Het bewaren van een juist evenwicht
„Versterkt daarom uw geest tot activiteit, blijft volledig evenwichtig en stelt uw hoop op de onverdiende goedgunstigheid die u ten deel zal vallen bij de openbaring van Jezus Christus.” — 1 Petr. 1:13.
1. Op welke wijze is de bijbel een gids?
DE BIJBEL bevat goede raad en beginselen die onder Jehovah’s leiding werden neergeschreven. Dit gebeurde opdat hij ons tot gids zou dienen en de weg zou wijzen welke wij dienen te gaan en die voor ons het beste is, daar ze tot het eeuwige leven leidt. Daarom zei de apostel Paulus: „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en heilzaam om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen in orde te brengen en streng te onderrichten in rechtvaardigheid, opdat de mens Gods volledig bekwaam zijn, volledig toegerust tot ieder goed werk.” — 2 Tim. 3:16, 17.
2, 3. In welke opzichten moet een christen Christus’ voorbeeld volgen?
2 Hoe kan iemand die geen pogingen in het werk stelt om Gods Woord te leren kennen en dit toe te passen, ooit volledig bekwaam in de predikingsdienst worden? Hoe kan hij zich volledig toerusten om het door God aan christenen opgedragen werk te verrichten? Hoe kan hij dan beweren een christen te zijn? Een christen is iemand die Christus volgt en in zijn voetspoor treedt. Hij zag nergens de Schrift over het hoofd, noch verwierp hij de prediking.
3 Toen hij de weg van christelijke rechtschapenheid bewandelde, was hij volmaakt evenwichtig en bleef God op standvastige wijze trouw. Niets kon hem daar van af brengen. Zijn hedendaagse volgelingen dienen eenzelfde standvastigheid aan de dag te leggen wanneer zij hun christelijke evenwicht wensen te bewaren. „Daarom mijn geliefde broeders, wordt standvastig, onwrikbaar, altijd volop bezig in het werk des Heren, wetend dat uw arbeid niet tevergeefs is in verband met de Heer.” — 1 Kor. 15:58.
4. In welk opzicht is de bijbel een balanceerstok?
4 Hiertoe moeten wij Gods Woord voortdurend bestuderen en zijn beginselen in praktijk brengen. De bijbel heeft dezelfde functie als de balanceerstok bij een koorddanser; die wordt hierdoor geholpen zijn evenwicht te bewaren wanneer hij over het dunne koord voortschrijdt, en de bijbel helpt de christen op de smalle weg van christelijke rechtschapenheid in evenwicht te blijven.
5. Waarom is het niet gemakkelijk geestelijk evenwichtig te blijven?
5 Een christen wordt zo nu en dan van alle kanten door wereldse krachten belaagd, waardoor hij moeilijk zijn geestelijke evenwicht kan bewaren. Men kan gevaarlijk ver de richting van het wereldse materialisme, met al zijn attracties, opgesleurd worden, of misschien door vervolging van de zijde der wereld gevaarlijk een andere richting uitgaan. Dit leidt in beide gevallen tot een ernstige aanval op onze rechtschapenheid jegens God. Of men al of niet op de smalle weg kan blijven, zal nu afhangen van de mate dat men zijn geestelijke evenwichtszin ontwikkelt en van onze bedrevenheid om de bijbel als balanceerstok te gebruiken. Door een juiste concentratie en goede krachtsinspanningen zal men stand kunnen houden, hoe de wereld zich ook inspant om ons van ons stuk te brengen.
DE GEESTESGESTELDHEID
6. Waarom en hoe dient een christen zijn geest te versterken?
6 Daar het voor het aankweken van een juist geestelijk evenwicht noodzakelijk is een juiste geestesgesteldheid te bezitten, is het noodzakelijk deze te houden. Bij verslapping zal de christelijke stabiliteit onmiddellijk aangetast worden. Dit betekent dus dat men zijn geest voortdurend met Gods Woord dient te versterken. Wij moeten mediteren over de hoop die God ons voor ogen gesteld heeft.
