Ziekte — Welke hoop op verlichting?
HET valt niet te ontkennen dat artsen, gewapend met een beter begrip van de oorzaken van menselijke ziekten, opmerkelijke vorderingen hebben gemaakt in het bestrijden van sommige ziekten. Toch hebben maatschappelijke problemen velen belet de voordelen van deze medische vooruitgang te genieten. Er is dus nog altijd veel ruimte voor verbetering.
Er is echter een grondoorzaak van ziekte en dood die buiten het bereik van artsen is. Als gevolg hiervan zullen mensen er in eigen kracht nooit geheel in slagen ziekte te bestrijden. Maar als wij die grondoorzaak kunnen identificeren, zal dat ons helpen inzien of wij de hoop kunnen koesteren van deze vijand bevrijd te worden.
WAAROM LIJDEN WIJ AAN ZIEKTEN?
De fundamentele reden waarom mensen ziek worden en sterven, wordt onthuld in een opmerkelijke belofte die God aan de Israëlieten uit de oudheid deed: „Niemand die daar woont, zal zeggen: ’Ik ben ziek.’ Het volk dat in het land woont, zal vergiffenis van zijn dwaling hebben ontvangen” (Jes. 33:24). Hier wordt ziekte in verband gebracht met „dwaling” of zonde. En het verdwijnen van ziekte houdt verband met vergeving van zonde.
Ziekte kan een rechtstreeks gevolg van zonde zijn. De bijbel waarschuwt ons: „Wat een mens zaait, dat zal hij ook oogsten” (Gal. 6:7). Zoals wij reeds hebben gezien, oogsten degenen die immoraliteit ’zaaien’, degenen die roken en degenen die zich schuldig maken aan dronkenschap en gulzigheid, veel ziekten. Het is waar dat niet alle ziekten aan zulke factoren te wijten zijn. Niettemin kan alle ziekte uiteindelijk worden teruggeleid tot „dwaling” of zonde.
WAAROM WORDEN GOEDE MENSEN ZIEK?
Dit komt doordat de zonde die aan ziekte ten grondslag ligt, niet onze persoonlijke zonde is. De zonde die de grondoorzaak van ziekte is, werd lang geleden begaan, helemaal aan het begin van de menselijke geschiedenis. De bijbel vertelt ons dat God de eerste mens, Adam, volmaakt en dus gezond maakte, met het vooruitzicht eeuwig te leven. Wilde hij dit alles blijven genieten, dan moest hij zijn Schepper gehoorzamen. Adam verkoos hiertegen in opstand te komen, waardoor hij zich afsneed van God, bij wie „de bron van het leven” is. De eerste mens werd dan ook onvolmaakt en vatbaar voor ziekten, en na verloop van tijd stierf hij. — Gen. 2:17; 3:1-19; Ps. 36:9.
Het is welbekend dat sommige ziekten erfelijk zijn. Zo zijn ook zonde, onvolmaaktheid en de dood erfelijk, zoals blijkt uit Paulus’ woorden dat „door bemiddeling van één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door middel van de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle mensen heeft uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden” (Rom. 5:12). De erfenis die Adam aan zijn kinderen gaf, was onvolmaakt leven met vatbaarheid voor ziekte en de dood. Dat vormt de grondoorzaak van het bestaan van ziekte in deze tijd.
HEEFT GOD ER BELANGSTELLING VOOR MENSEN GEZOND TE HOUDEN?
Ja, inderdaad! Hij zei bijvoorbeeld tot de Israëlieten: „Jehovah zal stellig iedere ziekte van u wegnemen” (Deut. 7:15). Hoe zou hij dit doen? Hij gaf hun een wetstelsel waarin tevens voorzieningen waren getroffen ter bescherming van hun gezondheid. Eén dokter zei over deze wetten: „De kennis over de menselijke voortplanting, diagnostisering, behandeling en preventieve geneeskunde zoals deze in de bijbel worden aangetroffen, zijn veel vooruitstrevender en betrouwbaarder dan de theorieën van Hippócrates.”
HELPT GOD ONS THANS GEZOND TE BLIJVEN?
Ja, de bijbel bevat geboden voor ons in deze tijd die onze gezondheid zullen beschermen als wij ze opvolgen. Dronkenschap, gulzigheid, homoseksualiteit, overspel en hoererij, overtredingen die tot veel emotionele problemen alsook fysieke ziekten leiden, worden uitdrukkelijk in de bijbel verboden (Spr. 23:20, 21, 29-35; 1 Kor. 6:9-11). En als wij „ons reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest”, zullen wij eveneens de ziekten vermijden die het gevolg zijn van roken, drugmisbruik en het kauwen op de betelnoot (2 Kor. 7:1). Zelfs door ons geregeld te wassen, beschermen wij onze gezondheid.
Bovendien wordt ons gezegd: „Een hart dat blij is, doet goed als geneesmiddel, maar een geest die terneergeslagen is, droogt de beenderen uit” (Spr. 17:22). In deze tijd wordt men zich steeds meer bewust van de belangrijke invloed die spanning, neerslachtigheid, eenzaamheid en andere emoties op ziekte uitoefenen. De bijbel wijst op de belangrijkheid van een ’blij hart’ en geeft ons praktische hulp over de wijze waarop wij ons hart blij kunnen houden.
Indien wij deze en overeenkomstige bijbelse beginselen volgen, zullen wij beschermd worden tegen vele van de ziekten waardoor mensen in deze tijd worden gekweld.
ZULLEN WIJ OOIT EEN BLIJVENDE GOEDE GEZONDHEID GENIETEN?
Ja, dat zal inderdaad het geval zijn als wij doen wat Adam naliet te doen — volledig vertrouwen stellen in God en Hem gehoorzamen. Onze volledige bevrijding van ziekte wordt tot stand gebracht door bemiddeling van Jezus Christus. Jezus werd op een unieke wijze geboren, aangezien zijn leven door de kracht van de Almachtige God vanuit zijn glorierijke positie in de hemel werd overgebracht naar de eicel in de baarmoeder van een maagd. Aangezien hij derhalve geen menselijke vader had, heeft hij niet het onvolmaakte leven geërfd dat Adam als erfenis aan de overigen van ons heeft doorgegeven.
Jezus was volmaakt. In een daad van grote liefde heeft hij zijn volmaakte leven voor ons geofferd, opdat wij de volmaaktheid die Adam heeft verloren, zouden kunnen terugkrijgen. Wanneer de verdienste van dat offer volledig ten aanzien van de mensheid wordt aangewend, zullen ziekte, dood en alle problemen die door onvolmaaktheid worden teweeggebracht, worden verwijderd. — Matth. 1:18-23; 20:28; Hebr. 7:26.
Op deze wijze zal de profetie over Jezus in vervulling gaan: „Hij werd doorboord om onze overtreding . . . wegens zijn wonden is er voor ons genezing geweest.” — Jes. 53:5; 1 Petr. 2:24.
HAD JEZUS WERKELIJK DE MACHT OM MENSEN TE GENEZEN?
Ja, voor het oog van talloze getuigen genas Jezus „elke soort van kwaal en elk soort van gebrek” (Matth. 9:35). Hij wekte zelfs de doden op (Joh. 11:43, 44). Jezus bracht dit niet door een studie van de medische wetenschap maar in de kracht van Gods geest tot stand. Aldus werd aangetoond dat er eens een einde kan en zal komen aan alle ziekte en zelfs aan de dood. De gezondmakingen die Jezus destijds verrichtte, waren vanzelfsprekend tijdelijk. De genezen personen konden weer ziek worden en de uit de doden opgewekte personen stierven opnieuw.
WAAROM LIJDEN WIJ NOG STEEDS AAN ZIEKTEN, AANGEZIEN JEZUS BIJNA 2000 JAAR GELEDEN VOOR ONS IS GESTORVEN?
Het antwoord is, dat de verwijdering van ziekte verband houdt met Gods andere voornemens — zoals de oplossing van de soevereiniteitsstrijdvraag, de verwijdering van Satan de Duivel, het oordeel van de mensheid, de redding van degenen die getrouw worden bevonden en de verschaffing van een bevredigende regering voor deze wereld. Deze voornemens zullen alle door middel van Gods koninkrijk in handen van Christus worden verwezenlijkt (Matth. 6:10). Voor de verwezenlijking van zulke grootse voornemens is tijd nodig. — 2 Petr. 3:5-13.
WANNEER ZAL ER EEN DEFINITIEF EINDE KOMEN AAN ZIEKTE?
Wij weten dat dit niet lang meer zal duren! Jezus heeft zijn volgelingen een zeer gedetailleerd „teken” gegeven opdat zij zouden weten wanneer zijn heerschappij als koning in de hemel was begonnen — de gebeurtenis die tot de vervulling van andere voornemens van God leidt. Dat „teken” omvatte wereldoorlogen, intense vrees voor de toekomst, wijdverbreide hongersnood, pestilentiën en overeenkomstige gebeurtenissen die wij thans zien gebeuren. Waarom zou u Jezus’ woorden en de verdere inlichtingen die de apostel Paulus hieraan heeft toegevoegd, niet eens lezen? Zie dan of u het er niet mee eens bent dat wij in de tijd leven waarnaar Jezus verwees. — Zie Matthéüs hoofdstuk 24, Markus hoofdstuk 13, Lukas hoofdstuk 21 en 2 Timótheüs 3:1-5.
Nu is de tijd aangebroken dat Gods koninkrijk zich in de menselijke aangelegenheden gaat mengen (Matth. 24:14; 25:31-46; Dan. 2:44). Als wij Gods wil voor ons leren kennen en deze ten uitvoer brengen, kunnen wij in leven blijven ten einde getuige te zijn van de vervulling van enkele van de meest grootse beloften in de bijbel: „In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen.” — Jes. 35:5, 6.
Ouders zullen niet langer verdriet hebben over de ziekten van hun kinderen. Ook zullen de interesses van de jeugd niet verijdeld worden; noch zal men op rijpe leeftijd door lichamelijke zwakte worden gekweld. Het zal veeleer zijn zoals de apostel Johannes in een visioen zag: „En [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn.” — Openb. 21:4.
Zullen deze dingen werkelijk gebeuren? Ja, heel beslist. Johannes hoorde hoe Jehovah dit zelf waarborgde, want wij lezen: „Hij die op de troon zat, zei: ’Zie! Ik maak alle dingen nieuw.’ Ook zegt hij: ’Schrijf, want deze woorden zijn getrouw en waarachtig.’” — Openb. 21:5.