Zal de mensheid zich ooit verheugen in een aards paradijs?
Is het Gods voornemen dat de mens eeuwig leven in een aards paradijs geniet? Heeft de aarde voldoende ruimte om allen te herbergen?
ALS u zich een paradijs voorstelt, wat ziet u dan? Haalt u zich dan een prachtige tuin of een schitterend park voor de geest? Ziet u veelkleurige bloemen, heesters, goed onderhouden lanen, fonteinen en rustige, heldere vijvers? Vormt u zich ook een beeld van bruisende watervallen, snel vlietende stromen, malse groene weiden, omgeven door statige bomen en van een heerlijke, prikkelende lucht, bezwangerd van de geur van dichte bossen en vervuld met vogelgezang? Zou u graag in zo’n paradijs willen leven, vrij van de zorgen en bedreigingen van dit huidige samenstel van dingen?
Hoeveel personen zijn er niet die naar zo’n omgeving snakken! Inderdaad, hoe verfrissend is de schoonheid en de rust van zulk een tuin of park! Om er echter ten volle van te genieten, moet men volmaakt gezond zijn. Zal de mensheid ooit in een aards paradijs leven en de gezondheid en energie hebben om er ten volle van te genieten?
Indien het van de krachtsinspanningen van de mensen zou afhangen of een aards paradijs ingeluid zal worden, zou het nooit komen, want elk jaar opnieuw zijn meer mensen gedwongen in smerige sloppen te wonen. Anderen moeten zich afsloven om nog een bestaan te vinden in de bewerking van land dat is geërodeerd en door verkeerde behandeling onvruchtbaar is geworden. En in plaats van volmaakte gezondheid te genieten, worden de mensen, ondanks de pogingen van de medische wetenschap, nieuwe organen op hen over te brengen of op een andere wijze hun gezondheid te herstellen, oud en ziek. Hoe duidelijk is het dat het werkelijke antwoord op wat de mensheid nodig heeft niet in de macht van mensen ligt!
Dit wil echter niet zeggen dat de mensheid zich nooit in een aards paradijs zal verheugen, want hoewel de mens niet bij machte is dit tot stand te brengen, is de Almachtige God wel in staat de toestanden te doen intreden waarnaar ieder normaal mens snakt. Is God echter voornemens dit te doen? Was dit zijn oorspronkelijke voornemen toen hij de mens schiep?
Gods Woord de bijbel onthult dat Jehovah God oorspronkelijk een prachtige tuin, een schitterend park, schiep en dat hij het eerste mensenpaar in dit aardse paradijs plaatste (Gen. 2:7-9, 15-18). Wat een verrukkelijk tehuis! Hoe gelukkig zou het paar in deze omgeving kunnen zijn en wat een vreugde zou het zijn hun kinderen daar groot te brengen! Was het dan Gods voornemen dat Adam en Eva kinderen zouden voortbrengen in dit prachtige paradijs dat de hof van Eden werd genoemd?
Ja zeker, want Gods geïnspireerde Woord zegt: „God zegende hen en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar en wordt talrijk; vervult de aarde en onderwerpt haar, heerst over de vissen der zee en over het gevogelte des hemels en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt.” — Gen. 1:28.
Hieruit blijkt dat het Gods voornemen was dat Adam en Eva zich zouden voortplanten en, naarmate hun gezin zich uitbreidde, de aarde zouden onderwerpen ofte wel in cultuur brengen, zelfs tot buiten de grenzen van hun Edense paradijs. Hoewel Adam en Eva inderdaad kinderen voortbrachten, gebeurde dit niet in volmaaktheid in het paradijs van Eden, zoals God het had bedoeld. En evenmin hebben zij en hun nageslacht de aarde „onderworpen” door haar geheel rondom in een staat van paradijsachtige schoonheid te brengen. Zij hebben ook geen juiste heerschappij over de lagere dieren uitgeoefend zoals God het had bedoeld. In plaats daarvan hebben zij zich tot zonde gekeerd. Jehovah verklaart echter: „Mijn woord . . . zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend” (Jes. 55:11). Wij kunnen er dus van overtuigd zijn dat Gods voornemen om de aarde tot een paradijs te maken, alsnog in vervulling zal gaan.
Hiervoor zal het nodig zijn dat de goddelozen van de aarde worden uitgeroeid, en dat is ook wat God belooft in de naaste toekomst te zullen doen. Maar „de rechtvaardigen beërven het land en wonen daarin voor immer” (Ps. 37:29; Spr. 2:21, 22). Er zullen dus overlevenden zijn — mensen die Jehovah God zijn toegewijd en die geloof oefenen in het loskoopoffer van zijn Zoon Jezus Christus. God zal ook de doden opwekken. In zijn rechtvaardige nieuwe samenstel zullen zij de gelegenheid krijgen te bewijzen dat zij Gods gunst waard zijn en dan eeuwig leven ontvangen. — Hand. 24:15; Joh. 5:28, 29.
KAN DE AARDE HEN ALLEN HERBERGEN?
Sommigen zullen echter wellicht zeggen: „Maar als de miljarden doden opgewekt zouden worden, zou er geen plaats voor hen allen zijn! De mensen zouden de hongerdood sterven want de aarde zou niet voldoende voedsel kunnen voortbrengen om iedereen te voeden.” Is dit zo? Hoeveel mensen hebben er op aarde geleefd? Hoe groot is de bevolking die de aarde kan onderhouden? Volgens de bijbelse chronologie werd het eerste mensenpaar minder dan 6000 jaar geleden door God geschapen. Het heeft het mensengeslacht tijd gekost zich uit te breiden. Het is interessant dat de welbekende geleerde Sir Julian Huxley heeft opgemerkt: „Bij de dageraad van de beschaving, laten wij zeggen 5000 jaar geleden, kan de wereldbevolking niet veel groter zijn geweest dan 20 miljoen.”a Zelfs ten tijde dat Christus op aarde rondwandelde was de wereldbevolking volgens schatting slechts ongeveer 250 miljoen, hoewel The World Book Encyclopedia (1966) de lage schatting van 133 miljoen geeft. Men is het erover eens dat de wereldbevolking in oude tijden betrekkelijk gering was.
In dit verband heeft Dr. A. L. Elder, als president van het Amerikaanse Chemische Genootschap, enkele interessante opmerkingen gemaakt. In een toespraak die hij in september voor de 138ste nationale vergadering van het genootschap hield, zei hij: „Tot ongeveer 1820 is er meer dan 5000 jaar menselijke geschiedenis voorbijgegaan voordat de wereldbevolking de 1,1 miljard bereikte. Binnen de daaropvolgende eeuw is de bevolking verdubbeld. Thans staat ze op ongeveer 2,8 miljard en zou in het begin van de zestiger jaren de 3 miljard kunnen bereiken. Zo is er dus in minder dan 50 jaar een bevolkingstoename geweest gelijk aan die welke er tijdens de eerste 50 eeuwen plaatsvond.”
Op grond van dergelijke inlichtingen heeft men uitgerekend dat het aantal personen dat ooit op aarde heeft geleefd niet erg groot is. Een spreker op het 76ste jaarlijkse congres van het Farmaceutische Genootschap van de Amerikaanse staat Florida merkte bijvoorbeeld op: „Men schat dat van alle mensen die ooit hebben geleefd, nu nog 25 percent in leven is.”b
Gezien de huidige wereldbevolking van ongeveer 3,5 miljard zou deze schatting erop neerkomen dat er gedurende de gehele geschiedenis der mensheid een totale bevolking is geweest van slechts zo’n 14 miljard. Maar zelfs als men het ruimer schat en de 14 miljard verdubbelt, is het toch geen overstelpend aantal. De aarde heeft bijna 149.000.000 vierkante kilometer landgebied en zelfs met een enorme bevolking van 24 miljard mensen, zou er voor een ieder meer dan 6000 m2 land zijn.
Een voorname reden waarom het produceren van voldoende voedsel thans een probleem vormt, is dat uitgestrekte landgebieden ongeschikt zijn voor bebouwing. In feite is volgens zeggen tegenwoordig slechts 7,7 percent van het landgebied van de aarde in cultuur gebracht, en van veel van dit land is de opbrengst schaars. Bedenk echter welk een overvloed de aarde onder ideale omstandigheden en met Gods zegen zou kunnen voortbrengen (Deut. 28:12; Ps. 67:7 6). Met hoeveel gemak zou ze een veel grotere bevolking kunnen onderhouden, met inbegrip van de doden die een opstanding hebben ontvangen, ook al zou hun aantal wel tien of twintig miljard of meer bedragen!
Het tijdschrift Newsweek van 23 juli 1962 dat besprak welke mogelijkheid de aarde biedt om een veel grotere bevolking te onderhouden, zei: „Dr. J. Bonner van Caltech schat dat de wereld 50 miljard mensen kan onderhouden — zeventien maal haar huidige bevolking — terwijl een andere Caltech-geleerde, H. Brown, zegt dat hij ’zich zelfs de middelen kan voorstellen om er 100 miljard te onderhouden’.”
De aarde is ongetwijfeld met gemak in staat allen te onderhouden die Jehovah God in zijn barmhartigheid in een hersteld aards paradijs zal opwekken. Wanneer zal deze opstanding uit de doden echter plaatsvinden? Hoe zal de aarde in een staat van paradijsachtige schoonheid worden gebracht?
WELDRA VERHEUGT MEN ZICH IN EEN AARDS PARADIJS
De bijbelse profetieën identificeren deze tijd onmiskenbaar als „de laatste dagen” van dit samenstel van dingen (2 Tim. 3:1-5; Matth. 24:3-14). In de „oorlog van de grote dag van God de Almachtige”, doorgaans Armageddon genaamd, zullen nu weldra „de goddelozen . . . uit het land worden uitgeroeid” (Openb. 16:14, 16; Spr. 2:22). Als de gehele wereld der goddelozen verwijderd is, zullen de oprechten op de aarde overblijven en zich inderdaad in een overvloed van vrede verlustigen. De bijbel verklaart: „De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — 1 Joh. 2:17.
Deze overlevenden van Armageddon die de wil van God doen, hebben een schitterende toekomst voor zich. Op hen zijn de woorden van de geïnspireerde bijbelpsalm van toepassing: „De rechtvaardigen beërven het land en wonen daarin voor immer” (Ps. 37:29). Zij zullen het glorierijke voorrecht hebben de aarde te verfraaien en zo te bewerken dat ze overal op een verrukkelijke tuin of schitterend park lijkt. Ook zullen zij het voorrecht hebben op dit aardse paradijs de miljarden die uit de doden worden opgewekt te verwelkomen, met inbegrip van de boosdoener die naast Jezus stierf en aan wie hij beloofde: „Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” — Luk. 23:43.
In welk een prachtige toekomst zal de mensheid zich weldra verheugen! De stellige belofte ten aanzien van allen die het aardse paradijs zullen bewonen, luidt: „God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan” (Openb. 21:3, 4). Als u Armageddon wilt overleven en u in deze zegeningen wilt verheugen, is het van levensbelang dat u thans Gods wil leert kennen en deze doet.
[Voetnoten]
a Reader’s Digest van februari 1959, blz. 17.
b Journal van Jacksonville van 18 mei 1966.