7. Waarom dient een opziener in het bijzonder op zijn hoede te zijn voor zijn geestesgesteldheid?
7 Een opziener in de theocratische organisatie dient vooral waakzaam te zijn wat zijn geestesgesteldheid betreft. Hij is immers het voorbeeld voor de anderen. Door zijn verantwoordelijke positie loopt hij gemakkelijk het gevaar zichzelf erg belangrijk te gaan vinden en een te hoge dunk van zichzelf te krijgen. Dan zal hij een verkeerde geestesgesteldheid gaan ontwikkelen. De apostel Paulus waarschuwde hiervoor met de woorden: „Ik zeg ieder uwer niet meer van zichzelf te denken dan nodig is” (Rom. 12:3). Tegen de Filippenzen zei hij: ’Bewaar de geestesgesteldheid in u welke ook Christus Jezus had, . . . hij vernederde zich en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal.’ — Fil. 2:5, 8.
8, 9. (a) Aan welk gevaar dienen enkele opzieners het hoofd te bieden en welk waarschuwend voorbeeld geeft de bijbel hen? (b) Wat dient niet uit het oog verloren te worden?
8 Wanneer men in de theocratische organisatie een verantwoordelijke positie bekleedt en veel belangrijke beslissingen moet nemen, kan men gemakkelijk uit het oog verliezen dat men slechts een dienstknecht des Heren is. Als het gaat over dingen die hij heeft gedaan, zou hij kunnen zeggen, „Ik heb gezegd dat de broeders dit of dat zouden doen.” Of wanneer hij het toezicht uitoefent op het inkopen van de noodzakelijke uitrusting, „Ik heb dit of dat voor hen gekocht.” Dit is een zeer gevaarlijke geestesgesteldheid, want voor iets dergelijks haalden Mozes en Aäron zich bij de wateren van Meriba een goddelijke berisping op de hals. Toen de Israëlieten klaagden ever gebrek aan water zei Mozes: „Zullen wij uit deze steile rots water voor u te voorschijn halen?” (Num. 20:10) Door de woorden „zullen wij water te voorschijn halen” verhief Mozes zichzelf, in plaats van God de glorie en eer te geven. Niet Mozes en Aäron, maar God bracht het water te voorschijn. Zij waren slechts door God gebruikte instrumenten.
9 Hetzelfde geldt voor een opziener. Als hij beslissingen neemt of inkopen doet voor de theocratische organisatie dient hij zichzelf niet dwaselijk te verheffen door te zeggen, „Ik heb dit of dat gedaan.” Niet hij, maar de organisatie deed het. Hij is slechts de dienstknecht, het gebruikte instrument. Hij dient zich het geval van Mozes en Aäron voor de geest te halen en zich voor God te vernederen. Wat voor positie men in Jehovah’s organisatie ook inneemt, nederig dienen wij altijd te blijven. „Vernedert u in de ogen van Jehovah, en hij zal u verhogen.” — Jak. 4:10.
10. Waarom dient een opziener raad aan te nemen?
10 Wil men een juiste geestesgesteldheid bezitten, dan dient men in de allereerste plaats nederig te zijn. Wie nederig is, zal raad van anderen aannemen. Welke positie men ook bekleedt, men weet dat men onvolmaakt is en er wellicht zijn voordeel mee kan doen. „Raad in het hart eens mens is als diepe wateren, maar de man met onderscheidingsvermogen zal haar opdiepen” (Spr. 20:5). Wie nederig is, zal anderen aanmoedigen de raad die in hun hart besloten ligt, kenbaar te maken en zijn positie geen barrière te laten vormen waardoor deze raad in hun hart zal blijven. De nederige weet dat hij haar, vanwege de lading verantwoordelijkheid op zijn schouders meer dan wie ook nodig heeft. De nederige opziener die deze raad weet op te diepen, kan er zeker van zijn dat hij een goede geestesgesteldheid blijft behouden.
DOORZICHT
11. Waarom is een goed doorzicht noodzakelijk?
11 Om een goed geestelijk evenwicht te kunnen handhaven, is het eveneens belangrijk dat men doorzicht heeft. Ziet men in grote lijnen in waar men zich in de stroom des tijds bevindt? Overziet men verleden, heden en toekomst als in één groot panorama? Ziet men de profeten onder inspiratie schrijven en vervolgens de vervulling van deze profetieën in onze tijd? Ziet men dat Armageddon een einde aan dit goddeloze samenstel van dingen zal maken en dat daarna de rechtvaardige nieuwe wereld zal komen waardoor er over de gehele aarde vredige toestanden zullen ontstaan? Ziet men zichzelf reeds in de nieuwe wereld, behulpzaam bij het uit de weg ruimen van de ruïnes van de oude? Ziet men in hoe belangrijk het is zich van deze oude wereld met zijn verkeerde verlangens afgescheiden te houden? Wanneer men dit doorzicht kan aankweken, zal dit een grote hulp zijn om staande te blijven op de smalle weg van christelijke rechtschapenheid. Wie echter geestelijk kortzichtig is en alleen maar ziet wat er zich in zijn onmiddellijke nabijheid afspeelt, zal moeite hebben staande te blijven. Het is noodzakelijk Gods voornemens ten aanzien van alles voor ogen te houden.
12, 13. Hoe dient een christen de theocratische organisatie te bezien?
12 Nauw verwant met een goed doorzicht is een juiste waarde toekennen aan de organisatie en de christelijke prediking. Een goed doorzicht zal een hulp zijn bij het aankweken van een dergelijke waardebepaling. Men kan zich onmogelijk van de theocratische organisatie afzonderen als zou deze geen enkele waarde voor ons hebben. Men heeft haar nodig voor zijn geestelijke voedsel, voor de omgang met zijn broeders en zusters, om aangemoedigd en door haar geleid en onderwezen te worden met het oog op de bediening. Men kan zonder haar niets doen.
13 De christen die een juist doorzicht heeft in Gods voornemens zal duidelijk inzien welke belangrijke plaats de organisatie hierbij inneemt. Hij zal het reusachtige door haar verrichte onderwijzingswerk beschouwen, wat Jezus aldus voorzei: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt om alle natiën een getuigenis te geven” (Matth. 24:14). Hij ziet hoe God haar zegent, haar vruchten doet voortbrengen en haar geestelijke voorspoed schenkt. Hij zal altijd zijn liefde voor de organisatie bewaren en nauw met haar verbonden blijven. Hij heeft de geboden hulp nodig om zijn evenwicht te kunnen bewaren op de smalle weg ten leven.
DENK ALVORENS TE HANDELEN
14, 15. In welk opzicht leeft een christen onder moeilijke omstandigheden, en hoe geeft de bijbel hem gezonde raad?
14 Een christen leeft onder zeer moeilijke omstandigheden daar de atmosfeer die deze wereld ademt nu niet bepaald bevorderlijk is voor iemand die zijn rechtschapenheid wil handhaven. Goddeloosheid, zelfzucht en hebzucht vieren er hoogtij. De goddeloze gaat het voor de wind terwijl zij die godvruchtig trachten te leven, lijden hebben te verduren. Dit helpt hem niet geestelijk evenwichtig te blijven.
15 Opnieuw komt de bijbel hem te hulp en geeft hem gezonde raad: „Wind u niet op over de boosdoeners. Wees niet afgunstig op wie onrechtvaardigheid bedrijven. Want zij verdorren snel als gras, als nieuw groen gras zullen zij verwelken. Blijf stil voor Jehovah en wacht vol verlangen op hem. Wind u niet op over hem wiens weg succesvol is, over de man die [zijn] plannen ten uitvoer brengt. Want boosdoeners zullen afgesneden worden, maar die op Jehóvah hopen, zullen de aarde bezitten.” — Ps. 37:1, 2, 7, 9.
16. Hoe dient men de voorspoed der goddelozen te beschouwen?
16 Omdat het de goddeloze voorspoedig gaat, dient men niet afgunstig te worden en zelf ook goddeloos te gaan handelen. Denk er altijd aan dat hun voorspoed niet iets blijvends is. Zij zullen spoedig evenals het gras dat verdort en sterft, verdwenen zijn. „Wind u niet op over de boosdoeners. Wees niet afgunstig op goddeloze mensen. Want er zal voor de kwaaddoeners geen toekomst blijken te zijn; de lamp der boosaardige mensen zal uitgeblust worden” (Spr. 24:19, 20). Zij zullen nooit de beloning van eeuwig leven krijgen.
17. Waarom kan een christen geen ogenblik verslappen in zijn strijd om geestelijk evenwichtig te blijven?
17 Daar een christen in deze goddeloze wereld moet leven, heeft hij een voortdurende strijd te voeren om zijn reine christelijke identiteit te bewaren. Als hij niet van de hoge, smalle weg van christelijke rechtschapenheid wenst af te tuimelen en in ’s werelds moeras van onrechtvaardigheid wil terecht komen, dient hij zijn geestelijke evenwicht te bewaren. Wanneer verkeerde dingen, zoals wereldse verlangens, aantrekkingskracht op hem uitoefenen, dan dient hij na te denken, te redeneren en zich niet door zijn gevoelens te laten leiden, maar door een juist oordeel; hij dient de beginselen van Gods Woord niet uit het oog te verliezen. Door geestelijk evenwichtig te blijven, zal hij leven als de goddeloze er niet meer zal zijn. „Nog een korte tijd, en de goddeloze zal er niet meer zijn; gij zult beslist acht slaan op zijn plaats, en hij zal er niet meer zijn.” — Ps. 37:10.
18. Wat is er voor nodig om geestelijk evenwichtig te blijven?
18 Wanneer men de smalle weg van christelijke rechtschapenheid gaat betreden, laat men de wetteloze wereldse bezigheden achter zich. Men heeft gebroken met zijn vroegere leefwijze, toen men geen acht sloeg op de wettelijke beperkingen van Gods woord. Men heeft zich ontworsteld aan ’s werelds immorele moeras en bezit nu een hoge moraal. Het is echter niet gemakkelijk om het evenwicht in dit opzicht te bewaren. Het vergt voortdurende krachtsinspanning, waarbij men de hulp van Gods Woord en organisatie nodig heeft. Men moet dan ook voortdurend de wens koesteren zijn geestelijke evenwicht te vergroten.
19-21. (a) Wat dient men te doen wanneer men bemerkt dat men uit zijn evenwicht wordt gebracht? (b) Op welke wijze brengt een christen die ten val komt grote schade toe?
19 Wanneer een evenwichtig christen de kracht van verkeerde verlangens of invloeden ondervindt, dient hij na te denken over de uitwerking die eventuele daden op zijn verhouding jegens God zouden hebben. Zullen ze smaad op Jehovah’s naam werpen, daar hij Hem als een prediker die zich aan Hem heeft opgedragen, vertegenwoordigt? Zullen ze Zijn goedkeuring wegdragen of door Hem afgekeurd worden? Zal er geen smaad door op de organisatie worden geworpen? Zal men er niet net als de Israëlieten door worden, die ook onjuist handelden? „En bij alle volken waar zij kwamen, ontheiligden zij mijn heiligen naam, doordat men van hen zeide: Dezen zijn het volk des HEREN [van Jehovah], maar toch moesten zij weg uit het land” (Ezech. 36:20, NBG). Een evenwichtig christen zal, alvorens hij iets doet dat hem in dezelfde positie zou kunnen brengen als deze ontrouwe Israëlieten, ernstig nadenken. Hij zal Jehovah’s naam niet willen ontheiligen door een onjuiste handelwijze.
20 Hij zal zich Petrus’ woorden herinneren: „Geliefden, ik dring er bij u als vreemdelingen en tijdelijke inwoners op aan, u te blijven onthouden van vleselijke begeerten welke juist strijd voeren tegen de ziel. Bewaart een juist gedrag onder de natiën, opdat zij in hetgeen waarin zij u tegenspreken als kwaaddoeners, ten gevolge van uw goede werken waarvan zij ooggetuigen zijn, God mogen verheerlijken op zijn inspectiedag” (1 Petr. 2:11, 12). Een christen kan beter met wat overleg te werk gaan dan later verschrikkelijke wroeging te hebben.
21 Hij doet er goed aan er eens bij stil te staan welke uitwerking zijn daden op anderen in de gemeente zullen hebben. Hoe zullen nieuwelingen en pas-geïnteresseerden dit wel vinden? Als bijvoorbeeld een opziener zorgeloos zou worden en zijn christelijk evenwicht zou verliezen, zouden hierdoor de zwakken in het geloof wel aan het struikelen kunnen worden gebracht. Zou hij er niet de oorzaak van zijn dat enkele personen van goede wil onverschillig jegens Jehovah’s organisatie zouden worden? Zouden zij haar niet onjuist gaan beoordelen vanwege zijn verkeerde daad en wellicht kwaad van de organisatie gaan spreken? Een christen die zijn evenwicht verliest, kan hierdoor enorme schade berokkenen. Dit dient men nooit te vergeten of over het hoofd te zien. Als een christen zich in plaats van door zijn hartstochten door zijn verstand, en in plaats van door zijn gevoelens door zijn rede zal laten leiden, zal hij veel gemakkelijker zijn evenwicht kunnen bewaren.
HET GEBED
22. Waarom is het gebed zeer noodzakelijk?
22 Men kan onmogelijk geestelijk evenwichtig blijven zonder te bidden. Door het gebed wordt men er aan herinnerd dat men van Jehovah God afhankelijk is. Het is een van de manieren waarop men uitdrukking kan geven aan zijn innige dankbaarheid voor datgene wat God heeft gedaan en nog zal doen. Door middel hiervan kan men met zijn hemelse Vader Jehovah spreken en hem al zijn moeilijkheden en zorgen voorleggen. „Wordt over niets verontrust, maar laten bij alles uw smekingen door gebed en smeekbeden tezamen met dankzegging bij God bekend worden, en de vrede Gods, welke elke gedachte overtreft, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Fil. 4:6, 7.
23, 24. Verklaar waarop iemands geest gericht dient te zijn tijdens het gebed, en waarom?
23 Een oprecht gebed brengt iemand dichter bij God, precies zoals er staat geschreven: „Jehovah is nabij allen die hem aanroepen, allen die hem aanroepen in waarheid” (Ps. 145:18). Hij is nabij hem wiens geest op hem en zijn belangen is gericht en die zijn hart in zijn gebeden legt. Wanneer iemand bidt en tegelijkertijd aan iets anders denkt, kan hij onmogelijk oprecht bidden. Het gebed zal mechanisch en inhoudsloos zijn, evenals de gebeden van hen waarover Jezus sprak toen hij zijns Vaders bij monde van de profeet Jesaja geuite woorden aanhaalde: „Dit volk eert mij met hun lippen, hun hart is evenwel ver van mij verwijderd.” — Matth. 15:8.
24 Of men nu voor zich persoonlijk of namens de gemeente bidt, onze geest dient te allen tijde gericht te zijn op wat wij zeggen. Via het gebed treden wij in contact met de Schepper en dit verdient stellig onze diepgaande belangstelling. Wij dienen onze geest op Jehovah gericht te houden om geestelijk evenwichtig te blijven. „Gij zult allerlei vrede bewaren, want men heeft op u vertrouwd. Vertrouwt op den HERE [Jehovah] tot in eeuwigheid; want in de Here HERE [Jehovah] is een eeuwige rotssteen” (Jes. 26:3, 4, SV). Een innig gebed vergroot ons vertrouwen en afhankelijkheidsgevoel ten opzichte van Jehovah. Ze helpt de christen standvastig te staan ondanks de hem omringende corrupte, oude wereld die hem door haar vervolgingen slagen toebrengt.
DE TOEKOMSTVERWACHTING
25. Waarom is de smalle weg van christelijke rechtschapenheid niet vruchteloos en waarom kunnen wij een zwak geestelijk evenwicht niet onderschatten?
25 Als men de smalle weg van christelijke rechtschapenheid bewandelt, zal dit zeker zijn vruchten afwerpen. Het zal nu en in de toekomst rijke beloningen met zich brengen, die het zoeken waard zijn. Ze zijn echter alleen weggelegd voor hen die geestelijk evenwichtig zijn. Dit houdt in dat een christen met een slecht ontwikkeld evenwichtsgevoel hierin verandering dient aan te brengen en terstond een steviger gang dient aan te kweken. Het is een ernstige zaak waaraan we niet achteloos kunnen voorbijgaan.
26, 27. Wat zijn enkele van de beloningen die een evenwichtig christen nu reeds ontvangt, en waar ziet hij vol vertrouwen naar uit?
26 Een van de beloningen die een evenwichtig christen nu reeds ontvangt, is vrede des geestes. Hij zal, hoe verschrikkelijk de toestanden in de wereld ook zullen worden, hierdoor niet uit zijn evenwicht raken. Hij weet wat de toekomst voor hem in petto heeft en dat hij de weg bewandelt waardoor hij uiteindelijk tot hen zal behoren die dit alles overleven. Hierdoor verdwijnt iedere vrees voor Gods komende vernietiging van dit tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen.
27 Hij heeft de vreugde die alleen zij smaken die Gods wetten liefhebben, zich aan zijn beginselen houden en zijn dienst op zich nemen. Zijn geweten spreekt niet omdat hij onjuist handelt of in gebreke blijft datgene te doen wat van hem wordt vereist. Hij kan rustig zijn, vooruitziend naar het ogenblik waarop hij met eigen ogen zal zien dat deze aarde veranderd zal worden in een op een paradijs gelijkend tehuis voor de gehoorzame mensheid. Vol vertrouwen verwacht hij van nu af langer dan duizend jaar te zullen leven tot het ogenblik dat aan hen die de smalle weg van christelijke rechtschapenheid hebben bewandeld de beloning van eeuwig leven wordt gegeven.
28. Hoe beziet iemand die geestelijk evenwichtig is, de dood?
28 Mocht hij voordien komen te sterven, dan koestert hij de hoop door een opstanding weer tot het leven teruggebracht te zullen worden, als een lid van Christus’ bruidsklasse of met verwachting eeuwig als een menselijk schepsel op aarde te zullen leven. Dit alles omdat hij niet van de smalle weg is afgeweken. Daar een evenwichtig christen de opstandingshoop bezit, kan hij zonder vrees of angst de dood onder ogen zien. Zij die hem vervolgen, kunnen hem niet intimideren door met de dood te dreigen. Hij handhaaft standvastig zijn rechtschapenheid, wat zij ook doen of zeggen.
29. Wat is er gebeurd met enkelen die de smalle weg ten leven hadden gevonden?
29 Zoals Jezus al voorzei, hebben slechts weinigen van de totale wereldbevolking de smalle weg van rechtschapenheid gevonden. Enkelen van hen die hem wel vonden, bewaarden hun geestelijke evenwicht niet en kwamen ten val. Een aantal van dezen herstelden zich en maakten de zeer moeilijke klim terug. Alleen door hun oprechte, innige berouw en Gods onverdiende goedgunstigheid waren zij in staat de weg terug te vinden. Hoe lang zij er op zullen blijven, hangt geheel van henzelf af. Wanneer ze deze keer verstandig handelen, er nauwlettend op toezien hoe zij wandelen en een juist geestelijk evenwicht blijven aankweken, zullen zij in staat zijn op deze weg te blijven totdat het doel, het eeuwige leven, bereikt zal zijn.
30. Mag iemand de symptomen van een slecht geestelijk evenwicht over het hoofd zien? Zo neen, waarom dan niet?
30 Wat met hen gebeurde die vielen en zich niet herstelden, dient een waarschuwing te zijn voor allen die zich op deze weg bevinden. Zij kunnen niet onverschillig tegenover de krachten staan die aan hen rukken en trekken en die hen ten val willen brengen. Zij kunnen niet de schriftuurlijke waarschuwingen betreffende struikelblokken negeren. Zij kunnen hun ogen niet sluiten voor de symptomen van een slecht geestelijk evenwicht. Er staat teveel op het spel. Zij moeten de raad van de apostel Petrus opvolgen: „Versterkt daarom uw geest tot activiteit, blijft volledig evenwichtig en stelt uw hoop op de onverdiende goedgunstigheid die u ten deel zal vallen, bij de openbaring van Jezus Christus.” — 1 Petr. 1:13.
31. Wat kunnen wij verwachten nu het volledige einde van het huidige samenstel van dingen naderbij komt?
31 Daar wij steeds dichter bij het totale einde van het tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen komen, zal het steeds moeilijker worden op de smalle weg van christelijke rechtschapenheid te blijven. Om geestelijk zijn evenwicht te kunnen bewaren, zal men een grotere volharding en vastberadenheid aan de dag moeten leggen. Als iemand nu reeds wispelturig is, hoe zal hij dan ooit staande kunnen blijven? Hij zou er verstandig aan doen zijn geestelijk evenwichtsgevoel meer te ontwikkelen.
32. (a) Op welke wijze zal iemand slechts het doel, het eeuwige leven, kunnen verkrijgen? (b) Van welke waarde kan de evenwichtige christen onderwijl voor de organisatie zijn?
32 Het doel aan het eind van de weg is al deze krachtsinspanningen en noodzakelijke volharding om een goed evenwicht te bewaren meer dan waard. Als u uw ogen gericht houdt op het doel vóór u en u u stevig op de christelijke weg van rechtschapenheid stelt, dan staat u een schitterende, nimmer eindigende toekomst voor ogen. Door een juist geestelijk evenwicht kunt u die smalle weg even zeker bewandelen als een koorddanser op de dunne draad voortschrijdt. U zult alleen uw doel kunnen bereiken wanneer u in alles evenwichtig blijft. Ondertussen zult u een betrouwbaar en nuttig instrument zijn in de handen van Jehovah God en zijn theocratische organisatie.