tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen hadden gezondigd.” Wij werden allen uit de zondaar Adam geboren en geraakten in deze gebrekkige, zondige toestand. — Rom. 5:12, NW; Genesis, de hoofdstukken 2 en 3.

13. (a) Welke andere gelegenheid had God waarin hij de gehele mensheid kon wegvagen maar hoe heeft hij sindsdien liefde getoond? (b) Waarom heeft hij een boodschap van verzoening uitgezonden, en wat wil het zeggen, verzoend te worden?

13 De Almachtige God, de Schepper, had nog een gelegenheid waarin hij de gehele mensheid had kunnen wegvagen. Die gelegenheid was tijdens de zondvloed van Noachs tijd. De zondvloed was wereldomvattend, totaal, en zelfs de bergen stonden vele ellen onder water, terwijl de wateren veertig dagen lang over de aarde wiesen en pas nadat een geheel zonnejaar was voorbijgegaan, in bassins wegzonken en de droge oppervlakten van tegenwoordig overlieten. Maar God spaarde acht menselijke zielen en vele paren lagere dierlijke zielen, zodat wij tegenwoordig ten gevolge hiervan meer dan 2.300.000.000 zielen der mensheid en veel dierlijk leven op aarde hebben. Ofschoon de overweldigende meerderheid der mensheid hem niet moge kennen of liefhebben, aanbidden en gehoorzamen, maar zelfs als vijanden van hem moge leven, heeft de liefderijke God Jehovah toch zijn zon doen schijnen op deze onvolkomen menselijke schepselen en hij heeft zijn regen en sneeuw op hen doen neervallen. Indien iemand er recht op heeft ons te gebieden: „Blijft uw vijanden liefhebben, goeddoen aan hen die u haten, en hen die u vloeken, zegenen,” is het Jehovah God, en hij heeft zijn geliefde Zoon, Jezus Christus, dit voor Hem laten zeggen in zijn rede op de berg in Palestina (Luk. 6:27, 28, NW; Matth. 5:1, 2, 44). Negentien eeuwen geleden legde God het fundament opdat deze vroegere vijanden met hem verzoend konden worden of wederom teruggebracht konden worden in vriendschappelijke betrekkingen met hem, en hij zond zijn afgezanten, de ware volgelingen van Jezus Christus, uit om tot ons te zeggen: „Wij zijn daarom afgezanten in de plaats van Christus, alsof God door bemiddeling van ons een dringend verzoek deed. Als plaatsvervangers van Christus smeken wij: ’Wordt met God verzoend’” (2 Kor. 5:20, NW). Wanneer wij met Jehovah God worden verzoend, betekent het voor ons veel meer dan ons slechts te verheugen in de natuurlijke zegeningen van de zon en regen en de groeiende dingen der aarde, dingen waarin het overige gedeelte der mensheid zich thans ook verheugt; voor ons betekent het redding tot eeuwig leven in Gods nieuwe wereld.

14. Welke verkeerde gedachte hebben velen omtrent werkelijke redding omdat ons tegenwoordige bestaan met pijn vervuld is, maar wat is Gods voornemen met betrekking tot pijn en lijden?

14 In de nieuwe wereld van rechtvaardigheid zal het leven als menselijke schepselen niet langer met pijn vermengd zijn. De geïnspireerde Christelijke schrijver Johannes, die een glorierijk visioen had van die uit nieuwe hemelen en een nieuwe aarde bestaande nieuwe wereld zeide: „Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de vorige hemel en de vorige aarde waren voorbijgegaan, en de zee is niet meer. . . . En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wissen, en de dood zal er niet meer zijn, noch rouw noch geschreeuw noch pijn zal er meer zijn. De vorige dingen zijn voorbijgegaan” (Openb. 21:1-4, NW). Omdat het menselijke bestaan thans met droefheid en pijn is vervuld, zijn er velen die denken dat werkelijke redding tot stand moet komen door een ontkomen aan alle bestaan. Zij hebben het verkeerde idee gevormd dat men, wil men droefheid, pijn en lijden kwijtraken, het bestaan moet kwijtraken. Vele lijdende personen verlangen naar de dood ten einde aan alles een einde te maken, en zij die in de transmigratie van de ziel geloven, verlangen er naar dat de cyclus van transmigraties van de ziel tot een einde komt in een nirwana van niet-bestaan, een onbewuste nietsheid. Het kan zijn dat het bestaan van de zondige mens thans ongelukkig en pijnlijk is maar niet alle bestaan is ongelukkig en pijnlijk. Omtrent de enige levende en waarachtige God, Jehovah, wordt verklaard dat hij „de gelukkige God” is (1 Tim. 1:11, NW). Zij die tegenwoordig met hem zijn verzoend, vormen het enige werkelijk gelukkige volk dat thans op aarde is, en zij zijn een illustratie van Gods voornemen dat er in bestaat al zijn schepselen die hij eeuwig leven in de nieuwe wereld geeft, volmaakt gelukkig te hebben, terwijl er geen enkele pijn meer zal zijn, noch droefheid of sterven.

15. Waarom betekent het geen redding wanneer men tot de toestand van niet-bestaan geraakt of de vernietiging ingaat, en wat is derhalve de van God afkomstige redding?

