Dingen die vóór zonsondergang gedaan moesten worden
Aangezien zonsondergang bij de Israëlieten het einde van de periode van daglicht aanduidde, vormde deze het begin van de nieuwe kalenderdag, die officieel bij zonsondergang begon en van avond tot avond werd gerekend (Lev. 23:32). Omdat de dag bij zonsondergang eindigde, eiste de Mozaïsche wet dat er bepaalde dingen vóór zonsondergang gedaan moesten worden. Een kledingstuk dat tot pand was genomen, moest „vóór zonsondergang” aan de eigenaar worden teruggegeven (Ex. 22:26, 27). Ook moest aan in dienst genomen werkkrachten hun loon worden uitbetaald (Deut. 24:15); en een persoon die ceremonieel onrein was geweest, moest zich wassen en na zonsondergang weer als rein worden beschouwd (Deut. 23:11). Dat de zonsondergang de ene dag afsluit en een nieuwe inluidt, geeft een diepere betekenis aan de waarschuwing van de apostel: „Laat de zon niet ondergaan terwijl gij in een geërgerde stemming verkeert.” — Ef. 4:26.