Luistert God naar uw gebeden?
SINDS Jezus zijn discipelen het Modelgebed heeft gegeven, zijn er talloze miljoenen gebeden tot God opgezonden. Velen herhalen dit gebed woordelijk. Toch is men alom van mening dat veel gebeden niet worden verhoord. Luistert God nog steeds naar onze gebeden? Wat maakt een gebed aanvaardbaar voor hem?
In de eerste plaats moeten wij geloven dat God onze gebeden zal verhoren. „Wie tot God nadert, moet geloven dat hij bestaat en dat hij de beloner wordt van wie hem ernstig zoeken.” — Hebr. 11:6.
Vervolgens moeten onze gebeden werkelijk in oprechtheid tot God worden gericht. Klinkt dat u vreemd in de oren? Toch waarschuwde Jezus: „Wanneer gij bidt, moogt gij ook niet zijn als de huichelaars, want zij staan graag in de synagogen en op de hoeken van de brede straten te bidden om door de mensen gezien te worden. Voorwaar, ik zeg u: Zij hebben hun beloning reeds ten volle” (Matth. 6:5). Lange, bombastische gebeden die in het openbaar worden uitgesproken om indruk te maken op luisteraars, maken derhalve geen indruk op God. Hij hoort zulke gebeden niet.
Bovendien dienen wij niet aanmatigend tot God te naderen en te eisen dat hij aandacht aan ons schenkt. God luistert naar de gebeden van nederige mensen die het goede willen doen en erkennen dat zij zondaars zijn. — Luk. 18:9-14; 1 Petr. 3:12.
Is het nodig dat wij een speciale houding aannemen als wij bidden? In het bijbelse verslag namen Gods dienstknechten verscheidene houdingen aan als zij baden; toch werden hun gebeden verhoord. Sommigen knielden; anderen stonden. Nehemía bad terwijl hij voor de koning van Perzië stond. Jona schreeuwde het uit in de buik van een grote vis, en het is moeilijk te zeggen welke houding hij destijds aannam (Dan. 6:10; 1 Kon. 8:22; Neh. 2:1-5; Jona 2:1, 2). Hoewel wij dus misschien een houding zullen willen aannemen die ons zal helpen ons te concentreren, gaat het erom dat wij het oprechte verlangen hebben God in gebed te naderen. Wij kunnen dit te allen tijde doen, overal en onder alle omstandigheden. — Ef. 6:18.
Het juiste kanaal
Jehovah God heeft een kanaal verschaft door middel waarvan wij hem moeten naderen. Jezus legde uit: „Ik ben de weg . . . Niemand komt tot de Vader dan door bemiddeling van mij.” — Joh. 14:6.
Velen geloven oprecht dat als zij in de naam van een „heilige” bidden, of zelfs in de naam van Jezus’ aardse moeder, Maria, dit doeltreffend zal zijn. Maar als wij werkelijk willen dat „Onze Vader” onze gebeden verhoort, dienen wij beslist gebruik te maken van het kanaal dat hij heeft verschaft. Het is de enige manier waarop wij tot God kunnen naderen. Jezus zei hierover: „Indien gij de Vader om iets vraagt, zal hij het u in mijn naam geven.” — Joh. 16:23.
Geen herhaling van woorden
Wilde Jezus, toen hij het Modelgebed uitsprak, dat zijn volgelingen elke keer dat zij tot God baden, zijn woorden letterlijk zouden herhalen? Welnu, hij leidde het gebed in met de woorden: „Gij dan moet aldus bidden”, en niet ’met deze woorden’ (Matth. 6:9). Bij een andere gelegenheid zeiden Jezus’ volgelingen tot hem: „Heer, leer ons bidden.” Als antwoord sprak Jezus een gebed uit dat dezelfde gedachten bevatte als het Modelgebed, maar dat in andere woorden was vervat. Het Modelgebed was dus een voorbeeld van de wijze waarop wij moeten bidden. Het toont ons aan om welke dingen wij moeten bidden en de relatieve belangrijkheid van deze dingen. — Luk. 11:1-4.
Zou God met het oog hierop gebeden verhoren die uit een gebedenboek worden voorgelezen? Als u een kind hebt, zou u het dan op prijs stellen als hij u slechts zou aanspreken met woorden die hij voorlas uit een boek dat door iemand anders is geschreven? Of zou u er de voorkeur aan geven dat hij uit zijn eigen hart zou spreken? Jehovah God geeft er beslist de voorkeur aan dat wij vanuit ons hart tot hem spreken, en niet uit een gebedenboek. Koning David zei: „Stort uw hart voor [God] uit” (Ps. 62:8). Bovendien waarschuwde Jezus ons: „Als gij . . . bidt, zegt dan niet steeds weer dezelfde dingen” (Matth. 6:7).
In harmonie met Gods wil
De apostel Johannes zegt ons: „Dit is het vertrouwen dat wij jegens [God] hebben, dat, ongeacht wat wij vragen overeenkomstig zijn wil, hij ons hoort” (1 Joh. 5:14). Ook aan dit vereiste moeten wij voldoen, willen onze gebeden door God verhoord worden. Onze gebeden dienen in harmonie te zijn met Gods wil. Verder moeten wij, wanneer wij eenmaal ergens om gebeden hebben, beslist in overeenstemming met ons gebed handelen.
Cornelius, een eerste-eeuwse Italiaanse legeroverste, „zond voortdurend smekingen tot God op”. Jehovah hoorde zijn gebeden en voorzag in hulp voor hem, zodat hij meer over de goddelijke wil te weten kwam. Wilt u graag dat God uw gebeden verhoort? Lees dan de bijbel en kom te weten wat Gods wil is, zodat uw gebeden er in overeenstemming mee kunnen zijn. Onder Gods leiding zullen Jehovah’s Getuigen u hierbij heel graag dezelfde soort van hulp geven die de apostel Petrus aan Cornelius gaf. — Hand. 10:2-5.
„Laat in alles door gebed . . . uw smeekbeden bij God bekend worden” (Fil. 4:6, 7). Blijf vragen — in de eerste plaats om de dingen die met God te maken hebben: zijn naam, zijn koninkrijk en zijn wil. Vraag vervolgens om de dingen die met uw persoonlijke behoeften en die van uw medemensen te maken hebben. Doe dit in harmonie met wat Jezus in het Modelgebed heeft gezegd. Voldoe aan Gods vereisten voor het gebed, en mogen uw gebeden een gunstig verhoor vinden bij Jehovah.
„Laten de woorden van mijn mond en de meditatie van mijn hart welgevallig worden voor uw aangezicht, o Jehovah, mijn Rots en mijn Loskoper.” — Ps. 19:14.