Een wijze spreuk
„Verlaat niet uw eigen metgezel of de metgezel van uw vader, en betreed niet het huis van uw eigen broeder op de dag van uw ongeluk. Beter is een buurman die nabij is, dan een broeder die ver weg is.” — Spr. 27:10.
Deze bijbelse spreuk laat duidelijk uitkomen hoe belangrijk het is een werkelijke vriend te hebben en er zelf een te zijn, en dan vooral als er moeilijkheden opdagen. Eerst wordt besproken zelf zo’n vriend te zijn. In tijden van rampspoed of onheil moet u degenen die altijd uw vrienden, of de vrienden van uw familie, zijn geweest, niet ’verlaten’ of in de steek laten. U moet niet slechts een „mooi-weer-vriend” zijn, iemand die zich onvindbaar weet te maken als hij werkelijk nodig is. Laat ons nu de omgekeerde situatie beschouwen. Geconfronteerd met problemen is het, in plaats van een heel eind te moeten reizen om uw vleselijke broer te vragen of hij misschien wil helpen, beter om een vriend in de buurt te hebben, die bereid is, ja zelfs klaarstaat, om de helpende hand te bieden. Een andere spreuk zegt dan ook: „Er bestaat een vriend die aanhankelijker is dan een broeder.” — Spr. 18:24.