Hoe komt u aan ware vrienden?
„DE ENIGE manier om een vriend te hebben, is er een te zijn”, schreef de Amerikaanse dichter Emerson. Vriendschap is een tweerichtingsverkeersweg, een zaak van geven en nemen. Introverte persoonlijkheden en mensen met zelfzuchtige neigingen vinden het moeilijk om ware vrienden te vinden. Niettemin kunnen zij daarin slagen, zoals wij zullen zien.
Liefde is het kweekbed voor ware vriendschap, want liefde trekt mensen tot elkaar. Toch hebben sommige mensen er moeite mee vrienden te krijgen. Hoe kan iemand dit probleem overwinnen?
„Wees een goede luisteraar. Moedig anderen aan over zichzelf te praten”, adviseerde Dale Carnegie. Als onbekenden elkaar ontmoeten, misschien op een gezelligheidsbijeenkomst, wie zijn dan degenen die vrienden maken? Niet degenen die goed van de tongriem gesneden zijn, maar degenen die warme belangstelling voor anderen tonen, die hen aan het praten weten te krijgen en werkelijk naar hen luisteren. Namen en interessante feiten over nieuwe kennissen onthouden, kan ook een hulpmiddel zijn bij het ontwikkelen van vriendschappen.
In Fundamentals of Interpersonal Communication bevelen Kim Giffin en Bobby R. Patton aan om open en eerlijk te zijn. „Wil iemand belangrijk voor u zijn,” zeggen zij, „dan moet u iets over hem/haar weten wat u ter harte gaat . . . [Wees] te allen tijde openhartig en eerlijk . . . Uw reacties op de ander moeten oprecht zijn.”
Ware vrienden zijn niet alleen eerlijk maar geven ook blijk van consideratie, maken nooit misbruik van elkaar en doen ook niet al te bezitterig. Zij begrijpen elkaar, kunnen aanvoelen hoe de ander de dingen beziet en kunnen aldus blijk geven van empathie. Naarmate de verhouding hechter wordt, openen zij hun hart meer voor elkaar, zodat zij niet alleen ware vrienden maar ook intieme vrienden worden. Niet alle ware vrienden zijn intieme vrienden. Jezus Christus, de vriendelijkste persoon die ooit op aarde heeft geleefd, kreeg veel vrienden, maar hij had slechts enkele werkelijk intieme vrienden. — Markus 9:1-10; Lukas 8:51.
Het boek der ware vriendschap
De bijbel, verreweg het beste boek over het onderwerp vriendschap, zegt: „Een ware metgezel heeft te allen tijde lief, en is een broeder die geboren wordt voor de tijd dat er benauwdheid is” (Spreuken 17:17). Ware vrienden hebben medegevoel en staan klaar om hulp te bieden als er problemen rijzen. Hier volgt een voortreffelijk voorbeeld van zo iets — een verhaal uit de dagen van het oude Israël.
Wegens een hongersnood verhuisde een man uit Juda met zijn vrouw Naomi naar Moab. Na verloop van tijd stierf hij. Later trouwden zijn twee zoons met de Moabitische meisjes Ruth en Orpa. Toen stierven de zoons en lieten drie weduwen alleen achter. Naomi, de moeder, besloot naar Juda terug te keren en haar twee schoondochters gingen samen met haar op weg. Onderweg drong Naomi er echter bij de jonge vrouwen op aan terug te keren en onder hun eigen volk een nieuwe echtgenoot te zoeken. Orpa deed dit, maar Ruth stond erop met Naomi mee te gaan. Waarom? Omdat zij veel meer was dan een schoondochter; zij was tevens een ware vriendin. Allereerst stond haar medelijdende aard haar niet toe de bejaarde, van haar gezin beroofde weduwe alleen verder te laten gaan. — Ruth 1:1-17.
Ruth toonde ware empathie, vriendelijkheid, loyaliteit en liefde. Die eigenschappen vormen de solide basis voor ware vriendschap. Maar er was bij Ruths verhouding tot Naomi nog een andere factor betrokken.
Vriendschap op een hoger plan
Toen Naomi haar aanspoorde terug te keren, zei Ruth: „Smeek mij niet dringend om u te verlaten, . . . want waarheen gij gaat, zal ik gaan . . . Uw volk zal mijn volk zijn, en uw God mijn God” (Ruth 1:16). Naomi had Ruth, die eens een heidense vrouw was geweest, geholpen de ware God, Jehovah, te leren kennen en lief te hebben. Hun gemeenschappelijke geloof werd een krachtige geestelijke band die de twee vrouwen als ware vriendinnen tot elkaar bracht. En Jehovah zegende hen met een nieuw gezin. Mettertijd trouwde Ruth met Boaz, een welvarende landeigenaar in Juda, en kreeg een zoon, Obed genaamd, die de grootvader van koning David werd. — Ruth 4:13-22; Matthéüs 1:5, 6.
Deze geestelijke factor plaatst vriendschap op een hoger plan. Hoe dat zo? In het geval van Ruth en Naomi aanbaden beiden Jehovah, „een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid” (Exodus 34:6). „God is liefde”, en als wij hem oprecht met geest en waarheid aanbidden, zullen wij beslist groeien in liefde voor hem en voor onze medeschepselen (1 Johannes 4:8; Johannes 4:24). Zo veranderen wij. Wij ontwikkelen een vriendschappelijke belangstelling voor anderen, vooral voor de zachtmoedige, lijdende mensen van alle rassen. Introverte personen worden aldus minder op zichzelf gericht. Zelfzuchtige personen ontwikkelen zorgzaamheid voor anderen. Wij beginnen de vruchten van Gods geest tentoon te spreiden — „liefde, vreugde, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtaardigheid, zelfbeheersing”. — Galaten 5:22, 23.
Deze eigenschappen helpen ons het uiterst belangrijke vermogen te ontwikkelen om zwakheden en fouten van anderen te vergeven — „niet tot zevenmaal toe, maar tot zevenenzeventig maal toe”, zoals Jezus zei (Matthéüs 18:21, 22). Veel vriendschappen lijden schipbreuk op dit punt. Maar Jezus Christus predikte het niet alleen maar bracht het ook in praktijk. Hoe dikwijls heeft hij zijn onvolmaakte, feilbare discipelen geen vergiffenis geschonken voor hun fouten, waaronder zelfs Petrus’ beschamende verloochening van de Heer! — Matthéüs 26:69-75.
Als resultaat van deze hele geestelijke ontwikkeling groeit onze vriendenkring. Uiteindelijk ontdekken wij dat wij behoren tot een uitgestrekte, wereldomvattende familie van vrienden! Ook bemerken wij dat het algemene peil van onze vrienden veel hoger ligt. Brian bijvoorbeeld, een tamelijk nieuwe aanbidder van Jehovah, weet nog te vertellen dat vroegere vrienden hem zover kregen dat hij aan de drank raakte en zijn vrouw en kinderen verwaarloosde. Maar nu is hij een zeer toegewijde huisvader. Betreffende zijn vele nieuwe vrienden, die hetzelfde geloof in Jehovah hebben als hij, zegt hij: „Als ik met een probleem zit, weet ik dat ik de telefoon kan pakken en wie maar ook van hen kan opbellen, en zij zullen mij graag helpen.”
De gesprekken van de vrienden die Alan had, gingen gewoonlijk over auto’s en meisjes. Toen hij veel nieuwe vrienden kreeg die evenals hij Jehovah liefhadden, vond hij die onderwerpen „oninteressant en leeg”. Alan werd overweldigd door hun „spontane, echte, liefdevolle belangstelling” voor hem.
Onze beste vrienden
Al deze personen en nog miljoenen anderen vormen een wereldwijde niet-politieke familie van vrienden die niet aan banden gelegd is door nationale, raciale en sociale barrières — een ware broederschap der mensheid, net als onder de vroege christenen (3 Johannes 14). Dezelfde band die Ruth en Naomi tot elkaar bracht, verenigt ook deze familie, namelijk de zuivere aanbidding van Jehovah God. Zij allen erkennen nederig en dankbaar dat Jehovah en Jezus Christus hun beste vrienden zijn.
’De almachtige God en zijn Zoon als vrienden?’ vraagt u zich misschien af? ’Hoe kan dat nu? Is dat niet aanmatigend?’ Welnu, de bijbel zegt: „Abraham stelde geloof in Jehovah . . . en hij werd ’Jehovah’s vriend’ genoemd.” Dat was beslist onverdiende goedheid. Maar toch zegt Jehovah’s Woord: „God weerstaat de hoogmoedigen, maar hij geeft onverdiende goedheid aan de nederigen.” — Jakobus 2:23; 4:6.
Misschien voelen sommigen zich te zondig voor zo’n voorrecht. Maar Jakobus zegt vervolgens: „Nadert tot God en hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw hart, besluitelozen. Vernedert u in de ogen van Jehovah en hij zal u verhogen.” — Jakobus 4:8, 10.
Jezus zei: „Gij zijt mijn vrienden indien gij doet wat ik u gebied.” Hij wees er ook op dat de grootste geboden zijn ’Jehovah God lief te hebben met geheel ons hart, geheel onze ziel en geheel ons verstand, en onze naaste als onszelf’ (Johannes 15:14; Matthéüs 22:37-40). Als wij dat doen, zullen wij veel ware vrienden hebben. Bovendien zullen wij daardoor in aanmerking komen voor een ander geweldig voorrecht — eeuwig leven op een gereinigde aarde onder Gods koninkrijk (Matthéüs 6:9, 10). Zoals Jezus zei: „Zijn [Jehovah’s] gebod [betekent] eeuwig leven.” — Johannes 12:50.
Zult u Jehovah’s Getuigen toestaan u te helpen? Als oprecht vriendelijke mensen zijn zij bereid u op te zoeken en deze hoogst belangrijke aangelegenheid gratis met u te bespreken. Zij kunnen u helpen veel ware vrienden te maken.
[Kader op blz. 6]
Enkele richtlijnen voor ware vriendschap
Wees selectief ten aanzien van degenen met wie u omgaat.
Heb warme belangstelling voor anderen, en wees een goed luisteraar.
Doe dingen samen — samen opgedane ervaringen versterken de vriendschap.
Wees te allen tijde eerlijk, openhartig en oprecht.
Toon empathie en medeleven wanneer anderen in moeilijkheden verkeren.
Wanneer vrienden fouten begaan of u van streek maken, wees dan bereid te vergeven — zelfs „tot zevenenzeventig maal toe”. — Matthéüs 18:22.
Wanneer vrienden belasterd of oneerlijk bekritiseerd worden, wees dan loyaal en kom voor hen op.
Gezamenlijke aanbidding van Jehovah versterkt de vriendschap immens.
[Illustratie op blz. 7]
Ruth wilde Naomi niet verlaten omdat hun vriendschap op een degelijk geestelijk fundament rustte. Hebt u zulke ware vrienden?