Is uw religie de juiste religie?
Velen zijn van mening dat hun religie de enig juiste is. Hoe weten zij dit? Kan men dit met zekerheid vaststellen?
BIJNA iedereen gelooft dat zijn religie de juiste is. Klaarblijkelijk is geloven alleen niet voldoende. Een hoogst belangrijke factor is dat men moet kunnen bewijzen dat men de juiste religie aanhangt. Petrus zegt dat christenen altijd gereed moeten zijn zich „te verdedigen voor een ieder die van u een reden eist van de hoop in u.” Paulus geeft de raad: „Vergewist u van alles; houdt vast aan wat juist is.” Dit houdt in dat men zijn religie moet kennen, moet weten wat en waarom men gelooft. — 1 Petr. 3:15; 1 Thess. 5:21.
Uw religie dient een soliede basis te hebben en niet op religieuze leiders of religieuze stelsels, maar op Gods Woord, de bijbel, te zijn gefundeerd. Alvorens u vasthoudt aan uw religie, dient u zich er van te vergewissen of ze in harmonie met Gods Woord is. Blijkt dat hetgeen uw religie leert, niet juist is, dan dient u haar de rug toe te keren, evenals Paulus het noodzakelijk achtte het judaïsme vaarwel te zeggen. U moet bereid zijn de waarheid in te zien en te aanvaarden. Hierdoor zult u God op de juiste wijze gaan aanbidden en daardoor zijn goedkeuring verwerven. — Gal. 1:13-24.
Hoe kunt u weten of uw religie al dan niet juist is? Een eenvoudige manier is haar een toets aan de hand van Gods Woord te laten doorstaan. Is ze niet in overeenstemming met wat de bijbel leert, dan is ze niet in harmonie met de waarheid en derhalve niet juist. God zei: „Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad.” Daarom is het belangrijk dat u „blijft beproeven of gij in het geloof zijt,” zoals Paulus te kennen gaf. Blijf onderzoeken of hetgeen u gelooft in overeenstemming met Gods Woord is. De vraag is echter: Bent u bereid uw religie aan zulk een beproeving te onderwerpen? U hoeft nergens bang voor te zijn, want indien u de juiste religie bezit, kunt u door het onderzoek alleen nog maar zekerder gaan geloven. Is wat u gelooft niet in overeenstemming met de bijbel, dan dient u de waarheid welkom te heten, want ze leidt tot licht en leven. — Jes. 8:20, NBG; 2 Kor. 13:5.
De nu volgende paar vragen dienen een hulp voor u te zijn om te weten te komen of uw religie zich aan de bijbel houdt. Beantwoord de vragen terwijl u ze leest en laat vervolgens uw gedachten gaan over wat de bijbel te zeggen heeft.
Leert uw religie dat de ziel onsterfelijk is, niet kan sterven? Merk op wat er in de bijbel staat: „Mijn ziele sterve den dood der oprechten.” „Dat gij onze zielen van den dood redden zult.” „Mijn ziel sterve met den Filistijnen.” „En alle levende ziel is gestorven.” „De ziel die zondigt, die zal sterven.” Het bijbelse antwoord is duidelijk. Daarin wordt geleerd dat zielen sterfelijk zijn. Leert uw religie dat ook? De juiste religie wel. — Num. 23:10; Joz. 2:13, 14; Richt. 16:30; Openb. 16:3, SV; Ezech. 18:4, 20, NBG.
Leert uw religie dat alleen de goddelozen naar de hel gaan, dat de hel een vurige plaats is en dat niemand van de hel wordt bevrijd? Over Jezus Christus lezen wij in de bijbel dat hij drie dagen in de hel is geweest en er uit werd bevrijd. Petrus zei met betrekking tot Christus: „Zijn ziel is niet verlaten in de hel, noch heeft Zijn vlees verderving gezien.” Jona was ook in de hel en hij kwam er levend en niet verschroeid uit te voorschijn. Toen Jona door een grote vis werd opgeslokt, zei hij: „Uit de buik van de hel riep ik.” Waar bevond Jona zich? In de buik van de vis, en daar is geen vuur. Wat is de hel dan? Het bijbelse antwoord luidt dat de hel het gemeenschappelijke graf der mensheid is. „Welk mens leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal redden uit de macht van het dodenrijk [uit de hand van de hel, Dy]?” Leert uw religie dat de hel het graf is? De bijbel wel en de juiste religie eveneens. — Hand. 2:31, SV; Jona 2:2, KJ; Ps. 89:49, NBG; Gal. 1:8, 9.
Leert uw religie dat de doden bewustzijn bezitten? In de geïnspireerde Schrift lezen wij: „Want de levenden zijn zich er van bewust dat zij zullen sterven; maar de doden zijn zich in het geheel nergens van bewust.” „De doden loven Jah niet, noch zij die in de stilte neerdalen.” Neen, volgens de bijbel bezitten de doden geen bewustzijn. — Pred. 9:5; Ps. 115:17.
TOETS UW RELIGIE AAN DEZE PUNTEN
De meeste „christelijke” religiën leren dat de mensen elkaar dienen lief te hebben. Uw religie ook? Waarom hebben dan in de afgelopen oorlogen katholieken aan de ene zijde katholieken aan de andere zijde gedood? Hetzelfde kan worden gezegd van protestanten en joodse mensen. Toont men zo liefde voor elkaar? Jezus zei: „Want allen die het zwaard opnemen, zullen door het zwaard vergaan.” „Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand afstand zou doen van zijn ziel ten behoeve van zijn vrienden.” Het bewandelen van de weg der liefde en der ware religie houdt dus in dat men zijn leven aflegt ten behoeve van zijn naaste en niet dat men hem van het leven berooft. Brengt uw religie dit in praktijk? — Matth. 26:52; Joh. 15:13; Matth. 22:39.
Leert uw religie dat bedienaren van het evangelie van huis tot huis dienen te prediken? Toen Jezus zijn volgelingen onderrichtte, zei hij: „Wanneer gij het huis binnengaat, groet het huisgezin; en indien het huis het waardig is, zo kome de vrede die gij het toewenst, daarover.” „En zij bleven iedere dag in de tempel en van huis tot huis zonder ophouden onderwijzen en het goede nieuws omtrent de Christus, Jezus, bekendmaken.” „Terwijl ik mij er niet van heb weerhouden u al wat nuttig was, te vertellen, en u in het openbaar en van huis tot huis te onderwijzen.” Prediken en onderwijzen uw predikanten van huis tot huis? Jezus en zijn apostelen wel. En de hedendaagse dienaren van de juiste religie doen het eveneens. — Matth. 10:12-14; Hand. 5:42; 20:20.
Is uw religie een integrerend deel van deze wereld en haar politiek? Moedigt ze u hiertoe aan? Jezus zei over zijn volgelingen: „Zij zijn geen deel van de wereld evenals ik geen deel van de wereld ben.” Jakobus, een discipel van Jezus, schreef: „Weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie derhalve een vriend der wereld wil zijn, stelt zich tot een vijand van God.” „De vorm van aanbidding die van het standpunt van onze God en Vader uit rein en onbesmet is, is deze: voor wezen en weduwen zorgen in hun verdrukking, en zichzelf vlekkeloos van de wereld bewaren.” Bewaart uw religie zich onbesmet van de wereld? De juiste religie wel. — Joh. 17:16; Jak. 4:4; 1:27.
Leert uw religie dat de naam van God Jehovah is? In Psalm 83:19 (Pa) wordt God zo genoemd: „Zoo worden zij ’t gewaar, dat Gij, wiens naam JEHOVA is, dat Gij alleen zijt Opperheer der gansche aarde!” „Ik ben JEHOVA, dat is mijn naam!” Leert uw religie dat? De juiste religie wel. — Jes. 42:8, Pa.
Leert uw religie dat God een drieëenheid (drie personen in één God) is, en dat Jezus God is en de tweede persoon van de drieëenheid? Wij lezen in de bijbel: „Want er is één God [niet drie], en één middelaar tussen God en de mensen, een mens Christus Jezus.” „Eén lichaam is er, . . . één God en Vader van alle personen.” „Hoor, Israël, de HERE [Jehovah] onze God is een enig HERE [Jehovah].” Er is dus geen sprake van een drieëenheid, maar hij is één God. Jezus zei over zichzelf: „Ik ben Gods Zoon,” niet God. De engel zei tot Maria dat Jezus de „Zoon des Allerhoogsten” genoemd zou worden. Wanneer uw religie de juiste religie is, dient ze dit te onderwijzen. — 1 Tim. 2:5, 6; Ef. 4:4-6; Deut. 6:4; Joh. 10:36; Luk. 1:30-33, 35.
Leert uw religie dat Jezus gelijk aan God was? De drieëenheidsaanhangers geloven dit, maar Jezus zei: „De Vader is groter dan ik.” Niet gelijk aan hem, maar groter. Paulus zei met betrekking tot Jezus’ voormenselijke bestaan dat hij „geen wederrechtelijke toeëigening overwoog, namelijk, dat hij gelijk aan God zou zijn.” — Joh. 14:28; Fil. 2:6.
Leert uw religie dat de hemel de bestemming van alle rechtvaardige mensen is? Merk op wat de bijbel hierover te zeggen heeft: „De rechtvaardigen zullen de aarde bezitten en in eeuwigheid daarop wonen.” „Want de oprechten zullen de aarde bewonen.” Jezus stemde hiermee in: „Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven.” Niet de hemel maar de aarde zal de bestemming van de meeste mensen zijn. Leert uw religie dat ook? De bijbel wel. — Ps. 37:29; Spr. 2:21; Matth. 5:5.
VERGELIJK DIT MET WAT U GELOOFT
Sommige religiën leren dat mensen God hebben gezien, maar de apostel zei: „Geen enkel mens heeft ooit God gezien.” Tot Mozes zei God: „Niemand kan mij zien en toch leven.” — Joh. 1:18; Ex. 33:20.
Andere religiën leren dat mensen die vóór Christus hebben geleefd, zoals David, Henoch, Elia en anderen, naar de hemel zijn gegaan. Petrus zei: „Werkelijk, David is niet opgestegen naar de hemelen.” Jezus verklaarde: „Bovendien is geen enkel mens in de hemel opgestegen behalve hij die uit de hemel is nedergedaald, de Zoon des mensen.” — Hand. 2:34; Joh. 3:13.
Anderen leren dat wanneer Christus wederkomt de gehele wereld hem zal zien. Maar Jezus zei: „Nog maar kort en de wereld zal mij niet meer zien.” — Joh. 14:19.
Sommigen leren dat wij nog steeds onder de wet van Mozes staan, maar Paulus zei: ’Gij zijt niet onder de wet maar onder de onverdiende goedgunstigheid.’ „Christus heeft ons door koop van de vloek der Wet verlost.” „Door zijn vlees heeft hij [Jezus] de vijandschap, de Wet der geboden in inzettingen bestaande, te niet gedaan.” — Rom. 6:14; Gal. 3:13; Ef. 2:15.
Anderen zeggen en leren dat ten slotte alle mensen gered zullen worden. Jezus zei dat hij zijn ziel heeft gegeven ’als een rantsoen in ruil voor velen’ — niet voor allen. „Hij die geloof oefent in de Zoon, heeft eeuwig leven; hij die de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de gramschap Gods blijft op hem.” — Matth. 20:28; Joh. 3:36.
Hoe beantwoordt uw religie aan al deze vragen? Toets uw religie. Vergewist u er van of ze in overeenstemming met de bijbel is.
Misschien bent u wel de overtuiging toegedaan dat men slechts oprecht een bepaalde religie behoeft aan te hangen. Wij lezen echter in de Bijbel: „Er is een weg welke een mens recht schijnt, maar de wegen des doods zijn er later het eind van.” Oprechtheid is een belangrijke factor, maar er komt nog veel meer bij kijken. Jezus zei: „Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Meester, Meester, hebben wij niet in uw naam geprofeteerd, en in uw naam demonen uitgebannen, en in uw naam vele machtige werken verricht?’ En toch zal ik hun dan openlijk zeggen: Ik heb u helemaal nooit gekend. Gaat weg van mij, gij werkers der wetteloosheid.” Deze mensen waren klaarblijkelijk oprecht in hun aanbidding en konden dit door werken bewijzen, maar hun oprechtheid en hun werken hebben hen niet gered. Zij werden als wettelozen veroordeeld omdat zij niet de juiste religie bezaten en die niet in praktijk hadden gebracht, hetgeen nodig is om redding te verwerven. — Spr. 14:12; Matth. 7:22, 23.
Om verstandelijk de juiste religie te kunnen kiezen, zult u een persoonlijke studie moeten maken van Gods Woord, de bijbel, waarin de juiste religie wordt beschreven, Bestudeer derhalve de bijbel, leer zijn beginselen kennen, onderzoek wat juist is en houd er dan aan vast. „Vergewist u van alles; houdt vast aan wat juist is.” Christenen hebben slechts „één geloof.” Door de bijbel ijverig te bestuderen en het geleerde in de praktijk toe te passen, zult u die ene juiste religie vinden — de religie van onze Here Jezus Christus. — 1 Thess. 5:21; Ef. 4:4-6; Spr. 2:1-9.