15 De van God afkomstige redding is niet een ontkomen aan bestaan, maar een bevrijding van dood of niet-bestaan. Tot niet-bestaan geraken, is de straf voor kwaad doen tegen God, want in Gods Woord staat: „Het loon dat de zonde betaalt, is de dood, doch de gave die God schenkt, is eeuwig leven door Christus Jezus onze Heer” (Rom. 6:23, NW). Zij die tot die toestand van niet-bestaan geraken, dienen zichzelf niet te strelen met de gedachte dat zij een redding uit het leven of bestaan ondervinden. Zij ondergaan een straf en zij missen het eeuwige geluk van volmaakt leven in Gods nieuwe wereld. Elk dier of redeloos beest kan sterven; voor de mensheid is sterven dus helemaal niet superieur aan het lot van beesten of dieren. Om de geïnspireerde wijze man aan te halen: „Wat den kinderen der mensen wedervaart, dat wedervaart ook den beesten, en enerlei wedervaart hun beiden; gelijk die sterft, alzo sterft deze, en zij allen hebben enerlei adem, en de uitnemendheid der mensen boven de beesten is geen; . . . Zij gaan allen naar één plaats; zij zijn allen uit het stof, en zij keren allen weder tot het stof” (Pred. 3:19, 20). Dientengevolge is de van God afkomstige redding een bevrijding van of ontkoming aan dit beestachtige lot, een bevrijding uit niet-bestaan of vernietiging. God bewaart het leven van zijn vijanden of zondaren niet ten einde hen ongelukkig te laten blijven en pijn te doen lijden. Hij bewaart het leven van hen die hem liefhebben ten einde hen voor altijd volledig geluk te laten genieten. Er staat geschreven: ’Jehovah bewaart al degenen, die Hem liefhebben; maar Hij verdelgt alle goddelozen.’ — Ps. 145:20.

16. Van wie is de leerstelling afkomstig dat de mens zichzelf moet redden, en welk doel beoogt hij met zulk een leerstelling, en waarom mogen wij terecht een begeerte naar leven koesteren?

16 De grote tegenstander van de mens is Satan de Duivel, en hij heeft de leerstelling ontworpen dat onze redding niet afkomstig is van een God die buiten ons is maar afhankelijk is van de controle welke wij over onze eigen geest oefenen waarna wij in eigen kracht ons lichaam controleren door middel van de geest. Het doel dat de tegenstander met zulk een leerstelling beoogt, is, dat de mensen de enige redding die van Jehovah God afkomstig is, weigeren. Het is de mens niet beschoren zichzelf in deze crisis of op welke andere tijd maar ook te redden. „Redding behoort Jehovah toe,” staat in Psalm 3:8 (AS; vs. 9, Statenvert.). Voor eeuwig in geluk leven, is iets wat door geen enkel lager dier kan worden bereikt. Het is iets wat de mens kan bereiken, maar niet door middel van zichzelf. De mogelijkheid er voor komt niet van de mens zelf maar is van buiten afkomstig, van Jehovah God. Wij mogen terecht naar deze van God afkomstige redding hunkeren of verlangen, en wij kunnen dit doen zonder schade te lijden en zonder teleurgesteld te worden wegens het koesteren van zulk een begeerte of verlangen. Door Gods weg te volgen, die hij ons door bemiddeling van Jezus Christus, zijn Zoon, heeft geopenbaard, kan zulk een vurig verlangen naar redding, voor ons worden bevredigd doordat wij ten slotte zullen ontkomen aan alle lijden, ouderdom en droefheid en zullen geraken tot een eeuwig leven zonder pijn, onvolmaaktheid, armoede, geestelijke onwetendheid en verwarring, en vervreemding van een liefderijke, gelukkige God. Laten wij ons zelf dus niet bedriegen met betrekking tot hoe het leven is ontstaan, wat het doel er van is en waarom het juist in deze tijd wordt gekenmerkt door pijn en ellende. Verkeerde ideeën over het leven en het doel er van zijn te wijten aan het feit dat de mens geen kennis heeft omtrent de enige levende en waarachtige God, bij wie de fontein of de bron van het leven is (Ps. 36:10). Het is alleen de wens van de tegenstander Satan de Duivel, de mensen onwetend het lot van de goddelozen en de bozen voor zichzelf te doen verlangen en te laten verkiezen. Gods uitnodiging luidt: „Gij moet het leven kiezen opdat gij moogt blijven leven, gij en uw nageslacht, door Jehovah uw God lief te hebben, door naar zijn stem te luisteren en door hem trouw te blijven, want hij is uw leven en de lengte van uw dagen.” — Deut. 30:19, 20, NW.

17, 18. (a) Wat wil het zeggen het leven te kiezen? (b) Wat is de hoogst belangrijke reden waarom Gods gave van het eeuwige leven „door Christus Jezus” wordt aangeboden?

17 In de tegenwoordige crisis zal de verstandige en redelijke persoon, hij die liefheeft wat juist is, het leven kiezen, wat betekent de weg te kiezen welke tot leven leidt. Houd in gedachten: „De gave die God schenkt, is eeuwig leven door Christus Jezus onze Heer.” Het leven is het aanvaarden waard, ongeacht door bemiddeling van wie God het verkiest aan te bieden. Waarom dus gekrenkt te worden omdat het door bemiddeling van Christus Jezus wordt aangeboden? Er bestaat een hoogst belangrijke reden voor waarom het door bemiddeling van hem wordt aangeboden. De val van het gehele menselijke geslacht werd bewerkt door de zonde van onze eerste ouder Adam. Het loon dat hij verdiende voor zijn niet liefderijke zonde tegen God zijn Vader was de dood, vergezeld van onvolmaaktheid, droefheid, pijn, heerschappij van de Duivel en vervreemding van God totdat hij in de dood terugkeerde tot het stof waaruit God hem oorspronkelijk in menselijke volmaaktheid had geformeerd. Zijn ongehoorzame vrouw beïnvloedde hem tot zonde en van hem en door bemiddeling van haar is aan het gehele menselijke geslacht de veroordeling van zonde en dood doorgegeven, met alles wat er mede gepaard gaat, vrees, lijden, ongeluk, oorlog en twist, ouderdom, verlies en teleurstelling. Omdat de volmaakte Adam in Eden door God werd geschapen en van God leven had ontvangen, wordt er in de Heilige Schrift over hem gesproken als „de zoon van God” (Luk. 3:38). De val van alle afstammelingen van Adam werd door bemiddeling van hem, de ene man, bewerkstelligd doordat hij de weg van volmaaktheid en godvruchtige toewijding verliet. Derhalve is het mogelijk dat de bevrijding van alle gewilligen van Adams afstammelingen tot stand wordt gebracht door bemiddeling van een andere „zoon van God,” doordat hij als een volmaakte man ten behoeve van Adams afstammelingen afstand doet van zijn leven. Omdat niemand die van Adam een kort bestaan als een man ontvangt, een volmaakt leven als een slachtoffer voor het menselijke gezin kon geven, zond God zijn eniggeboren Zoon uit de hemel opdat deze een volmaakte man in het vlees op aarde kon worden.

18 Ten einde de menselijke natuur aan te nemen en een werkelijke man van vlees en bloed in menselijke volmaaktheid te worden, onderwierp deze Zoon van God uit de hemel zich er aan uit een deugdelijke vrouw, een Joodse maagd, te worden geboren en vervolgens tot de volledige manlijkheid op dertigjarige leeftijd op te groeien. Hij ondernam vervolgens de offerandelijke loopbaan welke door God, zijn Vader, voor hem was afgebakend, door te prediken dat het koninkrijk Gods de enige hoop voor de mensheid is. Deze getrouwe prediking leidde er toe dat hij als een martelaar of getuige voor Jehovah God werd gedood, maar hij stierf zondeloos, zonder van de weg van God te zijn afgeweken, zoals de eerste vader van de mens, Adam, in Eden had gedaan. Derhalve aanvaardde God het menselijke leven dat zijn Zoon ten behoeve van de stervende mensheid als een slachtoffer aflegde. Ook beloonde hij zijn getrouwe, zichzelf opofferende Zoon door hem uit de doden op te wekken tot onsterfelijk leven in de hemelen, opdat hij de Koning kon zijn in het beloofde koninkrijk van God over de mensheid. Daarom is Jezus Christus zo belangrijk in Gods regelingen. Daarom moeten wij door bemiddeling van hem als Gods Voornaamste Functionaris tot God komen. Daarom is Gods gave van eeuwig leven aan de mensheid „door Christus Jezus onze Heer.”

19. (a) Waarom is deze regeling volkomen rechtvaardig, en ook economisch? (b) Wat brengt God tot uitdrukking doordat hij zijn eniggeboren Zoon voor dit doel heeft uitgekozen?

19 Deze door God beschikte regeling is volkomen rechtvaardig, daar één volmaakt menselijk leven in ruil wordt gegeven voor het volmaakte menselijke leven dat door de zonde in Eden werd verbeurd. Deze regeling is ook economisch of vermijdt verspilling, aangezien dood, veroordeling, onvolmaaktheid en lijden door de ene man Adam over het gehele menselijke gezin kwamen en thans de gelegenheid voor eeuwig leven tot alle gewilligen van Adams gezin komt door bemiddeling van de Ene volmaakte die is opgeofferd, Jezus Christus. Daarom zegt God betreffende hem: „Deze is mijn Zoon, de Geliefde, die ik heb goedgekeurd; luistert naar hem” (Matth. 17:5, NW; 1 Petr. 1:17). Nadat de zaak dus op verstandige wijze is beschouwd, dient niemand er gekwetst door te zijn te vernemen dat God het eeuwige welzijn van de gehele mensheid afhankelijk heeft gemaakt van deze ene persoon en alles heeft besloten in deze getrouwe en waardige Zoon. Wat is er op deze goddelijke regeling aan te merken? Waar is ze niet in staat de gewenste resultaten voort te brengen? Waarom zou de Almachtige God velen te hulp moeten roepen, ten einde u uw persoonlijke religieuze favoriet er bij te laten halen? De talloze religiën kunnen allen hun eigen religieuze favoriet hebben zodat het, ten einde hen allen te behagen, noodzakelijk zou zijn een pantheon of een tempel van alle goden op te richten. Doch de enige levende en waarachtige God heeft zijn eigen keuze, en het is de juiste keuze, zijn eniggeboren Zoon, die hij als een slachtoffer heeft gegeven. Die daad brengt liefde tot uitdrukking, de hoogste mate van goddelijke liefde, zijn meest geliefde Zoon er aan over te geven door toedoen van zondaars te sterven voor hen die het op geen enkele wijze verdienen maar die veroordeelde zondaars waren.

20. Wat dient zulk een liefde voor ons te doen in plaats dat wij er door worden gekwetst, en wat wordt er door te kennen gegevens wanneer wij die liefde verachten?

20 Is zulk een ongewone liefde iets waarover men gekwetst zou worden? De onzelfzuchtigheid van zulk een liefde beveelt zichzelf aan ons aan. Zoals iemand die zelf de voordelen van die liefde had ondervonden, het tot uitdrukking bracht: „Christus is terwijl wij nog zwak waren, op de bestemde tijd voor goddeloze mensen gestorven. Want nauwelijks zal iemand voor een rechtvaardige sterven; voor de goede weliswaar durft iemand misschien nog te sterven. Maar God beveelt zijn liefde jegens ons hierin aan dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaren waren” (Rom. 5:6-11, NW). Er wordt werkelijk de hoogste mate van ondankbaarheid door te kennen gegeven wanneer wij een liefde die op zulk een wijze aan ons wordt aanbevolen, verachten en van de hand wijzen.

21. Waarom dient onze liefde een antwoord aan God te zijn?

21 Welke man op aarde zou een geliefde zoon er aan overgeven op schandelijke wijze te lijden en op de meest pijnlijke wijze te sterven opdat degenen aan wie hij niets verschuldigd is maar die de vernietiging verdienen, bevoordeeld kunnen worden? God spreidde die wonderbaarlijke mate van liefde voor ons mensen ten toon. Hierover staat geschreven: „God is liefde. Hierdoor werd de liefde van God jegens ons openbaar gemaakt, dat God zijn eniggeboren Zoon in de wereld heeft gezonden opdat wij door bemiddeling van hem leven mochten verwerven. De liefde bestaat in dit opzicht, niet hierin dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft uitgezonden als een zoenoffer voor onze zonden” (1 Joh. 4:8-10, NW). Hoe zouden wij ons er van kunnen weerhouden zulk een God lief te hebben? Wanneer wij deze onzelfzuchtige God wel leren liefhebben, zijn wij net zoals de Christelijke apostel Johannes verplicht te zeggen: „Wat ons aangaat, wij hebben lief, omdat hij ons eerst heeft liefgehad.” — 1 Joh. 4:19, NW.

BEVRIJDING DOOR MIDDEL VAN EEN GOEDE REGERING

22. Op wie gelijken wij wat betreft de liefde voor een goede regering, en wat heeft hij ten opzichte van zulk een goede regering gedaan?

22 Wanneer rechtvaardiggezinde mensen de enige levende en waarachtige God leren kennen en liefhebben, komen zij vol vreugde tot het besef dat zijn liefde en hun liefde in één speciaal opzicht gelijk zijn, en dat is in de liefde voor een goede regering voor de mensheid. Uit liefde voor zulk een rechtvaardige, volmaakte regering hebben wij er naar verlangd maar wij konden er niets aan doen. De machten waardoor goddeloze, zelfzuchtige, onderdrukkende regeringen ontstaan, zijn te sterk voor ons geweest en ze zijn dit nog steeds. Uit ons zelf kunnen wij de Duivel en zijn bende niet bestrijden. Jehovah God is echter de Bron van alle rechtmatige regering, want hij is de Souvereine Superieur van het gehele universum. Hij heeft de onrechtvaardige politieke heerschappijen van deze wereld niet goedgekeurd en het ligt niet in zijn voornemen ze toe te staan de mensheid voor onbepaalde tijd te regeren. In zijn liefde voor een goede regering in elk deel van zijn universum heeft hij een goede regering over de mensheid beloofd en er regelingen voor getroffen, met de beste regeerder die mogelijk is, zijn eniggeboren Zoon. Aangezien de regering van hem afkomstig is en door zijn op de troon geplaatste Zoon in de hemelen zal worden bestuurd, wordt ze „het koninkrijk Gods” of „het koninkrijk der hemelen” genoemd. In die regering zal de gezalfde Koning, Jezus Christus, God dienen, en Jehovah duidt op hem in zijn profetieën, zeggende: „Ziet, mijn dienstknecht, die ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie mijn ziel een welbehagen heeft; ik heb mijn Geest op hem gelegd; hij zal voor de natiën gerechtigheid voortbrengen. . . . Hij zal niet falen noch ontmoedigd zijn, totdat hij gerechtigheid op de aarde heeft gesteld; en de eilanden zullen op zijn wet wachten.” — Jes. 42:1-4, AS, marge.

23. Wat deed Gods uitverkoren Dienstknecht toen hij op aarde was ten einde die regering aan te bevelen?

23 Toen deze uitverkoren Dienstknecht op aarde was als de mens Jezus Christus toonde hij zijn toewijding aan deze regering door het koninkrijk Gods te prediken en iedereen die gewillig was, er toe aan te sporen het de eerste plaats in zijn leven toe te kennen. Hij verrichtte vele wonderbaarlijke werken van genezing ten aanzien van de met kwalen behepte mensen, zelfs wekte hij de doden op ten leven, ten einde aan te tonen dat hij degene was die door God voor dit koninkrijk was uitverkoren en ook om de machtige werken te laten zien welke het koninkrijk voor zijn gehoorzame onderdanen zou doen. „Opdat het vervuld mocht worden wat bij monde van Jesaja, de profeet, werd gesproken, die zeide: ’Ziet! mijn dienstknecht die ik heb verkozen, mijn geliefde, die mijn ziel heeft goedgekeurd! Ik zal mijn geest op hem leggen, en hij zal de natiën duidelijk maken wat oordeel is. . . . Voorwaar, in zijn naam zullen de natiën hopen.’” — Matth. 12:17-21, NW.

