Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w81 15/12 blz. 8-9
  • Kunt u met de doden spreken?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Kunt u met de doden spreken?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
  • Vergelijkbare artikelen
  • Onthullingen uit een andere wereld?
    Ontwaakt! 1979
  • Kan men met de doden spreken?
    Is dit leven alles wat er is?
  • „Gehoorzamen is beter dan een slachtoffer”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2011
  • De eerste koning van Israël
    Leer van de verhalen uit de Bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1981
w81 15/12 blz. 8-9

Gods Woord is levend

Kunt u met de doden spreken?

Aangezien heel veel mensen zeggen dat zij met de doden hebben gesproken, is het duidelijk dat op zijn minst enkelen van hen met iemand uit de geestenwereld hebben gesproken. Ruim drieduizend jaar geleden heeft Saul, de koning van Israël, zo’n ervaring gehad. Laten wij eens zien wat wij hieruit kunnen leren.

Er was een enorme Filistijnse strijdkracht tegen Sauls Israëlitische leger opgetrokken, en hij was erg bang. Saul kende Gods wet: „Wendt u niet tot de geestenmediums, en raadpleegt geen beroepsvoorzeggers van gebeurtenissen” (Lev. 19:31). Maar Saul had zich van Jehovah God afgewend. En nu, in deze moeilijke situatie, wilde hij zo wanhopig graag inlichtingen hebben, dat hij naar een geestenmedium in Endor ging.

Het geestenmedium kon de gestalte van een persoon doen opkomen die zij kon zien. Volgens haar beschrijving van de gestalte identificeerde Saul hem als „Samuël”. Samuël was Gods profeet die was gestorven.

„Waarom hebt gij mij gestoord door mij te laten opkomen?” vroeg de verschijning met wie contact was opgenomen.

„Ik zit heel erg in het nauw, daar de Filistijnen tegen mij strijden”, antwoordde Saul.

„Waarom raadpleegt gij mij dan, als Jehovah zelf van u geweken is?” vroeg de geest.

Na deze slechte ervaring werd Saul erg bang, en terneergeslagen viel hij languit op de grond. — 1 Sam. 28:3-20.

Deze persoon uit de geestenwereld kan niet werkelijk Samuël zijn geweest. Samuël was dood, en de bijbel zegt: „Wat de doden betreft, zij zijn zich van helemaal niet bewust” (Pred. 9:5). Bovendien had Samuël, toen hij nog leefde, geweigerd de ontrouwe Saul te zien (1 Sam. 15:35). Dus zelfs al zou Samuël na zijn dood in leven zijn, dan zou hij nu beslist niet toelaten dat een geestenmedium er regelingen voor trof dat hij Saul ontmoette. Wij kunnen er dan ook zeker van zijn dat een geestenmedium Jehovah niet kon dwingen Saul een boodschap over te brengen via de dode Samuël.

Laten wij echter eens aannemen dat de levenden werkelijk zouden kunnen praten met geliefden die gestorven zijn, zoals de mensen dit tijdens de hier afgebeelde seance doen. Als dit zo was, zou een God van liefde beslist niet in de bijbel zeggen: „Er dient onder u niemand te worden gevonden die . . . de doden ondervraagt. Want iedereen die deze dingen doet, is iets verfoeilijks voor Jehovah.”— Deut. 18:10-12.

Wie gaf dan voor Samuël te zijn? Een goddeloos geestelijk schepsel. De goddeloze geesten, of demonen, zijn de engelen die zich bij Satan hebben aangesloten in zijn opstand tegen God. Om de leugen te bevorderen dat de dood slechts een overgang is naar een ander leven, geven zij voor personen te zijn die zijn gestorven. De waarheid is evenwel dat de doden in het geheel geen bewustzijn bezitten en op de tijd wachten waarin God hen wellicht in de opstanding zal gedenken (Hand. 24:15). Noch u, noch iemand anders, kan dus met de doden spreken.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen