Vragen van lezers
● Wat is het punt waar het in Jezus’ illustratie, opgetekend in Matthéüs 11:16, 17, om gaat wanneer daar wordt gesproken over jonge kinderen die op de fluit spelen en weeklagen? — V.S.
Matthéüs 11:16, 17 luidt: „Met wie zal ik dit geslacht vergelijken? Het gelijkt op jonge kinderen die op de marktplaatsen zitten en hun speelmakkers toeroepen en zeggen: ’Wij hebben voor u op de fluit gespeeld, maar gij hebt niet gedanst; wij hebben geweeklaagd, maar gij hebt u niet in droefheid geslagen.’”
Jezus Christus vergeleek die generatie met kinderen en hun verschillende spelletjes. De toepassing van de illustratie gevend, zei Jezus vervolgens: „Want Johannes is gekomen, niet etende en niet drinkende, en toch zegt men: ’Hij heeft een demon’; de Zoon des mensen is gekomen, wél etende en wél drinkende, en nog zegt men: ’Ziet! Een vraatzuchtig mens, verslaafd aan het drinken van wijn, een vriend van belastinginners en zondaars.’” — Matth. 11:18, 19.
Ja, Jezus’ landgenoten gedroegen zich werkelijk als kinderen. Het eenvoudige leven van Johannes de Doper als een Nazireeër stond hen niet aan, want zij weeklaagden niet over hun zonden en hadden geen berouw. Evenmin namen zij de vreugdevolle gemoedsgesteldheid van Jezus over, want zij verheugden zich niet over het goede nieuws van het koninkrijk dat hij predikte. Hun oordeel was niet op schriftuurlijke richtlijnen, maar op vooropgezette persoonlijke denkbeelden gebaseerd. Het was eenvoudig zo dat geen van Gods vertegenwoordigers, noch Johannes noch Jezus, hun goedkeuring kon wegdragen. Zij wilden niet dat dezen hun de gemoedsgesteldheid voorschreven die zij aan de dag moesten leggen door hun rechtuit te zeggen wat Gods wil met betrekking tot hen was en dat zij in overeenstemming hiermee dienden te handelen. Zij wilden zich niet naar Gods wil schikken.