Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w68 1/10 blz. 604-608
  • Zijn er met verstand begaafde schepselen in de interplanetaire ruimte?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Zijn er met verstand begaafde schepselen in de interplanetaire ruimte?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • HET LEVEN ELDERS
  • IN HET VERLEDEN BEZOEKEN UIT DE RUIMTE?
  • DE BASIS VOOR HET GELOOF VAN DE GELEERDEN
  • ER IS MET VERSTAND BEGAAFD LEVEN IN DE RUIMTE!
  • ANDERE BEZOEKEN UIT DE RUIMTE
  • ONS LEVEN IS ERBIJ BETROKKEN
  • Is er leven in de buitenaardse ruimte?
    Ontwaakt! 1973
  • Op zoek naar leven in het heelal
    Ontwaakt! 1981
  • Is er intelligent leven daarginds?
    Ontwaakt! 1981
  • „Uw wil geschiede op aarde” — Deel 1
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1959
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1968
w68 1/10 blz. 604-608

Zijn er met verstand begaafde schepselen in de interplanetaire ruimte?

OP DE avond van 30 oktober 1938 heerste er paniek in wijdverspreide delen van de Verenigde Staten. Verschrikte mensen stormden slechts gedeeltelijk gekleed hun huizen uit. Anderen sprongen in auto’s en reden in vliegende vaart door drukke straten. Zij waren van mening dat de Marsbewoners in New Jersey waren geland en bezig waren allen die zich tegen hen verzetten met een boosaardige „hittestraal” te doden.

De paniek die in het hele land ontstond, werd veroorzaakt door het thans beroemde hoorspel van Orson Welles over een invasie van Marsbewoners. Door dit radiospel werd aangetoond dat miljoenen mensen geneigd waren te geloven dat Mars bewoond wordt door met verstand begaafde schepselen die de mensheid vijandig gezind zijn. Door de toegenomen kennis is in de afgelopen jaren echter afdoende bevestigd dat er op de aarde na niet zulke schepselen op Mars of op de andere planeten van ons zonnestelsel zouden kunnen leven.

Wat valt er echter te zeggen over de ruimte buiten ons zonnestelsel? Leven daar met verstand begaafde schepselen? Is de aarde ooit door superieure wezens van ver uit de ruimte bezocht?

HET LEVEN ELDERS

De Science Digest van augustus 1966 bracht verslag uit van een driedaagse vergadering in Californië, waar ongeveer 300 geleerden waren bijeengekomen om het onderwerp van leven in de ruimte te bespreken, en merkte op: „Het vooruitzicht op het ontdekken van en het in contact treden met buitenaards leven, is thans een volstrekt ernstige aangelegenheid. Het is een zaak die de aandacht vraagt van biologen, geologen, astronomen en ruimtetechnici. . . . Enkele van de meest vooraanstaande Amerikanen op deze wetenschappelijke gebieden onthulden hun plannen om bij te dragen tot de grote speurtocht naar leven elders.”

Dr. H. Shapley, de vermaarde astronoom van de Harvard-universiteit, verklaarde tegenover verslaggevers: „Ik ben een voorstander van de gedachte dat er veel leven in het universum is.” Hij zei dat er zich hoogstwaarschijnlijk „op zeer veel planeten in zeer veel melkwegstelsels” organisch leven heeft ontwikkeld.

Dr. B. M. Oliver, van Hewlett-Packard te Palo Alto in de Amerikaanse staat Californië, gaf als zijn mening te kennen: „Er kunnen wel een miljoen hoog ontwikkelde beschaafde werelden bestaan.”

Enige tijd vóór de conferentie merkte de Nobelprijswinnaar en doctor in de scheikunde, M. Calvin, in een toespraak op dat „andere planetenstelsels bewoond kunnen zijn door organismen met veel meer bekwaamheden en kennis dan wij”, waarna hij zei: „Dergelijke overwegingen hebben reeds geleid tot een poging met onze pas ontwikkelde radiotelescopen naar boodschappen van dergelijke organismen te luisteren.”

Niet alleen in de Verenigde Staten zijn de geleerden bijeengekomen om het onderwerp „Met verstand begaafd buitenaards leven” te bespreken. In de herfst van 1964 werd er in het Astrofysisch observatorium te Burakan, een van de voornaamste instellingen op dit gebied in de Sowjet-Unie, een conferentie over „buitenaardse beschaafde werelden” gehouden.

De belangrijkste geleerden op aarde stellen thans inderdaad een serieus onderzoek naar leven elders in het universum in.

IN HET VERLEDEN BEZOEKEN UIT DE RUIMTE?

Nu men aanneemt dat er algemeen in de interplanetaire ruimte leven voorkomt, geloven enkele bekende geleerden dat wezens uit de ruimte de aarde al eens hebben bezocht. De astronomen I. S. Shklovskii, van het Sternberg Astronomische Instituut te Moskou, en C. Sagan, van de Harvard-universiteit, beweren in hun boek Intelligent Life in the Universe dat „het mogelijk schijnt dat onze aarde vele malen door verschillende beschaafde werelden uit de melkweg is bezocht”.

De gedachte dat met verstand begaafde schepselen uit de ruimte de aarde hebben bezocht, wordt ondersteund door legenden over menselijk contact met hen. Sagan schrijft over zo’n legende: „Wanneer wij deze legende zonder verder onderzoek accepteren, wijst deze op contact tussen menselijke schepselen en een niet-menselijke beschaafde wereld met een geweldige macht aan de kust van de Perzische Golf, vlak bij de plaats waar de oude Sumerische stad Eridu zich bevond.” Er wordt ook melding gemaakt van een reusachtige vloed die in verband met een dergelijk bezoek plaatsvond.

Wat tonen de feiten echter aan? Is het redelijk of wetenschappelijk te geloven dat „hoog ontwikkelde beschaafde werelden”, bestaande uit „organismen met veel meer bekwaamheden en kennis dan wij”, andere planeten bevolken?

DE BASIS VOOR HET GELOOF VAN DE GELEERDEN

De basis waarop vele geleerden geloven dat er op andere planeten met verstand begaafde schepselen leven, is de overtuiging dat met verstand begaafd leven het resultaat is van een onvermijdelijk evoluerend proces. Men redeneert dat, aangezien er zich meer dan 100 miljard sterren of „zonnen” in onze melkweg bevinden, en er wellicht ongeveer 100 miljoen andere melkwegstelsels in het universum zijn, die alle net zo’n aantal „zonnen” hebben, de waarschijnlijkheid dat er zich op enkele van de planeten die om deze „zonnen” draaien, met verstand begaafd leven heeft ontwikkeld, zo groot is dat het als een vrijwel vaststaand feit beschouwd kan worden. Is deze redenering echter steekhoudend?

Zelfs vooraanstaande evolutionisten maken bezwaar tegen een dergelijke veronderstelling. L. Eiseley, een bekende antropoloog, schreef: „Het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat, zelfs onder dezelfde omstandigheden, zich toevallig een exact duplicaat van een hoog ontwikkelde levensvorm zal ontwikkelen, laat staan dat dit gebeurt tegen de totaal andere achtergrond en in de atmosfeer van een verafgelegen wereld . . . Van de mens zal men er nooit ergens een tegenkomen.”

De vooraanstaande paleontoloog van de Harvard-universiteit, G. G. Simpson, drukte zich in gelijkluidende bewoordingen uit en kwam tot de conclusie: „Er is dan ook geen overtuigend bewijs voor dat er elders in ons zonnestelsel leven voorkomt. . . . De veronderstelling dat, zodra ergens leven is ontstaan, er ten slotte en onvermijdelijk humanoïden [levende organismen, met ongeveer evenveel verstand als de mens] zullen verschijnen, iets wat astronomen, fysici en enkele biochemici zo gemakkelijk aannemen, is eenvoudig onjuist.”

Het is een feit dat zelfs het leven op aarde niet uit levenloze materie is geëvolueerd. Met verstand begaafde mensen zijn niet het produkt van een miljarden jaren durend evolutieproces.a De mens werd daarentegen door God geschapen. Leven ontstaat alleen maar uit voorgaand leven, en Jehovah God is de bron van alle leven, zoals de geïnspireerde psalmist uit de bijbel schreef: „Bij U is de bron des levens.” — Ps. 36:10 9.

ER IS MET VERSTAND BEGAAFD LEVEN IN DE RUIMTE!

Doch ondanks het feit dat er geen „geëvolueerde” levensvormen bestaan, leven er toch prachtige, met verstand begaafde schepselen in het gebied dat door de mens de „interplanetaire ruimte” wordt genoemd! Verder is er contact met hen gelegd!

De bovenmenselijke, met verstand begaafde schepselen die in de ruimte leven, werden door Jehovah God geschapen. Hun schepping vond reeds plaats voordat onze planeet de Aarde voor menselijke bewoning werd gereedgemaakt. In zijn Woord de bijbel spreekt Jehovah God over de tijd dat hij de aarde grondvestte. Hij verklaart dat destijds „de morgensterren tezamen juichten, en al de zonen Gods jubelden” (Job 38:4, 7). Deze „zonen Gods” zijn machtige geestelijke wezens die inderdaad „veel meer bekwaamheden en kennis [hebben] dan wij”. Zij werden in het verleden vaak door God gebruikt om zich met de mensen in verbinding te stellen.

Eén zo’n bovenmenselijke boodschapper of engel naar wie in de bijbel wordt verwezen, wordt Gabriël genoemd. Hij werd ongeveer 2500 jaar geleden uitgezonden om zich met de Israëliet Daniël in verbinding te stellen, zoals hij verklaart: „Daniël, nu ben ik uitgegaan om u een klaar inzicht te geven. . . . Ik ben gekomen om het u mede te delen.” Gabriël verschafte vervolgens de waardevolle inlichtingen betreffende het precieze tijdstip waarop de Messías, de redder van de mensheid, zou verschijnen. En nauwkeurig aan het einde van de periode die door Gabriël was aangegeven (of 483 jaar nadat in 455 v.G.T. het bevel was uitgevaardigd de muren van Jeruzalem weer te herbouwen), werd Jezus hij zijn doop in 29 G.T. gezalfd en werd hij de Christus of Messías! Wat een betrouwbare en belangrijke boodschap uit het onzichtbare rijk van de „interplanetaire ruimte”! — Dan. 9:22-25; Neh. 2:1-8; Matth. 3:13-17; Luk. 3:21-23.

Toen later het ogenblik aanbrak waarop Jezus als mens geboren moest worden, werd Gabriël opnieuw gebruikt; eerst om de geboorte van Jezus’ voorloper, Johannes de Doper, en vervolgens om Jezus’ eigen geboorte aan te kondigen. De gematerialiseerde engel Gabriël zei tot Johannes’ vader Zacharías: „Ik ben Gabriël, die dicht voor Gods aangezicht staat, en ik werd uitgezonden om met u te spreken en u het goede nieuws van deze dingen bekend te maken.” Vervolgens verscheen Gabriël ongeveer zes maanden later aan de joodse maagd Maria en verklaarde: „Zie! gij zult in uw schoot ontvangen en een zoon baren, die gij de naam Jezus moet geven.” — Luk. 1:19, 31.

Dit zijn berichten van ver uit de ruimte, ja van iemand die „dicht voor Gods aangezicht” staat! Wat zijn zijn boodschappen niet veel gemakkelijker te begrijpen dan de gecodeerde berichten die de radioastronomen uit de ruimte hopen op te vangen! En van welk bijzonder groot belang waren deze boodschappen niet — mensen voorbereiden op het verschijnen van degene door bemiddeling van wie Jehovah God een voorziening heeft getroffen om gelovige mensen te redden!

ANDERE BEZOEKEN UIT DE RUIMTE

Niet alle bezoeken aan de aarde zijn echter gebracht door schepselen die met belangrijke boodschappen van God waren gezonden. In feite kwam een aantal geestelijke zonen van God, na op opstandige wijze hun hemelse posities te hebben verlaten, in menselijke gedaante naar de aarde, waar zij zich „vrouwen [namen] wie zij maar verkozen”. Een van Jezus’ discipelen, Judas genaamd, zei dat God deze „engelen die hun oorspronkelijke positie niet hebben behouden maar hun eigen juiste woonplaats hebben verlaten, heeft . . . bewaard voor het oordeel van de grote dag”, op welk tijdstip zij vernietigd zullen worden. — Gen. 6:1, 2; Jud. 6.

Petrus, de apostel van Jezus, sprak ook over deze machtige geestelijke schepselen en stelde de tijd vast waarop zij de aarde hebben bezocht. Hij zei dat hun bezoek plaatsvond „toen het geduld van God wachtte in de dagen van Noach, terwijl de ark werd gebouwd”. Ja, het was vlak vóór de „zondvloed over een wereld van goddeloze mensen” kwam. Het wetteloze gedrag van deze bovenmenselijke bezoekers uit de „interplanetaire ruimte”, en het goddeloze nageslacht van bastaarden dat geboren werd toen zij „tot de dochters der mensen kwamen”, droeg in belangrijke mate bij tot de goddeloosheid van die dagen vóór de Vloed. — 1 Petr. 3:19, 20; 2 Petr. 2:4, 5; Gen. 6:4.

Er schuilt dus inderdaad waarheid in de legenden waarvan sommige geleerden verklaren dat ze wellicht op bezoeken uit de interplanetaire ruimte duiden. De aarde is werkelijk bezocht door met verstand begaafde ’niet-menselijke schepselen met een geweldige macht’. Neen, het waren geen organismen van andere planeten die een grotere intelligentie hadden ontwikkeld dan de mens, zoals sommige geleerden misschien veronderstellen, maar het waren ongehoorzame geestelijke schepselen van God.

Toen de zondvloed kwam, waren deze superieure schepselen in staat aan de vernietiging te ontkomen door weer een geestelijke gedaante aan te nemen. Hoewel God deze wetteloze geestelijke schepselen sindsdien de macht heeft ontnomen zich weer tot mensen te materialiseren, zijn zij nog steeds vanaf hun basis in het onzichtbare gebied in de nabijheid van de aarde bezig het menselijke geslacht te gronde te richten.

ONS LEVEN IS ERBIJ BETROKKEN

Zet deze gedachte niet als een gefingeerde mythe van u af, doordat u haar in dezelfde categorie plaatst als een waarschuwing voor een invasie van Mars in een radiouitzending. Er bestaan machtige, met verstand begaafde schepselen in de onzichtbare ruimte, en dat sommigen ervan u schade trachten te berokkenen, is geen fantastisch verzinsel. De christelijke apostel Paulus begreep dit volkomen toen hij aan zijn medechristenen schreef dat zij „pal [moesten] staan tegen de kuiperijen van de Duivel; want wij hebben geen strijd tegen bloed en vlees, maar tegen de regeringen, tegen de autoriteiten, tegen de wereldregeerders van deze duisternis, tegen de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten”. — Ef. 6:11, 12.

Jezus had tijdens zijn aardse loopbaan geregeld met deze goddeloze, onzichtbare krachten te maken. In bepaalde gevallen hadden zij bezit genomen van de geest en het lichaam van onvoorzichtige slachtoffers, en Jezus bevrijdde deze personen barmhartig van hun invloed (Matth. 8:16, 28-34). Na zijn dood en opstanding zond Jezus een geestelijke boodschapper naar de aarde die de oorlogshandeling onthulde waardoor Satan de Duivel werd „neergeslingerd . . . naar de aarde, en zijn engelen . . . met hem [werden] neergeslingerd”. Deze goddeloze schepselen in de onzichtbare ruimte zijn thans tot de nabijheid van de aarde beperkt en zij hebben ’grote toorn, daar zij weten dat zij slechts een korte tijdsperiode hebben’ voordat zij in de afgrond worden geworpen. — Openb. 1:1; 12:9-12; 20:1-3.

Willen wij ons tegen hun invloed beschermen, dan hebben wij de hulp van God en zijn getrouwe engelen nodig. Gelukkig wordt ons deze hulp beloofd en de vertroostende verzekering luidt: God „zal aangaande u zijn engelen gebieden, dat zij u behoeden op al uw wegen”. „De Engel des HEREN legert zich rondom wie Hem vrezen, en redt hen” (Ps. 91:11; 34:8 7; Hebr. 1:7, 14). Deze redding zal ten slotte tot stand komen door een groots nieuw samenstel van dingen dat spoedig hier op aarde zijn intrede zal doen. In de niet al te verre toekomst zal dus, zoals de geestelijke boodschapper van Jezus meedeelde, „de dood . . . niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn . . . De vroegere dingen zijn voorbijgegaan”. — Openb. 21:3, 4.

Dit is geen gefingeerd verslag! Het is veeleer een goddelijke boodschap die door een machtig geestelijk schepsel uit het onzichtbare gebied van de interplanetaire ruimte is overgebracht. Het vertegenwoordigt een wijsheid die veel groter is dan die van de mens, want dergelijke boodschappen zijn van de Almachtige God zelf afkomstig. En wat meer zegt, u kunt ze in uw eigen exemplaar van de Heilige Schrift lezen. Wat opwindend dat er voor ons boodschappen in geschreven vorm bewaard zijn gebleven die afkomstig zijn van machtige, met verstand begaafde schepselen uit het gebied van de interplanetaire ruimte! Wij doen er goed aan hun boodschappen zorgvuldig te bestuderen en ze vervolgens ter harte te nemen.

[Voetnoten]

a Zie het boek Did Man Get Here by Evolution or by Creation? uitgegeven door de Watch Tower Bible and Tract Society.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen