Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w69 15/5 blz. 302-309
  • Waardering voor heilige dingen

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Waardering voor heilige dingen
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • ONDERWIJZINGEN
  • HET KONINKRIJK
  • DE KONINKRIJKSBEDIENING
  • DE GEMEENTE
  • GEBED
  • OPDRACHT
  • HEILIGE GEEST
  • TALLOZE VOORDELEN
  • Hebt u waardering voor heilige dingen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1988
  • Heb jij Jehovah’s kijk op heilige dingen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Waardering voor Jehovah
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Dag en nacht heilige dienst verrichten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1977
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
w69 15/5 blz. 302-309

Waardering voor heilige dingen

1, 2. (a) Waarom dienen profetieën gewaardeerd te worden? (b) Waarom dient de losprijs zo bijzonder waardevol te worden geacht?

JEHOVAH’S wonderwerken en gedachten jegens ons en de dingen die hij voor de mensenwereld heeft gedaan, zijn werkelijk talrijk. Zodra het mensengeslacht in moeilijkheden geraakte en wegens Adams zonde onder veroordeling kwam te staan, werd er onthuld welke hoop er was voor de toekomst. Onder de heilige dingen van Jehovah treffen wij in deze tijd derhalve zijn eerste profetie aan die in de bijbel staat opgetekend: „Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u den kop vermorzelen, en gij zult het den hiel vermorzelen” (Gen. 3:15). In zijn liefderijke goedheid weidde Jehovah later over dit onderwerp uit door meer dan driehonderd profetieën betreffende het toekomstige „zaad” te verschaffen, zodat er geen twijfel over zou bestaan wie er werd bedoeld. Jehovah God heeft in de loop van de geschiedenis de gebeurtenissen zo bestuurd dat deze profetieën nauwkeurig werden vervuld in Christus Jezus, door bemiddeling van wie bevrijding zou komen. Het was iets heel bijzonders wat Jehovah deed, en het wordt door de apostel Johannes als volgt verklaard: „Want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.” „Hierdoor werd de liefde Gods in ons geval openbaar gemaakt, dat God zijn eniggeboren Zoon naar de wereld heeft uitgezonden, opdat wij door bemiddeling van hem leven zouden verwerven.” — Joh. 3:16; 1 Joh. 4:9.

2 De voorziening die Jehovah door bemiddeling van Christus Jezus voor eeuwig leven heeft getroffen, is niet iets gewoons. Het is iets speciaals, iets dat bijzonder waardevol geacht moet worden. Paulus bracht deze aangelegenheid in Hebreeën 10:28, 29 als volgt onder woorden: „Een ieder die de wet van Mozes heeft geminacht, sterft zonder mededogen op het getuigenis van twee of drie personen. Hoeveel zwaarder straf, dunkt u, zal dan niet hij waardig gerekend worden die de Zoon van God met voeten heeft getreden en die het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd werd, als van gewone waarde heeft geacht en die de geest der onverdiende goedheid met verachting heeft gekrenkt?”

ONDERWIJZINGEN

3. Wat heeft Jezus, behalve dat hij de losprijs heeft verschaft, nog meer gedaan?

3 Toen Gods eniggeboren Zoon op aarde was, heeft hij, behalve dat hij een loskoopoffer ten behoeve van het mensengeslacht heeft verschaft, nog meer gedaan. Hij kwam als een onderwijzer van Gods heilige waarheid en verschafte anderen een voorbeeld van de handelwijze die zij moesten volgen om in harmonie te zijn met God. Jezus onthulde Gods boodschap en zei: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft gezonden. Indien iemand zijn wil wenst te doen, zal hij betreffende deze leer weten of ze uit God is of dat ik uit mijzelf spreek.” „Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben ik in de wereld gekomen, om getuigenis af te leggen van de waarheid. Een ieder die aan de zijde van de waarheid staat, luistert naar mijn stem.” — Joh. 7:16, 17; 18:37.

