Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w66 1/9 blz. 521-526
  • Is de christenheid werkelijk Christus’ domein?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is de christenheid werkelijk Christus’ domein?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • BABYLONISCH LEERSTELLIG FUNDAMENT
  • POLITIEK GEKUIP BRENGT VERDEELDHEID IN DE CHRISTENHEID
  • VERONTRUSTENDE NEIGINGEN
  • De afval — De weg tot God geblokkeerd
    De mens op zoek naar God
  • Waarom zo veel religies die allemaal beweren christelijk te zijn?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1983
  • Hoe de christenheid een deel van deze wereld werd
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Constantijn de Grote — Een voorvechter van het christendom?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
w66 1/9 blz. 521-526

Is de christenheid werkelijk Christus’ domein?

1. (a) Welke betekenis ligt in het woord „christenheid” opgesloten? (b) Waarop heeft de christenheid aanspraak gemaakt en hoe heeft ze getracht het ten uitvoer te brengen?

NU REEDS lange tijd, speciaal sinds ongeveer 800 G.T., heeft de christenheid een dominerende invloed op de aangelegenheden van de wereld uitgeoefend. In het woord „christenheid” ligt de betekenis van „domein van Christus” of „Christus’ rechtsgebied” opgesloten. De christenheid heeft hier aanspraak op gemaakt en zendelingen naar heidense landen uitgezonden in een poging de gehele aarde te bekeren ten einde het gebied van de christenheid te worden. Hun zendelingen hebben, wetend of onwetend, in vele van deze landen een aandeel gehad aan de bevordering van het politieke zowel als het commerciële bestuur van de christenheid in veel van deze landen. Hebben zij hierdoor het domein van Christus uitgebreid? Als de christenheid werkelijk het domein van Christus is, dan is het een uitbreiding van het christendom dat Christus predikte en is het gebaseerd op de leerstellingen en beginselen die door Jezus en zijn apostelen werden onderwezen. Laat ons zien of dit zo is.

2. Welke twee getuigen kunnen wij raadplegen om het antwoord op onze vragen te krijgen?

2 Wij zullen de vraag eerst beschouwen met betrekking tot de grondleerstelling van de christenheid, en daarna haar fundament vanuit historisch oogpunt bezien door in korte trekken na te gaan hoe ze zulk een geweldige invloed op de aangelegenheden van de wereld kreeg. Wij zullen daarbij over het getuigenis van twee betrouwbare getuigen beschikken: de bijbel en de geschiedenis.

3. Welke gevolgtrekking zullen wij uit het getuigenis van de twee getuigen trekken?

3 Om te beginnen willen wij verklaren dat deze beide getuigen ons tot dezelfde gevolgtrekking zullen leiden, namelijk, dat de christenheid niet het domein van Christus is en dat ook nooit is geweest. Door al op dit punt een gevolgtrekking te maken, zal de lezer geholpen worden gemakkelijker en vlugger te ontdekken waarom de verschillende historische feiten worden voorgelegd en hoe ze zo grondig bewijzen dat de christenheid niet het domein van Christus is, doch veeleer de ergste vijandin van het christendom en een deel van het grote, wereldomvattende Babylonische religieuze rijk. In de eerste plaats zijn haar fundamentele leerstellingen afkomstig van Babylon, niet van Christus; en ten tweede is haar politieke gekuip en bemoeizucht lijnrecht in strijd met Christus, die zei: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld”, en, aangaande zijn volgelingen: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” — Joh. 18:36; 17:16.

BABYLONISCH LEERSTELLIG FUNDAMENT

4. Wanneer begon de leerstelling van de drieëenheid voor het eerst de geschriften van belijdende christenen te infiltreren, en in welke mate lokte ze een geschil uit?

4 De bijbel is niet Babylonisch en bevat derhalve niet het woord „drieëenheid”. Deze leerstelling was een van de op de voorgrond tredende kenmerken van de religie van Babylon, die triaden van goden en demonen had. In de laatste helft van de tweede eeuw echter begonnen religieuze schrijvers die voorgaven christenen te zijn, het woord in hun geschriften in te voeren. Dit veroorzaakte religieuze twisten, hetgeen ten slotte tot bemoeienis van het Romeinse Rijk zelf leidde. Daar de drieëenheid in de christenheid als zo’n belangrijke leerstelling wordt beschouwd, citeren wij The Catholic Encyclopedia, Deel 15:

5. (a) Hoe belangrijk is volgens The Catholic Encyclopedia de drieëenheidsleerstelling in de christenheid? (b) Omschrijf de drieëenheidsleerstelling.

5 Drieëenheid, DE HEILIGE. . . . I. HET DOGMA VAN DE DRIEËENHEID. — De drieëenheid is de uitdrukking die wordt gebezigd om de centrale leerstelling van de christelijke religie aan te duiden — de waarheid dat in de eenheid van de Godheid Drie Personen zijn, de Vader, de Zoon, en de Heilige Geest, en deze Drie Personen zijn waarlijk van elkander onderscheiden. In de Geloofsbelijdenis van Athanasius wordt het aldus onder woorden gebracht: „De Vader is God, de Zoon is God, en de Heilige Geest is God, nochtans zijn er geen drie Goden, maar één God.” . . .

6. (a) Wordt er enige uitdrukking in de Schrift aangetroffen waarin God als een drieëenheid wordt beschreven? (b) In wiens geschriften wordt een dergelijke uitdrukking voor het eerst aangetroffen?

6 Doch er komt in de Schrift geen enkele uitdrukking voor waardoor de Drie Goddelijke Personen te zamen worden aangeduid. Het woord τριας (waarvan het Latijnse trinitas een vertaling is) wordt omstreeks 180 n. Chr. voor het eerst bij Theofilus van Antiochië aangetroffen. Hij spreekt over „de Drieëenheid van God [de Vader], Zijn Woord en Zijn Wijsheid” („Ad Autolycum”, II, 15, P.G., VI, 1078). De uitdrukking kan natuurlijk vóór zijn tijd in zwang zijn geweest. Kort daarna verschijnt hij bij Tertullianus in zijn Latijnse vorm trinitas („De pudicitia”, c. xxi, P.G., II, 1026). In de volgende eeuw is het woord algemeen gebruikelijk. — Bladzijde 47.

7. Wanneer werd Constantijn keizer en Pontifex Maximus, en welk visioen beweerde hij gehad te hebben?

7 Toen kwam de vierde eeuw en de opkomst van Constantijn de Grote. Nadat hij de laatste tegenstander die hem nog restte, had verslagen, werd Constantijn op 28 oktober 312 G.T. door de Romeinse Senaat tot voornaamste Augustus en Pontifex Maximus uitgeroepen. Men zegt dat er tijdens zijn veldtocht tegen zijn tegenstander Maxentius een vlammend kruis aan de hemel beneden de zon verscheen met de woorden In hoc signo vinces, wat betekent „Door dit teken zult gij overwinnen”. (Wij moeten niet vergeten dat het kruis het symbool van de zonnegod Sol was.) Neem nota van de opkomst van de christenheid op het Babylonische fundament van valse leerstellingen en politieke intriges daarna.

8, 9. Welke belangrijke gebeurtenissen vonden er plaats tussen 313 en 321 G.T.?

8 13 Januari 313 G.T. Constantijn publiceert als heidense Pontifex Maximus zijn beroemde tolerantie-edict ten gunste van de belijdende christenen en zij worden verkiesbaar gesteld voor openbare ambten.

9 321 G.T. Zondag, Dies Solis, de dag van de zonnegod Sol, die het kruis tot symbool heeft, wordt een dag die is vrijgesteld van de uitoefening van rechtspraak en de inachtneming ervan wordt wettelijk verplicht gesteld.

10. Waarom riep Constantijn het concilie van Nicaea bijeen, en hoe toont de gang van zaken aan dat het niet christelijk was?

10 325 G.T. Constantijn wordt hoofd van de oosterse en westerse districten van het Romeinse Rijk. Hij roept een religieus concilie bijeen om het geschil over de τριας of „drieëenheid”, hetwelk de eenheid in zijn rijk bedreigt, op te lossen. Als nog niet als christen gedoopte heidense Pontifex Maximus presideert Constantijn het concilie en slechts ongeveer een derde, of 318, van de christelijke episcopoi of opzieners vanuit het ganse rijk komen in Nicaea, bij Nicomedia, bijeen. De bedienden van de bisschoppen meegerekend, zijn er tussen de 1500 en 2000 man aanwezig. Wij citeren hiermee uit het boek „Babylon the Great Has Fallen!” God’s Kingdom Rules!, de bladzijden 477, 478:a

11. Welk dispuut vond er op het concilie plaats?

11 „Degenen die de drieëenheid ondersteunden, werden aangevoerd door de jonge aartsdiaken Athanasius van Alexandríë in Egypte. Zij die haar tegenstonden en die uit de Schrift bewezen dat Jezus Christus minder dan God was, werden aangevoerd door Aríus, een presbyter. Bijna twee maanden lang twistten de beide zijden met elkaar. Aríus hield vol dat ’de Zoon van God een schepsel was, gemaakt uit het niets; dat er een tijd was waarin hij geen bestaan had; dat hij uit eigen vrije wil in staat was tot goed en kwaad’, en dat, ’als hij in de waarachtigste betekenis een zoon was, hij na de Vader moet zijn gekomen, om welke reden er klaarblijkelijk een tijd was dat hij niet bestond, en dat hij daarom een eindig wezen was’.b Toen Aríus zich verhief om te spreken, sloeg een zekere Nicolaas van Myra hem in het gelaat. Naderhand, toen Aríus doorging met spreken, stopten velen hun vingers in hun oren en renden als met afschuw vervuld over de ’ketterijen’ van de oude man naar buiten.

12. Welke beslissing werd er genomen, en welke andere beslissingen vaardigde het concilie uit?

12 Ten slotte nam Pontifex Maximus Constantijn zijn beslissing ten gunste van de drieëenheidsleer van Athanasius. Zo werd de Nicaeaanse Geloofsbelijdenis over de ’drieëenheid’ uitgevaardigd en afgedwongen. Later werd Aríus, wegens verzet hiertegen, op bevel van Constantijn naar Illyrië verbannen, maar vijf jaar later vandaar teruggeroepen. Behalve dat het Concilie van Nicaea een aantal canons afkondigde, besliste het op welke zondag (Dies Solis) van het jaar regelmatig Pinksteren gevierd diende te worden.”

13. (a) Wanneer werd Constantijn pas als christen gedoopt? (b) Hoe werd Constantijn door de Romeinse Senaat en door de religies van de christenheid beschouwd, en waarin slaagde Constantijn?

13 337 G.T. Constantijn wordt ziek. Hij wordt gedoopt, en sterft in Nicomedia. Na zijn dood plaatst de Romeinse Senaat (nog altijd heidens) hem onder de goden. De oosterse religieuze gemeenten rekenen hem tot de heiligen. De Griekse, Koptische en Russische kerken vieren op 21 mei het feest van Sint Constantijn. Constantijn was er tijdens zijn leven in geslaagd een fusie tot stand te brengen tussen de heidense religie en het christendom, wat het afvallige christendom werkelijk Babylonisch maakte. Historici verhalen de gevolgen hiervan:

14. Welke uitwerking hadden Constantijns pogingen op het christendom?

14 „Wat ook het ware karakter van Constantijns bekering tot het christelijke geloof geweest mag zijn, de gevolgen waren zowel voor het rijk als voor de kerk van Christus van het allergrootste belang. Ze opende de weg tot een onbelemmerde verbreiding van het Evangelie op grotere schaal dan in enige voorgaande periode van de geschiedenis. Alle belemmeringen voor het openlijk belijden van het christendom werden weggenomen, en het werd de gevestigde religie van het rijk. Hoe talrijk de voordelen die uit deze verandering voortsproten in verschillende opzichten echter ook waren, ze kreeg spoedig te lijden van het nauwe contact waarin ze werd gebracht met de koesterende invloed van wereldse macht. De eenvoud van het Evangelie werd bedorven; er werden pompeuze riten en ceremoniën ingevoerd. Aan de leraars van het christendom werden wereldse eer en emolumenten verleend, en het koninkrijk van Christus veranderde grotendeels in een koninkrijk van deze wereld.” — Theological Dictionary, door Henderson en Buck. Zie ook M’Clintock en Strongs Cyclopaedia, Deel 2, bladzijde 488a; en Gibbons Decline and Fall of the Roman Empire, Deel 1, bladzijden 454ff.

15. Hoe werd de christenheid in de loop der tijd Babylonischer?

15 Door aan de bijbel uitdrukkingen te ontlenen als het Griekse woord epískopos, dat louter betrekking had op een „opziener” van een gemeente, en diákonos, dat „dienaar” betekent, en door ze als klinkende titels zoals „bisschop” en „deken”, die thans in het Nederlands in zwang zijn, te bezigen, verhoogden de geestelijken van het afvallige christendom zich. Door vervolgens de waarheid te verwateren, maakten zij haar aangenamer, aantrekkelijker en voor de heidense geest minder aanstotelijk, trokken meer mensen en verkregen daardoor grotere politieke macht. Dientengevolge werd de christenheid in de loop der geschiedenis steeds Babylonischer en ontaarder. In het boek getiteld „Essay on the Development of Christian Doctrine”, uitgegeven in 1878, zal de lezer in de schaamteloze bekentenis van J. H. Newman, die in 1879 door paus Leo XIII tot kardinaal werd aangesteld, het Babylonische fundament van de christenheid bespeuren:

16. Waarom namen de kerkheersers de vele heidense demonengebruiken in de zogenaamde christelijke religie op?

16 Daar wij dus vertrouwen op de macht van het christendom om weerstand te bieden aan de besmetting met het kwade en de hulpmiddelen en het toebehoren der demonenaanbidding te veranderen en in dienst te stellen van het evangelie, en ook aanvoelend dat deze gebruiken oorspronkelijk van primitieve openbaringen en van het natuurinstinct afkomstig waren, hoewel ze waren verdorven; en dat de heersers der Kerk moesten uitvinden wat zij nodig hadden, indien zij niet gebruikten wat zij vonden; en dat zij bovendien in het bezit waren van de oorspronkelijke vormen, waarvan het heidendom de schaduwen poogde te maken; waren zij sedert de vroegste tijden erop voorbereid, om, mocht de gelegenheid zich voordoen, zowel de bestaande riten en gebruiken van het volk als de filosofie der ontwikkelde klasse over te nemen, na te volgen of te wettigen.

17. Hoe tracht kardinaal Newman het overnemen van de vele heidense gebruiken te rechtvaardigen?

17 Het gebruik van tempels, die aan speciale heiligen zijn opgedragen en die bij bepaalde gelegenheden met boomtakken worden versierd; wierook, lampen en kaarsen; offers ten gevolge van een gelofte bij herstel van een ziekte; wijwater; vrijplaatsen; heiligedagen en tijden; het gebruik van kalenders, processies, het zegenen van akkers; priestergewaden, de tonsuur, de trouwring, het keren naar het oosten, beelden op een later tijdstip, misschien de kerkelijke zang, en het Kyrie Eleison zijn alle van heidense oorsprong en zijn geheiligd door hun opneming in de Kerk. — Bladzijden 355, 371, 373, uitgave van 1881.

POLITIEK GEKUIP BRENGT VERDEELDHEID IN DE CHRISTENHEID

18. Wat is de gedachte van de christenheid over wereldlijke macht geweest, en hoe bewijst de Schrift dat dit absoluut verkeerd is?

18 De christenheid heeft altijd de gedachte gehad dat ze het recht heeft over anderen te heersen en dat degenen die in haar landen regeerden, koningen of regeerders bij de gratie Gods waren. In de dagen van de apostel Paulus dook een dergelijke gedachte in de christelijke gemeente te Korinthe op, doch hij wees hen hierover met een scherpe berisping snel terecht. Met hevig sarcasme zei hij: „Gijlieden zijt toch reeds verzadigd? Gij zijt toch reeds rijk? Gij zijt toch als koningen gaan regeren zonder ons? En ik wenste inderdaad dat gij als koningen waart gaan regeren, opdat ook wij met u als koningen mochten regeren” (1 Kor. 4:8). De christenheid heeft deze woorden van de apostel Paulus totaal genegeerd, en haar geschiedenis is één lang verslag van compromissen om populariteit en politieke macht en invloed te krijgen, hetgeen uitliep op bittere, onherstelbare verdeeldheid.

19. Hoe kwam het dat de paus van Rome de titel Pontifex Maximus ging voeren?

19 378 G.T. Gratianus die in 375 in het westelijke deel van het Romeinse Rijk begon te regeren, benoemt bij de dood van Valens, keizer van het oostelijke deel, Generaal Theodosius tot keizer van het oostelijke deel van het rijk. Later verbiedt Gratianus in Rome heidense aanbidding en weigert de onderscheiding Pontifex Maximus te dragen. Damasus, de „christelijke” bisschop van Rome, neemt de titel met zijn heidense associaties en verplichtingen op. De pausen van Rome dragen deze titel tot op deze dag.

20, 21. Toon uit de gebeurtenissen van 381 en 395 G.T. aan, hoe er tussen de oosterse en westerse delen van de christenheid afscheidingen begonnen te groeien.

20 381 G.T. Het oecumenische concilie van Constantinopel (de oosterse religieuze organisatie) wordt samengeroepen omdat het geschil over de „drieëenheid” verwoed wordt voortgezet. Het concilie maakt de trinitarische geloofsbelijdenis van Nicaea vollediger. Nectarius wordt tot patriarch van Constantinopel benoemd. Het concilie verklaart dat de bisschop van Constantinopel in rang op de bisschop van Rome volgt.

21 395 G.T. Theodosius (die alleenheerser van het gehele rijk was geworden) sterft; zijn rijk wordt verdeeld. De bisschoppen van Oost en West raken door politieke banden van trouw, welke vanaf het begin van de christenheid belangrijker voor haar zijn geweest dan Christus en de eenheid van de kerk, verdeeld, hetgeen haar als onchristelijk tekent. — 1 Kor. 1:10-13.

22. Hoe bracht paus Leo I de politieke ambities van de Katholieke Kerk tot uitdrukking?

22 440 G.T. Leo I wordt paus van de Rooms-Katholieke Kerk. Hij brengt de politieke aspiraties van de kerk tot uitdrukking in zijn verklaring: „Ik zal de regering op deze aarde wederom tot leven brengen, niet door de Caesars terug te brengen, maar door mij zelf, krachtens de aan Petrus gedane belofte, wiens opvolger ik ben, tot plaatsvervanger van Christus te maken, ten einde de wet te herstellen, misdaad te straffen, ketterij de pas af te snijden, talent aan te moedigen, de vrede te handhaven, tweedracht bij te leggen, de wetenschap te beschermen; hierbij een beroep te doen op de liefde doch te regeren door vrees. Wie anders dan de Kerk kan dit doen? Een theocratie zal een nieuwe beschaving scheppen. Ik zal geen diadeem dragen maar een tiara, een symbool van universele soevereiniteit, waarvoor het barbarisme op de vlucht zal gaan, en waardoor het geluk wederom hersteld zal worden.” — John Lord, Beacon Lights of History, Deel III, bladzijden 244, 245.

23-25. Beschrijf het groter worden van de scheiding in de religieuze organisatie van de christenheid in de jaren 476, 553 en 726 G.T.

23 476 G.T. De kloof tussen de oosterse en westerse Kerk wordt wijder wanneer paus Felix III van Rome de patriarch van Constantinopel excommuniceert.

24 553 G.T. Het derde algemene concilie van Constantinopel wordt, ondanks protest van de bisschop van Rome, voorgezeten door de patriarch van Constantinopel.

25 726 G.T. Keizer Leo III van Constantinopel verbiedt beeldenaanbidding, en beveelt dat de beelden vernietigd moeten worden. Paus Gregorius II, van de westerse tak van de Kerk van Rome, excommuniceert daarop de oosterse keizer, die tot de oosterse Kerk behoort, hetgeen leidt tot de afscheiding van de oosterse (Griekse) Kerk van de westerse (Latijnse) Kerk.

26-27. Hoe bereikte de Rooms-Katholieke Kerk in 800 G.T. een hoogtepunt in politieke inmenging en controle? (b) Wanneer begon en eindigde het „Heilige Roomse Rijk”?

26 800 G.T. De Roomse Kerk mengt zich dusdanig in de politiek dat ze zich boven de regeerders verheft. Irene regeert als keizerin van Constantinopel. Maar de paus van Rome stelt Karel (de Grote) als koning van Frankrijk aan. Uit dit jaar dateert de oprichting van het „Heilige Roomse Rijk”, dat tot 1806 stand houdt. The Catholic Encyclopedia zegt in de uitgave van 1929, Deel 3, bladzijde 615:

27 „Twee dagen later (Kerstmis 800) vond de belangrijkste gebeurtenis in het leven van Karel plaats. Tijdens de pontificale mis die de paus opdroeg, naderde de paus de koning, die in gebed voor het hoge altaar lag geknield, waaronder de lichamen van St. Petrus en St. Paulus lagen, zette hem de keizerskroon op het hoofd, bracht hem naar oud gebruik officiële hulde door voor hem te knielen, begroette hem als Keizer en Augustus en zalfde hem, terwijl de aanwezige Romeinen driemaal luid uitriepen: ’Leve en victorie Carolus Augustus, de door God gekroonde, machtige en vredestichtende keizer.’” (Op bladzijde 774 spreekt die Encyclopedia hierover als „zijn kroning als opvolger van Constantijn”).

28, 29. Hoe werd Rusland in de Orthodoxe Kerk gebracht, en verwijderde het het heidendom in Rusland?

28 988 G.T. Wladimir de Grote wordt in de Oosterse Kerk gedoopt. Hij gebiedt zijn onderdanen, al staan zij erbij te wenen, hun beelden in de Dnjepr te gooien, en dwingt hen als christenen te worden gedoopt. The Encyclopedia Americana zegt:

29 „Het Russische heidendom verdween niet toen men het christelijke evangelie begon te prediken. Het bleef in de volksmond, in gezegden, tradities, in de huiselijke kring en zelfs in religieuze overtuigingen voortbestaan. Nog in de 18e eeuw werden er in sommige afgelegen dorpen slangen vereerd. Eugenius Golubinsky, de grootste historicus van de Russische Kerk, verklaart dat Rusland in de negende eeuw werd gedoopt, maar niet christelijk werd gemaakt.”

30. Wat was een van de oorzaken van de kruistochten, en bleken deze christelijk te zijn?

30 1054 G.T. De Griekse patriarch Michael Cerularius wordt door gezanten van paus Leo IX geëxcommuniceerd, na de poging de oosterse kerken het juk van onderworpenheid aan de Romeinse paus als de soeverein met het goddelijke recht in de Katholieke Kerk op te leggen. Historici beweren dat deze scheiding een van de oorzaken was die tot de rooms-katholieke kruistochten bijdroeg die voor mohammedanen, joden en katholieken op zulk een afschuwelijke vernietiging en bloedvergieten uitliepen.

31, 32. Wat bracht ten slotte de stichting van een patriarchaat in Rusland tot stand?

31 1453 G.T. Mohammedanen onder Mahomet II nemen Constantinopel in. Het wordt de patriarch van Constantinopel toegestaan in functie te blijven. Dit is in religieus opzicht van invloed op Rusland. The Encyclopedia Americana, uitgave van 1929, zegt in Deel 24, bladzijde 38b:

32 „Het denkbeeld een Russisch patriarchaat op te richten, was een natuurlijk gevolg van de val van het Byzantijnse rijk en van de groei van Moscovisch Rusland. Moskou werd tot het Derde Rome uitgeroepen.”

33. Wanneer werd de Russisch-Orthodoxe Kerk volledig opgericht, en hoe bezagen de bisschoppen van de oostelijke afscheiding van de Kerk de patriarchen van Rusland en van Rome?

33 1587 G.T. Er wordt een volledig onafhankelijke Russische Kerk gesticht. M’Clintock en Strongs Cyclopaedia zegt: „In dat jaar stemde de patriarch Jeremia van Constantinopel, toen hij Rusland bezocht om steun te verkrijgen, erin toe de metropoliet van Moskou in de persoon van Job, in een patriarch te veranderen, waarbij de patriarch van Rusland, volgens de mening van de oosterse bisschoppen, de plaats van de schismatieke patriarch van Rome innam.” (Merk op dat de paus van Rome „schismatiek” wordt genoemd.)

34, 35. Welke ontwikkelingen vonden er in 1696 en 1721 G.T. in de Russische Kerk plaats?

34 1696 G.T. Peter de Grote wordt alleenheerser van Rusland. Hij schaft het patriarchaat af en stelt een permanente synode in, bestaande uit prelaten onder voorzitterschap van de keizer of zijn secretaris.

35 1721 G.T. In de Russische kerk wordt de Heilige Besturende Synode ingesteld. Het wordt een nationale kerk, een afdeling van de civiele bureaucratie van het Russische rijk, een werktuig ter ondersteuning van het tsarisme.

36-38. Som de ontwikkelingen met betrekking tot Griekenland in 1829, 1833 en 1850 G.T. op.

36 1829 G.T. Er wordt een onafhankelijk koninkrijk Griekenland opgericht.

37 1833 G.T. Het regentschap van Griekenland verklaart de Orthodoxe Oosterse Kerk van Griekenland onafhankelijk van iedere buitenlandse kerkelijke autoriteit.

38 1850 G.T. De patriarch van Constantinopel erkent de onafhankelijke constitutie van de Griekse of Helleense Kerk.

39. Welke rooms-katholieke leerstelling werd in 1869-1870 G.T. uitgevaardigd?

39 1869-1870 G.T. Het Eerste Vaticaanse Concilie verklaart de paus van Rome onfeilbaar.

40-42. Beschrijf de ontwikkelingen in Rusland van 1917 tot 1945 G.T. en de houding van de Sovjetregeerders tot de Russisch-Orthodoxe Kerk.

40 1917 G.T. De bolsjewieken komen door een tweede revolutie aan de macht, kondigen de opheffing van de Russische Kerk als staatskerk af, confisqueren enkele kerkelijke eigendommen en beschimpen en beledigen geestelijken van alle rangen en denominaties. De officiële verklaring wordt gedaan: „Godsdienst is opium voor het volk.”

41 1918 G.T. Moskou wordt de hoofdstad van het nieuwe Rusland. In de daaropvolgende jaren blijken krachtige pogingen om de religie uit te roeien te kostbaar te zijn. De Sovjetregering besluit dus de Russische Kerk voor haar eigen politieke doeleinden te gebruiken door haar het patriottisme bij haar kerkleden te doen inprenten. De Russisch-Orthodoxe Kerk onderwerpt zich aan deze regeling.

42 1945 G.T. In een buitenwijk van Moskou wordt het Russisch-Orthodoxe Kerkconcilie gehouden. De metropoliet Benjamin, exarch van het patriarchaat van Moskou voor Noord-Amerika, zegt dat Moskou nu nog het „Derde Rome” en de plaats van samenkomst „voor de gehele kerk” zou kunnen worden. In officiële Sovjetkringen sympathiseert men met zulke denkbeelden, want men moedigt een Russisch-orthodox kerkimperialisme aan waardoor de politieke hoofdstad Moskou het belangrijkste kerkelijke centrum ter wereld zou worden.

43, 44. Hoe gebruikte het Vaticaan verdeeldheid veroorzakende methoden met betrekking tot het Tweede Vaticaanse Concilie, en in hoeverre hadden die pogingen succes?

43 1962-1965 G.T. Het Tweede Oecumenische Vaticaanse Concilie wordt in vier zittingen gehouden. Met de bedoeling verdeeldheid te zaaien, zendt het Vaticaan uitnodigingen, niet door bemiddeling van de patriarch van Istanboel (Constantinopel), doch rechtstreeks aan de afzonderlijke Oosterse Kerklichamen. De Russisch-Orthodoxe Kerk zendt afgevaardigden. Met betrekking tot de verdeeldheid veroorzakende tactiek van het Vaticaan zegt de primaat van de Grieks-Orthodoxe Kerk in Amerika, volgens de New York Times van 4 november 1962, onder het opschrift „Iakovos haalt streep door tactiek van Vaticaan — beweert concilie-uitnodigingen kleineren Orthodox leider”:

44 „’Het Vaticaan had met deze tactiek alleen succes bij de Kerk van Moskou.’ . . . De redenen die de Russische Kerk ertoe bewogen ’haar houding plotseling te veranderen en de uitnodiging van paus Joannes XXIII te aanvaarden, zijn ongetwijfeld duidelijk van politieke aard’.”

VERONTRUSTENDE NEIGINGEN

45. Toon aan hoe het Tweede Vaticaanse Concilie scherpe verdeeldheid in de religies van de christenheid openbaarde.

45 In het bovengenoemde concilie bestond over vele essentiële leerstellige onderwerpen scherpe verdeeldheid in de gelederen van de meer dan 2000 kardinalen en bisschoppen, waarbij de conservatieven werden geleid door de Romeinse Curie, het centrale en machtigste administratieve lichaam van de kerk. De meerderheid van de kardinalen en bisschoppen maakte deel uit van de liberalen. In de loop van het concilie werd een decreet opgesteld over de eenheid van de kerk. Het document handelde alleen over de Oosters-Orthodoxe Kerk en negeert het protestantisme. Om de New York Times aan te halen: een aantal conciliesprekers over het decreet wezen erop dat

het probleem van eenheid moet worden gezien in verband met de strijdpunten waarmee een verdeeld christendom in de 20e eeuw wordt geconfronteerd, en niet geheel en al in het licht van theologische boekdelen uit vroeger eeuwen. Zij zinspeelden duidelijk op de opkomst van het communisme, de dubbele dreiging van materialisme en wereldsgezindheid, en de groei van niet-christelijke religies. — New York Times van 1 december 1962, onder het opschrift „Prelaten beëindigen discussie met orthodoxen over eenheid.”

46. Welke verontrustende neigingen vinden er in Latijns-Amerika plaats?

46 Momenteel is de katholieke bevolking van Latijns-Amerika zeer verontrust over het feit dat vele beelden van heiligen uit hun kerken verwijderd worden en alleen de beelden van Maria en Christus aan het kruis overblijven. Nog een verandering die hen ernstig verontrust, is dat hun thans wordt toegestaan op vrijdag vlees te eten. Hoe zit het nu met al de jaren waarin zij tot beelden en heiligen baden, of op vrijdag geen vlees aten? vroegen zij zich af. Was de Kerk bezig hen in de verkeerde richting te leiden, en waren al die godsdienstplichten nutteloos in Gods ogen?

47-49. Welke ontwikkelingen die in het Britannica Book of the Year, 1965 zijn beschreven, bewijzen dat de christenheid niet het domein van Christus is?

47 Het Britannica Book of the Year, 1965, bladzijde 706, vermeldt nog andere ontwikkelingen die velen verontrusten:

48 De voortdurende neiging een modus vivendi met communistische regeringen tot stand te brengen, werd in september geïllustreerd toen er in Boedapest een overeenkomst werd getekend tussen het pausdom en de Hongaarse regering. Rome stemde erin toe de priesters te veroorloven een eed van trouw af te leggen, en benoemde zes bisschoppen.

49 [Tijdens het Tweede Vaticaanse Concilie] . . . werd een ontwerp-verklaring over religieuze vrijheid tegengehouden ondanks de pogingen van meer dan duizend bisschoppen, onder leiding van kardinaal Albert Meyer van Chicago, Joseph Ritter van St. Louis, en Paul Émile Léger van Montreal, om ze ter stemming te brengen.

50. Leg uit of de fundamenten van de christenheid christelijk zijn of niet.

50 Ons onderzoek aan de hand van twee waarheidsgetrouwe en gezaghebbende getuigen, de bijbel en de geschiedenis, leggen de fundamenten van de christenheid bloot. De bewijzen zijn afdoende: Ze zijn niet gebaseerd op de beginselen van Jezus Christus, de Zoon van God, die zei: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld” (Joh. 18:36). In haar drieëenheidsleerstelling, haar gebruik van beelden en haar ketterverbranding, haar gedwongen bekering van naties en haar verbintenissen met politieke, zelfs niet-christelijke, regeringen, weerspiegelt de christenheid de geest van Babylon en haar god, Satan de Duivel.

51. Dienen wij bezorgd te zijn over de problemen van de christenheid?

51 Thans staat zij op het punt door haar loopbaan van politieke inmenging en geschipper achterhaald te worden. Haar problemen worden steeds kritieker. Als de christenheid werkelijk het domein van Christus was, dan zou zijn koninkrijk een mislukking zijn. Wij mogen dankbaar zijn dat christenen zich niet bezorgd behoeven te maken over de crisis waarin de christenheid verkeert en haar mislukking, doch zich druk bezig kunnen houden met de mensen te vertellen over het ware koninkrijk van Christus, dat thans vanuit de hemel regeert en spoedig zijn domein zal uitbreiden om de gehele wereld in vrede en eenheid te regeren.

52. Welke vragen over de christenheid resten ter beantwoording?

52 De ruimte heeft alleen het noemen van nog een hoofdafdeling van de christenheid toegelaten, namelijk het protestantisme, doch in onze volgende uitgave zullen wij de vragen beantwoorden die mogelijk in uw geest zijn gerezen: Hoe staat het met het protestantisme, het deel van de christenheid dat zich in de zestiende eeuw losrukte? Bouwde het op nieuwe fundamenten? En heeft de protestantse reformatie de ware aanbidding werkelijk hersteld?

[Voetnoten]

a Gepubliceerd door Watch Tower Bible and Tract Society, Brooklyn, New York (1963).

b Zie M’Clintock en Strongs Cyclopaedia, Deel 7, bladzijde 45a. Ook, The Encyclopedia Americana, uitgave van 1929, Deel 2, bladzijde 250a.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen