Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w57 1/1 blz. 3-5
  • Vlaggen en religie

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vlaggen en religie
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • „VLAGGEDAG
  • Wat weet u van de vlag?
    Ontwaakt! 1972
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
  • ’Redding behoort toe aan Jehovah’
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
  • Morele waarden die respect verdienen
    Jehovah’s Getuigen en het onderwijs
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1957
w57 1/1 blz. 3-5

Vlaggen en religie

VADERLANDSLIEFDE brengt mensen er vaak toe een vuur en ijver te ontwikkelen welke veel weg heeft van religieuze toewijding. Dit leidt hen er toe cesar niet alleen datgene te geven wat hem toekomt, maar zelfs ook datgene wat exclusief aan God toebehoort. Van dezulken kan gezegd worden dat zij religie met politiek verwarren. Een algemeen voorbeeld van zulk een vaderlandslievend vuur is de toewijding welke velen aan de nationale vlag willen geven.

Merk bijvoorbeeld eens op wat de Encyclopedia Americana, deel 11, bladzijde 316, vermeldt over ’s mensen houding jegens zulke vlaggen: „De vlag is evenals het kruis heilig. Vele mensen bezigen de woorden of de uitdrukking ’Etiquette der vlag.’ Dit klinkt te zwak, te oppervlakkig en het doet denken aan de beleefdheid welke in een salon thuishoort. In de voorschriften en bepalingen over ’s mensen houding ten aanzien van de nationale vaandels, worden krachtige, veelzeggende woorden gebruikt, zoals ’Dienst voor de vlag,’ ’Achting voor de vlag,’ ’Eerbied voor de vlag,’ ’Toewijding aan de vlag.’”

Deze autoriteit vermeldt over het groeten van de vlag onder andere het volgende: „In de Verenigde Staten is het de algemeen gebruikelijke en aanvaarde methode met de rechterhand te groeten, terwijl de persoon in de houding staat. Het ontbloten van het hoofd wordt eveneens als een groet beschouwd. Men acht het houden van de hoed boven het hart of van de hand op de linkerborstzijde ook een betuiging van eerbied.”

Dat zulk een toewijding aan de vlag veelal een gewoonte is, is in het geheel niet verbazingwekkend aangezien volgens The Encyclopædia Britannica „de vlaggen vroeger bijna uitsluitend een religieus karakter hadden.” Uit die autoriteit en andere blijkt hoe de vlaggen zich ontwikkeld hebben. In het begin voerden de heidense soldaten hun afgoden en gesneden beelden met zich naar het slagveld, in de hoop de overwinning te behalen. Daarna maakten zij miniatuurbeeldjes van hun gesneden afgoden en nog later schilderden zij voorstellingen van hun afgoden op doek, en bevestigden die aan het einde van stokken. Dit is de evolutie van gesneden afgoden tot de hedendaagse vlaggen.

Ongetwijfeld hadden de joden uit Christus’ tijd juist daarom zulk een antipathie tegen nationale emblemen. Huns inziens had men door het voeren van zulke emblemen Gods gebod geschonden: „Gij moet u geen gesneden beeld maken noch een vorm gelijkend op iets in de hemelen boven, op de aarde beneden of in de wateren onder de aarde. Gij moet u voor hen niet nederbuigen noch er toe worden bewogen hen te dienen, want ik, Jehovah, uw God, ben een God die exclusieve toewijding eis.” — Ex. 20:4, 5, NW.

Zo verhaalt de geschiedenis ons dat Pilatus het hoofdkwartier van zijn leger verlegde van Cesarea naar Jeruzalem. De soldaten namen natuurlijk hun standaarden met de beeltenis van de keizer mee. Daar zij de joodse aard kenden, brachten zij ze omzichtig ’s nachts in de stad, waardoor ze een oproer hoopten te voorkomen. Toen de joden deze standaarden echter in hun heilige stad Jeruzalem ontdekten, werden zij zo woedend dat zij in groten getale naar Pilatus in Cesarea stroomden en de verwijdering van deze standaarden eisten. Op de vijfde dag der besprekingen liet Pilatus de joden plotseling door Romeinse soldaten omsingelen en dreigde hen te zullen laten doden wanneer zij hun demonstratieve verzoek aan hem niet introkken. De joden zwoeren echter dat zij liever wilden sterven dan toestaan dat hun heilige stad door zulke afgodische emblemen ontheiligd zou worden. Pilatus vond het toen maar verstandiger toe te geven.

De vroege christenen zagen er eveneens uiterst zorgvuldig op toe om ook maar niet in de verste verte verdacht te worden van geschipper met de staat of wereldse regering inzake hun toewijding. Neander, een der vooraanstaandste autoriteiten op het gebied der christenen uit de eerste drie eeuwen, zegt: „Alhoewel zij in alles wat niet tegen de wet Gods was, de regering de gewetensvolste gehoorzaamheid betoonden,” aldus bereid zijnd cesar te geven wat hem toekomt, weigerden zij „de keizers enige soort van verering te schenken,” welke destijds algemeen werd betoond, zoals het offeren van wierook aan de borstbeelden der keizers.

Tot in welke mate hedendaagse vaderlandsliefde in religieus vuur kan overgaan zodat datgene wat God toebehoort, aan de cesar wordt gegeven, moge blijken uit het volgende verslag dat is verschenen in de Diario de Justiça van 16 februari 1956, bladzijde 1906, in de federale hoofdstad van Brazilië:

„VLAGGEDAG

Bij een door de vice-president van het [Hoog Militair] Gerechtshof geleide openbare plechtigheid werd op de 19de november eer bewezen aan de Braziliaanse vlag. Om 12 uur precies werd het nationale embleem in de hoogste mast van het gebouw van het Hooggerechtshof gehesen.

Nadat de vlag was gehesen, sprak de minister van oorlog, generaal Tristao de Alencar Araripe, zich aldus over deze herdenking uit:

’De menselijke genialiteit heeft in veelzeggende symbolismen bepaald dat miljoenen wezens onder de bescherming van vlaggen leven, terwijl hun geestes- en harteogen hemelwaarts zijn gericht, vol vertrouwen, geloof en hoop.

Er dient gezegd te worden dat ze, de vlaggen, een groot baldakijn vormen dat boven de uitgestrektheid van ons vaderland wordt opgehouden en onder wiens beschermende schaduw de mensen in geluk leven, vooruitgang maken en bewust het soevereine recht en de veiligheid van een geachte plaats in een vriendelijke betrekking met andere volken erkennen.

De vlaggen zijn in deze zegenrijke rol een godheid der patriottische religie geworden, met als uitvloeisel daarvan aanbidding, geboden, diensten en toebedeling van gunsten en zegeningen. Elk ogenblik van ons leven wordt de vlag vereerd en aanbeden met de diepe, zuivere en bijna aangeboren liefdessentimenten, met dankbaarheid en achting, en met het zichtbare vertoon van een ritueel, hetwelk zich in zijn hoogst affectieve aspect, verre bij wijze van conventie doch als een normale en spontane verplichting, een plaats heeft weten te veroveren in onze levensgewoonten.

De vlag wordt evenals het vaderland aanbeden, niet louter met het rationalisme van een kalm berustende en geuite toewijding, maar met een koortsige hartstocht welke ons tot een onbeteugelde en onvoorwaardelijke verering leidt van al het goede, grootse en nuttige wat door het vaderland tot uitdrukking wordt gebracht. De vlag wordt evenals het vaderland vereerd, doordat men zich er helemaal aan geeft en haar boven zich zelf stelt, zodat men er zelfs zijn leven voor opoffert, opdat ze verhoogd en verheerlijkt moge worden.

Uit de aanbidding, verering en de opofferingsgezindheid blijkt wel zeer de goddelijke hoedanigheid van dit symbool en van de gevoelens, waardoor de mensen uit liefde voor zich zelf en door toewijding aan het algemeen belang worden verenigd. Het is passend dat er op deze dag, gewijd aan de onvergetelijke godheid — de nationale vlag — de nadruk wordt gelegd op deze aanbidding en verering, welke niet slechts een huldebetuiging maar vooral een gebed en smeekbede en een bevestiging van op zich genomen verplichtingen is. Een gebed dat er van haar kracht iets mag uitstralen om de eenheid van alle Brazilianen te stabiliseren opdat Brazilië groot moge zijn en zijn bevolking een groter geluk moge smaken.

Ik bid dat de vlag altijd de verheven en waardige vlag van een geacht en gelukkig Brazilië moge zijn.

Een bevestiging van elks in het openbaar en in het diepste innerlijk op zich genomen verplichtingen, zodat een ieder zich houdt aan zijn verplichtingen als Braziliaan, opdat er door afzonderlijke krachtsinspanningen van een elk boven Brazilië’s hemel het geweldige baldakijn moge zweven waardoor onze gezegende toestand als natie en als vrije en gelukkige mens wordt gewaarborgd.

Wapper in eeuwigheid, vlag van Brazilië.’”

Jezus Christus, de Zoon Gods, legde er de nadruk op dat wanneer wij cesar het zijne geven, wij ook God moeten geven wat hem toekomt. Wat komt God toe? „Exclusieve toewijding,” namelijk: „Gij moet Jehovah uw God liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw geest en met geheel uw kracht” (Mark. 12:30, NW). Zouden wij daarom niet wanneer wij de vlag „elk ogenblik van ons leven” aanbidden en „met een koortsige hartstocht” welke „onbeteugeld en onvoorwaardelijk” is, datgene aan cesar geven wat exclusief aan God toebehoort? Denk er eens over na.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen