De voordelen en gelegenheden van de ongehuwde staat

1. Hoe denken velen over de ongehuwde staat, en hoe komt het dat zij zo denken?

AAN een 21-jarige onderwijzeres werd door een oudere vriendin de vraag gesteld: „Zou je niet willen trouwen?” Deze jonge onderwijzeres, die de voordelen van haar ongehuwde staat besefte, antwoordde: „Ik geloof dat ik er nooit ernstig over heb nagedacht.” Verbaasd over haar antwoord, zei de vriendin: „Maar als je straks ouder bent geworden, zul je vast graag willen dat je het wel gedaan had. Iedereen behoort te trouwen.” Wanneer u in aanmerking neemt dat talloze dienstknechten van God gehuwd zijn, zult u kunnen begrijpen waarom velen, zoals deze welmenende vriendin, van mening zijn dat de ongehuwde staat een onwenselijke toestand is die iemands leven onvolledig maakt.

2. Waarom dienen zowel ongehuwde als gehuwde christenen belangstelling te hebben voor het hier besproken onderwerp?

² Iemand kan ongehuwd zijn omdat hij te jong is of anderszins niet in staat is de verantwoordelijkheden van het huwelijk op zich te nemen. Anderen hebben hun levenspartner als gevolg van echtscheiding of de dood verloren. In de Verenigde Staten is een op de drie gezinnen op het ogenblik een één-oudergezin. In een periode van slechts tien jaar is er een toename van 64 procent geweest in het aantal mensen dat alleen woont. De kans is derhalve groot dat, ook al bent u niet ongehuwd, iemand in uw naaste omgeving dit wel is. Hoe kunt u als een gehuwde christen meer „medegevoel” hebben voor de ongehuwde personen die een beduidend deel van Gods huisgezin vormen? Indien u ongehuwd bent, weet u vanzelfsprekend welke moeilijkheden het oplevert om als alleenstaand persoon gelukkig te zijn in een maatschappij waar het huwelijk als norm wordt aanvaard. Hoe dient u uw ongehuwde staat eigenlijk te bezien? — 1 Petr. 3:8.

3. (a) Hoe werd de ongehuwde staat in Jezus’ tijd beschouwd? (b) Hoe beschouwde Jezus de ongehuwde staat „ter wille van het koninkrijk”?

³ Jezus Christus onthulde dat de ongehuwde staat „ter wille van het koninkrijk der hemelen” een gave van God was. Dit was een totaal nieuwe opvatting, want onder de joden van zijn tijd werd het huwelijk als een „universele verplichting” beschouwd en de ongehuwde staat als een smaad. „Hij die geen vrouw heeft, is geen ware man”, was een van de uitspraken van de joodse rabbijnen. Jezus moedigde zijn discipelen er echter toe aan ’plaats te maken’ voor de gave van de ongehuwde staat en zich niet verplicht te voelen te huwen. — Matth. 19:10-12.

4. Welke handelwijze hebben veel christenen gevolgd, en hoe denken zij over hun omstandigheden?

⁴ Het huwelijk en de ongehuwde staat zijn dus beide gaven van God. Gedurende de beginperiode van het christendom, alsook in onze tijd, hebben velen de ongehuwde staat nagestreefd „ter wille van het koninkrijk”.a In plaats dat zij hun omstandigheden betreuren, denken velen van hen er net zo over als een 41-jarige christelijke vrouw die nooit getrouwd is geweest en onlangs zei: „Ik zou de jaren die ik als ongehuwde heb doorgebracht, voor niets ter wereld willen ruilen.” Waarom denken velen hier zo over?

Grotere gelegenheden

5. Hoe kunnen ongehuwde christenen voordeel trekken van de gelegenheden die zij door hun omstandigheden hebben?

⁵ Uit de voorbeelden van gehuwde christenen, zoals de apostelen van Jezus, alsook Aquila en Priskilla, blijkt dat echtparen een waardevolle bijdrage aan Gods dienst kunnen leveren (Hand. 18:26-28; 1 Kor. 9:5). Toch toonde de apostel Paulus aan dat iemand die ongehuwd is, in de gelegenheid is een ruimer terrein van dienst te betreden. Hij schreef: „De ongehuwde man [of vrouw] is bezorgd voor de dingen des Heren, hoe hij [of zij] de goedkeuring des Heren kan verwerven. Maar de gehuwde man [of vrouw] is bezorgd voor de dingen van de wereld, hoe hij [of zij] de goedkeuring van zijn vrouw [of haar man] kan verwerven, en hij [of zij] is verdeeld” (1 Kor. 7:32-34). Een ongehuwd persoon is niet „verdeeld” als gevolg van de verantwoordelijkheden van het huwelijk — die ’verdrukking in het vlees’ tot gevolg hebben — zodat hij of zij „bezorgd” kan zijn voor geestelijke aangelegenheden of zich daar onbelemmerder mee kan bezighouden. Merk in het kader op de vorige bladzijde op, welk een grote plaats heilige werken innamen in het leven van de genoemde personen. De mogelijkheid om „zonder te worden afgeleid” deel te nemen aan Gods dienst, waartoe in de eerste plaats het predikingswerk behoort, is een rijke schat. Ongehuwde personen hebben gewoonlijk meer tijd voor studie en meditatie. Dit kan de „geest” of innerlijke motivatie verbeteren, en terwijl de persoon zich erop concentreert ’zowel in lichaam als in geest’ heilig te zijn, komt hij of zij dichter tot Jehovah. Zonder huwelijkspartner leren velen zich sterk op God te verlaten en naar zijn leiding en raad uit te zien. Ongehuwde christenen kunnen vaak dienstvoorrechten aanvaarden waartoe echtparen niet in staat zijn. Geen wonder dat Jezus het voorrecht om een ongehuwde christen te blijven, een „gave” noemde! — Matth. 28:19, 20; 1 Kor. 7:28, 35.

6, 7. (a) Betekent het bezitten van de gave van de ongehuwde staat dat men zich niet langer tot het andere geslacht aangetrokken voelt en nooit zal trouwen? (b) Wat wil het zeggen wanneer iemand „in zijn hart de beslissing heeft genomen”? (c) Welke vraag kan er in de geest van sommige ongehuwde personen bestaan?

⁶ Degenen die ’plaats maken voor de gave’, zijn niet noodzakelijkerwijs personen die wat hun emotionele gesteldheid betreft de een of andere speciale „gave” bezitten als gevolg waarvan zij zich niet langer tot het andere geslacht aangetrokken voelen. Zij hebben niet de een of andere celibaatsgelofte afgelegd, alsof zij van plan zijn nooit te trouwen, maar zij hebben in hun hart de „beslissing” genomen, of zijn tot het „oordeel” gekomen, dat zij hun ongehuwde staat tot een succes willen makenb (1 Kor. 7:37). Deze personen hebben in hun hart de voordelen van de ongehuwde staat overwogen. Op grond van dit ’bewijsmateriaal’ begint hun hart de ongehuwde staat als een „gave” te ’beoordelen’ en ’maken zij er plaats voor’. — 1 Kor. 7:38.

⁷ Maar als u nu eens heel graag zou willen trouwen? Zei Paulus niet dat het beter was te trouwen dan van hartstocht te branden? — 1 Kor. 7:9.

Waarom zo’n krachtig verlangen?

8. (a) Waarom kunnen sommige jonge ongehuwde personen een krachtig verlangen hebben om te trouwen? (b) Welke voordelen zijn eraan verbonden het huwelijk uit te stellen totdat men „de bloem der jeugd is gepasseerd”?

⁸ Het is alleen maar natuurlijk dat men graag wil trouwen. God heeft ons met dat verlangen geschapen (Gen. 2:18). Maar heeft men dit krachtige verlangen omdat men zich in de „bloem der jeugd” bevindt wanneer de geslachtsdrift begint op te bloeien? Paulus raadde aan het huwelijk uit te stellen totdat men deze periode „gepasseerd” is. Zo’n wachtperiode kan voor een jeugdig persoon onmogelijk lijken. Ook in de eerste eeuw meenden sommigen dat zij gewoon moesten trouwen. Maar terwijl zij ’een vrouw zochten’, trachtten anderen, die gehuwd waren, „vrij te komen” uit hun situatie! Ook al kan het huwelijk als een bescherming tegen immoraliteit dienen, toch lost het niet alle problemen op. Een 35-jarige ongehuwde christen zei: „Wanneer ik als ouderling zie dat het leven van mensen verwoest wordt door een slecht huwelijk, stemt dit mij nuchter. Ik ben niet tegen het huwelijk, maar volgens mij bestaat er geen noodzaak om overhaast te werk te gaan.” Wetenschappelijke onderzoekingen hebben aan het licht gebracht dat Amerikaanse vrouwen die trouwen voordat zij achttien jaar zijn, driemaal zoveel kans lopen in een echtscheiding verwikkeld te raken als degenen die wachten totdat zij vierentwintig jaar zijn! Het echtscheidingscijfer voor tienerechtgenoten is in de Verenigde Staten driemaal zo hoog als voor de bevolking in het algemeen. De in de ongehuwde staat doorgebrachte jeugdjaren kunnen op verstandige wijze worden gebruikt om een goede verhouding tot Jehovah op te bouwen en bovendien de hoedanigheden en vaardigheden te ontwikkelen die nodig zijn om een goede huwelijkspartner te worden. — 1 Kor. 7:27, 36.

9. (a) Wat hebben sommigen gedaan omdat zij behoefte hadden aan gezelschap, en vaak met welke gevolgen? (b) Voor welke vraag zien ongehuwde personen zich hier gesteld?

⁹ Veel christenen zijn ouder geworden zonder te huwen. Na verloop van tijd hebben sommigen van hen, wegens een krachtig verlangen naar gezelschap, zich in het huwelijk gestort met een ongelovige, in de mening verkerend dat het in elk geval beter is een partner te hebben, wie dan ook, dan zonder partner door het leven te gaan. Toch zullen u gevallen bekend zijn van personen die dit hebben gedaan en slechts hebben bemerkt dat zij nog altijd even eenzaam zijn met een partner met wie zij geen geestelijk contact kunnen hebben. Hoe kan een ongehuwde persoon echter blijven ’vaststaan in zijn hart’? — 1 Kor. 7:28, 37, 39.

Trek voordeel van een uitwisseling van aanmoediging

10. Welk verlangen koesterde de apostel Paulus volgens Romeinen 1:11, 12, en hoe trok hij hier voordeel van?

¹⁰ Succesvolle ongehuwde christenen zijn zeer geïnteresseerd in mensen. De apostel Paulus, zelf een ongehuwd man, schreef: „Ik verlang ernaar u te zien om u enige geestelijke gave te kunnen meedelen en u daardoor standvastig te maken; of liever, opdat er . . . een uitwisseling van aanmoediging mag zijn” (Rom. 1:11, 12). Paulus had zeer veel belangstelling voor mensen en wilde medegelovigen een „geestelijke gave” meedelen. Als gevolg hiervan werd hijzelf aangemoedigd. Hetzelfde is thans het geval.

11. Welke ervaring illustreert hoe iemand aangemoedigd kan worden wanneer hij een „geestelijke gave” met anderen deelt?

¹¹ Een 28-jarige ongehuwde christelijke vrouw nodigde een groot aantal jongere zusters in de gemeente bij haar thuis uit voor een gezellig samenzijn, met de bedoeling door middel van gezonde omgang een „geestelijke gave” met hen te delen. De volgende dag sloeg één tiener haar armen om deze zuster heen en zei: „Je beseft nooit hoeveel die gezellige bijeenkomst voor mij heeft betekend en hoe ik de aanmoediging nodig had. Ik dacht dat ik gewoon niet langer opgewassen was tegen de problemen thuis met mijn stiefmoeder. Nu heb ik het gevoel dat ik er weer tegen opgewassen ben.” Toen de ongehuwde zuster deze ervaring vertelde, zei ze, met tranen in de ogen: „Ik zal dat nooit vergeten. Uiteindelijk heeft zij mij een werkelijke dienst bewezen, want ik voelde me toch zo goed door wat ze zei.” Door bij passende gelegenheden persoonlijke belangstelling aan te kweken voor andere leden van ons ’geestelijke gezin’, kan dit ons helpen eenzaamheid te overwinnen. Het vergt echter krachtsinspanningen om hechte vriendschapsbanden aan te kweken.c — Mark. 10:29, 30.

12. Welke gelegenheden biedt het werk dat erin bestaat discipelen te maken?

¹² Maar behalve de gelegenheden die men in de christelijke gemeente heeft om ’geestelijke gaven’ te schenken, doen zich hiertoe ook veel gelegenheden voor in het werk dat bestaat in het maken van discipelen. Degene die geeft, wordt vaak verkwikt wanneer hij de vorderingen van de leerling ziet en opmerkt welk een blijvende troost de bijbelse waarheid kan schenken. Wanneer u aldus de leiding neemt in het tonen van liefde jegens personen die zich zowel binnen als buiten Gods huisgezin bevinden, zal uw eigen leven rijker zijn en zult u het gemakkelijker vinden ’vast te staan in uw hart’. — Rom. 12:2; Pred. 11:1; Luk. 6:38.

Verwerf kracht van boven

13. Hoe kan 2 Timótheüs 4:17 vooral aanmoedigend zijn voor ongehuwde christenen?

¹³ Toen de apostel Paulus in Rome gevangenzat, moest hij, geheel alleen, het hoofd bieden aan een moeilijke situatie. Hij schreef: „Maar de Heer stond bij mij en gaf mij kracht” (2 Tim. 4:17). Deze kracht stelde Paulus ertoe in staat getrouw te blijven en bevrijdde hem, hetzij letterlijk of symbolisch, „uit de muil van de leeuw”. Wanneer er in uw leven symbolische „leeuwen” verschijnen, wendt u zich dan tot uw liefhebbende Vader om hulp? Stort u uw hart voor hem uit, wetend dat ook al is er niemand anders die begrip heeft voor uw situatie, hij uw behoeften begrijpt en u zal bijstaan? — 1 Petr. 5:6-9.

14. (a) Aan welke druk moest een ongehuwde zuster het hoofd bieden, en hoe werd zij gezegend? (b) Welk vertrouwen dient 1 Korinthiërs 10:13 ons te schenken?

¹⁴ Een 53-jarige ongehuwde zuster was helemaal van streek toen zij haar baan verloor. „Ik smeekte Jehovah mij te helpen een baantje te vinden om op zijn minst de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Nog voor het einde van de week had ik een nieuwe baan! Vanaf die dag besloot ik per dag te leven en mij op Jehovah’s zorg te verlaten. Hij heeft mij nooit in de steek gelaten.” In 1982, na 26 jaar gepionierd te hebben, werd haar gebed om een geestelijk gezinde huwelijkspartner verhoord, aangezien zij de vrouw werd van een reizende opziener die weduwnaar was geworden. Het is waar dat Jehovah onze gebeden niet altijd precies op deze manieren verhoort, maar hij zal ons sterken, zodat wij alle eventuele problemen die misschien blijven bestaan, aankunnen. — 1 Kor. 10:13.

Zelfbeheersing

15. (a) Wat moet men beseffen om seksuele verlangens de baas te worden? (b) Hoe wordt dit in Spreuken hoofdstuk 7 geïllustreerd?

¹⁵ „Ik heb het gevoel dat ik het gewoon niet langer alleen uithoud”, schreef een christelijke vrouw. „Ik tob met een krachtig seksueel verlangen en ik ben er nu al jarenlang niet in geslaagd een geschikte christelijke echtgenoot te vinden. Ik krijg te horen dat ik gewoon naar huis moet gaan en mij moet beheersen. Maar hoe?” Het is niet gemakkelijk om aan zulke emoties het hoofd te bieden. Om seksuele verlangens de baas te worden, moet een ongehuwd persoon beseffen wanneer hij of zij ermee moet beginnen deze door middel van zelfdiscipline te overwinnen. In Spreuken 7:6-23 verliest een jongeman bijvoorbeeld zijn zelfbeheersing en laat hij zich zo volkomen door zijn seksuele driften beheersen dat hij een prostituée ’achterna gaat’. Hij bereikte dat stadium echter niet onmiddellijk. Eerst liep hij (1) ’s nachts door haar straat, (2) stond hij haar toe hem te kussen en (3) luisterde hij naar haar immorele suggesties. Elke stap maakte het moeilijker voor hem om zelfbeheersing te hebben, totdat er geen terugkeer mogelijk was. Zodra hij merkte dat hij stap één wilde gaan doen, had hij moeten stoppen! — Gal. 5:22, 23.

16. Welke fout zou een ware christen, ook al zal hij nooit de handelwijze van de immorele man volgen, misschien wèl kunnen maken?

¹⁶ Geen enkele ware christen zal de letterlijke stappen van deze man doen, maar hoe staat het met iemands gedachten? Zou iemand er in zijn geest mee kunnen beginnen ’door de straat naar haar huis te gaan’ door lang bij immorele gedachten stil te staan? Stop hier dan onmiddellijk mee! Doet u dit niet, dan zou dit tot gevolg kunnen hebben dat u in uw geest verdere stappen gaat doen, zoals masturbatie of uiteindelijk seksuele immoraliteit.

17. (a) Waarom is het noodzakelijk het vlees en zijn hartstochten aan de paal te hangen? (b) Hoe doet een christen dit?

¹⁷ Omdat verkeerde verlangens aangenaam zijn voor ons onvolmaakte vlees, raken wij ze niet gemakkelijk kwijt. „Zij die Christus Jezus toebehoren, [hebben] het vlees met zijn hartstochten en begeerten aan de paal gehangen” (Gal. 5:24). De terechtstelling aan een paal was wreed en pijnlijk. Treed dus hard tegen uzelf op om zulke onjuiste begeerten te „doden” — en wel vanaf het allereerste begin, voordat ze krachtig in uw geest verankerd raken. Als een tv-programma de seksuele hartstocht begint te prikkelen, draai het toestel dan onmiddellijk uit of kies prompt een ander programma. Ga behoedzaam te werk met films die u ziet of lectuur die u leest. Let op uw gesprekken en hoe u personen van het andere geslacht beziet. — Matth. 5:28-30; Kol. 3:5.

18. Wat hebben sommige ongehuwde christenen gedaan om onjuiste seksuele verlangens te doden, en met welk resultaat?

¹⁸ Wanneer de tijd is aangebroken voor persoonlijke of gemeentelijke bijbelstudie, verzetten wij ons dan tegen elke eventuele drang om deze studie te veronachtzamen? Eén christen die krachtsinspanningen in het werk stelde om onzuivere hartstochten ’aan de paal te hangen’, dwong zichzelf, wanneer deze emoties bijzonder krachtig waren, om ’s nachts uit bed op te staan ten einde hardop uit de bijbel te lezen en elke paragraaf mondeling samen te vatten totdat dergelijke prikkels afnamen. Christenen hebben zich er soms toe gedwongen Jehovah te smeken onmiddellijk hulp te bieden. Zolang een christen er oprecht moeite voor doet „seksuele begeerte” ’aan de paal te hangen’, is het onwaarschijnlijk dat hij tot hoererij zal vervallen. — Hebr. 4:16.

Het loont de moeite!

19. Is onze verhouding tot God afhankelijk van het feit of wij al dan niet getrouwd zijn?

¹⁹ De ongehuwde staat ’ter wille van het Koninkrijk’ en het huwelijk zijn beide gaven van God. Maar in het geval van beide moet een christen krachtsinspanningen in het werk stellen om succes te hebben. Ongeacht onze status kunnen wij een intieme verhouding tot God opbouwen en vervulling in het leven vinden. Ook wanneer u slechts gedurende een korte tijd ’plaats maakt’ voor de gave van de ongehuwde staat, gaat het erom dat u die gave verstandig gebruikt.

20. (a) Hoe dienen alle rijpe christenen de ongehuwde staat te bezien? (b) Welke verzekering kunnen ongehuwde personen hebben met betrekking tot de toekomst?

²⁰ Besef dat Jezus de gave van de vrijwillige ongehuwde staat in een bijzonder edel licht stelde. Elke rijpe christen dient hier net als Jezus over te denken en de ongehuwde staat niet als een toestand te bezien waarin iemand te beklagen is. Jehovah kent een hoge waarde toe aan de offers van ongehuwde personen die het hebben verkozen datgene te doen waar hij behagen in schept. (Vergelijk Jesaja 56:4, 5.) Jehovah zal hen niet vergeten. Velen van degenen die Armageddon overleven en de nieuwe aarde beërven, zullen zich wellicht in het voorrecht van het huwelijk verheugen en, evenals de kinderen van Noach na de wereldomvattende vloed, in de gelegenheid zijn een aandeel te hebben aan de goddelijke opdracht om ’de aarde te vullen’ (Gen. 9:1). Dit kan een zegen zijn die wordt toegevoegd aan de zegeningen waarin ongehuwde christenen zich nu reeds verheugen. In Gods nieuwe ordening zal hij ’de begeerte van al wat leeft verzadigen’ en aan allen ’de beden van hun hart’ geven. Wees er dus van verzekerd dat allen in die tijd in overeenstemming met Gods wil volledig geluk zullen vinden. — Ps. 37:3, 4; 145:16.

21. (a) Hoe heeft de eerder genoemde onderwijzeres haar leven als ongehuwd persoon gebruikt? (b) Hoe kunnen andere ongehuwde personen zich net zo voelen?

²¹ De voormalige onderwijzeres die in de eerste paragraaf van dit artikel werd genoemd, is nu 83 jaar en nog altijd ongehuwd. Zij heeft 57 jaar in de volle-tijd Koninkrijksdienst doorgebracht, waarvan 56 jaar op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen. Hoe denkt zij over haar leven? „Ik ben volledig tevreden met mijn leven en mijn werk. Ik heb het nu drukker dan ooit tevoren in een werk dat ik met liefde doe”, zei deze enthousiaste christelijke vrouw. „Ik heb geen spijt. Ik zou weer dezelfde beslissing nemen.” Ja, indien u ongehuwd bent, kunt ook u, wanneer u de voordelen en gelegenheden van de ongehuwde staat ten volle benut, de voldoening hebben uw leven als ongehuwde tot een succes te maken.

[Voetnoten]

□ Hoe dient de ongehuwde staat ’ter wille van het Koninkrijk’, te worden bezien?

□ Welke grotere gelegenheden staan er voor ongehuwde christenen open?

□ Waarom is het beter wanneer iemand zijn ongehuwde staat niet haastig opgeeft?

□ Welke drie dingen zijn voor een ongehuwde persoon die wil blijven ’vaststaan in zijn hart’ belangrijk?

[Kader op blz. 11]

ENKELE ONGEHUWDE PERSONEN IN DE BIJBEL

Jezus: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig.” — Joh. 4:34.

Paulus: ’Ik heb de Heer als slaaf gediend en grondig getuigenis afgelegd. Ik heb mijn ziel niet als dierbaar beschouwd.’ — Hand. 20:19-24.

Jeremia: „O Jehovah, mijn sterkte en mijn veste, en mijn toevluchtsoord ten dage van benauwdheid.” — Jer. 16:19.

Jefta’s dochter: ’Zij heeft nooit betrekkingen gehad met een man. Jaarlijks gingen de vrouwen van Israël naar haar toe in het heiligdom om haar lof toe te zwaaien.’ — Recht. 11:39, 40.

Anna: ’Zij was nu een weduwe van 84 jaar, die nimmer ontbrak in de tempel, terwijl zij nacht en dag heilige dienst verrichtte met vasten en smekingen.’ — Luk. 2:37.

Dorkas: „Zij was overvloedig in goede daden en gaven van barmhartigheid.” — Hand. 9:36.

[Illustraties op blz. 13]

HOE MEN IN ZIJN HART KAN BLIJVEN VASTSTAAN

1. Span u in geestelijk opzicht krachtig voor anderen in

2. Verwerf kracht van boven wanneer problemen toenemen

3. Weersta onjuiste verlangens onmiddellijk