Gods Woord is levend
Zal oprechtheid alleen God behagen?
ER ZIJN in naam van religie verschrikkelijke dingen gebeurd. Kijk eens hier naar Stéfanus, een discipel van Jezus Christus. Hij wordt vermoord!
Stéfanus’ moordenaars zijn erg religieus. Een van hen is Saulus. Hij bewaakt de kleren (Hand. 7:58-60). Later zei hij: „Ik maakte grotere vorderingen in het judaïsme dan velen van mijn leeftijd.” In plaats dat Saulus hierdoor een beter mens werd, zei hij dat zijn religie er verantwoordelijk voor was dat hij ’de gemeente van God vervolgde’. — Gal. 1:13, 14.
Saulus vervolgde de christenen in Jeruzalem door hun huizen binnen te dringen en hen naar buiten te slepen en in de gevangenis te werpen (Hand. 8:3). Maar het bleef hier niet bij. Hij ging ook naar Damaskus om de christenen daar te arresteren. — Hand. 9:1, 2.
Op weg ernaar toe gebeurt er iets opmerkelijks. Zoals u kunt zien, flitst er een licht uit de hemel om Saulus heen en valt hij op de grond. Een stem zegt: „Saul, Saul, waarom vervolgt gij mij?”
„Wie zijt gij, Heer?” vraagt Saulus.
„Ik ben Jezus, die gij vervolgt”, luidt het antwoord (Hand. 9:3-5). Jezus zegt dit omdat, wanneer Saulus Jezus’ volgelingen vervolgt, dit voor Jezus is alsof hemzelf kwaad wordt aangedaan. Kort daarna wordt Saulus een lid van de christelijke gemeente en na verloop van tijd komt hij bekend te staan als de apostel Paulus.
Wij kunnen hier een belangrijke les uit leren. Saulus was oprecht en geloofde dat hij God behaagde door christenen te vervolgen (Hand. 22:3, 4; Joh. 16:2). Maar dat maakte hetgeen hij deed niet juist. Hij moest van religie veranderen om Gods goedkeuring te verkrijgen. Later schreef hij over anderen die oprecht waren maar God niet behaagden. Wat was hun probleem?
Paulus legt uit: „Ik getuig van hen dat zij ijver voor God hebben, maar niet overeenkomstig nauwkeurige kennis” (Rom. 10:2). Ja, behalve oprechtheid is er een nauwkeurige kennis van Gods Woord nodig. Wanneer men ergens niet de waarheid over weet, kan men verschrikkelijke dingen doen. Hoe belangrijk is het derhalve dat wij een juiste kennis van Gods voornemens verkrijgen! — 1 Tim. 1:13; Joh. 17:3.