Aardbevingen — Een teken van het einde?
OP EEN hoge heuvel, omringd door knoestige olijfbomen en met de stad Jeruzalem in de diepte, bevonden zich vier mannen die met Jezus alleen waren. Zij waren verbijsterd. Eerder op die dag hadden zij hun Leider, Jezus Christus, horen voorzeggen dat de stad Jeruzalem en haar tempel zouden worden verwoest, waarbij ’geenszins een steen op de andere gelaten’ zou worden. Verbaasd vroegen zij: „Wanneer zullen deze dingen zijn?” Zij waren levendig geïnteresseerd in het antwoord van Jezus. Maar de belangstelling voor zijn antwoord dient thans nog groter te zijn. — Matth. 24:1-3.
In eerste instantie ging de belangstelling van de apostelen uit naar de ophanden zijnde verwoesting van Jeruzalem. Toch hield hun nieuwsgierigheid niet op bij die ene vraag, want zij wilden ook weten in welke tijd de toekomstige tegenwoordigheid van Jezus in Koninkrijksheerlijkheid zou plaatsvinden en wanneer het einde van een slechte ordening te verwachten was. Zij vroegen: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” Jezus’ antwoord stelde zijn eerste-eeuwse volgelingen tevreden. Zijn antwoord met betrekking tot „het teken” kan ook bevredigend zijn voor zijn hedendaagse volgelingen die verlangend uitzien naar het einde van goddeloosheid, want het teken gaat in onze dagen in vervulling.
Het teken dat Jezus gaf, wordt gekenmerkt door overduidelijke aspecten die overal gemakkelijk waar te nemen zijn. Deze aspecten zijn niet in het duister gehuld of abstract. Let eens op een deel van Jezus’ antwoord in Matthéüs 24:7: „Want natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn.” Wanneer oorlogen toeslaan, weten de natiën dat. Wanneer mensen honger lijden — bijna van honger omkomen — weten zij dat. En wanneer een aardbeving de grond onder uw voeten doet schudden, weet u dat, want een aardbeving is een van de meest ontzagwekkende in de natuur voorkomende gebeurtenissen die men kan beleven. Deze en andere uitermate duidelijk zichtbare aspecten, die de mensheid allemaal binnen één generatie treffen, vormen te zamen „het teken” (Matth. 24:3, 34). Laten wij eens één onderdeel van dit „teken” onderzoeken — aardbevingen.
Aardbevingen — Wat bedoelde Jezus?
Jezus was geen seismoloog. Hij was een prediker en onderwijzer, en tevens een profeet. Terwijl hij ’vervuld was van heilige geest’ en door deze onzichtbare werkzame kracht van Jehovah geleid werd, uitte hij een profetie met betrekking tot aardbevingen en andere aspecten van „het teken”. — Luk. 4:1; Joh. 8:28.
Zijn de woorden van Jezus in de eerste eeuw in vervulling gegaan? Ja. De bijbelse en de wereldse geschiedenis maken melding van een groot aantal aardbevingen tussen het jaar waarin zijn profetie werd uitgesproken, 33 G.T., en de verwoesting van Jeruzalem in 70 G.T. Binnen enkele dagen na Jezus’ profetie werd Jeruzalem door twee aardschokken geschud (Matth. 27:51; 28:2). Zeventien jaar later deed zich een aardbeving voor in de stad Filippi, zoals de bijbelschrijver Lukas opmerkte (Hand. 16:26). Nog afgezien daarvan wijzen niet-bijbelse geschiedkundigen op nog ten minste zes grote aardbevingen die zich gedurende die periode in dat deel van de aarde hebben voorgedaan. (Zie tabel I.)
Wat was er voor speciaals aan de aardbevingen in de eerste eeuw? En was het bericht van een aardbeving ongewoon nieuws voor christenen in de eerste eeuw? Het antwoord op die vragen kan ons helpen de betekenis van de aardbevingen in onze tijd te begrijpen.
Aangezien het Middellandse-Zeegebied, waartoe ook Jeruzalem behoort, in een gematigd actieve aardbevingszone ligt, en derhalve gekenmerkt wordt door instabiliteit van de aardkorst, zullen trillingen van de aarde voor de eerste-eeuwse bewoners van dat gebied niet ongewoon zijn geweest. De slenk van el Ghor of de grote Jordaanslenk, waarin zich de rivier de Jordaan en de Dode Zee bevinden, alsmede de dwarsbreuken die de Vlakte van Esdrelon (Jizreël) tussen Galiléa en Samária vormen, werden bijvoorbeeld zelfs al vóór de eerste eeuw met aardbevingen in verband gebracht. — Amos 1:1; Zach. 14:5.
Aardbevingen op zichzelf zouden geen bijzondere betekenis verlenen aan het door Jezus gegeven profetische „teken” aangaande het naderende einde van Jeruzalem, evenmin als hoge koorts een aanwijzing vormt voor een bepaalde ziekte wanneer er geen andere symptomen aanwezig zijn. Dat er aan Jezus’ voorzegging met betrekking tot aardbevingen een speciale betekenis moest worden toegekend, kwam dan ook door het feit dat ze in combinatie met alle andere aspecten van het „teken” plaatsvonden. En van dit samengestelde „teken” van voorzegde gebeurtenissen waren de eerste-eeuwse christenen getuige, en daar reageerden zij op.
Aardbevingen in deze tijd
Vindt Jezus’ voorzegging over aardbevingen een vervulling in de twintigste eeuw? De feiten tonen inderdaad dat de aarde in deze eeuw hevig door aardbevingen wordt geschokt. Er komen jaarlijks meer dan 1.000.000 bevingen voor, waarvan 1000 schokken schade veroorzaken.
Sommige seismologen geloven dat de aarde zich thans in een actief aardbevingstijdperk bevindt. Professor Keiiti Aki van de Afdeling Aardkunde en Planetaire Wetenschappen aan het Massachusetts Institute of Technology spreekt bijvoorbeeld over de „duidelijk aan de dag tredende sterke toename in hevigheid en aantal van grote aardbevingen gedurende de laatste honderd jaar”, hoewel hij verklaart dat de periode van 1500 tot en met 1700 even actief is geweest.
In het Italiaanse blad Il Piccolo van 8 oktober 1978 merkte Geo Malagoli op:
„Onze generatie leeft in een gevaarlijke periode van grote seismische activiteit, naar uit de statistieken blijkt. Om precies te zijn, vermelden betrouwbare bronnen dat zich gedurende een periode van 1059 jaar (van 856 tot 1914) slechts 24 grote aardbevingen hebben voorgedaan, die 1.973.000 mensenlevens hebben geëist. Het blijkt echter dat in slechts 63 jaar [tijdens] recente rampen 1.600.000 personen het leven hebben verloren ten gevolge van 43 aardbevingen die van 1915 tot 1978 hebben plaatsgehad. Deze dramatische toename legt nog eens de nadruk op een ander aanvaard feit — onze generatie is in vele opzichten onfortuinlijk.”
Jezus profeteerde dat „het besluit van het samenstel van dingen” gekenmerkt zou worden door ’in de ene plaats na de andere aardbevingen’ en, volgens het verslag van Lukas, „grote aardbevingen” (Matth. 24:3, 7; Luk. 21:11). Is de generatie die in 1914 leefde, en waarvan er thans nog velen in leven zijn, getuige geweest van deze dingen? De feiten antwoorden: Ja! (Zie tabel II.) En nog steeds worden aardbevingen waargenomen, niet alleen door degenen van die generatie die nog in leven zijn, maar ook door een ongekend groot aantal andere mensen (Matth. 24:34). De mensheid van thans is zich tevens sterker bewust van de wereldomspannende seismische activiteit en de uitwerking ervan, dan de mensen in enige voorgaande eeuw.
Waardoor wordt een aardbeving tot een „grote” aardbeving gemaakt? Wordt dit bepaald door de hevigheid ervan, ofte wel de grootte zoals die wordt gemeten op de schaal van Mercalli of Richter? Of zou die niet veeleer worden bepaald door de bekendheid die ze krijgt en de omvang van de verwoesting die erdoor wordt aangericht? Zoals de hierbij afgedrukte tabel III laat zien, hebben aardbevingen sedert 1914 een zware tol aan mensenlevens geëist. Het is waar dat sommige zeer sterke aardbevingen zich in de diepte van de oceanen hebben voorgedaan. Slechts weinig mensen hebben er ooit iets over gehoord en de uitwerking ervan ten aanzien van bezittingen of mensenlevens is uitermate gering. Om evenwel vast te stellen of de profetie van Jezus in deze tijd in vervulling gaat, dienen wij niet alleen maar onze aandacht te richten op de grootte van aardschokken volgens de schaal van Richter of een andere aardbevingsschaal, maar op de omvang van de schade aan bezittingen en het verlies aan mensenlevens die er het gevolg van zijn.
Een duidelijk onderdeel van „het teken”
Het tijdschrift Europe van juli-augustus 1980 verklaart: „In deze eeuw hebben aardbevingen aan ongeveer 1.600.000 mensen het leven gekost, met alleen al in Europa 120.000 doden.” Wanneer wij dus het wereldtoneel overzien en het vergelijken met de woorden van Jezus, kunnen wij het erover eens zijn dat er ’in de ene plaats na de andere aardbevingen’ en zelfs „grote aardbevingen” hebben plaatsgevonden. Heeft ook maar één enkele generatie uit het verleden zo’n afschuwelijke verwoesting door aardbevingen meegemaakt als waardoor de mensheid sedert 1914 wordt geteisterd? De statistieken antwoorden ontkennend.
Sommigen zullen echter zeggen: „Dit komt doordat er meer mensen op aarde zijn.” Zeker, de mensheid heeft zich vermenigvuldigd, maar dat maakt de profetie van Jezus niet krachteloos. Het verleent er juist nog meer kracht aan, zodat wij een reden te meer hebben om acht te slaan op zijn woorden. Waarom? Omdat 2.000.000.000 mensen, ongeveer de helft van de wereldbevolking, in door aardbevingen bedreigde gebieden wonen. Bovendien hebben de snelle communicatie en zeer fijngevoelige seismografen de mensen als nooit tevoren op de hoogte gehouden van aardbevingen, zelfs degenen die nog nooit in eigen persoon de kracht van een trilling hebben ondervonden. Derhalve zijn aardbevingen thans van invloed op meer personen en komen ze onder de aandacht van meer mensen dan ooit tevoren. En aangezien zij andere aspecten van „het teken” in deze ene generatie in vervulling zien gaan, dient dit hen tot actie te bewegen. Wie valt er dan te verontschuldigen als hij nalaat acht te slaan op „het teken . . . van [Jezus’] tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen”?
Hebt u opgemerkt dat de uitwerking die aardbevingen op het leven van de mens hebben, sinds 1914 is toegenomen? En hebt u in combinatie daarmee de andere aspecten van „het teken” waargenomen, zoals oorlog, hongersnood en toegenomen wetteloosheid? Zo ja, dan zult u ongetwijfeld meer te weten willen komen over datgene wat Jezus voor de onmiddellijke toekomst heeft voorzegd. Jehovah’s Getuigen zullen u graag helpen deze belangrijke kwesties te onderzoeken.
[Tabel op blz. 6]
Tabel I
Enkele aardbevingen tussen 33-70 G.T.
JAAR PLAATS
33 Jeruzalem
33 Jeruzalem
ca. 46 Kreta
ca. 50 Filippi
51 Rome
53 Apamea
60 Laodicéa
63 Pompeï
ca. 67 Jeruzalem
[Tabel op blz. 7]
Tabel II
Enkele grote aardbevingen tussen 1914 en 1982
(onvolledige lijst)
JAAR PLAATS DODENTAL
1915 Avezzano, Italië 29.970
1920 Kansoe, China 200.000
1923 Kanto, Japan 142.800
1932 Kansoe, China 70.000
1934 Bihar-Nepal, India 10.700
1935 Quetta, Pakistan 60.000
1939 Chillán, Chili 30.000
1939 Erzincan, Turkije 30.000
1950 Assam, India 20.000
1960 Agadir, Marokko 12.000
1962 Noordwest-Iran 12.230
1968 Noordoost-Iran 11.500
1970 Noord-Peru 66.700
1972 Managua, Nicaragua 10.000
1976 Guatemala, Guatemala 23.000
1976 Tangsjan, China 800.000
1978 Noordoost-Iran 25.000
In nog 33 plaatsen zijn andere grote aardbevingen geregistreerd
[Tabel op blz. 7]
Tabel III
Dodental aardbevingen
(schatting gebaseerd op 1122 jaar)
Tot 1914 — 1800 per jaar
Sedert 1914 — 25.300 per jaar
[Kaart op blz. 5]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
De aardbevingsgordels van de wereld
AFRIKA
EUROPA
AZIË
NOORD-AMERIKA
ZUID-AMERIKA
AUSTRALIË