4. Waarom dient een begrip van heilige geheimen als een speciaal voorrecht te worden beschouwd?

4 Heilige waarheid wordt niet door allen gewaardeerd; sommigen zijn deze niet waard. In een verslag over het onderwijzingswerk van Jezus en het gebruik dat hij van illustraties maakte, wordt verklaard: „Toen hij nu alleen was, stelden zij die zich om hem heen bevonden met de twaalf, hem vragen omtrent de illustraties. En hij ging ertoe over tot hen te zeggen: ’Aan u is het heilige geheim van het koninkrijk Gods gegeven, maar voor hen die buiten zijn, geschieden alle dingen door middel van illustraties, opdat zij, ofschoon zij kijken, wel kijken, maar toch niet zien, en ofschoon zij horen, wel horen, maar er toch geen begrip van krijgen, noch zich ooit omkeren en vergeving ontvangen’” (Mark. 4:10-12). Een begrip te hebben van de heilige geheimen van God en van de betekenis van de bijbelse onderwijzingen is stellig een speciaal voorrecht dat aan diegenen wordt geschonken die hem liefhebben. Een nauwkeurige kennis omtrent Gods koninkrijk is een waardevolle schat. Ze wordt geschonken aan hen die zich er ijverig op toeleggen de Schrift te bestuderen. Hebt u zo’n waardering voor heilige onderwijzingen dat u ze geregeld bestudeert? — Joh. 17:3; 1 Kor. 2:10, 14, 15.

HET KONINKRIJK

5. Welke waarde kende Jezus het koninkrijk der hemelen toe?

5 Dat Jezus het koninkrijk der hemelen hoog waardeerde, blijkt duidelijk uit het onderwijs dat hij gaf. Het koninkrijk der hemelen is gelijk een schat, verborgen in het veld, en degene die hem vond, verborg hem; en in zijn vreugde gaat hij heen en verkoopt al wat hij heeft en koopt dat veld. Wederom is het koninkrijk der hemelen gelijk een reizende koopman die op zoek is naar zeer mooie parels. Toen hij één parel van grote waarde had gevonden, ging hij heen en verkocht dadelijk al wat hij had en kocht ze” (Matth. 13:44-46). Jezus illustreerde hoe hij van alles, zelfs van het leven, afstand zou doen om het Koninkrijk te verwerven. Wie zou meer waardering voor iets heiligs aan de dag kunnen leggen? Waardoor werd hij in staat gesteld dit te doen? Niet door veel over sterven na te denken, maar door vol geloof uit te zien naar de tijd dat hij zich in het hooggewaardeerde heilige bezit, het koninkrijk der hemelen, zou verheugen. Zijn houding wordt door de apostel Paulus voor ons beschreven: „Wij [houden] oplettend het oog gericht . . . op de Voornaamste Bewerker en Volmaker van ons geloof, Jezus. Wegens de hem voorgestelde vreugde heeft hij een martelpaal verduurd, schande verachtend, en is hij aan de rechterhand van de troon van God gaan zitten.” — Hebr. 12:2.

6. Wat is Jezus ten deel gevallen omdat hij datgene wat hij in Matthéüs 6:19-33 onderwees, in praktijk bracht?

6 Aangezien Jezus zo’n waardering voor waardevolle dingen had, kon hij praktisch onderricht geven over het onderwerp: „Vergaart u niet langer schatten op aarde, . . . Vergaart u veeleer schatten in de hemel, waar noch mot noch roest verteert en waar dieven niet inbreken en stelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd” (Matth. 6:19-21, 33). Jezus onderschreef datgene wat hij onderwees ten volle, want hij heeft inderdaad eerst het Koninkrijk gezocht, en al het andere werd hem toegevoegd.

7. Waarmee blijken degenen die het Koninkrijk waarderen, zich thans bezig te houden?

7 Dat koninkrijk is nu opgericht. Het is heilig. Geeft u er blijk van er waardering voor te bezitten? Als wij tot de gemeente van ware christenen behoren, maken wij nu in het openbaar bekend wat in Openbaring 11:17 werd voorzegd: „Wij danken u, Jehovah God, de Almachtige, die is en die was, dat gij uw grote kracht hebt opgenomen en als koning zijt gaan regeren.” Dat is actieve waardering. Onverschilligheid ten aanzien van heilige dingen heeft niet Gods goedkeuring tot gevolg. Wij willen niet de geest van de Laodicenzen bezitten. „Schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicéa: Deze dingen zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping door God: ’Ik ken uw daden, dat gij noch koud noch heet zijt. Waart gij maar koud of anders heet. Omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, daarom ga ik u uitbraken uit mijn mond’” (Openb. 3:14-18). Zie er de belangrijkheid van in, het koninkrijk der hemelen zeer positief te ondersteunen!

DE KONINKRIJKSBEDIENING

8. Hoe gaven Jezus’ volgelingen van waardering voor hem en zijn onderwijzingen blijk?

8 Met gepaste waardering hebben Jezus’ volgelingen, die in zijn voetstappen traden, zijn woorden herhaald, opgetekend en ze aan anderen doorgegeven, terwijl zij bovendien overeenkomstig Jezus’ onderwijzingen leefden. De apostel Paulus was een van hen. Hij was niet in staat persoonlijk naar Jezus’ onderwijs te luisteren, maar evenals wij kon hij erover lezen en wij merken met belangstelling op welke waarde hij aan heilige dingen toekende: „Alles wat winst voor mij was, heb ik ter wille van de Christus als verlies beschouwd. Ja, wat dat aangaat, ik beschouw alle dingen ook werkelijk als verlies wegens de uitnemende waarde van de kennis van Christus Jezus, mijn Heer. Om zijnentwil heb ik het verlies van alle dingen aanvaard en ik beschouw ze als een hoop vuil, opdat ik Christus moge winnen.” — Fil. 3:7, 8.

9. In welke opzichten kunnen wij voordeel trekken van de dankbare bewoordingen waarin Paulus zich over de bediening uitliet?

9 Deze man Paulus had een heilige opdracht, en hij waardeerde zijn bediening, de toewijzing die hij van Christus Jezus had ontvangen, ten volle: „Ik ben Christus Jezus, onze Heer, die mij kracht heeft verleend, dankbaar, omdat hij mij getrouw heeft geacht door mij aan een bediening toe te wijzen, ofschoon ik vroeger een lasteraar en een vervolger en een onbeschaamd mens was. Niettemin werd mij barmhartigheid betoond omdat ik onwetend was en in ongeloof handelde. Maar de onverdiende goedheid van onze Heer is buitengewoon overvloedig geweest, gepaard aan geloof en liefde die in verband met Christus Jezus is. Betrouwbaar is het woord en alle aanneming waard, dat Christus Jezus in de wereld is gekomen om zondaars te redden. Van hen ben ik de voornaamste. Niettemin was de reden waarom mij barmhartigheid werd betoond, dat Christus Jezus door bemiddeling van mij, als het voornaamste geval, al zijn lankmoedigheid zou bewijzen tot een voorbeeld voor hen die hun geloof op hem zullen gronden, waardoor zij eeuwig leven verkrijgen” (1 Tim. 1:12-16). Dat Paulus deze details optekende, toont aan hoe nederig hij was, en wij waarderen het deze inlichtingen te hebben, aangezien ook wij misschien niet ons leven lang Gods heilige dingen of zijn wil hebben gekend. Wij beseffen dat — ongeacht wat wij in het verleden hebben gedaan — dit het is wat telt: wat wij doen als wij Gods wil leren kennen en hoe wij op de aangeboden bediening reageren. Hebt u net zo’n waardering als Paulus?

10. Hoe verrichten wij onze heilige dienst?

10 De bediening is een onderdeel van onze aanbidding, onze heilige dienst. Evenals de apostel Paulus, toen hij de waarheid leerde kennen, zich plechtig aan Jehovah aanbood om Jehovah’s wil te doen, worden ook wij hiertoe aangemoedigd, en overeenkomstig de waardering die wij voor heilige dingen hebben, zullen wij trachten Gods wil te doen. Als wij goed over het geschreven Woord van God nadenken, beseffen wij dat dit de enige handelwijze is die gevolgd dient te worden. Paulus deed een beroep op zijn broeders om hun heilige dienst te blijven aanbieden. „Dientengevolge verzoek ik u dringend, broeders, bij de meedogendheden Gods, uw lichamen aan te bieden als een slachtoffer dat levend, heilig en aan God welgevallig is, een heilige dienst met uw denkvermogen. En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is” (Rom. 12:1, 2). Deze heilige dienst en aanbidding houdt in, Jehovah exclusief toegewijd te zijn. Paulus wist dit, omdat hij op de hoogte was van de verzoeking van Jezus en ook van de inhoud van de Hebreeuwse Geschriften. In Matthéüs 4:10 wordt over deze verzoeking bericht: „Toen zei Jezus tot hem: ’Ga weg, Satan! Want er staat geschreven: „Jehovah, uw God, moet gij aanbidden en voor hem alleen heilige dienst verrichten.”’” — Matth. 4:10.

DE GEMEENTE

11. Op welke wijze gaven Jezus en Paulus er blijk van, waardering voor de gemeente te bezitten?

11 Bovendien had de apostel Paulus waardering voor de voorziening die God in de vorm van medebedienaren van het evangelie had getroffen. „Ik ben dankbaar jegens God, voor wie ik evenals mijn voorvaders en met een rein geweten heilige dienst verricht, dat ik nooit nalaat u in mijn smekingen te gedenken” (2 Tim. 1:3). „Ik dank God altijd voor u, met het oog op de onverdiende goedheid van God, die u in Christus Jezus is gegeven” (1 Kor. 1:4). Paulus waardeerde hen als een deel van Gods heilige bezit, want hij had geleerd hoe Jezus’ werk op aarde er onder andere in bestond een gemeente of organisatie op te richten van personen die eendrachtig de zuivere aanbidding van God ten uitvoer brengen en zijn wil doen. De leden van deze gemeente ontvangen de zalving van Gods heilige geest, de aanneming tot zonen van God. Deze klasse of dit lichaam van 144.000 gezalfde christenen, volgelingen van Jezus die in zijn voetstappen treden, worden als een vrouw van het Lam, Christus Jezus, beschreven (Openb. 19:7). Christus voedt en koestert de gemeente en heeft zelfs zijn leven voor haar afgelegd (Ef. 5:25-29). De gemeente is derhalve iets heiligs, iets dat met veel waardering moet worden bezien, terwijl alle leden waardering dienen te bezitten voor de hele gemeenschap van broeders. — Hand. 20:28.

12. Hoe kunnen wij, wanneer wij Jezus en Paulus beschouwen, in deze tijd waardering tonen voor de gemeente?

12 De leden van de christelijke gemeente kunnen thans op aarde worden aangetroffen. Bovendien is er een grote schare „andere schapen” met hen verbonden. De zichtbare organisatie van Jehovah op aarde is onder leiding van zijn geest werkzaam, houdt zich aan zijn heilig Woord en moet als Gods bezit worden beschouwd. Het is een eer met zo’n groep opgedragen, ware christenen verbonden te zijn en — vooral in deze tijd — anderen in de gemeente met liefde te bejegenen. Toen Jezus op aarde was, was hij bij leden van het opgedragen christelijke lichaam persoonlijk aanwezig, en daarom kunnen wij er zeker van zijn dat als hij in deze tijd persoonlijk op aarde zou zijn, hij op dezelfde wijze zijn waardering voor de regeling van God zou tonen. Maar zelfs in zijn hemelse positie schenkt Jezus aandacht aan de behoeften en belangen van de bijeengekomen dienstknechten, of zij nu met velen of weinigen bijeen zijn (Matth. 18:20). Door op het voorbeeld van de Meester acht te slaan, tonen de tegenwoordige christenen derhalve waardering voor de gemeente door geregeld samen te komen, waartoe de apostel Paulus christenen met klem aanspoorde: „Laten wij zonder wankelen vasthouden aan de openbare bekendmaking van onze hoop, want hij die beloofd heeft, is getrouw. En laten wij op elkaar letten ten einde tot liefde en voortreffelijke werken aan te sporen, het onderling vergaderen niet nalatend, zoals voor sommigen gebruikelijk is, maar elkaar aanmoedigend, en dat te meer naarmate gij de dag ziet naderen.” — Hebr. 10:23-25.

13. Wat zijn enkele voordelen die door middel van de gemeenteregeling verworven worden?

13 Door omgang te hebben met de gemeente wordt men het beste in de gelegenheid gesteld waardering voor het geschreven Woord van God aan de dag te leggen. Het wordt op de gemeentevergaderingen bestudeerd. Het wordt ook gebruikt bij de persoonlijke studie en in het onder goddelijke leiding verrichte werk dat erin bestaat het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken. Aangezien de ware gemeente waardering heeft voor het Koninkrijk, blijkt ze het goede nieuws van dat koninkrijk thans in de gehele wereld te prediken, tot een getuigenis aan alle natiën voordat het einde komt. Ze is Gods regeling. — Matth. 24:14.

GEBED

14. Waarom is het noodzakelijk het gebed te waarderen?

14 Paulus was niet de enige die voor de gemeente bad. Jezus heeft er door middel van gebed blijk van gegeven waardering voor de „kudde” aanbidders van Jehovah te hebben. Hij nam in zijn gebed dat in hoofdstuk 17 van Johannes staat opgetekend de voornemens van Jehovah en ook het welzijn van de gemeente in aanmerking. „Ook ben ik niet langer in de wereld, maar zij zijn in de wereld en ik kom naar u toe. Heilige Vader, waak over hen ter wille van uw naam, die gij mij hebt gegeven, opdat zij één mogen zijn zoals wij. Ik heb hun uw woord gegeven, maar de wereld heeft hen gehaat, omdat zij geen deel van de wereld zijn, evenals ik geen deel van de wereld ben. Ik verzoek u niet, hen uit de wereld te nemen, maar over hen te waken vanwege de goddeloze. Niet alleen betreffende hen doe ik een verzoek, maar ook betreffende hen die door hun woord geloof in mij stellen” (Joh. 17:11, 14, 15, 20). Deze heilige gemeente zou alleen met de zegen en hulp van de hemelse Vader Jehovah kunnen bestaan en groeien. Wij werken niet onafhankelijk van Jehovah. Het voorbeeld dat Jezus heeft gesteld met betrekking tot waardering van het voorrecht om te bidden, is zeer bijzonder en dient ons in ons dagelijks leven als een gids te leiden. Geregeld bidden is een vereiste voor succes in heilige dienst. Denkt u eraan elke dag te bidden? — Joh. 16:23, 24; 1 Thess. 5:17.

OPDRACHT

15. Waarom zijn opdracht en doop belangrijk?

15 Nog een speciaal voorrecht dat bijzonder gewaardeerd dient te worden, is dat van opdracht en doop. Jezus heeft hierin het voorbeeld gesteld en hij heeft zijn volgelingen opgedragen net zo’n rechtvaardige handelwijze te volgen. „Toen kwam Jezus uit Galiléa naar de Jordaan tot Johannes om door hem te worden gedoopt. Maar deze trachtte hem dit te beletten door te zeggen: ’Ik moet door u gedoopt worden, en gij komt tot mij?’ Jezus gaf hem ten antwoord: ’Laat het deze keer zo zijn, want aldus past het ons alles wat rechtvaardig is te volbrengen.’ Toen belette hij het hem niet langer. Nadat Jezus was gedoopt, kwam hij onmiddellijk omhoog uit het water; en zie! de hemelen werden geopend, en hij zag Gods geest gelijk een duif neerdalen en op hem komen. Zie! Ook kwam er een stem uit de hemelen, die zei: ’Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd’” (Matth. 3:13-17). Verder liet Jezus er geen twijfel over bestaan dat hier na zijn dood mee moest worden doorgegaan, want in Matthéüs 28:19, 20 gebood hij: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hen onderhouden alles wat ik u geboden heb.” Zij die waardering voor deze heilige regeling aan de dag legden, zouden als gevolg hiervan onder de Koninkrijksheerschappij zegeningen ontvangen.

16. Wanneer dient men gedoopt te worden?

16 Iemands opdracht en doop dienen door waardering van enkele andere heilige dingen te worden voorafgegaan. Hij moet Gods wil leren kennen. Wanneer iemand de heilige waarheden over de doop echter begint te waarderen, doet hij er verstandig aan een handelwijze te volgen die met het voorbeeld van Jezus overeenstemt en zich te laten dopen. Door terughoudend te zijn, geeft men er geen blijk van, geloof en waardering te bezitten voor deze heilige regeling waardoor het mogelijk wordt gemaakt een deel van de gemeente te worden. Hebt u zich opgedragen?

HEILIGE GEEST

17. Waarom hebben wij waardering voor heilige geest?

17 Zoals Jezus uiteenzette, zouden degenen die op passende wijze gedoopt zouden worden, in de eerste plaats waardering moeten hebben voor de Vader, de Zoon (en de voorziening voor het loskoopoffer, welke door bemiddeling van hem werd getroffen) en voor de werkzaamheid van Gods heilige geest. Heilige geest of Gods werkzame kracht is iets dat met zorg en veel respect beschouwd dient te worden, aangezien deze heilig is. Er zijn door middel van heilige geest vele krachtige werken verricht. Hij werd bij de schepping gebruikt (Gen. 1:2; Ps. 104:30). Als gevolg van heilige geest zijn er profetieën voortgebracht (Hand. 28:25; 2 Petr. 1:21). Bij de wonderbare geboorte van Jezus was heilige geest betrokken. Heilige geest kan mensen ertoe brengen God te dienen en het goede nieuws te prediken (Hand. 2:1-4; Mark. 13:11). Door middel van heilige geest heeft Jezus, toen hij op aarde was, vele verbazingwekkende en wonderbare werken gedaan. Als bewijs van wat het Koninkrijk tot stand zal brengen op het gebied van het genezen van de natiën genas Jezus de mensen die bezeten waren door demonen, en de blinden, de stommen en de zieken, maar hij werd door de Farizeeën bekritiseerd, die zeiden dat Jezus dit door de macht van de Duivel tot stand bracht. Aldus gaven deze Farizeeën er niet alleen blijk van geen waardering voor heilige geest te bezitten, maar begingen zij een onvergeeflijke zonde, zoals Jezus zei: „Daarom zeg ik u: Iedere soort van zonde en lastering zal de mensen worden vergeven, maar de lastering tegen de geest zal niet worden vergeven. Spreekt iemand bijvoorbeeld een woord tegen de Zoon des mensen, het zal hem worden vergeven; maar spreekt iemand tegen de heilige geest, het zal hem niet worden vergeven, neen, niet in het tegenwoordige samenstel van dingen noch in het toekomende.” — Matth. 12:31, 32.

18. Geef een voorbeeld van gebrek aan waardering voor wat Jezus deed.

18 Niet alleen de Farizeeën bleven in gebreke de wonderwerken van Jezus te waarderen, maar zelfs enkelen van de hoofdpersonen, mensen die persoonlijk door Jezus waren genezen, bleven in gebreke waardering voor zo iets heiligs aan de dag te leggen. „En toen hij een zeker dorp binnenging, kwamen hem tien melaatsen tegemoet, maar zij bleven in de verte staan. En zij verhieven hun stem en zeiden: ’Jezus, Onderwijzer, wees ons barmhartig!’ En toen hij hen gewaar werd, zei hij tot hen: ’Gaat u aan de priesters laten zien.’ Het geschiedde dan, terwijl zij heengingen, dat zij werden gereinigd. Een van hen keerde terug, toen hij zag dat hij gezond was geworden, terwijl hij God met een luide stem verheerlijkte. En hij viel op zijn aangezicht aan Jezus’ voeten neer en dankte hem; hij was bovendien een Samaritaan. Jezus gaf ten antwoord: ’Werden niet de tien gereinigd? Waar zijn dan de andere negen?’” (Luk. 17:12-17) Welnu, is dat niet vreemd? Slechts een van de tien dacht eraan zijn waardering tot uitdrukking te brengen. Zo zouden er aan het einde van de duizendjarige regering van de Koning Christus, als Satan uit zijn gevangenis wordt losgelaten, ook heel wat mensen kunnen zijn die geen waardering aan de dag leggen voor de genezing van de natiën die onder de Koninkrijksheerschappij tot stand is gebracht. — Openb. 20:7-10.

TALLOZE VOORDELEN

19. Noem enkele heilige dingen waarvoor Gods dienstknechten thans waardering kunnen hebben.

19 Hoeveel heilige dingen waarvan u persoonlijk voordeel hebt getrokken, kunt u opschrijven? Wij hebben er slechts enkele genoemd. Tot de vele voordelen die Jehovah’s dienstknechten ten deel vallen, behoren waarheid, licht en waardering voor Jehovah’s voornemens. Terwijl de wereld in geestelijke duisternis rondtast, ontvangen Jehovah’s dienstknechten leiding uit zijn profetische Woord en weten zij wat er in het verschiet ligt. Daarom verkeren zij niet in angst. „Dientengevolge is het profetische woord voor ons des te vaster gemaakt, en gij doet goed er acht op te geven als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en er een dagster opgaat, in uw hart. Want dit weet gij in de eerste plaats, dat geen profetie der Schrift door enige eigen uitlegging ontstaat. Want nooit werd profetie door de wil van een mens voortgebracht, maar mensen hebben van Godswege gesproken zoals zij door heilige geest werden meegevoerd.” — 2 Petr. 1:19-21.

20-22. Wat zijn enkele van de wonderwerken die Jehovah voor de mensen doet, zoals in Psalm 107 tot uitdrukking wordt gebracht?

20 Een goed voorbeeld van waardering voor alles wat Jehovah heeft gedaan, wordt in Psalm 107 aangetroffen. In 107 de verzen 8, 15, 21 en 31 (NW) worden zijn heilige werken herhaaldelijk met dezelfde bewoordingen geprezen, namelijk: „O laat men Jehovah danken voor zijn liefderijke goedheid en voor zijn wonderwerken aan de mensenzonen.” Jehovah heeft inderdaad veel gedaan ten behoeve van zijn schepselen. Hij is nooit onverschillig geweest voor hun noden of verdriet. Hij is een groot Verlosser en Bevrijder. „En zij bleven luid tot Jehovah roepen in hun nood; uit hun benauwenissen bevrijdde hij hen voorts, en om hen te doen wandelen op de rechte weg, zodat zij naar een bewoonde stad konden gaan.” — Ps. 107:6, 7, NW.

21 Wij hebben ook waardering voor Jehovah wegens zijn grote barmhartigheid en vergevensgezindheid en wegens de wijze waarop hij schepselen die hem trachten te dienen, geneest en verzorgt. Hij is een groot verzoener als schepselen er blijk van geven berouw te hebben van hun dwaling. „Hij [zond] zijn woord en genas hen en verschafte hun ontkoming uit hun kuilen.” — Ps. 107:20.

22 Jehovah is ook de verschaffer van al het goede geestelijke voedsel; als zijn dienstknechten loyaal zijn jegens hem, schenkt hij hun in geestelijk opzicht voorspoed. Het is aangenaam in zijn ogen dat zij waardering tot uitdrukking brengen voor zijn heilige dingen. Jehovah’s dienstknechten zijn in deze dagen derhalve een periode van geestelijke voorspoed binnengetreden zoals deze in de profetische Psalm 107:35-38 (NW) staat beschreven: „Hij maakt een wildernis tot een rietpoel van water, en het land van een waterloze streek tot plaatsen waar water opwelt. En daar laat hij de hongerigen wonen, zodat zij er een bewoonde stad stichten. En zij bezaaien velden en planten wijngaarden, opdat die een vruchtbare oogst mogen opleveren. En hij zegent hen zodat zij tot zeer velen worden; en hij laat hun vee niet weinig worden.”

23. Waarom dienen wij Gods Woord en voorzieningen thans te waarderen?

23 Mensen die het heilige Woord van Jehovah niet waarderen en die het niet gebruiken, kunnen niet de geestelijke voorspoed, het geloof, de vreugde, de hoop, de vrijheid en de zekerheid vinden die Jehovah’s dienstknechten hebben gevonden. Het werpt zoveel voordelen af waardering voor het heilige Woord van God te hebben. Als Gods wetten worden nageleefd, heeft dit een goede gezondheid tot gevolg en wordt er goed voor het lichaam, dat God heeft gegeven, gezorgd. Gehoorzaamheid aan dat wat juist is, heeft bovendien een goed geweten tot gevolg; de familieverhoudingen worden verbeterd. Het wordt duidelijk hoe belangrijk het is, afgescheiden te zijn van dit samenstel van dingen. Dit hangt allemaal af van het gebruik dat van Gods Woord wordt gemaakt. Hierdoor wordt men ervoor beschermd verwikkeld te raken in wat verkeerd is. „Vast voedsel behoort echter bij rijpe mensen, bij hen die door gebruik hun waarnemingsvermogen hebben geoefend om zowel goed als kwaad te onderscheiden” (Hebr. 5:14). Degenen die zich bewust zijn van hun geestelijke behoeften, verwerven geluk, zoals Jezus dit in Matthéüs 5:3 onder woorden bracht. Wij hebben waardering voor de wijze waarop Jehovah in onze geestelijke behoeften voorziet. Wij beoordelen waarden aan de hand van zijn Woord en wij grijpen alle gelegenheden aan om meer te leren. Vol dankbaarheid beseffen wij dat hij zijn dienstknechten voortdurend bewaakt en beschermt. Jehovah’s volk vertoont een duidelijk verschil met de ondankbare, geen waardering bezittende mensheid, die in 2 Timótheüs 3:2 wordt beschreven.

24. In welk opzicht vormt Esau’s handelwijze een waarschuwing?

24 Het is in deze tijd van grote geestelijke verlichting gevaarlijk ondankbaar te zijn. Denkt u maar eens aan Esau en zijn gebrek aan waardering. De belangrijkheid van Jehovah’s heilige voorziening liet hem koud. Vele eeuwen nadat Esau was gestorven, werd het verslag van wat hij heeft gedaan, nog steeds onder de aandacht van christenen gebracht om hen ertoe aan te sporen heilige dingen te waarderen. Paulus schreef in Hebreeën 12:16, 17: „Dat er geen hoereerder is noch iemand die geen waardering heeft voor heilige dingen, zoals Esau, die in ruil voor één maaltijd zijn rechten als eerstgeborene weggaf. Want gij weet dat hij ook daarna, toen hij de zegen wilde erven, werd verworpen, want hij vond geen plaats voor een verandering van geest, hoewel hij er met tranen ernstig naar zocht.”

25. Welke verstandige handelwijze dient gevolgd te worden?

25 Men volgt thans derhalve een verstandige handelwijze wanneer men de heilige dingen dierbaar acht en ernaar verlangt. Wij kunnen het verdriet en de tranen die wellicht later komen, vermijden als wij denken aan Esau en de andere in de Schrift genoemde voorbeelden. Houd u aan werkelijke waarden. Bouw uw waardering ervoor op. „Indien gij haar zoekt als zilver en naar haar speurt als naar verborgen schatten, dan zult gij de vreze des HEREN verstaan en de kennis Gods vinden” (Spr. 2:4, 5). Dit is een positieve verklaring. Als wij blijven zoeken, zullen wij dat wat waardevol is waarderen, en Jehovah geeft ons de verzekering dat wij dan de kennis van God zullen begrijpen en zullen vinden. Als wij dit doen, zijn wij beter in de gelegenheid bij anderen een grotere waardering voor heilige dingen op te bouwen, terwijl wij inmiddels zelf aandacht aan Jehovah blijven schenken. „Wie is wijs? Hij zal zowel deze dingen waarnemen als zich opmerkzaam betonen ten opzichte van Jehovah’s daden van liefderijke goedheid. O laat men Jehovah danken voor zijn liefderijke goedheid en voor zijn wonderwerken aan de mensenzonen.” — Ps. 107:43, 31, NW.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen