Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w71 15/5 blz. 300-306
  • Traint u zich nu met het oog op de komende beproevingen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Traint u zich nu met het oog op de komende beproevingen?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE BELANGRIJKHEID VAN TRAINING BESEFFEN
  • BEPROEVINGEN KUNNEN PLOTSELING KOMEN
  • WAAROM GOD BEPROEVINGEN TOELAAT
  • HULPMIDDELEN OM BEPROEVING TE VERDUREN
  • TRAINING NOODZAKELIJK OM BEPROEVING TE VERDUREN
  • Beproevingen verduren waardoor ons geloof op de proef wordt gesteld
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
  • Vragen van lezers
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk (studie-uitgave) 2017
  • Hoe moeten we beproevingen bezien?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2002
  • Houd ondanks beproevingen vast aan uw geloof!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
w71 15/5 blz. 300-306

Traint u zich nu met het oog op de komende beproevingen?

„Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden.” — 2 Petr. 2:9.

1, 2. (a) Hoe ernstig is de wereldsituatie? (b) Wat is de betekenis van de huidige wereldgebeurtenissen?

DE MENSHEID staat voor uiterst zware beproevingen. Alle bewijzen duiden op deze gevolgtrekking. Het mensengeslacht heeft zijn meest kritieke tijd in de geschiedenis bereikt. Ja, de wereldsituatie verslechtert zo snel dat wereldleiders geloven dat niets minder dan het voortbestaan van de mensheid gevaar loopt. De New York Times van 6 januari 1969 berichtte: „De politici en sociologen van Rusland, China en Amerika zouden het waarschijnlijk over één ding eens zijn: Als er in de eerstkomende vijf jaar niet zeer positieve stappen worden ondernomen, zijn de kansen dat de wereld het aanbreken van het jaar 2000 zal vieren veel geringer dan op enig moment in de opgetekende geschiedenis.”

2 Als wij de huidige gebeurtenissen in het licht van de profetieën van Gods Woord de bijbel onderzoeken, dringt de gevolgtrekking zich aan ons op dat dit de voorzegde „laatste dagen” van dit samenstel zijn (2 Tim. 3:1; Matth. 24:3-14). Dit betekent dat wij in de dagen zijn gekomen waarover de bijbelprofetie zegt: „In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. . . . Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijd blijven bestaan” (Dan. 2:44). Gods Woord toont aan dat dit koninkrijk van God, het koninkrijk waarom christenen lange tijd hebben gebeden, gedurende dit geslacht, in het jaar 1914, in de hemel werd opgericht (Matth. 6:9, 10). Toen ging de op de troon geplaatste Koning Jezus Christus ertoe over de hemelen van de hemelse tegenstanders van het Koninkrijk te reinigen.

3, 4. (a) Welke oorlog werd er ten tijde van de oprichting van Gods koninkrijk in de hemel gestreden, en hoe liep deze af? (b) Wat ligt er derhalve vlak voor ons?

3 De bijbel beschrijft de gevolgen van deze oorlog in de hemel als volgt: „Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd. En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: ’Nu is gekomen . . . het koninkrijk van onze God en de autoriteit van zijn Christus . . . Weest hierom vrolijk, gij hemelen en gij die daarin verblijft! Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.’” — Openb. 12:7-12.

4 Denk eens aan! De bijbel zegt dat toen Gods koninkrijk in de hemel werkelijkheid werd, Satan en zijn engelen-strijdkrachten naar de aarde werden geworpen. Hier op aarde hebben zij grote beroering teweeggebracht omdat zij weten dat hun vernietiging nabij is. Is het niet duidelijk dat de natiën sedert 1914 op waanzinnige wijze door demonische krachten zijn voortgedreven? Wat ligt er derhalve vlak voor ons? Daar kan geen twijfel over bestaan. De door demonen geïnspireerde weeën zullen stellig toenemen en de bijbel zegt dat de toegenomen woede van de uitgeworpen Duivel speciaal gericht zal zijn tegen degenen „die de geboden van God onderhouden en het werk hebben dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus” (Openb. 12:17). Dit betekent dat het geloof en de loyaliteit van alle christenen stellig op de proef zullen worden gesteld. Zware beproevingen op hun geloof liggen vóór hen. Traint u zich thans om deze beproevingen met succes het hoofd te bieden? Zo ja, dan kunt u troost putten uit de verzekering: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden.” — 2 Petr. 2:9.

DE BELANGRIJKHEID VAN TRAINING BESEFFEN

5. (a) Welke gemoedstoestand dienen wij te vermijden? (b) Hoe dient onze geestesgesteldheid te zijn, en waarom?

5 Het zou dwaas zijn te concluderen dat u op de een of andere manier een uitzondering bent en dat uw geloof niet op de proef gesteld zal worden. De Duivel zou u graag ongemerkt in een dergelijke gemoedstoestand brengen. Hij wil niet dat u zich traint. Hij zou o zo graag willen dat u volkomen de goddelijke waarschuwing vergat: „Houdt uw zinnen bij elkaar, weest waakzaam. Uw tegenstander, de Duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden. Maar neemt uw standpunt tegen hem in” (1 Petr. 5:8, 9). Ja, toon dat u verstandig bent door deze goddelijke waarschuwing ter harte te nemen. Wees op uw hoede voor elke gedachte, uit welke bron ze ook afkomstig is, die u ervan zou weerhouden u op de moeilijke beproevingen die vóór u liggen, voor te bereiden.

6, 7. (a) Welke gunstige omstandigheden bestonden er tijdens het laatste jaar van Jezus’ aardse bediening? (b) Waaruit blijkt dat Jezus zich er door deze omstandigheden niet van liet weerhouden zich met het oog op de vóór hem liggende beproevingen te trainen?

6 Jezus Christus heeft in dit opzicht een voortreffelijk voorbeeld gegeven. Hij liet zich niet door gunstige omstandigheden tot de gedachte verleiden dat hij geen zware beproevingen op zijn geloof behoefde te ondergaan. Beschouwt u bijvoorbeeld eens de omstandigheden in het laatste jaar van zijn aardse bediening. Grote menigten mensen waren in de bergstreek in de nabijheid van de zee van Galiléa naar hem toe gekomen. Daar genas Jezus hun lammen, kreupelen, blinden en stommen. Omdat zij drie dagen lang bij hem waren gebleven en honger en dorst hadden, had Jezus bovendien de „vierduizend mannen, de vrouwen en jonge kinderen niet meegerekend,” met slechts ’zeven broden en wat visjes’ gevoed (Matth. 15:29-39). Als gevolg daarvan werd Jezus door het volk goed ontvangen. Ja, niet lang daarvoor hadden de menigten, nadat hij een soortgelijk wonder had verricht, getracht hem te grijpen en tot koning over zich aan te stellen (Joh. 6:10-15). Toch liet Jezus zich er door de gunst die hij bij het volk genoot niet toe verleiden te denken dat de moeilijke beproevingen die in de bijbel waren voorzegd niet spoedig zouden komen. — Jes. 50:6; 53:5-12.

7 Het bijbelverslag zegt dat toen Jezus en zijn discipelen verder naar het noorden waren gereisd en zich in de nabijheid van de berg Hermon bevonden, „Jezus Christus zijn discipelen duidelijk [begon] te maken dat hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de zijde van de oudere mannen en overpriesters en schriftgeleerden, en dat hij gedood . . . zou worden”. Hoe onwaarschijnlijk moet zulk een lijden hun hebben toegeschenen! De apostel Petrus nam hem derhalve „terzijde en begon hem te bestraffen, terwijl hij zei: ’Wees goed voor uzelf, Heer; u zult deze bestemming geenszins hebben’” (Matth. 16:21, 22). Hoe zou Jezus reageren? Petrus had er per slot van rekening geen kwaad mee bedoeld toen hij zijn Meester tegensprak. Hij had Jezus werkelijk lief en wilde niet dat hij zich door zulke, toen nog zo onwaarschijnlijk lijkende mogelijkheden liet verontrusten.

8. (a) Hoe reageerde Jezus op Petrus’ welgemeende pogingen hem te troosten, en waarom? (b) Welke les kunnen wij hieruit leren?

8 Jezus putte echter geen troost uit Petrus’ woorden. Hij had er zelfs volstrekt geen waardering voor. Hij wist dat dit soort van gepraat, als hij ernaar zou luisteren, hem ervan zou weerhouden zijn geest te trainen met het oog op de zware beproevingen waarmee hij, zoals de Schrift had voorzegd, spoedig geconfronteerd zou worden. Jezus wees Petrus daarom streng terecht, zeggende: „Ga achter mij, Satan! Gij zijt een struikelblok voor mij, want gij denkt niet Gods gedachten, maar die der mensen” (Matth. 16:23). Petrus besefte niet van welk vitaal belang het was dat Jezus zich voor de beproevingen die vóór hem lagen, sterkte. Beseft u thans hoe belangrijk het is u met het oog op toekomstige beproevingen op uw geloof, te trainen? Laat u niet ongemerkt door wat nu rustige en gunstige omstandigheden mogen lijken tot de gedachte verleiden dat u niet plotseling zware beproevingen kunt krijgen. Luister niet naar welk gepraat maar ook dat u ervan zou weerhouden u voor te bereiden op een totale, door demonen geïnspireerde aanval. Alleen door een dergelijke voorbereiding kunt u er zeker van zijn dat Jehovah u uit beproeving zal bevrijden. — 2 Petr. 2:9.

BEPROEVINGEN KUNNEN PLOTSELING KOMEN

9. Welke beproevingen onderging Jezus ten slotte, en heeft hij ze getrouw doorstaan?

9 Nog geen jaar nadat Jezus zijn discipelen had verteld wat hem zou overkomen, onderging hij plotseling het lijden waarover hij had gesproken. Hij bevond zich in Jeruzalem, in de hof van Gethsémane, toen er ’s nachts een met stokken en zwaarden gewapende bende kwam en hem in hechtenis nam. Toen hij die nacht werd verhoord „begonnen [sommigen] hem te bespuwen en sommigen zijn gehele gezicht te bedekken en hem vuistslagen te geven” (Mark. 14:65). Dit was echter slechts het begin van zijn beproeving. De volgende dag liet Pontius Pilatus Jezus „zweepslagen geven” of ’geselen’ (Matth. 27:26-30; Joh. 19:1-3). Commentaar leverend op wat dit zou hebben kunnen inhouden, merkte de Medical World News van 21 oktober 1966, op: „De tragische pantomime die werd opgevoerd toen Christus een doornenkroon werd opgezet en door de menigte werd gehoond, is wellicht vergezeld gegaan van geselen. De zweep had verscheidene riemen die eindigden in loden kogels of kootbeenderen van schapen.” Ten slotte werd Jezus, verzwakt door deze wrede afranseling, aan een martelpaal genageld en eraan opgehangen om een uiterst pijnlijke dood te sterven. Jezus doorstond dit alles echter getrouw. Hij had zich met het oog op deze zware beproevingen getraind.

10. Wat zei Jezus om zijn discipelen voor te bereiden op beproevingen waar zij tegenover zouden komen te staan?

10 Jezus wilde dat ook zijn discipelen voorbereid waren op de beproevingen waaraan zij het hoofd moesten bieden. De avond vóór zijn dood vertelde hij hun daarom: „Denkt aan het woord dat ik tot u heb gezegd: Een slaaf is niet groter dan zijn meester. Indien zij mij hebben vervolgd, zullen zij ook u vervolgen . . . In de wereld zult gij verdrukking hebben, maar schept moed! ik heb de wereld overwonnen” (Joh. 15:20; 16:33). Soms overvielen deze verdrukkingen Jezus’ volgelingen onverwachts en plotseling.

11, 12. (a) Welke plotselinge tegenstand ondervonden Paulus en Barnabas in Lystra, en waarom kwam deze onverwachts? (b) Wat dienen wij hieruit te leren, en hoe trachtte Paulus de discipelen voor te bereiden op wat hun te wachten stond?

11 De apostel Paulus en zijn medezendeling Barnabas predikten bijvoorbeeld eens in de stad Lystra in Klein-Azië. Zij werden hier goed ontvangen. Nadat zij een man hadden genezen die lam was, waren de mensen zelfs zo onder de indruk dat zij slachtoffers aan hen wilden brengen. Kort daarna, zo zegt het bijbelverslag evenwel, „kwamen [er] joden van Antiochië en Ikónium, die de scharen overreedden, en zij stenigden Paulus en sleepten hem buiten de stad in de mening dat hij dood was”. Hoe plotseling vond er een ommekeer plaats en kwam er vervolging! — Hand. 14:8-19.

12 Dit dient een les voor ons in deze tijd te zijn. Ons christelijke leven gaat misschien een heel vredig gangetje. Het kan zijn dat het predikingswerk buitengewoon gunstig door de mensen wordt ontvangen. Dan kan er echter iets gebeuren en kunnen wij plotseling moeilijke beproevingen krijgen. Wij moeten zulke beproevingen op ons geloof verwachten en ons trainen om er het hoofd aan te bieden. De apostel Paulus besefte dit en spoorde zijn medechristenen juist hiertoe aan. De bijbel zegt dat nadat Paulus was gestenigd, hij en Barnabas „naar Lystra en Ikónium en Antiochië terug [keerden] en . . . de zielen der discipelen [versterkten], terwijl zij hen ertoe aanmoedigden in het geloof te blijven en zeiden: ’Wij moeten door veel verdrukkingen heen het koninkrijk Gods binnengaan’”. — Hand. 14:21, 22.

13. Welk bewijs is er dat christenen in deze tijd plotseling beproevingen kunnen ondervinden?

13 Denk niet dat u aan beproevingen op uw geloof zult ontkomen. Gods Woord laat hierover geen twijfel bestaan — alle ware christenen zullen aan beproevingen worden blootgesteld (2 Tim. 3:12). Hoe en in welke vorm ze zullen komen, weten wij niet altijd, maar zelfs thans kunnen ze plotseling komen. De omstandigheden waaronder de christelijke getuigen van Jehovah in het Afrikaanse land Malawi hun predikingswerk verrichtten, waren in 1965 en 1966 bijvoorbeeld tamelijk gunstig. Maar toen werden zij in 1967 door de regering verboden en belasterd, hetgeen een boosaardige vervolging deed ontbranden. Huizen en vergaderplaatsen werden verbrand. Vrouwen werden verkracht en mannen werden gemarteld en gedood. In recente jaren hebben ook christenen in Cameroun, de Verenigde Arabische Republiek, Madagascar (Malagasie), Equatoriaal Guinee en andere landen plotselinge vervolgingen meegemaakt.

WAAROM GOD BEPROEVINGEN TOELAAT

14. Uit welk feit blijkt dat God er goede reden voor heeft toe te laten dat zijn volk beproevingen ondergaat, en wat dienen wij daarom te verwachten?

14 Maar, zo vraagt iemand misschien, waarom laat Jehovah God toe dat zijn dienstknechten beproevingen ondergaan? Waarom wordt het Satan de Duivel toegestaan rond te gaan als een brullende leeuw en zoveel lijden en leed te veroorzaken? Hiervoor bestaat een goede reden. Dit blijkt uit het feit dat God zegt: „Wie u [mijn volk] aanraakt, raakt mijn oogappel aan” (Zach. 2:8). Welnu, denk eens aan: Zou God toelaten dat zijn geliefde volk lijden onderging — hetgeen dezelfde pijnlijke uitwerking op hem heeft als een steek in de oogappel — als hij geen goede reden had om het toe te laten? Natuurlijk niet! Wij doen er daarom verstandig aan een juist begrip te verwerven van de reden waarom God toestaat dat Satan verschrikkelijk lijden over Zijn dienstknechten brengt.

15. Wie verleidde het eerste mensenpaar ertoe zich van God af te keren, en van welke uitdaging van hem aan God bestaat er een onmiskenbaar bewijs?

15 De bijbel toont aan dat er een strijdvraag van universeel belang tussen Jehovah God en Satan de Duivel bij betrokken is. Er wordt in onthuld dat, nadat God het eerste mensenpaar had geschapen en hen in een paradijstehuis op aarde had geplaatst, een machtig hemels schepsel tussenbeide kwam en hen er door een lasterlijke leugen met succes toe verleidde hun Schepper ongehoorzaam te zijn (Gen. 3:1-6). Aldus werd deze onruststoker de Duivel, of Lasteraar. De Schrift geeft te kennen dat de Duivel God later uitdaagde door te beweren dat hij alle nog ongeboren nakomelingen van dat eerste mensenpaar van God kon afkeren. Het onmiskenbare bewijs hiervoor vinden wij in verband met een getrouwe dienstknecht van God, Job genaamd.

16. (a) Wat was bij de strijdvraag tussen Jehovah en Satan betrokken, zoals in het in het boek Job opgetekende gesprek te kennen wordt gegeven? (b) Was deze strijdvraag in Jobs tijd nieuw?

16 Het geïnspireerde bijbelverslag brengt ons in de hemel zelf en onthult een belangrijk gesprek aldaar. Er staat: „Nu brak de dag aan waarop de zonen van de ware God kwamen om zich vóór Jehovah te stellen, en voorts kwam ook Satan aldaar in hun midden. . . . Vervolgens zei Jehovah tot Satan: ’Hebt gij uw hart gericht op mijn knecht Job, dat er niemand op aarde is als hij, een onberispelijk en oprecht man, godvrezend en wijkend van het kwaad?’ Daarop antwoordde Satan Jehovah en zei: ’Is het om niet, dat Job God heeft gevreesd? Hebt gij niet zelf om hem en om zijn huis en om al wat hij heeft, rondom een omheining geplaatst? . . . Maar steek voor de verandering alstublieft uw hand eens uit en tast alles aan wat hij heeft en zie eens of hij u niet recht in uw gezicht zal vervloeken.’” Hieruit blijkt dat bij de strijdvraag tussen God en Satan de vraag is betrokken: Zullen mensen God onder beproeving getrouw blijven? Satan beweerde kennelijk dat dit niet het geval zou zijn. Ten einde de kwestie, op zijn minst in verband met de man Job, op te lossen, zei Jehovah dus tot Satan: „Zie! Al wat hij heeft, is in uw hand.” Ongeacht de beproevingen waaraan Satan hem blootstelde, behield Job echter zijn geloof in God. Hij bewees dat de Duivel een leugenaar was, evenals getrouwe mannen zoals Abel, Noach, Abraham en anderen vóór hem dit hadden bewezen. — Job, de hoofdstukken 1 en 2; Hebr. 11:4-38.

17. Welke pogingen blijft de Duivel in het werk stellen, en tegenover welke vragen ziet een ieder van ons zich dus gesteld?

17 Hoewel door het geloof en de volharding van Gods dienstknechten door alle eeuwen heen telkens weer is bewezen dat Satan een leugenaar is, heeft hij geweigerd zijn krankzinnige pogingen te verminderen. Hij blijft proberen mensen van de ware aanbidding af te keren. Degenen die Jehovah liefhebben zijn echter getrouw aan God gebleven, aan welke beproevingen de Duivel hen ook heeft blootgesteld. Zult u in staat zijn Satans laatste aanvallen vlak voor zijn vernietiging door God te weerstaan? Zult u de bewijzen vermeerderen dat mensen Jehovah God dienen omdat zij hem werkelijk liefhebben? Of u hiertoe in staat bent, hangt af van het feit of u belangrijke hulpmiddelen te baat neemt.

HULPMIDDELEN OM BEPROEVING TE VERDUREN

18. (a) Waarom verheugde Jobs getrouwheid Jehovah’s hart? (b) Wat zal ons derhalve helpen onder beproevingen getrouw jegens God te blijven?

18 Denkt u er bijvoorbeeld eens aan hoe blij Jehovah God moet zijn geweest met de handelwijze die de getrouwe Job volgde. Satan had in feite gezegd dat niemand onder beproeving rechtschapen jegens God zou blijven. Jobs levensloop getuigde echter voor het gehele universum: ’Je bent een gemene leugenaar, Satan, want tot aan mijn dood zal ik God trouw blijven!’ (Jak. 5:11) Hoe blij is Jehovah als mensen zoals Job Hem getrouw dienen en aldus bewijzen dat zijn Tegenstander een leugenaar is! Dit wordt te kennen gegeven door het liefdevolle beroep dat God op ons doet: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont” (Spr. 27:11). Denk dus na over het voorrecht dat u hebt Jehovah’s hart te verheugen! Uw getrouwheid jegens Hem onder beproeving zal bijdragen tot het „antwoord” dat hij aan zijn smader Satan de Duivel kan geven. Hieraan te denken, zal een onschatbare hulp voor u zijn om beproeving te verduren.

19. Door wat anders in gedachten te houden zullen wij worden geholpen beproevingen te verduren?

19 Nog een belangrijke hulp om beproeving te verduren, is na te denken over de tijdelijke aard ervan. De beproeving heeft in werkelijkheid niets te betekenen vergeleken met de zegeningen waarmee God zijn getrouwe dienstknechten zal belonen (Rom. 8:18). Hoewel Job door toedoen van Satan verschrikkelijk leed, zegt het bijbelverslag: „Wat Jehovah betreft, hij zegende het einde van Job later meer dan zijn begin” (Job 42:12). En van nog groter belang: Jobs getrouwheid verzekerde hem van de zegen van een opstanding uit de doden ten einde zich in eeuwig leven te verheugen. Hoe verstandig is het daarom God getrouw te dienen! De bijbel verklaart: „Gelukkig is de man die beproeving blijft verduren, want nadat hij is goedgekeurd, zal hij de kroon des levens ontvangen, die Jehovah beloofd heeft aan hen die hem blijven liefhebben.” — Jak. 1:12; Matth. 5:10-12.

20. (a) Zijn de beproevingen die wij misschien ondergaan anders dan die welke andere christenen ondervinden? (b) Hoe kunnen wij door de ervaringen van anderen te beschouwen, geholpen worden te volharden?

20 Een andere belangrijke hulp om beproeving te verduren, is na te denken over de getrouwe volharding van uw christelijke broeders over de gehele wereld. Nu en dan denkt iemand misschien dat zijn beproevingen uniek zijn, dat niemand ooit zulke moeilijkheden heeft ondervonden die hij meemaakt. De bijbel zegt echter: „Neemt uw standpunt tegen hem [Satan de Duivel] in, vast in het geloof, wetend dat dezelfde dingen in de vorm van lijden, in de gehele gemeenschap van uw broeders in de wereld worden volbracht” (1 Petr. 5:9). Ja, „dezelfde dingen in de vorm van lijden” overkomen uw medechristenen elders. U kunt hierover in het Yearbook of Jehovah’s Witnesses lezen. Maar aangezien anderen onder zulk lijden getrouw hun standpunt tegen Satan kunnen innemen, kunt u het ook. Bedenk dat dit u zal helpen beproeving te verduren.

TRAINING NOODZAKELIJK OM BEPROEVING TE VERDUREN

21. Welke rol speelt het gebed bij onze training met het oog op de komende beproevingen?

21 Behalve deze hulpmiddelen te baat te nemen, is het volstrekt noodzakelijk dat u zich met het oog op de komende beproevingen traint door in nauw contact met Jehovah God te blijven door middel van het gebed. De bijbel geeft de aansporing: „Houdt aan in het gebed.” „Bidt zonder ophouden” (Rom. 12:12; 1 Thess. 5:17). Evenals een soldaat in de strijd voeling dient te houden met zijn hogere officier, moeten christenen voor leiding en kracht altijd tot God gaan. Jezus moedigde zijn volgelingen aan tot God te bidden: „Breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze.” — Matth. 6:13.

22. Hoe verhoort God het gebed ’niet in verzoeking te worden gebracht maar bevrijd te worden van de goddeloze’?

22 Dit betekent evenwel niet dat u na te hebben gebeden eenvoudig met de armen over elkaar op bevrijding kunt gaan zitten wachten. Er wordt meer vereist om met succes beproeving te kunnen verduren. Dit blijkt duidelijk uit de wijze waarop God dat gebed, „breng ons niet in verzoeking, maar bevrijd ons van de goddeloze”, verhoort. God doet dit hoofdzakelijk op twee manieren. Ten eerste door via zijn Woord van tevoren te waarschuwen betreffende de wijze waarop Satan te werk gaat. Aldus kunt u weten wat er van Satan op het gebied van beproevingen te verwachten valt. Een gewaarschuwd man telt voor twee (2 Kor. 2:11). En ten tweede verhoort Jehovah dat gebed door zijn dienstknechten door middel van zijn Woord te sterken. Dit stelt hen in staat de beproevingen te verduren die God Satan toestaat te veroorzaken.

23. Wat dient bij onze training met het oog op de komende beproevingen inbegrepen te zijn?

23 Hoe duidelijk is het derhalve dat bij uw training met het oog op de komende beproevingen het bestuderen van Gods Woord de bijbel moet zijn inbegrepen! Deze studie is noodzakelijk ten einde op juiste wijze van tevoren gewaarschuwd en gesterkt te zijn. Maar behalve dat moet bij uw training ook geregelde omgang met Gods volk op gemeentevergaderingen inbegrepen zijn. Hier op deze vergaderingen ontvangt u Gods geest, en hier kunt u de liefdevolle hulp en versterking van Gods zichtbare organisatie ontvangen (Matth. 18:20). U kunt u niet afzonderen, want, zoals de bijbel zegt: „Wie zich afzondert, zal zijn eigen zelfzuchtige verlangen zoeken; tegen alle praktische wijsheid zal hij losbarsten.” — Spr. 18:1.

24. Welke grootse belofte hebben wij van Jehovah, doch geldt deze belofte voor iedereen?

24 Indien u deze voorzieningen van Jehovah God om u te sterken — Zijn Woord, Zijn Geest en Zijn Organisatie — te baat neemt, welk een grootse verzekering hebt u dan! Let op de belofte die in de bijbel wordt gedaan: „God is getrouw en hij zal niet toelaten dat gij wordt verzocht boven hetgeen gij kunt dragen, maar met de verzoeking zal hij ook voor de uitweg zorgen, opdat gij ze kunt doorstaan” (1 Kor. 10:13). Ja, hoe groot de verzoeking of beproeving ook mag zijn, Jehovah zal het voor zijn dienstknechten mogelijk maken deze getrouw te doorstaan. Wat een schitterende verzekering! Bedenk echter dat deze belofte niet voor iedereen geldt. Ze geldt alleen voor degenen die zich Gods voorzieningen om hen te versterken ten nutte maken. Indien u niet door middel van gebed geregeld in contact met Jehovah God blijft, en indien u niet geregeld Gods Woord bestudeert en te zamen met zijn volk gemeentevergaderingen bezoekt, kunt u eenvoudig niet verwachten dat Jehovah voor een uitweg zorgt als u wordt verzocht. Dit dient u er stellig van te doordringen hoe uiterst noodzakelijk het is u thans goed te trainen met het oog op de beproevingen die vóór u liggen.

25. Welke hedendaagse voorbeelden hebben wij waaruit blijkt hoe Jehovah zijn dienstknechten kan helpen beproeving te verduren?

25 Beschouw, om te illustreren hoe Jehovah degenen die zijn voorzieningen te baat hebben genomen een uitweg kan bieden, het voorbeeld van Gods dienstknechten in de Verenigde Arabische Republiek eens. Zij werden op hun voetzolen en op hun rug geslagen omdat zij weigerden deel te nemen aan activiteiten waardoor zij hun christelijke neutraliteit zouden schenden. Eén schreef echter: „Terwijl ik op de grond lag en werd geslagen, bad ik tot Jehovah of hij mij wilde helpen deze marteling te doorstaan. Ik was heel gelukkig want Jehovah, de Almachtige God, hielp mij.” Een andere Getuige schreef: „Ongeacht de hoeveelheid beledigingen en slaag die wij ontvingen, duurde het slechts een paar seconden en wij voelden niets meer, ofschoon de afranseling voortduurde. Wij voelden dat Jehovah God altijd met ons was”. Op welk een wonderbare wijze kan Jehovah voor een uitweg zorgen! Evenals hij de gekwelde Lot lang geleden bevrijdde, heeft Jehovah ook thans telkens weer bewezen dat hij „mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving [weet] te bevrijden”. — 2 Petr. 2:6-9.

26. Wat dienen wij thans zonder mankeren te doen?

26 Ook uw geloof zal stellig beproefd worden. Dit komt omdat Satan de Duivel weet dat zijn einde nabij is, en hij zal beproevingen over u brengen in een poging u van Gods dienst af te keren. Het is daarom volstrekt noodzakelijk dat u Gods voorzieningen om u te versterken te baat neemt door geregeld tot God te bidden, door zijn Woord te bestuderen en door geregeld met de mensen van zijn organisatie samen te komen. Op deze wijze zult u Jehovah’s goedkeuring verwerven en met succes welke beproeving maar ook die u mag overkomen, doorstaan.

[Illustratie op blz. 302]

Jezus’ verraad en arrestatie kwamen plotseling, maar hij had zich voorbereid op de beproevingen die vóór hem lagen en volhardde getrouw

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen