Wie is God eigenlijk?
VOOR veel kinderen is God een zeer wezenlijke en nogal imponerende, doch bepaald geen vreesaanjagende persoon. Toen aan kinderen van onder de tien jaar werd gevraagd een brief aan God te schrijven, viel daarin een zekere rechtstreeksheid, bekoorlijkheid en eerbied op te merken. Eén kind schreef bijvoorbeeld:
„Lieve God, Bent u niet erg moe geworden toen u een begin maakte met de aarde en mensen daarop plaatste en alle dieren en het gras en de sterren schiep? Ik heb trouwens nog een heleboel andere vragen.” Voor dit kind spreekt het vanzelf dat God werkelijk bestaat. Een kind weet niet veel over God, maar het is bereid te leren, want het heeft „nog een heleboel andere vragen”.
Een ander kind bracht een soortgelijke zienswijze tot uitdrukking, toen het schreef: „Lieve God, Hoe is dat nu eigenlijk als je doodgaat? Niemand wil het mij vertellen. Ik wil niet graag dood, maar ik wil het alleen maar graag weten.”
Over het algemeen hebben kinderen een oppervlakkige doch eerlijke, welgemeende voorstelling van God, maar als zij volwassen worden, verliezen zij vaak dat vertrouwen in God. De opvoeding en opleiding die zij later ontvangen, ondermijnen vaak hun geloof.
EEN KINDERLIJK GELOOF?
Betekent dit dat het kinderlijk is te geloven dat God iemand is die werkelijk bestaat en zich inlaat met de aangelegenheden van de aarde? Is een dergelijke God louter een verdichtsel van de jeugdige fantasie? Bestaat hij alleen maar in de verbeelding, ongeveer zoals Sinterklaas?
Welnu, bedenk dat in het gehele universum alles ordelijk en volgens een vast plan verloopt. „Het is voor mij genoeg”, heeft de natuurgeleerde Albert Einstein eens opgemerkt, „de wonderbaarlijke structuur van het universum, dat wij vaag kunnen waarnemen, te overpeinzen, en nederig te trachten zelfs maar een oneindig klein gedeelte te begrijpen van de intelligentie die in de natuur openbaar is.” Waarvan is deze indrukwekkende ordelijkheid en buitengewone intelligentie een bewijs?
Uit eigen ervaring weten wij dat intelligentie verband houdt met de geest, het denkvermogen. Ook weten wij dat de geest verband houdt met de hersenen in het lichaam van een persoon. De grote geest die verantwoordelijk is voor het feit dat alle dingen in het universum volgens een vast plan en ordelijk verlopen, moet daarom de geest van het Opperwezen zijn, de grote Persoon die God is en die over een bepaald lichaam, een bepaalde persoonlijkheid en vermogens beschikt.
VAGE VOORSTELLINGEN
Weliswaar zeggen de meeste mensen dat zij in God geloven, maar wie is Hij eigenlijk volgens hun opvatting? Beschouwen zij hem als iemand die werkelijk bestaat? Trachten zij meer over hem te weten te komen en hem te dienen? Wie gelooft ú dat God is?
Sommige religieuze leiders zeggen dat God „het Fundamentele Zijn”, „de Levenskracht”, „de Uiterste Realiteit”, enzovoort, is. Maar wat betekent dit? In werkelijkheid zijn zulke beschrijvingen van God misleidend en verbergen ze de waarheid met betrekking tot de vraag wie Hij werkelijk is. De mensen zijn er alleen maar door in verwarring gebracht, terwijl dergelijke ideeën zonder enige twijfel hebben bijgedragen tot de vage voorstelling van God zoals zovelen die hebben.
Terzelfder tijd hebben de meeste mensen weinig gedaan om kennis over God te verkrijgen. Zij hebben zich niet tot zijn Woord de bijbel gewend om te zien wat hij over zichzelf zegt. Als gevolg hiervan zijn zij niet geneigd tot God in gebed te gaan en met hem te spreken. Ongetwijfeld is dit gedeeltelijk te wijten aan het feit dat men er niet zeker van is hoe men zich tot God moet wenden, bijvoorbeeld welke naam men moet gebruiken als men Hem wil aanspreken.
Ook hebben zij het probleem dat zij niet weten waarover zij met God zullen spreken. Op de een of andere manier zien zulke mensen niet welke wonderbare voorzieningen God voor de mensheid heeft getroffen.
Feitelijk denken velen in hun leven minder aan God en wat hij gedaan heeft, dan aan hun baan of andere aangelegenheden van het dagelijkse leven. Pas wanneer zij ernstige moeilijkheden ondervinden, denken zij aan Hem. Zouden zij bijvoorbeeld ernstig ziek worden en zou doktershulp niet meer baten, dan zullen zij zich wellicht met de vurigste beden om hulp tot God richten. Naar het schijnt, houdt men er de opvatting op na dat, wanneer niets anders meer helpt, het tijd is om in gebed te gaan. Spreekt uit een dergelijke houding echter oprechte waardering voor God?
Het feit bestaat dat de meeste mensen God blijkbaar bezien als iemand die heel ver weg en ongeïnteresseerd is, in plaats dat zij hem als een liefhebbende Vader beschouwen die hun zeer na staat en een intense belangstelling heeft voor zijn kinderen. Inderdaad zullen de meesten ongetwijfeld zeggen dat zij geloven dat God het heelal heeft geschapen en verantwoordelijk is voor het ingewikkelde en intelligente leven op aarde. Terzelfder tijd echter zijn zij blijkbaar van mening dat de mensheid nu aan zichzelf is overgelaten, dat God zich van de problemen op aarde niets meer aantrekt en ook niets zal doen om orde op zaken te stellen.
Is dit waar? Gelijkt God meer op een onverschillige toeschouwer dan op een liefhebbende en behulpzame Vader? Wat zijn de feiten over God? Wie is hij precies? Welke voorstelling dienen wij ons eigenlijk van hem te maken? Welke verantwoordelijkheden hebben wij tegenover hem?
EEN PERSOONLIJKE GOD
God is niet een of andere abstracte kracht of macht, maar hij is een werkelijk bestaande persoon. Dit betekent niet dat hij net als de mensen een lichaam van vlees en bloed heeft, want hij is een onzichtbaar Personage. „God is een Geest”, verklaart de Heilige Schrift (Joh. 4:24). En zo vermeldt de bijbel ook dat God „zijn engelen geesten” maakte, evenals hijzelf een geest is. — Ps. 104:4.
Evenals engelen namen hebben — een van hen wordt in de bijbel door de naam „Gabriël” geïdentificeerd — zo wordt God geïdentificeerd door een naam die hem van alle andere personen onderscheidt (Luk. 1:26). Is die naam Jezus? Vele godsdienstige personen zijn ertoe gebracht dat te denken. De bijbel toont echter duidelijk aan dat Jezus de naam is van Gods Zoon (Luk. 1:31, 32). Jezus is dus niet God; hij is slechts de Zoon van God. Steeds weer leerde Jezus zijn volgelingen, zijn God en Vader in de hemel te aanbidden en te dienen.
Tijdens zijn aardse bediening onderwees Jezus zijn volgelingen zelfs, in verband met Gods naam te bidden: „Onze Vader, Die in de hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd” (Matth. 6:9, SV). En later tijdens zijn aardse bediening zei Jezus in gebed betreffende Gods naam: „Ik heb uw naam openbaar gemaakt aan de mensen die gij mij uit de wereld hebt gegeven.” — Joh. 17:6.
Stellig is het daarom van bijzonder groot belang dat wij de naam van God kennen en gebruiken. Jezus gebruikte die naam, en alle getrouwe dienstknechten van God hebben dit gedaan. Ja, Gods persoonlijke naam verschijnt ongeveer 7000 maal in de bijbel! Men vindt hem bijvoorbeeld in de bijbelvertaling van Van der Palm in Psalm 83:19 18, waar staat: „Zoo worden zij ’t gewaar, dat Gij, wiens naam JEHOVA is, dat Gij alleen zijt Opperheer der gansche aarde!
Ja, Jehovah is Gods eigen, zelfgekozen naam. „Ik ben Jehovah”, verklaart God. „Dat is mijn naam; en aan niemand anders zal ik mijn eigen heerlijkheid geven” (Jes. 42:8). In de oorspronkelijke Hebreeuwse taal van de bijbel verschijnt Gods naam in de vorm van het Tetragram (יהוה); het Tetragram wordt als volgt gedefinieerd: „Het Hebreeuwse woord, geschreven als JHVH (of JHWH, YHVH, YHWH), vertegenwoordigt, zonder klinkers, de ’onuitsprekelijke naam’ van God, . . . gewoonlijk getranscribeerd . . . als ’Jehovah’.” — The American College Dictionary, blz. 1252.
In navolging van Gods getrouwe dienstknechten uit het verleden gebruiken ware christenen thans Gods naam. Doet de godsdienst waarmee u verbonden bent dat ook? Zo niet, dan zal het nooit de ware godsdienst kunnen zijn, want God heeft gezegd: „Mijn volk [zal] mijn naam kennen.” Niet alleen zouden zij weten hoe de naam luidt, maar zij zouden deze kennen als een naam die wegens Gods eigen daden verheerlijkt is. Ook zegt de bijbel: „Een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal worden gered” (Jes. 52:6; Rom. 10:13; Joël 2:32). Van hoe groot belang is het daarom dat u zich verbindt met hen die Gods naam verhogen en met respect bejegenen!
EEN LIEFDERIJKE VERZORGER
Wanneer men te weten komt wie God in werkelijkheid is, is er o zoveel om met Hem over te spreken. Kijkt u maar eens om u heen en slaat u dan zijn wonderbare scheppingswerken gade. „Hij is de Maker van de aarde”, vertelt de bijbel ons, „Degene die het produktieve land . . . stevig bevestigt . . . Hij heeft zelfs sluizen voor de regen gemaakt, en hij brengt de wind te voorschijn uit zijn voorraadschuren” (Jer. 10:10-13). De mens met waardering wordt ertoe bewogen evenals de psalmist uit te roepen: „Hoe talrijk zijn uw werken, o Jehovah! Gij hebt ze alle in wijsheid gemaakt. De aarde is vol van uw voortbrengselen.” — Ps. 104:24.
Inderdaad moeten mensen vaak hard werken om hun gezin te voeden en te kleden, waarbij zij zich misschien urenlang inspannen om te zaaien en, zwoegend onder een brandende zon, de oogst binnen te halen, maar wie maakt dat het zaad zich tot voedzame spijs ontwikkelt waardoor hun lichaam kracht ontvangt en hun kinderen groeien? Hoe komt het dat zaad, plus een beetje water en grond, zulke wonderbaarlijke resultaten kan voortbrengen? Is enig mens hiervoor verantwoordelijk? Neen, God is het die daarvoor zorgt! Het is „God, die het wasdom geeft”. — 1 Kor. 3:7.
Wat de bijbel zegt is waar; God geeft „regens vanuit de hemel en vruchtbare tijden . . . door uw hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen” (Hand. 14:15-17). Evenals een kind voor zijn levensbehoeften afhankelijk is van zijn ouders, zo zijn dus alle mensen van Jehovah God afhankelijk. Hij is werkelijk een liefderijke verzorger. De bijbel zegt dan ook: „Hij zelf [geeft] aan allen leven en adem en alle dingen”, en: „Door hem hebben wij het leven en bewegen wij ons en zijn wij.” — Hand. 17:25, 28.
Wij dienen daarom waardering aan de dag te leggen en dankbaar te zijn. Wij dienen God te laten weten hoe dankbaar wij zijn voor het voedsel dat wij eten, de lucht die wij inademen, het schitterende natuurschoon waarin ons oog zich verlustigt, de melodieuze geluiden die ons oor strelen, en Zijn vele andere zegeningen. Doet u dit ook? Dankt u Jehovah God bijvoorbeeld ook uit de grond van uw hart voor het voedsel dat u eet? Hij heeft het immers doen groeien.
HIJ HEEFT OPRECHTE BELANGSTELLING VOOR DE MENS
Er is echter nog meer waar de mens behoefte aan heeft dan uitsluitend Gods stoffelijke voorzieningen. Hoewel het waar is dat deze hem enige tijd in leven kunnen houden, is het onvermijdelijk dat de ontaardende gevolgen van de zonde hem ten slotte achterhalen en overmeesteren zodat hij sterft. Zelfs ondanks zijn grote vooruitgang op het gebied van de medische wetenschap is de mens niet in staat ook maar iets te doen om dit te voorkomen. Hoe duidelijk is het daarom dat de mens eveneens een ontzaglijke behoefte heeft aan Jehovah’s geestelijke voorzieningen! Heeft God deze dan beschikbaar gesteld?
Ja, dat heeft hij! Ook al is het oorspronkelijke mensenpaar tegen hem in opstand gekomen en hebben de meesten van hun nakomelingen verkozen hem te negeren, toch heeft God de mensheid niet zonder hulp of leiding gelaten. Denk eens aan! „God heeft de wereld [der mensheid] zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Joh. 3:16). Hoe dankbaar dienen wij te zijn! Jehovah heeft zijn geliefde Zoon als losprijs naar de aarde gezonden, waardoor hij de gehele mensheid de gelegenheid heeft verschaft zich in een nieuw samenstel van dingen in eeuwig leven in geluk te verheugen. — Matth. 20:28.
Wat een wonderbare God is Jehovah! Hij is waarlijk een liefhebbende Vader die zich om de mens bekommert, en geen ongeïnteresseerde toeschouwer. Hij heeft de mensheid niet in de steek gelaten, noch heeft hij de mens in onwetendheid gelaten omtrent de tegenwoordige betreurenswaardige toestanden. Neen, God heeft duidelijk gemaakt waarom de mens sterft, hoe de dood uitgeschakeld zal worden en waarom goddeloosheid en menselijk leed zo lang is toegelaten. Al deze inlichtingen heeft hij beschikbaar gesteld in Zijn Woord de bijbel.
Dit betekent dat wij aan de ware God Jehovah verantwoordelijk zijn. Als wij zijn zegen en eeuwig leven wensen, moeten wij gebruik maken van de voorziening die hij voor ons heeft getroffen om meer omtrent Hem te vernemen. Het is een zaak van leven of dood. Jezus Christus heeft gezegd: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Joh. 17:3). Hoe uiterst belangrijk is het dus tijd te reserveren voor geregelde bijbelstudie! Stel het niet uit. Jehovah’s getuigen zullen blij zijn u te mogen helpen deze waardevolle kennis omtrent God en zijn voornemens te verkrijgen. Bedenk: het betekent uw léven.