24, 25. (a) Gelijk welke beschermer wil God dat zijn gezalfde Koning is, en hoe bewees Jezus gelijk zulk een beschermer te zijn? (b) Door wat voor soort van regering komt Gods liefde derhalve thans de mens te hulp?

24 Ten gunste van een goede regering wil Jehovah God dat de Koning die hij door zijn heilige geest tot die positie zalft, voor zijn menselijke onderdanen is als een tedere herder voor zijn schapen. Jezus Christus bewees die hoedanigheden van een herder te bezitten. De juiste soort van herder zal zijn leven voor zijn schapen afleggen. Precies zo legde Jezus als een volmaakte man zijn menselijke leven af voor zijn schapen, zijn volgelingen. Hij wist wat van hem als Herder-Koning werd vereist, want hij zeide: „Ik ben de juiste herder, en ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen mij, evenals de Vader mij kent en ik de Vader ken; en ik doe afstand van mijn ziel ten behoeve van de schapen. En ik heb andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; die moet ik ook inbrengen, en zij zullen naar mijn stem luisteren, en zij zullen één kudde, één herder worden. Daarom heeft de Vader mij lief, omdat ik afstand doe van mijn ziel, . . . Het gebod hiervoor heb ik van mijn Vader ontvangen” (Joh. 10:14-18, NW). En Jezus leverde zijn ziel of leven als een volmaakt mens ook over ter wille van zijn schapen, niet alleen voor die kleine kudde schapen die uit de doden zullen worden opgewekt opdat zij met hem in het hemelse koninkrijk kunnen regeren, maar ook voor al zijn „andere schapen,” die de loyale, gehoorzame onderdanen van zijn koninkrijk op aarde zullen worden.

25 Hij kon geen grotere liefde voor zijn schapen hebben. Om zijn eigen woorden aan te halen: „Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand afstand zou doen van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden” (Joh. 15:13, NW). Indien gij zijn vriend zijt, kunt gij met zijn apostel Paulus zeggen: „De Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft overgeleverd” (Gal. 2:20, NW). Jehovah God heeft dat soort van regeerder lief. Daarom staat in de profetie welke tot deze Zoon van God is gericht: „De scepter van uw koninkrijk is een scepter van juiste beginselen. Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en wetteloosheid gehaat. Daarom heeft God, uw God, u gezalfd met de olie van grote vreugde en dit in meerdere mate dan uw deelgenoten” (Hebr. 1:8, 9, NW). Door dit koninkrijk onder zijn Zoon, deze theocratische regering die recht en waarheid liefheeft, komt Gods liefde thans de mens te hulp. Dit is de enige regering welke thans door God wordt erkend en gemachtigd om over de mensheid te regeren.

26. Hoe kan het dat liefde een reden is waarom God deze oude wereld zal vernietigen?

26 Gods liefde voor een rechtvaardige regering en een getrouwe regeerder is een reden waarom Jehovah God deze oude wereld met haar goddeloze regeringen zal vernietigen. De door hem bewerkte vernietiging van de bedrijvers van goddeloosheid is een uitdrukking van liefde — een liefde voor juiste beginselen, een liefde voor hen die het waard zijn in vrede en voorspoed en zonder onderdrukking op aarde te leven. Er zijn dingen die God haat en dat die dingen in deze oude wereld bestaan, doet het zeker zijn dat de oude wereld moet verdwijnen. Wij lezen: ’Deze zes haat Jehovah; ja, zeven zijn Zijn ziel een gruwel: Hoge ogen, een valse tong, en handen, die onschuldig bloed vergieten; een hart, dat ondeugdzame gedachten smeedt; voeten, die zich haasten, om tot kwaad te lopen; een vals getuige, die leugenen blaast; en die tussen broederen krakelen inwerpt [die onenigheid zaait onder broeders]’ (Spr. 6:16-19; AS). God keurt het niet goed wanneer wij liefhebben wat hij haat, en zijn bevel aan ons luidt: „Hebt de wereld niet lief noch dat wat in de wereld is. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; omdat alles in de wereld — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met iemands bezittingen — niet voortspruit uit de Vader, maar voortspruit uit de wereld. De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar hij die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:15-17, NW.

27. Waarom brengt liefde te Armageddon de grootste beroering teweeg welke de geschiedenis ooit heeft gekend, en wat zal ze aldaar doen voor hen die de nieuwe wereld onzelfzuchtig liefhebben?

27 Van het juiste standpunt uit bezien, is het voorbijgaan van deze wereld of dit samenstel van dingen te Armageddon in de grootste tijd van beroering welke de geschiedenis ooit heeft gekend, een uitdrukking van Gods liefde, ongeacht hoe verschrikkelijk de door hem veroorzaakte beroering zal zijn waardoor hij de wereld zal vernietigen. Al die beroering is noodzakelijk om niet alleen de goddeloze, boze stelsels der aarde weg te vagen maar ook de onzichtbare duivelse machten die achter dit zichtbare samenstel van dingen staan, dat wil zeggen, Satan en zijn demonen, die naar de nabijheid van onze aarde zijn nedergeworpen en die thans wee voor de aarde en de zee veroorzaken. Zij die in die ergste van alle verdrukkingen worden terechtgesteld, zullen een dergelijke terechtstelling voor zichzelf hebben gekozen door thans de weg van bescherming en ontkoming, welke God in deze tijd op liefderijke wijze voor hen openhoudt, te versmaden en te verwerpen. Hij zal hen die de oude wereld zelfzuchtig liefhebben, te Armageddon vernietigen. Zij die de rechtvaardige nieuwe wereld onzelfzuchtig liefhebben, zal hij dwars door die universele oorlog heen bewaren en de reine nieuwe wereld met haar nieuwe hemelen en nieuwe aarde binnenleiden, en dezen zullen, door de wil van God te blijven doen, voor altijd in de nieuwe wereld van rechtvaardigheid blijven leven.

28. Welke wereld heeft God zozeer liefgehad, en op welke wijze en waarom heeft hij zijn liefde er voor getoond?

28 Het verschaffen van de rechtvaardige nieuwe wereld en de vestiging er van na de universele oorlog van Armageddon zijn een uitdrukking van Gods liefde. Dit is de wereld die Jehovah God zozeer heeft liefgehad dat hij ter wille van die wereld van zijn zijde het grootste offer heeft gebracht. Om deze reden zeide Jezus Christus, de Zoon van God, toen hij over het koninkrijk Gods sprak: „God heeft de wereld zozeer liefgehad, dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een iegelijk die in hem geloof oefent, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Joh. 3:3, 5, 16, NW). God heeft zulk een liefde voor degenen uit wie de nieuwe wereld zal bestaan, dat hij bereid was zijn geliefde Zoon naar de aarde te sturen opdat hij een offerandelijke dood zou sterven. Zijn dood verschafte het middel voor hun redding tot leven in deze kostbare nieuwe wereld. Maar ten einde de voordelen van zijn slachtoffer te verwerven, moeten zij geloof oefenen in de waarde en de kracht er van. Door overeenkomstig dit geloof te handelen, ontkomen zij er aan met hen die de oude wereld liefhebben, te worden vernietigd en zij worden gezegend met eeuwig leven in de nieuwe wereld. Zij die met de geliefde Koning van de nieuwe wereld zullen worden verenigd, geloven zelf in het slachtoffer dat hij heeft gebracht, en vanwege hun geloof neemt God hen als zijn geestelijke kinderen aan en hij verwekt hen met zijn geest. Wanneer hij hen uit de doden opwekt, geeft hij hun geestelijk leven en hij maakt hen tot het geestelijke deel van de nieuwe wereld opdat zij met Christus Jezus in het hemelse koninkrijk kunnen zijn. Al degenen die de geliefde aardse onderdanen van dit koninkrijk worden, moeten eveneens geloof oefenen in het slachtoffer van hun Koning. Dit zal tot resultaat hebben dat zij de gave van eeuwig leven in volmaakt geluk in het op deze aarde herstelde paradijs zullen ontvangen.

29. Waarom zal die wereld van haar allereerste begin af anders zijn?

29 Van het allereerste begin af zal die nieuwe wereld met de vrucht van Gods geest zijn vervuld, welke geest werkzaam zal zijn in het leven van haar bewoners. Ons wordt verteld dat ’de vrucht van de geest liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, goedgunstigheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing is. Hiertegen is geen wet’ (Gal. 5:22, 23, NW). Geen wonder dat die wereld zo heel anders zal zijn!

30. Welke waarheid wordt, met het oog op Gods liefde, duidelijk door ons gezien, en in welk gevaar verkeren wij met het oog op de toenemende wetteloosheid?

30 Daar God in liefde te hulp is gekomen in ’s mensen crisis, zien wij de belangrijkheid van deze hoedanigheid. Een grote waarheid wordt dus duidelijk door ons gezien: Ten einde te leven, moeten wij liefhebben. Dit is waar met betrekking tot een ieder van ons individueel. De aangelegenheid op grotere schaal behandelend, zien wij het volgende: Het menselijke geslacht moet liefhebben ten einde te leven. Adam en Eva in de hof van Eden kwamen daar achter toen zij op liefdeloze wijze tegen hun God en Schepper hadden gezondigd en moesten sterven omdat zij hem niet hadden liefgehad. De mensheid van tegenwoordig moet daar achter komen, maar niet wanneer het te laat is, zoals in het geval van Adam en Eva. Wij allen die tegenwoordig leven, voelen de bittere gevolgen van hun in gebreke blijven wat liefhebben betreft — hun in gebreke blijven God en elkaar lief te hebben. Maar een toenemend aantal mensen van tegenwoordig komt er thans achter, voordat de gewelddadige losbarsting van Armageddon aankondigt dat het te laat is, en zij leren de vereiste liefde te ontwikkelen en te beoefenen. Daar wij tegenwoordig in de schrikwekkende „tijd van het einde” leven en ons thans zo dicht bij het einde er van bevinden, verkeren wij in groot gevaar te zwichten voor zelfzucht en krankzinnige haat. In zijn profetie over het einde der wereld heeft Jezus hiervoor gewaarschuwd, zeggende: „Wegens het toenemen van wetteloosheid zal de liefde van het grootste aantal verkoelen” (Matth. 24:12, NW). Er mede ophouden lief te hebben, betekent de dood. Indien wij niet willen sterven, moeten wij liefhebben.

31. De ongehoorzaamheid aan welke geboden is datgene wat de mensheid tegenwoordig scheelt, en wat zal het resultaat zijn wanneer wij trachten alleen het tweede gebod na te komen?

31 Wat de mensheid tegenwoordig scheelt, is hun ongehoorzaamheid aan de twee grote geboden. En wat zijn deze twee grote geboden? Jezus Christus antwoordt voor ons. Toen hem de vraag werd gesteld: „Wat is het grootste gebod in de wet?” antwoordde hij: „’Gij moet Jehovah uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw geest.’ Dit is het grootste en eerste gebod. Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als u zelf.’ Aan deze twee geboden hangt de gehele Wet, en de Profeten” (Matth. 22:35-40, NW). Deze twee voornaamste geboden zijn positief. Ze vereisen liefde; in de eerste plaats liefde voor God, vervolgens, evenveel liefde voor onze medemens als voor ons zelf. Zonder de liefde voor God, en die op de eerste plaats, zou de schijnbare liefde voor onze medemens, een schijnbare menslievendheid, ten slotte op teleurstelling uitlopen, ze zou ten slotte worden te niet gedaan.

32. Wegens de vervulling van welke profetie is het leven in deze laatste dagen voor het grootste gedeelte van de mensheid leeg, en waarom blijft deze oude wereld in de dood?

32 Volgens de profetieën van de Heilige Schrift leven wij in de „laatste dagen,” waarin er „kritieke tijden zullen zijn, die moeilijk zijn door te komen.” In deze kritieke tijden, deze dagen van crisis, is het leven voor het grootste gedeelte van de mensheid zeer leeg. Wat is er verantwoordelijk voor dat hun leven zo leeg is? De profetie antwoordt: „De mensen zullen zijn liefhebbers van zichzelf, liefhebbers van geld, . . . geen natuurlijke genegenheid hebbend, . . . zonder liefde voor goedheid, . . . opgeblazen van eigenwaarde, veeleer liefhebbers van genoegens dan liefhebbers van God, die een vorm van godvruchtige toewijding hebben maar de kracht er van niet blijken te bezitten” (2 Tim. 3:1-5, NW). De mensheid snijdt haar eigen levensdraad af door niet lief te hebben. De mensheid kan het leven niet verkrijgen omdat ze geen liefde heeft. Het is een waar commentaar: „Hij die niet liefheeft [overeenkomstig deze twee grote gebeden], blijft in de dood.” En doordat deze liefdeloze, moorddadige oude wereld tot aan Armageddon in de dood blijft, zal ze daar voor altijd worden vernietigd. — 1 Joh. 3:14, NW.

33. In welk opzicht wordt onze krachtsinspanning om leven in de nieuwe wereld te verwerven, niet zuiver een zelfzuchtige krachtsinspanning, en waarom zal derhalve het merendeel der mensheid te Armageddon vergaan?

33 Niet slechts geliefd te worden, maar ook lief te hebben, ja, speciaal lief te hebben, is iets wat heilzaam, verheffend, verrijkend en inspirerend is. God lief te hebben, is de meest sublieme ondervinding. Dàt hoofdzakelijk beweegt ons er toe de goddelijke voorwaarden voor eeuwige redding in deze tijd van ’s mensen crisis te aanvaarden en volgens die voorwaarden te handelen, want dan zal onze krachtsinspanning om leven in de nieuwe wereld te verwerven, niet zuiver een zelfzuchtige krachtsinspanning zijn. Ten einde er zelf werkelijk voordeel bij te hebben en God in deze crisis van de mensheid te verheerlijken, moeten wij gunstig reageren op Gods liefde en zijn twee grote geboden gehoorzamen. Het merendeel der mensheid zal dit weigeren te doen en zal onder de goddelijke veroordeling blijven zonder een ware, door God geschonken hoop op leven, en zij zullen te Armageddon eenvoudig vergaan. Zij koesteren geen liefde voor de „broeders van Christus” noch voor zijn „andere schapen.” En daar zij geen liefde hebben voor hen, hebben zij in werkelijkheid geen liefde voor Christus noch voor zijn God, Jehovah. Daar zij er dus de voorkeur aan geven tot aan het noodlottige uur in de dood te blijven, beslissen zij hun eigen bestemming of einde te Armageddon.

34. In welke tijd bevinden de natiën zich, waardoor de gehele mensheid zich thans in de crisis bevindt, en waarom?

34 De gehele mensheid bevindt zich thans in de crisis omdat ze zich in de tijd van het oordeel der natiën bevindt. Volgens de Bijbelprofetieën en hun vervulling in de hedendaagse geschiedenis, ja, volgens Gods eigen tijdschema dat in de Bijbel staat opgetekend, begon voor de natiën van deze wereld in 1914 n. Chr. de „tijd van het einde,” en de bestemde tijd brak aan waarop Gods koninkrijk in de hemelen moest worden opgericht. Het uitbreken van de 1ste Wereldoorlog in dat jaar was slechts één van de voorzegde aanwijzingen waardoor dat feit werd bewezen. Dienovereenkomstig kwam Jezus Christus op Gods uitnodiging in het Koninkrijk en werd hij op de hemelse troon geplaatst ten einde te regeren, opdat hij deze oude wereld zou kunnen vernietigen en de nieuwe wereld volledig zou kunnen invoeren.

35. (a) Welk scheidingswerk wordt thans door de Koning op zijn troon verricht, en waarom worden sommigen veroordeeld en anderen geprezen? (b) Hoe zijn zij die worden geprezen, reeds tot een toestand van leven overgegaan?

35 In zijn zelfde profetie over het einde der wereld zeide Jezus dat hij in zijn heerlijkheid zou komen en alle heilige engelen met hem en dan zou hij op zijn glorierijke troon zitten en alle aardse natiën voor hem vergaderen en een scheidingswerk beginnen. Hij zou niet de politieke natiën maar de mensen van elkaar scheiden, precies zoals een herder de schapen van de bokken scheidt. Aan zijn rechterhand van gunst zou hij de op schapen gelijkende mensen plaatsen en aan zijn linkerhand van ongunst de op bokken gelijkende mensen. Hij bestraft de klasse der bokken omdat zij geen liefde hebben betoond aan Christus’ geestelijke broeders en hij veroordeelt hen tot eeuwige vernietiging, wat wordt afgebeeld door „het eeuwige vuur dat voor de Duivel en zijn engelen is bereid.” Hij prijst de klasse der schapen wegens hun liefde voor de geestelijke broeders van Christus en leidt deze rechtvaardigen het eeuwige leven in de nieuwe wereld binnen (Matth. 25:31-46, NW; 24:7). Zij hebben de hoop door Gods macht door bemiddeling van Christus beschermd te worden tegen de vernietigende krachten van Armageddon en levend bewaard te worden dwars door het verschrikkelijke einde van deze oude wereld heen en de nieuwe wereld te worden binnengeleid, die zich op glorierijke wijze opent. Waarom? Omdat zij nu reeds, door te leren God en zijn Christus lief te hebben en door te leren hun naaste lief te hebben als zichzelf, overgaan van een doodstoestand tot een toestand van leven, terwijl zij zich op de weg naar het eeuwige leven begeven. Laat de wereld ons hiervoor maar haten. De Christelijke apostel Johannes zegt: „Wij weten dat wij uit de dood tot het leven zijn overgaan, omdat wij de broeders liefhebben.” — 1 Joh. 3:14, NW.

36. Wat kan Gods thans geopende hand voor ons, levende schepselen doen, maar waarom zullen sommigen te Armageddon in hun ontevredenheid omkomen?

36 Hier zijn wij dan in de grootste crisis welke er tot nu toe is geweest. In plaats dat wij kniezen of ons zorgen maken, zijn wij gelukkig indien wij ontwaken voor het feit dat Jehovah God ons in zijn wonderbaarlijke liefde te hulp is gekomen en wij zijn bereid op zijn wijze te worden gered. Wij kunnen de bevrediging van het verlangen van ons liefderijke hart verkrijgen indien wij Gods open hand aanvaarden. In het beschrijven van Gods liefderijke goedgunstigheid richt de mooie Koninkrijkspsalm zich met de volgende woorden tot God: „Gij doet uw hand open, en verzadigt het verlangen van al wat er leeft.” Maar voor een gave zijn twee personen nodig. Er is zowel iemand nodig die de gave aanvaardt als iemand die ze schenkt. De gehele mensheid is op zelfzuchtige wijze bereid de stoffelijke goede dingen welke zijn open hand heeft verschaft, te aanvaarden en er van te genieten. Niet allen waarderen echter het meest grootse aanbod van zijn open hand, het geestelijke aanbod. Zij versmaden het aanbod van Gods gave van eeuwig leven omdat het door bemiddeling van Jezus Christus onze Heer is, en zij bijten de hand die aanbiedt hen zowel met levengevende geestelijke voorzieningen als met stoffelijk voedsel te voeden. Daarom blijven zij onbevredigd in de hoogste betekenis en zij zullen in hun ontevredenheid te Armageddon omkomen.

37. (a) Hoe kunnen wij daarom voor altijd bevrediging vinden? (b) Door wat te doen, zullen wij de levengevende beslissing nemen en ten uitvoer brengen, en ter rechtvaardiging waarvan?

37 Maar de psalm zegt: „Hij zal het verlangen van hen die hem vrezen, vervullen; hij zal ook hun geroep horen, en zal hen redden. Jehovah bewaart al degenen die hem liefhebben; maar alle goddelozen zal hij verdelgen” (Ps. 145:16, 19, 20, AS). Wat ons daarom betreft, wij zullen voor altijd bevrediging vinden door thans het liefderijke aanbod in zijn open hand te aanvaarden. In liefderijke waardering zullen wij zijn grootse middel voor onze redding, zijn koninkrijk onder Jezus Christus, dat nu in de hemelen is opgericht, aanvaarden en wij zullen het op de gehele bewoonde aarde prediken met het doel een getuigenis te geven aan alle natiën totdat het einde komt (Matth. 24:14). Wij zullen ons als een Nieuwe-Wereldmaatschappij verenigen en geregeld samenkomen, en wij zullen dit zonder mankeren doen, ten einde elkaar aan te moedigen en elkaar tot liefde en juiste werken aan te sporen, ’en dat te meer naarmate wij de grote dag zien naderen’ (Hebr. 10:24, 25). Dit doende, zullen wij in deze tijd van ’s mensen crisis de levengevende beslissing nemen en ten uitvoer brengen, en Gods liefde in het te hulp snellen van ons zal worden gerechtvaardigd.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen