Jongeren, respecteren jullie je ouders?
„Eer uw vader en uw moeder.” — Ef. 6:2.
1. Waarvan kan worden verwacht dat jeugdige christenen hier thuis blijk van zullen geven?
IS HET niet redelijk te verwachten dat jonge mensen die er buitenshuis blijk van geven Christus’ discipelen te zijn, hier ook thuis blijk van geven? Zijn discipelen te zijn, is een levenswijze die te allen tijde door spraak en daden wordt weerspiegeld. Het eindigt niet wanneer een jeugdige christen zijn huis binnenstapt en wanneer zijn ouders hem vragen stellen over zijn bezigheden of hem verbieden iets te doen wat hij graag wil doen.
2. Hoe reageren veel wereldse jongeren op de autoriteit van hun ouders, en hoe vormt dit een vervulling van de profetieën?
2 Veel jonge mensen van de wereld reageren opstandig en schimpend als hun ouders hun iets verbieden te doen of als zij worden terechtgewezen. Sommigen zijn zelfs van huis weggelopen om naar eigen goeddunken te leven. Zulke kinderen geven er blijk van geen respect voor hun ouders en geen natuurlijke genegenheid te bezitten. Zij mogen dan wel over liefde praten, maar hoeveel liefde tonen zij voor hun ouders als zij weglopen, waardoor hun ouders zich dodelijk ongerust over hen maken? Zij denken alleen aan hun eigen zelfzuchtige verlangens. Geven zij op deze wijze blijk van dankbaarheid voor wat hun ouders voor hen hebben gedaan? Tonen zij zo respect voor hen? Wat wij hier zien gebeuren, werd in 2 Timótheüs 3:1-4 voorzegd, waar staat dat jongeren in „de laatste dagen” „ongehoorzaam aan ouders” en „ondankbaar” zouden zijn, terwijl zij „geen natuurlijke genegenheid” zouden hebben. Jonge mensen die er blijk van willen geven Christus’ discipelen te zijn, zullen meer respect voor hun ouders tonen dan op deze wijze wordt getoond.
3. Waarom is het beter je ouders te gehoorzamen dan je eigen zin door te drijven?
3 Het is voor jullie, jonge mensen, alleen maar natuurlijk wanneer jullie af en toe bemerken dat jullie ouders jullie iets verbieden te doen. Hoewel jullie misschien niet inzien waarom jullie ouders Neen zeggen, is het dan toch niet beter de rijpe beslissing van jullie ouders te respecteren in plaats dat jullie je eigen zin doordrijven? Vanaf de tijd dat jullie baby’s waren, hebben jullie ouders jullie voor jezelf beschermd door jullie te verbieden met messen te spelen, jullie vinger in het stopcontact te steken, de straat op te rennen zonder goed naar links en naar rechts te kijken en met slechte vriendjes en vriendinnetjes om te gaan. Jullie weten dat zij er goed aan deden zulke dingen te verbieden, omdat zij gevaren konden zien die jullie niet konden zien. Is het dan niet mogelijk dat zij het bij het juiste eind hebben in verband met dingen die zij jullie verbieden nu jullie jonge mensen zijn geworden? Is het niet mogelijk dat zij nu dingen kunnen zien waardoor jullie jezelf zouden schaden, terwijl jullie deze niet kunnen zien?
4. Welk voorbeeld zouden wij kunnen beschouwen waaruit blijkt hoe verstandig het is de wensen van ouders te respecteren?
4 Een jong meisje zou bijvoorbeeld tot over de oren verliefd kunnen worden op een vriend van haar en met hem willen trouwen, maar haar ouders zeggen Neen. Zij gelooft dat zij verschrikkelijk veel van hem houdt en zij kan niet begrijpen waarom haar ouders haar niet willen laten trouwen. Zij is verontwaardigd over hun weigering en kan er zelfs opstandig over denken er met haar vriend vandoor te gaan. Zij beseft niet dat haar ouders een duidelijker begrip van het huwelijk en de problemen ervan hebben dan zij. Zij wensen haar een gelukkig huwelijk toe, maar zij weten dat hiervoor een rijpheid nodig is die zij nog niet bezit. Zij zijn zich er heel goed van bewust dat de kans op een gelukkig huwelijk veel groter voor haar is als zij een paar jaartjes ouder is. De statistieken wijzen uit dat de huwelijken van personen van twintig jaar en jonger vier maal zoveel kans hebben op een echtscheiding uit te lopen dan de huwelijken van personen van eenentwintig jaar en ouder.
5. Wat is Gods wil voor jongeren?
5 Hoewel dit jonge meisje teleurgesteld kan zijn en misschien niet begrijpt waarom haar ouders haar geen toestemming gaven te trouwen, zal zij respect voor hun beslissing hebben als zij er blijk van wil geven een van Christus’ discipelen te zijn. Het is Gods wil dat jongeren hun ouders gehoorzamen, ook als zij het niet met een ouderlijke beslissing eens zijn. „Gij kinderen, weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Kol. 3:20). Als zij ouder is geworden, zal zij er wellicht dankbaar voor zijn dat zij gehoorzaam is geweest, terwijl zij dan misschien beseft dat haar liefdevolle ouders haar er opnieuw voor hebben beschermd zichzelf ernstig schade te berokkenen.
6, 7. Hoe zou een meerderjarige jongeman te maken kunnen krijgen met ouderlijke wensen om bepaalde activiteiten te beperken, en verplicht zijn die wensen te gehoorzamen?
6 Beschouw als nog een voorbeeld het geval van een meerderjarige jongeman die zich heeft verloofd maar nog steeds thuis woont. Hoewel hij financieel bijdraagt in de onkosten van het huishouden, zorgt zijn vader voor het huis en voor de meeste van zijn behoeften. Zijn vader heeft er bezwaar tegen dat hij herhaaldelijk laat met zijn verloofde op stap is. De jongeman kan niet inzien waarom hij zijn verloofde niet net zo vaak kan zien als hij wil en het net zo laat kan maken als hij wil, omdat hij meerderjarig is. Aangezien zijn vader weet welke fysieke gevaren er voor de gezondheid van zijn zoon bestaan als hij laat opblijft, om nog niet eens te spreken van de morele gevaren, lijkt het hem het beste toe zijn zoon, in zijn eigen belang, beperkingen op te leggen. Het meisje zal de jongen niet minder liefhebben omdat hij de wensen van zijn vader respecteert, maar zij zal hem er meer om respecteren.
7 Maar is de jongeman, aangezien hij toch meerderjarig is, wel verplicht zijn vader te gehoorzamen? De bijbel stelt geen wettelijke leeftijd vast waarop een zoon niet langer naar het strenge onderricht van zijn vader hoeft te luisteren als hij in het huis van zijn vader woont. Gods Woord zegt: „Luistert, o zonen, naar het strenge onderricht van een vader en schenkt aandacht, ten einde verstand te kennen” (Spr. 4:1). Aangezien de jongeman in het huis van zijn vader woont, is hij schriftuurlijk bezien verplicht de wensen van zijn vader te respecteren, ook al is hij meerderjarig.
DE POSITIE VAN GEZINSHOOFD
8. Wie is schriftuurlijk bezien het hoofd van een gezin, en hoe zou deze positie van gezinshoofd geïllustreerd kunnen worden?
8 Jehovah heeft in zijn geschreven Woord duidelijk uiteengezet dat de vader het hoofd van een gezin is (Ef. 5:23). Dit is noodzakelijk wil het gezin vreedzaam en verenigd functioneren. Degene die in de tweede plaats de verantwoordelijkheid voor het gezin draagt, is natuurlijk de moeder. Wij zouden het gezin met een schip kunnen vergelijken. De vader is als de kapitein, die iedereen op het schip moet gehoorzamen. De kapitein is er verantwoordelijk voor dat er orde wordt gehandhaafd en dat het schip de goede koers volgt en blijft varen. Zo is het ook met de vader in een gezin. De moeder kan vergeleken worden met de eerste stuurman die, wat verantwoordelijkheid betreft, de tweede plaats inneemt. Net zoals deze gezaghebbende personen van een schip door de bemanning worden gehoorzaamd en geëerd, dienen ouders door hun kinderen gehoorzaamd en geëerd te worden (Ef. 6:1). De functie van het gezin kan door opstandige kinderen in gevaar worden gebracht, evenals de functie van een schip door een opstandige bemanning in gevaar gebracht kan worden.
9, 10. (a) Welke goede raad geeft de bijbel aan jongeren, en hoe wordt de positie die de ouders als hoofd bekleden door Abrahams gezin geïllustreerd? (b) Hoe toonde Jezus aan dat zonen en dochters hun ouders dienen te eren?
9 Onder Gods regeling wordt er dus van kinderen verlangd dat zij hun vader en moeder eren en gehoorzamen. „Bewaar, o mijn zoon, het gebod van uw vader, en verlaat de wet van uw moeder niet” (Spr. 6:20). Isaäk deed dit toen hij bij zijn vader thuis was. Hoewel hij ongeveer veertig jaar oud was toen hij trouwde, respecteerde hij de positie die zijn vader als hoofd bekleedde en onderwierp hij zich aan de keuze van zijn vader met betrekking tot een vrouw voor hem. Abraham had het recht een vrouw uit te kiezen voor Isaäk, die meerderjarig was maar bij zijn vader thuis woonde. Heeft een vader in deze tijd dan niet het recht een meerderjarige zoon die bij hem thuis woont beperkingen op te leggen? Als hoofd van het huisgezin heeft hij hier zeer beslist het recht toe.
10 In bijbelse tijden was de autoriteit van de ouders, vooral die van de vader, zeer uitgebreid. Zolang de vader leefde en in staat was het huisgezin te leiden, waren zijn zonen en dochters aan hem onderworpen. Als een zoon een eigen huisgezin stichtte, werd hij het hoofd van zijn eigen huisgezin. Hoewel hij niet langer onder de autoriteit van zijn vader stond, werd er nog steeds van hem verlangd dat hij zijn ouders eerde. Jezus veroordeelde de religieuze leiders van zijn tijd wegens hun bewering dat men zijn vader en moeder niet hoefde te eren door hun financiële ondersteuning te geven als zij dit nodig hadden, wanneer men het geld aan de tempel schonk. Hij zei dat zij door zulke overleveringen „het woord Gods krachteloos” maakten. — Matth. 15:3-9.
11. Waarom dienen christelijke jongeren in deze tijd de positie die hun vader als hoofd bekleedt, te respecteren, en hoe dient een vader zich van zijn positie als hoofd te kwijten?
11 De jongeren in deze tijd die christenen wensen te zijn, zullen de positie die hun vader als gezinshoofd inneemt, respecteren en hem gehoorzaam zijn. Aan de hand van bijbelse voorbeelden weten zij dat God dit zo wenst, en het is hun verlangen Gods wil te doen (Kol. 3:20). In een christelijk huisgezin zal de vader er vanzelfsprekend naar streven zijn autoriteit niet te misbruiken door zijn kinderen te tergen (Kol. 3:21). Door niet met begrip en liefde streng onderricht toe te dienen, zou hij hen geestelijk kunnen knakken en er de oorzaak van kunnen zijn dat zij wanhopig en terneergeslagen worden. Hij kan hun vertrouwen en respect winnen door eerlijk en rechtvaardig te zijn, pal te staan voor schriftuurlijke beginselen en liefdevol te zijn in de manier waarop hij met hen omgaat.
EEN VERDEELD HUISGEZIN
12. Waarom dienen gelovige kinderen een ongelovige vader te respecteren?
12 Stel nu echter eens dat de moeder en de kinderen opgedragen christenen zijn maar de vader niet. Zijn de kinderen dan verplicht hem te respecteren en te gehoorzamen? Ook al is hij geen dienstknecht van Jehovah God, dan is hij toch nog steeds het hoofd van het gezin en komt hem eer en gehoorzaamheid toe. Evenals er volgens de Schrift van een gelovige vrouw wordt verlangd dat zij onderworpen is aan een ongelovige echtgenoot, wordt er van christelijke kinderen verlangd dat zij onderworpen zijn aan een ongelovige vader. „Gij vrouwen, weest aan uw man onderworpen, zoals het betaamt in de Heer.” — Kol. 3:18.
13. Als een jeugdige christen in de pioniersdienst wil gaan maar zijn ongelovige vader wil dat hij verder studeert, wat zal hij dan doen?
13 Indien de vader wil dat zijn zoon verder studeert maar de zoon zijn tijd liever in de christelijke bediening doorbrengt, wat dient hij dan te doen? Hij kan zijn verlangen aan zijn vader duidelijk maken en misschien zal zijn vader hem toestaan al zijn tijd in de bediening door te brengen. Gebeurt dit niet, dan is hij verplicht zich aan de wensen van zijn vader te onderwerpen totdat hij de meerderjarige leeftijd heeft bereikt en net zo lang als hij bij zijn vader thuis woont. Zijn vader heeft het recht te beslissen welke opleiding hij zal volgen. Wanneer de zoon echter hoger onderwijs volgt, zal hij zijn geloof sterk moeten houden, zodat zijn geestelijke gezindheid geen schade ondervindt van de atheïstische denkwijze die hij daar aantreft.
14, 15. Waarom zullen gelovige kinderen het zich aantrekken als zij van hun ongelovige vader naar een kerk van Babylon de Grote moeten gaan, en wat zullen zij doen?
14 Maar wat zullen gelovige kinderen doen als hun ongelovige vader erop staat dat zij religieuze diensten in een van de kerken van Babylon de Grote bijwonen? Dit betreft een bijzonder ernstige aangelegenheid waarbij hun loyaliteit jegens Jehovah God is betrokken. Zij weten dat een ware christen niet deloyaal een valse god zal aanbidden of aan een vals-religieuze dienst zal deelnemen. Zij weten dat de Schrift christenen opdraagt ’afgoderij te ontvlieden’ en ’uit te gaan’ van Babylon de Grote (1 Kor. 10:14; Openb. 18:4). Wat zullen zij dus doen?
15 Zij zullen hun vader gehoorzamen en naar de kerk gaan, maar wanneer zij daar eenmaal zijn, zullen zij een persoonlijke beslissing moeten nemen of zij aan de religieuze dienst zullen deelnemen of niet. Zij hebben het punt bereikt dat er een rechtstreeks conflict bestaat tussen de geboden van God en de geboden van hun vader. Hun vader heeft hen ertoe geprest het punt te bereiken waarop zij gedwongen zijn hetzij hem of God ongehoorzaam te zijn. Toen de apostel Petrus voor net zo’n beslissing kwam te staan, doordat hem door de wettelijke autoriteiten in Jeruzalem werd geboden niet langer over Jezus Christus te spreken, zei hij: „Wij moeten God als regeerder meer gehoorzamen dan mensen” (Hand. 5:29). Hij was bereid de straf te ondergaan die zij hem wegens zijn gehoorzaamheid aan de Opperste Soeverein zouden kunnen geven.
16. Hoe kan een jeugdig persoon de straf beschouwen die hij van een ongelovige ouder ontvangt omdat hij heeft geweigerd God ongehoorzaam te zijn?
16 Een jeugdige christen die in zijn gehoorzaamheid aan zijn ongelovige vader zo ver gaat als schriftuurlijk mogelijk is, kan door zijn vader gestraft worden omdat hij weigert aan een daad van valse aanbidding deel te nemen. Hoewel dit onaangenaam is, kan hij troost putten uit het feit dat hij lijdt omdat hij datgene doet wat goed is in Gods ogen. „Want indien iemand het, om het geweten tegenover God, uithoudt onder bedroevende dingen en onrechtvaardig lijdt, is dit iets wat aangenaam is. Want welke verdienste steekt erin indien gij wanneer gij zondigt en wordt geslagen, het verduurt? Indien gij echter wanneer gij het goede doet en lijdt, het verduurt, dát is aangenaam bij God.” — 1 Petr. 2:19, 20.
MET EERBIED SPREKEN
17. Waarom zal een jeugdige christen weigeren oneerbiedig over zijn ouders te spreken als hij met andere jongeren samen is?
17 Het is onder jongelui in de wereld gebruikelijk om oneerbiedig over hun ouders te spreken als zij in het gezelschap van andere jonge mensen zijn. Hoe zou een jeugdige christen dit kunnen doen en nog steeds gehoorzaam kunnen zijn aan het schriftuurlijke gebod zijn vader en moeder te eren? Als hij in hun aanwezigheid met eerbied over hen spreekt, dient hij dit dan ook niet te doen als zij er niet bij zijn? Zou hij, aangezien hij uit hen is voortgekomen, niet zichzelf te schande maken als hij hen te schande maakt? Dient hij toe te laten dat zijn respect voor hen afneemt omdat hij nu eenmaal met jongeren samen is die geen respect voor hun ouders hebben?
18. Waarom zal een jeugdige christen zijn ouders nooit vervloeken?
18 Sommige wereldse jongeren zijn zo opstandig en oneerbiedig tegen hun ouders dat zij hen midden in hun gezicht vervloeken. Hoe zou een jeugdig persoon die zichzelf als een christen beschouwt, dit kunnen doen? Gods Woord leert jonge mensen niet hun ouders aldus te behandelen, ongeacht hoe kwaad zij zich ergens over kunnen maken. Liefde wordt niet getoond door te schreeuwen en schimpend te praten. Merk op welke raad de bijbel in dit opzicht geeft: „Alle kwaadaardige bitterheid en toorn en gramschap en geschreeuw en schimpend gepraat worde uit uw midden weggenomen, evenals alle slechtheid” (Ef. 4:31). Hoe zouden geschreeuw en schimpend gepraat, aangezien er geen plaats voor is in de christelijke levenswijze, ooit uit de mond van een jeugdige christen kunnen komen, en dan nog wel tegen zijn ouders?
19, 20. (a) Hoe beschouwt God oneerbiedigheid tegenover ouders? (b) Wat verzoekt een jeugdig persoon in werkelijkheid als hij zijn vader of moeder vervloekt?
19 Uit Jehovah’s wet aan de natie Israël blijkt dat hij oneerbiedige spraak tegenover iemands ouders een ernstige zaak vindt. Zijn wet verklaart: „Wie zijn vader en zijn moeder slaat, dient zonder mankeren ter dood gebracht te worden. En wie kwaad afsmeekt over zijn vader en zijn moeder, dient zonder mankeren ter dood gebracht te worden” (Ex. 21:15, 17). Onder de christelijke regeling wordt zo’n straf niet door God geëist, maar het feit dat hij het onder de Mozaïsche wet wel eiste, toont duidelijk aan dat zo’n grove oneerbiedigheid hem niet behaagde.
20 Als een jeugdig persoon zijn vader of moeder vervloekt en God vraagt hen te verdoemen, smeekt hij dan geen kwaad over hen af? Hij vraagt God hen tot de eeuwige straf te veroordelen. Wat een ondankbare reactie op hun zorg voor hem! Wat een opstand tegen door God ingestelde autoriteit! Hoe kan een jeugdig persoon die dit doet zich verbeelden dat God hem ergens voor gebruikt? Hij volgt beslist niet het voorbeeld van Jezus na, die het grootste respect voor zijn Vader had en gehoorzaam zijn wil volbracht. — Joh. 5:30.
21. Hoe zal een jeugdige christen reageren als hij door een ongelovige vader wordt beschimpt, en wat kan hem helpen een eerbiedige houding aan de dag te blijven leggen?
21 Een jeugdig persoon die een volgeling van Jezus Christus wenst te zijn, zal zijn ouders respecteren en hun de juiste eer schenken. Zelfs als zij geen opgedragen dienstknechten van Jehovah zijn, zal hij te allen tijde eerbiedig over hen spreken. Als zijn ongelovige vader hem beschimpt, zou hij dan van een christelijke geest blijk geven als hij met gelijke munt terugbetaalt? Door zelfbeheersing te oefenen, zal hij zo verstandig zijn niet iets verkeerds te zeggen. Door zijn goede gedrag zou hij zijn vader kunnen winnen en hem ertoe kunnen brengen een van Jehovah’s dienstknechten te worden, evenals een christelijke vrouw door haar goede gedrag haar man kan winnen (1 Petr. 3:1, 2). Door in gedachten te houden wat de apostel Paulus zei, kan hij worden geholpen een eerbiedige houding aan de dag te blijven leggen: „Worden wij beschimpt, wij zegenen; worden wij vervolgd, wij houden stand; worden wij gelasterd, wij smeken” (1 Kor. 4:12, 13). In Romeinen 12:17 zei hij ook nog: „Vergeldt niemand kwaad met kwaad.”
WAAROM REDELIJK
22. Waarom is het voor een jeugdige christen vooral belangrijk respect voor zijn ouders aan de dag te leggen?
22 Als jij een jeugdige christen bent, is het misschien niet altijd gemakkelijk respect voor je ouders aan de dag te leggen en hun de eer te geven die hun toekomt. Overal om je heen komen de jonge mensen in opstand tegen hun ouders, en het is moeilijk tegen hun opstandige geest in te gaan. Hoe zou je echter een van Christus’ discipelen kunnen zijn en de voordelen van zijn Koninkrijksregering kunnen ontvangen als je Gods regeling voor orde en wet binnen het gezin zou verwerpen? Als je nu geen achting voor deze regeling hebt, is het dan niet waarschijnlijk dat je geen eerbied zult hebben voor de regeling van orde en wet die Jehovah onder zijn koninkrijk zal treffen? Je kunt er tegenover Jehovah blijk van geven dat je na Armageddon een gehoorzame onderdaan van zijn Koninkrijksregering zult zijn door nu, vóór Armageddon, aan het ouderlijke bestuur gehoorzaam te zijn.
23. Wat kan een jeugdige christen overwegen als zijn ouders een ander standpunt huldigen, in plaats van er overstuur van te geraken?
23 Omdat je tot een andere generatie behoort dan je ouders, is het alleen maar natuurlijk dat je niet overal dezelfde gedachte over zult hebben als zij. Misschien vind je hen wel bekrompen in hun standpunten, maar heb je ooit overwogen dat jij ook best in jouw standpunten bekrompen kunt zijn, doordat je nog weinig rijpheid en ervaring in het leven hebt opgedaan? Is het niet waarschijnlijk dat iemand die twee maal zo lang als jij, of nog langer, heeft geleefd, een evenwichtiger zienswijze zal hebben en beter in staat zal zijn de problemen te overzien die aan een bepaalde handelwijze zouden kunnen vastzitten? Jonge mensen zijn geneigd sneller beslissingen te nemen, doordat zij niet de evenwichtige denkwijze bezitten die door rijpheid in jaren wordt verkregen. Een goed voorbeeld hiervan wordt ons verschaft door de jonge koning Rehabeam, kort nadat hij de troon besteeg. De oudere mannen die de raadgevers van zijn vader waren geweest, gaven hem gezonde, rijpe raad, maar hij verwierp deze ten einde de overijlde raad te aanvaarden van de jonge mannen die met hem waren opgegroeid. Het gevolg was rampspoed voor zijn koninkrijk. Tien stammen scheidden zich af en richtten een afzonderlijk koninkrijk op. — 1 Kon. 12:6-8.
24. Hoe kan een jeugdig persoon er voordeel van trekken als hij naar zijn ouders luistert?
24 Terecht wordt er in Gods Woord tot jou gezegd: „Luister, mijn zoon, naar het strenge onderricht van uw vader en verlaat de wet van uw moeder niet” (Spr. 1:8). Je kunt van hun rijpheid en grotere ervaring in het leven voordeel trekken. Misschien weten zij niet evenveel als jij over wetenschappelijke onderwerpen die jij op school hebt geleerd, maar zij weten meer over het leven en de problemen ervan. Als je gezegend bent met ouders die de wetten en raad van Jehovah respecteren, zijn de leiding en raad die zij kunnen geven vooral erg nuttig.
25. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat jongeren de raad en leiding van hun ouders nodig hebben.
25 Als je jong bent, zijn je fysieke verlangens erg krachtig, en die verlangens kunnen je vermogen om helder te denken en te redeneren uitschakelen. De raad van je ouders en hun beslissingen kunnen je er derhalve voor behoeden dwaze fouten te begaan die je leven kunnen ruïneren. Wanneer zij bijvoorbeeld zeggen dat je niet hartstochtelijk mag vrijen met iemand van het andere geslacht, weten zij waarom dit gevaarlijk voor je is. Zij weten dat God je lichaam zo heeft ontworpen dat wanneer je door iemand van het andere geslacht wordt aangehaald en gestreeld, je seksuele verlangens worden opgewekt, waardoor je op seksuele betrekkingen wordt voorbereid. Aangezien je niet bent gehuwd, heb je niet het recht zulke betrekkingen te onderhouden. Wanneer je dus iemand toestaat je seksuele verlangens op deze wijze op te wekken, bestaat er een grote kans dat je de zonde van hoererij zult bedrijven (1 Kor. 6:9, 10). Ga je niet zo ver, dan kun je gefrustreerd en emotioneel van streek worden achtergelaten. Is het derhalve niet redelijk naar je ouders te luisteren en minnekozen uit te stellen totdat je ouder en gehuwd bent?
26. Welke aansporing wordt aan christelijke jongeren gegeven?
26 Met het oog op wat wij hebben beschouwd, doen jongeren er verstandig aan de raad van Gods Woord op te volgen: „Weest gehoorzaam aan uw ouders in eendracht met de Heer” (Ef. 6:1). Laat niet toe dat de opstandige houding van wereldse jongeren invloed uitoefent op de houding die jullie tegenover je vader en moeder aan de dag leggen. Weest doordrongen van de liefde die jullie ouders voor jullie hebben en voor hun zorg voor jullie welzijn. Respecteert hun rijpheid en evenwichtiger denkwijze. Erkent onderdanig de positie die zij als hoofd bekleden. Slaat acht op het schriftuurlijke gebod: „’Eer uw vader en uw moeder’, wat het eerste gebod is met een belofte: ’Opdat het u goed moge gaan en gij lange tijd op de aarde moogt blijven.’” — Ef. 6:2, 3.