Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w58 15/3 blz. 165-167
  • „Het Avondmaal des Heren”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Het Avondmaal des Heren”
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HET BROOD EN DE WIJN
  • HOE DIKWIJLS HET GEVIERD MOET WORDEN
  • WIE MOGEN DEEL HEBBEN
  • Avondmaal des Heren
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Avondmaal des Heren
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Op een waardige wijze deel hebben
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehova’s koninkrijk 1951
  • „Het avondmaal des Heren”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehova’s koninkrijk 1951
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
w58 15/3 blz. 165-167

„Het Avondmaal des Heren”

Dit avondmaal staat ook bekend als „de Eucharistie” en „de Communie.” Wat zegt de bijbel over de betekenis er van?

HET is slechts passend dat Gods daad jaarlijks op juiste wijze wordt herdacht of in herinnering wordt gebracht. Daarom gebood God zijn volk Israël dat het de wonderbaarlijke bevrijding van de Egyptische dienstbaarheid jaarlijks door het paschafeest zou gedenken. Jezus en zijn apostelen kwamen hiertoe dus op 14 nisan in 33 n. Chr. in Jeruzalem bijeen.

Aan het eind stelde Jezus iets nieuws in; de herdenking van zijn dood zou de paschaviering vervangen. Was dit niet zeer passend? Was het geen herinnering aan een nog grotere overwinning van Jehovah God dan de bevrijding der Israëlieten van de Egyptische dienstbaarheid? Inderdaad, want daarmee bewees Jezus dat een volmaakte man ondanks alle aanvallen van de Duivel tot in de dood getrouw kon zijn. Hij verschafte eveneens de basis op grond waarvan hij als het „Lam Gods” de gehele mensheid van dienstbaarheid aan zonde, dood en de Duivel zou kunnen bevrijden. — Joh. 1:29.

Een der aanwezigen, Mattheüs, stelde het aldus te boek: „Terwijl zij met eten verder gingen, nam Jezus een brood en, na een zegen uitgesproken te hebben, brak hij het en het de discipelen toereikend, zei hij: ’Neemt, eet. Dit betekent mijn lichaam.’ Ook nam hij een beker en, na gedankt te hebben, gaf hij hun de beker, zeggende: ’Drinkt er allen uit; want dit betekent mijn „bloed van het verbond,” dat ten behoeve van velen tot vergeving van zonden vergoten zal worden.’” Uit de verslagen van Lukas en Paulus blijkt wat Jezus verder nog zei: „Blijft dit ter mijner gedachtenis doen.” — Matth. 26:26-28; 1 Kor. 11:24.

Waarop duidde Jezus toen en hoe moesten zijn volgelingen zijn dood herdenken? Is dit avondmaal een sacrament? Hoe vaak moet die herdenking plaatsvinden? Wat wordt er afgebeeld door het gebruiken van de symbolen van het brood en de wijn? Wie zijn gerechtigd er van te gebruiken en welke verplichtingen rusten op hen?

Het avondmaal des Heren is geen sacrament. De gebruiker ontvangt er geen genade of speciale zegen van God door. De gedachte, laat staan het woord „sacrament,” is volkomen vreemd aan Gods Woord. Tenzij men er waardig van eet en drinkt, brengt men een veroordeling over zichzelf. In de daad op zich steekt geen enkele verdienste behalve dan dat op alles waarin wij gehoorzaam zijn Gods zegen en goedkeuring rust.

HET BROOD EN DE WIJN

Jezus gebruikte ongezuurd brood, want dit was het enige soort brood dat de joden in de paschatijd in huis mochten hebben. Gezien zijn voorbeeld en de woorden van de apostel Paulus — die haatdragendheid, boosaardigheid en ongerechtigheid met zuurdeeg of gist vergeleek — is het alleen maar passend dat er bij het avondmaal des Heren ongezuurd brood wordt gebruikt. Omdat dit hard en bros is, brak Jezus het, maar aan het breken behoeven wij geen symbolische betekenis toe te kennen.

Omdat het gebruiken van sterke drank vaak veel onheil met zich brengt, beweren sommigen pertinent dat Jezus druivensap gebruikte en dat ook wij dit dienen te doen in plaats van wijn te nuttigen. In zijn tijd kon men druivensap echter nog niet bewaren, en daarom moet de vrucht van de wijnstok gegiste wijn zijn geweest, zoals ook uit Jezus’ woorden blijkt. Alhoewel sommigen in het onzekere verkeren ten aanzien van de kleur er van, ligt het voor de hand dat het rode wijn was, aangezien Jezus het met bloed vergeleek.

Enkele theologen hebben beweerd dat men het niet onder de symbolen van zowel brood als wijn behoeft te ontvangen. De Schrift rechtvaardigt dit standpunt echter niet want Jezus gaf de elf aanwezige apostelen (Judas was vóór die tijd weggegaan) zowel brood als wijn. Zulk een bewering en gewoonte is slechts een uitvindsel om scherper het onschriftuurlijke onderscheid tussen geestelijken en leken te doen blijken. Er is veel strijd over deze kwestie gevoerd, en ze heeft tot het verlies van heel wat levens geleidt; de Hussieten stonden er bijvoorbeeld op dat zij beide symbolen zouden ontvangen terwijl de kerk van Rome hun de wijn wilde ontzeggen.

HOE DIKWIJLS HET GEVIERD MOET WORDEN

Vele religieuze autoriteiten beweren dat de vroege christenen het avondmaal des Heren dagelijks vierden, ter ondersteuning waarvan zij teksten als Handelingen 2:42, 46 aanhalen. Daar is echter geen sprake van wijn, zodat met het „breken van het brood” niet zozeer een avondmaalsviering wordt bedoeld, als wel dat men voedsel nuttigde. Nadat Paulus en zijn medereizigers, die op een ontredderd schip vertoefden, vele dagen niet hadden gegeten, spoorde Paulus hen allen aan om te eten. Hierna ’nam hij ook een brood, dankte God voor hen allen, brak het en begon te eten.’ — Hand. 27:35.

Jezus stelde de herdenking aan zijn dood op de avond van het paschafeest in, en is het daarom niet redelijk hieruit de gevolgtrekking te maken dat het zijn bedoeling was dat het evenals het pascha jaarlijks gevierd zou worden? Ja, en daarom merkte een zekere Canon Foxley ook op dat ’wij gedacht zouden kunnen hebben dat de Christelijke Eucharistie bedoeld was om evenals het Paschafeest jaarlijks gevierd te worden.’ Foxley was echter bezijden de waarheid want hij verwarde een ander ’breken van het brood’ met het avondmaal des Heren. — The Apostolic Age, Bartlett.

Aangezien bovendien het pascha op de veertiende nisan — bij de joden was nisan de eerste maand daar hun jaar in de lente begon — gevierd moest worden, is het dus alleen maar redelijk dat Jezus’ dood op dezelfde dag, 14 nisan, herdacht zou worden. Dat het een herdenking moest zijn, blijkt duidelijk uit Paulus’ woorden: „Zo vaak als gij dit brood eet en deze beker drinkt, blijft gij de dood des Heren bekendmaken, totdat hij komt.” — 1 Kor. 11:26.

WIE MOGEN DEEL HEBBEN

Wat wordt er afgebeeld doordat iemand bij het avondmaal des Heren van het brood en de wijn gebruikt? Dat de deelhebbers geloof hebben geoefend in Jezus’ vergoten bloed en de voordelen van zijn offer, dat ten behoeve van hen is aangewend, hebben aanvaard. Jezus bracht dit bij een andere gelegenheid aldus onder woorden: „Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven, en ik zal hem op de laatste dag opwekken.” — Joh. 6:54.

Jezus zei verder dat de wijn zijn bloed voorstelde, waardoor een nieuw verbond ten behoeve van zijn volgelingen werd bekrachtigd. Onze gedachten gaan hierbij terug naar het bloed van de stieren en bokken waardoor het oude wetsverbond van kracht werd. Hier uit volgt derhalve dat alleen zij die tot het geestelijke Israël, of Christus’ lichaam, behoren, er aan deel mogen hebben. „Is niet de beker der zegening die wij zegenen, een deelgenootschap aan het bloed van de Christus? Is niet het brood dat wij breken, een deelgenootschap aan het lichaam van de Christus? Omdat er één brood is, zijn wij, hoewel velen, één lichaam, want wij hebben allen deel aan dat ene brood.” — 1 Kor. 10:16, 17.

Zijn niet alle christenen die zich aan God hebben opgedragen leden van Christus’ lichaam? Neen. Uit de Schrift blijkt dat Christus zowel een „kleine kudde” als een „grote schare” andere schapen heeft. Om hier deel van te kunnen gaan uitmaken, moet men met Gods Woord en zijn dienstknechten in aanraking komen, geloof oefenen, berouw hebben van zijn vroegere loopbaan en zich opdragen tot het doen van Gods wil en het volgen van Jezus. Jezus gebood dat dit moet worden gevolgd door de waterdoop. — Luk. 12:32; Openb. 7:9; Joh. 10:16.

Al Christus’ schapen moeten deze stappen doen. God is echter op een speciale wijze werkzaam ten behoeve van de leden van de kleine kudde van Christus’ lichaam. Hoe dan? Doordat hij hen eerst wegens hun geloof in Christus’ bloed rechtvaardig verklaart, hen vervolgens door middel van Zijn heilige geest tot geestelijke zonen verwekt en als erfgenamen van God en medeërfgenamen met Christus — met wie zij duizend jaar als koningen en priesters zullen regeren — tot een hemelse roeping roept. Omdat hun aantal tot 144.000 is beperkt, vormen zij waarlijk een kleine kudde. — Openb. 20:5, 6; 14:1, 3.

Alleen zij zijn „wedergeboren.” Op hen alleen zijn Paulus’ woorden van toepassing: „Gij hebt een geest der aanneming als zonen ontvangen, door welke geest wij uitroepen: ’Abba, Vader!’ De geest legt getuigenis af met onze geest dat wij kinderen Gods zijn.” Zij hebben een zekere, levende hoop op hemelse heerlijkheid. — Joh. 3:7; Rom. 8:15-17; 1 Petr. 1:3, 4.

Zij moeten ’hun lichaam als een levende offerande aan God blijven aanbieden’; evenals Jezus moeten zij getrouw getuigenis afleggen van Gods naam en koninkrijk, en zij moeten een rein, voorbeeldig leven leiden. — Rom. 12:1; Joh. 18:37; Gal. 5:19-21.

Zij die de grote schare andere schapen vormen en geen leden van Christus’ lichaam zijn, hebben geen deel aan het avondmaal des Heren. Toch zullen zij in de voordelen van Christus’ slachtoffer en Koninkrijksregering delen, doordat zij eeuwig leven op de paradijsachtige aarde van Jehovah’s nieuwe wereld zullen verwerven.

Alhoewel zij niet deelnemen aan het avondmaal des Heren, hebben zij er niettemin een levendige belangstelling voor evenals voor de deelnemers. Zij worden allen, tezamen met alle mensen van goede wil, uitgenodigd om op 3 april, na 6 uur n.m., met de christelijke getuigen van Jehovah bijeen te komen om gade te slaan hoe het avondmaal des Heren wordt gevierd en de belangrijkheid van Christus’ dood te horen vertellen, hetgeen alles tot rechtvaardiging van Jehovah’s naam is en er toe zal leiden dat zij eeuwig leven zullen verwerven.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen