Een Koninkrijks-„teken” vervuld

WAT EEN SCHOK! In 1914 G.T. werd deze aarde door een schokgolf getroffen waarvan ze zich nooit meer heeft hersteld. De Eerste Wereldoorlog heeft de mensheid namelijk in kritieke tijden doen belanden die tot op de huidige dag voortbestaan. De Engelse filosoof Bertrand Russell beschreef deze situatie terecht als volgt: „Sinds 1914 waggelt de wereld als een beschonkene de rampspoed tegemoet”. En ruim 50 jaar na 1914 mijmerde staatsman Konrad Adenauer van Duitsland: „Gedachten en beelden komen mij voor de geest, . . . gedachten uit de tijd vóór het jaar 1914, toen er werkelijke vrede, rust en zekerheid op deze aarde bestonden — een tijd waarin wij geen vrees kenden. . . . Zekerheid en rust zijn sinds 1914 uit het leven van de mensen verdwenen.”

Wat een keerpunt bleek dat jaar 1914 te zijn! Toen de toonaangevende natiën der aarde in een totale oorlogvoering verwikkeld raakten, werden de bestaande regeringsvormen tot op het fundament ervan geschokt. Tot op die tijd werd de aarde grotendeels door koninkrijken met werkelijke koningen geregeerd. Maar deze koninkrijken wankelden en vielen de een na de ander. Het Russische tsarendom ontving zijn doodsklap en werd al gauw vervangen door het atheïstische communisme. De socialistische regeringen waren in opkomst.

Wat heeft dit alles echter met Gods koninkrijk te maken? Toen Jezus hier op aarde was, hadden zijn discipelen veel belangstelling voor dat koninkrijk. Bij één gelegenheid vroegen zij hem: „Zeg ons: Wanneer zullen deze dingen zijn, en wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” Deze „tegenwoordigheid” verwijst naar zijn tegenwoordigheid als regerende koning ten einde de natiën op aarde te oordelen Hoe weten wij dit? Omdat Jezus in de loop van zijn antwoord aan zijn discipelen zei: „Wanneer de Zoon des mensen gekomen zal zijn in zijn heerlijkheid, en alle engelen met hem, dan zal hij op zijn glorierijke troon plaats nemen. En alle natiën zullen voor hem worden vergaderd” (Matth. 24:3; 25:31, 32). Zijn „tegenwoordigheid” doet zich derhalve in het geestenrijk voor. Daarom wordt er een zichtbaar „teken” gegeven ten einde aan mensen op aarde te tonen dat hij als Koning is gaan regeren.

Laten wij eens enkele van de kenmerken van het door Jezus gegeven „teken” aan een onderzoek onderwerpen. Wij kunnen ons hierbij afvragen: Wijzen deze dingen werkelijk op onze tijd sinds 1914 als „het besluit van het samenstel van dingen”? Allereerst sprak Jezus over internationale oorlogen — „natie . . . tegen natie . . . en koninkrijk tegen koninkrijk” (Matth. 24:7, 8). Sinds 1914 hebben alleen al de twee wereldoorlogen 69 miljoen mensenlevens gekost. En nu staan wij op de rand van een kernoorlog. Het is veelbetekenend dat de voormalige minister van buitenlandse zaken van de Verenigde Staten, Henry A. Kissinger, op 10 januari 1977, vlak voor zijn aftreding, verklaarde: „Het Amerikaanse volk moet begrijpen dat strategische kernwapens de gehele mensheid voor een nieuwe omstandigheid hebben geplaatst, namelijk dat de mensheid zich voor de eerste maal in de geschiedenis letterlijk kan vernietigen.” Wat een angstwekkende mogelijkheid! De vervulling van nog een ander kenmerk van Jezus’ „teken” kan inderdaad duidelijk door iedereen worden waargenomen:

„Op de aarde radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten, terwijl de mensen mat worden van vrees en verwachting omtrent de dingen die over de bewoonde aarde komen.” — Luk. 21:25, 26.

De beroering op aarde duidt erop dat „de bestemde tijden der natiën”, waarin ze onafhankelijk van God konden regeren, in 1914 afliepen. Nu leven wij in de tijd van wereldomvattende benauwdheid die onmiddellijk voorafgaat aan de vervanging van menselijke heerschappij door Gods koninkrijk, dat de mensheid eeuwig tot voordeel zal strekken. — Luk. 21:24.

ANDERE KENMERKEN VAN HET „TEKEN”

Jezus’ teken bestond echter uit nog veel meer kenmerken. Hij zei dat het „besluit van het samenstel van dingen” door grote „voedseltekorten” gekenmerkt zou worden. De Eerste Wereldoorlog werd op de voet gevolgd door verschrikkelijke hongersnoden, die miljoenen mensen het leven hebben gekost; en als gevolg van de twintigste-eeuwse bevolkingsexplosie, gepaard aan onenigheid en hebzucht in regeringskringen, is nu een half miljard mensen ondervoed of de hongerdood nabij. Jezus zei ook dat er „in de ene plaats na de andere . . . aardbevingen” zouden zijn (Matth. 24:7). Deze worden sinds 1914 beslist waargenomen, met als climax de aardbeving die in 1976 Tangsjan, in China, trof, waarover de voorzitter van de Chinese communistische partij Hoea Koeo-feng opmerkte: „Ze heeft een verlies aan mensenlevens en eigendommen veroorzaakt zoals zelden in de geschiedenis is voorgekomen.” Er waren ruim 655.000 doden en ruim 790.000 gewonden, hetgeen het totale verlies aan mensenlevens in aardbevingen sinds 1914 op ruim 1.500.000 personen bracht. Er hebben zich sinds 1914 als onderdeel van het „teken” — inderdaad zeer veel aardbevingen voorgedaan.

De ruimte staat ons niet toe in dit artikel alle kenmerken van Jezus’ „teken” te bespreken. Maar het wordt duidelijk waargenomen. Zelfs pausen van de Rooms-Katholieke Kerk hebben de belangrijkheid van het „teken” opgemerkt. In zijn encycliek van 1 november 1914 verklaarde paus Benedictus XV dat de Eerste Wereldoorlog het „begin van de doodsstrijd van de wereld” vormde. En zijn opvolger, paus Pius XI, beschouwde in zijn encycliek „Miserentissimus Redemptor” de droevige toestand van de wereld en besloot: „Men kan inderdaad onmogelijk ontkomen aan de gedachte dat dit werkelijk de tekenen van de laatste dagen zijn, zoals deze door Onze Heer werden bekendgemaakt.” Waarom heeft de katholieke Kerk dan geen gehoor gegeven aan Jezus’ verdere woorden in verband met het „teken”? Jezus zei: „En dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Matth. 24:14.

Het is droevig dat zowel het katholicisme als het protestantisme in gebreke zijn gebleven aan de wereld bekend te maken dat Gods koninkrijk thans nabij is. Het is aan de christelijke getuigen van Jehovah overgelaten dat werk ten uitvoer te brengen. Een hedendaagse geschiedschrijver verklaarde dan ook: „Jehovah’s Getuigen hebben de aarde letterlijk met hun getuigeniswerk overspoeld.”a

Nu is het de tijd om uiterst dringend aandacht te schenken aan Jezus’ profetie. En waarom dan wel? Omdat dit geslacht, dat het begin van deze „weeën van benauwdheid” over de mensheid heeft meegemaakt, al behoorlijk ver gevorderd is (Matth. 24:8). Wij naderen snel het culminerende kenmerk van het „teken”, waarover Jezus zei:

„Er zal dan zulk een grote verdrukking zijn als er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, en ook niet meer zal voorkomen. Indien die dagen trouwens niet werden verkort, zou geen vlees worden gered; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort.” — Matth. 24:21, 22, 34.

Wilt u tot de begunstigde personen behoren wanneer de uiteindelijke verdrukking toeslaat? Dan moet u vernemen hoe Gods Koninkrijksregering u tot voordeel kan strekken!

Te beginnen op bladzijde 11 zullen wij nauwkeuriger beschouwen hoe er een grote behoefte aan deze Koninkrijksregering ontstond, aan welke vereisten de Koning ervan moet voldoen en waarom God er duizenden jaren voor nodig heeft gehad om voorbereidingen voor het Koninkrijk te treffen.

[Voetnoten]