Hoe wij God kunnen leren kennen

SOMMIGE mensen geloven dat God overal is, dat hij aanwezig is in de sterren en planeten, in de regenboog, in de vleugel van een vogel en in een grassprietje. De bijbel leert echter dat God, als een Persoon, zich op een vaste plaats bevindt. De wijze koning Salomo zei in een gebed tot God: „Gij [moet] ook vanuit de hemel, uw vaste woonplaats, . . . horen.” En in het bijbelboek Jesaja wordt God zelf als volgt geciteerd: „De hemel is mijn troon.” — 1 Koningen 8:49; Jesaja 66:1.

Hoewel God zelf niet in zijn schepping aanwezig is, worden zijn persoonlijkheidskenmerken er wel in weerspiegeld. De apostel Paulus zei in Romeinen 1:20: „Zijn onzichtbare hoedanigheden worden van de schepping der wereld af duidelijk gezien, omdat ze worden waargenomen door middel van de dingen die gemaakt zijn, ja, zijn eeuwige kracht en Godheid.” De psalmist David schreef in dezelfde trant: „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend; en het uitspansel vertelt van het werk van zijn handen. De ene dag na de andere dag doet spraak opwellen, en de ene nacht na de andere nacht spreidt kennis tentoon.” — Psalm 19:1, 2.

Ja, kijk op een heldere avond eens naar de sterrenhemel en denk dan een ogenblik na over de enorme wijsheid en macht die er nodig zijn geweest om ons universum te scheppen en die nog steeds nodig zijn om het in stand te houden! (Vergelijk Jesaja 40:26.) De schepping is inderdaad een onuitputtelijke bron van inlichtingen over Gods persoonlijkheid. En de mens kan het voor alle ogen tentoongespreide grootse getuigenis over Gods hoedanigheden en eigenschappen nooit volledig doorgronden. Het boek Job herinnert ons aan het volgende: „Ziet! Dit zijn de zomen van zijn wegen, en wat een gefluister van een zaak is er omtrent hem gehoord!” (Job 26:14) Een oude Zweedse spreuk luidt: ’De meester is groter dan zijn werk.’ Indien de schepping derhalve ’groot’ is, moet God groter zijn; indien de schepping wijsheid tentoonspreidt, moet God wijzer zijn; indien de schepping een uiting vormt van macht, moet God nog machtiger zijn!

De bijbel — Gods boek

De schepping geeft dus veel inlichtingen over God. Maar kan een studie van de schepping u inlichten over Gods naam? Zal erdoor worden onthuld wat het doel is van de schepping of waarom God goddeloosheid toelaat? Antwoorden op zulke vragen vereisen meer dan een bestudering van Gods stoffelijke werken. Gelukkig heeft God erop toegezien dat deze inlichtingen over hem in de bijbel zijn opgetekend.

God wordt daarin nooit afgebeeld als een abstract, niet nader te omschrijven intellect of een alomtegenwoordige kracht. In Handelingen 3:19 lezen wij over „de persoon van Jehovah”. Toen zijn Zoon Jezus Christus uit de doden was opgewekt, ging hij volgens de bijbel de hemel zelf binnen om voor „de persoon [letterlijk, ’het aangezicht’] van God” te verschijnen (Hebreeën 9:24, Kingdom Interlinear). Jezus heeft God beslist nooit Grote Kracht of Oneindig Intellect genoemd, noch heeft hij welke andere abstracte term maar ook gebruikt wanneer hij over God sprak of tot hem bad. Integendeel, hij heeft hem vaak hemelse Vader genoemd, een uitdrukking die zijn innige verbondenheid met God onthulde. — Matthéüs 5:48; 6:14, 26, 32.

God is daarom niet een naamloos „Iets”, maar veeleer een Persoon met een naam. In Psalm 83:18 staat: „Opdat men weet dat gij, wiens naam Jehovah is, gij alleen de Allerhoogste zijt over heel de aarde.” De bijbel gebruikt inderdaad ook titels of beschrijvende uitdrukkingen voor God: „Almachtige”, „Koning der eeuwigheid”, „redder”, „Herder”, „Oude van Dagen”, „opziener”, „Grootse Onderwijzer”, „Voortreffelijke Maker”, „Rots” (Ruth 1:20; 1 Timótheüs 1:17; Jesaja 43:11; Psalm 23:1; Daniël 7:9, 13, 22; 1 Petrus 2:25; Jesaja 30:20; 54:5; Deuteronomium 32:4). Zulke uitdrukkingen onthullen echter verdere facetten van Gods persoonlijkheid, zoals zijn almacht, zijn liefdevolle zorg voor zijn volk en zijn oneindige wijsheid.

Omdat God een Persoon is, zijn er ook dingen die hem wel of niet aanstaan en heeft hij zelfs gevoelens. De bijbel vertelt ons dat hij zijn volk liefheeft (1 Koningen 10:9), zich verheugt over zijn werken (Psalm 104:31), afgoderij haat (Deuteronomium 16:22) en zich gekrenkt voelt door goddeloosheid (Genesis 6:6). In 1 Timótheüs 1:11 wordt hij zelfs „de gelukkige God” genoemd.

God van nabij kennen

Geen enkele menselijke geest kan weliswaar de gehele openbaring van Gods persoonlijkheid vatten. „O de diepte van Gods rijkdom en wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn zijn oordelen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want ’wie heeft de zin van Jehovah leren kennen, of wie is zijn raadgever geworden’?” (Romeinen 11:33, 34) Toch kan God voor iemand met geloof net zo werkelijk zijn als elke andere persoon. De bijbel vertelt ons dat ’Noach met de ware God wandelde’, alsof Jehovah zich werkelijk aan zijn zijde bevond (Genesis 6:9). God was ook zó werkelijk voor Mozes dat het was „als zag hij de Onzichtbare” (Hebreeën 11:27). En over Abraham werd gezegd dat hij „Jehovah’s vriend” was. — Jakobus 2:23.

Het is natuurlijk waar dat God zich persoonlijk aan Noach, Abraham en Mozes heeft geopenbaard. ’Nu, als God zich op zo’n persoonlijke manier aan mij zou openbaren,’ zullen sommigen misschien zeggen, ’zou hij ook voor mij een realiteit zijn.’ Houd echter in gedachte dat Noach, Abraham en Mozes geen bijbel hadden. Zij wisten niets over Jezus Christus en kenden ook de tientallen profetieën niet die hij vervulde. Als gevolg hiervan was alles wat Jezus Christus over God onthulde, hun onbekend. Onder zulke omstandigheden was het voor God noodzakelijk en passend zulke rechtstreekse openbaringen van zichzelf te verschaffen.

In deze tijd hebben wij echter niet alleen de bijbel, maar wij kunnen ook nog zien hoe bijbelse profetieën in de loop der eeuwen in vervulling zijn gegaan. Wij hebben de evangelieverslagen over het leven, de werken en de woorden van Jezus Christus. En Paulus zegt: „In hem [Christus] woont de gehele volheid van de goddelijke hoedanigheid lichamelijk” (Kolossenzen 2:9). Ja, wij kunnen God veel intiemer kennen dan in de dagen van de patriarchen mogelijk was. Vormt dit geen overweldigende compensatie voor het feit dat hij zich niet rechtstreeks aan ons openbaart?

Bijbellezen brengt ons dicht bij God

Wij lezen in Jakobus 4:8: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen.” Door de bijbel te lezen, kunnen wij dicht tot God naderen. Maar hoe? Door elke dag een bijbelgedeelte te lezen, leert u allereerst nieuwe kenmerken en hoedanigheden van zijn persoonlijkheid kennen. Stop bij het lezen herhaaldelijk en vraag u af: ’Wat heb ik in dit vers of in dit gedeelte over God geleerd?’ Bovendien kunt u om Gods geest bidden en vragen of die als een „helper” mag optreden opdat u meer over God kunt begrijpen en dichter tot hem kunt naderen. — Johannes 14:26.

„Ik heb het erg op prijs gesteld een veel beter begrip te krijgen van Jehovah als een persoon”, verklaarde een christelijke vrouw die de bijbel van begin tot eind had gelezen. Zij studeerde aan de Wachttoren-Bijbelschool Gilead, waar een opleiding wordt gegeven aan zendelingen die naar alle delen der wereld worden gezonden. Welke methode van bijbelstudie wordt op deze school gebruikt? Een van de leraren legt uit: „Wij begonnen met een project dat erop gericht was als groep de hele bijbel te bestuderen. Wij namen tien tot vijftien bladzijden per dag door, waarbij alle . . . studenten nazoekwerk verrichtten en tot onze bespreking bijdroegen. Als wij op een moeilijk vers stuitten, beschouwden wij (1) de context, (2) de omstandigheden ten tijde van het schrijven en (3) de betekenis van de sleutelwoorden in de tekst. Wij vroegen ons voortdurend af: ’Wat vertelt dit ons over Jehovah en zijn hoedanigheden?’ Wij ontdekten dat het ons altijd iets over hem vertelde.”

Hoewel u wellicht niet het voorrecht hebt de bijbel officieel op deze school te bestuderen, kunnen enkele van deze studiemethoden misschien heel goed door u en uw gezin toegepast worden. Het is onder Jehovah’s Getuigen bijvoorbeeld de gewoonte om in verband met hun gemeentevergaderingen elke week enkele hoofdstukken van de bijbel te bestuderen. Waarom zou u als gezin dit schema van bijbellezen niet volgen? Bovendien geeft het Wachttorengenootschap hulpmiddelen voor nazoekwerk uit, zoals Hulp tot begrip van de bijbel en de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift met verwijsteksten, die u kunnen helpen moeilijke bijbelpassages te begrijpen.a Een geregeld programma van bijbellezen kan uw waardering voor Jehovah’s persoonlijkheid zeer doen toenemen.

U kunt ook een bijbelgedeelte uitkiezen dat u speciaal aanspreekt. Indien u bijvoorbeeld de zeventien verzen van Psalm 86 wilt bestuderen, zult u op zijn minst vijftien kenmerken van Gods persoonlijkheid aantreffen: Hij is goed, vergevensgezind, overvloedig in liefderijke goedheid, bereid gebeden te verhoren, ongeëvenaard onder de goden, onovertroffen als scheppend werker, een soeverein heerser, iemand die op grootse wijze wonderbare dingen doet, een bevrijder uit de dood, barmhartig, goedgunstig, langzaam tot toorn, overvloedig in waarachtigheid, een helper en een vertrooster. Welk beter doel zou u kunnen hebben dan te trachten meer over uw Schepper te weten te komen?

Grootse voordelen van het kennen van God

Het uiteindelijke doel van eeuwig leven bereiken, is slechts één voordeel van het kennen van God (Johannes 17:3). Bovendien is er het voordeel dagelijks een metgezel te hebben die zich om u bekommert en zo stabiel is als een rots (Psalm 18:31). Toen koning David zich omringd voelde door vijanden en terneergedrukt was door problemen, bemerkte hij dat God de enige werkelijke beschikbare helper was. Hij zei daarom: „Werp uw last op Jehóvah, en hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.” — Psalm 55:22.

Ook u kunt u in zo’n verhouding met God verheugen, als u er slechts de tijd voor neemt hem te leren kennen. Het is niet te moeilijk. Doe er moeite voor zijn Woord te lezen. Ga om met degenen wier leven te kennen geeft dat zij God kennen, zoals degenen die u dit tijdschrift gebracht hebben. Roep Jehovah in gebed aan, want God is geen onpersoonlijke kracht die doof zal zijn voor uw hulpgeschreeuw. Hij is een levende God en een „Hoorder van het gebed”. En „indien [u] hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden”. — Psalm 65:2; 1 Kronieken 28:9.

[Voetnoten]

[Illustratie op blz. 5]

God openbaarde zich persoonlijk aan Noach, Abraham en Mozes

[Illustratie op blz. 7]

De schepping is een onuitputtelijke bron van inlichtingen over Gods persoonlijkheid